Een paar honderd meter voor de grens met Duitsland, om 8:59 uur, stap ik uit de Arriva op perron 2. Het perron (er is eigenlijk geen sprake van een station) is verlaten. Bij de opgang naar het perron staat een herdenkingsmonument voor de Joodse slachtoffers van de Holocaust. Dit was het punt waar alle treinen de grens over gingen naar de vernietigingskampen. Een herinneringsbord met tekst en een monument.
Ook staat er een soort wegwijzer waar een aantal LAW’s die hier samenkomen worden vermeld.
Het is prachtig weer, het wordt zo’n 25 graden, maar er staat ook een lekker windje, verraderlijk!
Ik wandel relaxed Nieuweschans binnen. Zo heette deze plaats tot 2009. Onder aanvoering van de burgemeester werd het Bad Nieuweschans omdat er een thermaalbad was geopend en men dacht zo extra publiek uit met name Duitsland te kunnen mobiliseren.
Bij de COOP vul ik mijn lunch aan met wat broodjes en een soort van kersenflap waarna de rugzak kan worden herschikt, mondmasker af, klaar voor de wandeling.
Nieuweschans kende een rijke historie in de 17de eeuw toen de vesting werd aangelegd. Een stervormige vesting die voorzien was van bastions en omgeven door wallen en grachten. Van dat alles is niet zo heel veel meer te zien maar toch maakt de kern een aardig authentieke indruk.
Ik loop op langs een kanaal, het Boelo Tijdenskanaal en kom in een prachtig stuk nieuwe natuur. Grote plassen, rietland en wilgen. Veel vogels. Ik volg een poosje een rietgors. Die laat zich uitgebreid bekijken. Onder mij liggen de restanten van het dorp Houwingaham. In de 13de eeuw opgeslokt door het water na een grote storm. Er schijnt in de kleibodem nog aardig wat aan overblijfselen te liggen.
Nadat ik over een dijk ben gestapt bevind ik mij in een waterbergings- en natuurgebied: de Bovenlanden. Het kan bij hoog water worden afgesloten. Ik spot een trotse zwaan die er op haar eieren zit. Dan gaat het dwars door weilanden en akkers (zo’n 3 km). Inspannend lopen omdat de bodem zich niet laat zien en die is ook ongelijk door sporen van trekkers en pollen gras. Maar het brengt me naar Oudeschans. Ook een oude vestingplaats maar bijna de hele stervorm is nog behouden. Het ligt in the middle of nowhere. Het is slechts bewoond binnen de vesting er liggen dus geen wijken omheen. Hierdoor heeft het zijn oorspronkelijkheid bewaard. Er staan ook diverse oude panden en ik kom terecht op een prachtig oud kerkhofje.
Na Oudeschans weer even kilometers maken. Dat kan alleen maar langs de doorgaande weg naar Bellingwolde. Een langgerekt dorp (lintbebouwing) met prachtige villa’s gebouwd rond 1900. Morgen zal ik daar meer van zien. Nu gaat de route helemaal om dit dorp heen. Het voert naar twee kleine vestingwerken die door de Fransen in 1797 zijn gebouwd. Versterking van de noord-oostelijke grenzen. Ze zijn beide in 1983 gerestaureerd. Ze liggen in een veengebied wat door ontginningen verdroogde maar door de aanleg van dijken is het gelukt om het oude landschap terug te winnen. Het is een fraai wandelgebied en zo te zien kun je er leuk wonen. Ik spot aardig wat nieuwe flora dus dat lijstje moet ook weer worden bijgewerkt.
Ineens raak ik midden in het bos in gesprek met een echtpaar wat het Groot Frieslandpad (LAW 14) loopt. Ze zijn bezig met de laatste 2 etappes. Voor beiden zijn we de eerste wandelaars die we vandaag tegenkomen. Hier nog geen corona drukte!
Het is plm 16 uur als ik de Hoofdweg bereik in Bellingwolde. Ik loop recht op de St Magnuskerk af: wat een juweeltje. Omdat de bus pas om 16:34 u vertrekt heb ik ruim de tijd om rond te kijken, een versnapering te nemen, een app met wat kiekjes te versturen naar Betty Schenkel en te zien dat Marjan mij laat weten dat zij is geslaagd voor haar opleiding Poh ouderenzorg.
Lijn 12 van Qbuzz brengt mij in 20 minuten naar station Winschoten.
Geschreven door Serviewandelt