Omdat Heidi het ontbijt al om 8 uur voor mijn deur zet kan ik de trein van 9:06 naar Filsen nemen. De trein gaat maar eenmaal per uur en ik vind het lekker om een beetje bijtijds op pad te gaan. Gelukkig ook tijd kunnen nemen om Heidi hartelijk te bedanken voor haar gastvrijheid, heerlijke ontbijt en aangenaam verblijf.
Opnieuw zijn de weergoden mij goed gezind (dat houdt een keer op…). Hoewel de wind soms venijnig is blijft het droog en in de middag komt zelfs de zon er nog even bij. Ook vandaag weer stevig klimmen en dalen: 655 m omhoog en 630 m omlaag. De afstand is 16 km dus volop de tijd om alles in me op te nemen.
Op diverse plekken staan borden met toelichting over de natuur, de omgeving en de geschiedenis. Ik ben altijd wat dubbel: enerzijds levert het veel informatie op maar anderzijds doet het toch een beetje afbreuk aan het landschap. Je kunt het ook allemaal lezen in reisbescheiden, folders, e.d. De route pak ik op waar ik gisteren ben gebleven. Het gaat gelijk pittig omhoog. Ik loop een oud cultuurlandschap in met een variëteit aan fruitbomen. Een deel oogt vervallen maar er zijn allerlei initiatieven om dit te herstellen. Ook mooi dat de voorjaarsvegetatie al volop de kans krijgt om in bloei te komen. Ik zie, behalve de planten die ik gisteren al zag, veel euphorbia (Cipreswolfsmelk), wede, en heel veel sleedoorn in bloei: prachtig. Ik passeer ook een oude boom die vol hangt met maretak, ook nog op ooghoogte zodat het mooi is vast te leggen.
Ik hoor ook veel vogels maar ik vind het moeilijk om die alleen op hun geluid te herkennen. De koolmees, pimpelmees, roodborst en merel laten zich wel steeds zien. En dan vliegt er een raaf over, ik had zijn geluid al wel herkend, en later kan ik een hele tijd een zwarte specht aan het werk zien. Niet slecht!
De eerste kilometers zie ik vrijwel continu de loop van de Rijn. En ja hoor: daar vaart ook de boot van De Zonnebloem voorbij! Ik begin spontaan te zingen: “Ja zo’n reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn”.
Ik verheug me op een lunchmoment in Burg Liebenstein. In de papieren wordt dit aangeraden vanwege zijn ligging en het verhaal dat een tweede Burg, Burg Sterrenberg, welke er tegenover ligt, ooit toebehoorden aan twee elkaar vijandig gezinde broers. Daar kun je toch van alles bij voorstellen, maar helaas: es ist geschlossen. Toch maar goed dat ik me vanmorgen het hele broodmandje heb toegeëigend. Het wordt een lunchhutje. Wel weer een vals klimmetje erheen. Oh wat ben ik blij met mijn wandelstokken.
Het laatste fraaie uitzicht voordat ik omlaag val naar Kestert is uitzichtpunt Hindenburghöhe. Vooruitgeschoven op een rotspunt met een in puntvorm aangebrachte ijzeren hekwerk waan ik mezelf op de boeg van de Titanic: hold on, I’m flying.
Ik passeer nog een curieuze boomstronk waar twee eitjes in hangen. Hoezo? Het is me al eerder opgevallen dat men hier nog echt Pasen viert. Welhaast in elke voortuin of woonkamerraam staan Paashazen, grote gele bloemen, een variatie aan eieren en paastakken.
Genoeg daarover: ik ben aangekomen in Kestert. Ik ga op zoek naar mijn overnachtingsplek: Hotel Krone. Gelegen aan de Rijn.
Geschreven door Serviewandelt