Route: GR5
Gelopen afstand: 21,0 km.
Totaal gelopen: 413,8 km.
Weer:
Overnachting: jeugdherberg ’t Boswachtershuis, Westerlo
Ik had twee weken vakantie terwijl Daniël naar school moest; wat doet een mens dan? Nou, een weekje naar België gaan is een uitstekend idee! 8 dagen op pad, vertrokken bij mijn vorige eindpunt Herentals met als voorlopig einddoel Maastricht. En wie wil weten of dat dit keer wél gelukt is moet doorlezen – of even gauw in de inhoudsopgave kijken. 🙂
In ieder geval hebben de Belgen zich gerevancheerd. Tijdens het lopen van het stuk van Bergen op Zoom naar Herentals voelde ik me ongelukkig: er werd daar nauwelijks gegroet! Al kwam ik als alleenwandelaar midden in de rimboe één andere wandelaar tegen, meestal deed men alsof ik lucht was; en dat voelde best eenzaam! Vóór ik echter vanmorgen na aankomst in Herentals om 10:30 de stad uit was had ik mijn mening al bijgesteld: een kletspraatje bij de VVV (‘ja, natuurlijk hebben we een stempel’), een wildvreemde die vroeg of ik het niet te koud had met mijn korte mouwen, en een fietser met wie zich een heel gesprek ontspon over de GR5 waar hij ook delen van had gelopen. Hij beloofde me dat ik nu ‘een schoon stuksken’ tegemoet ging.
En dat klopte! Op de kaart zag het er saai uit, langs het water, maar in plaats van asfalt langs de polder bleek het een onverhard pad langs een smal kanaal met gras en bomen aan weerszijden. Ik heb een pauze genomen op de verharde kade en genoten van een goede start van de vakantie.
Een een verderop ging het rechtsaf, agrarisch gebied in. En wat was dit ook mooi! Nederland zal gerust zijn charme hebben, maar ik genoot hier van de afwisseling. Er was wat landbouw – in de vorm van babymaïsplantjes – maar de velden werden afgewisseld met bosjes her en der en doorsneden door onverharde paden met bomen langs de kant. Prachtig!
Ineens stond ik weer aan het water: een enorm sluizencomplex met 3 sluizen naast elkaar; de grootste meet 16 bij 200 meter. De naam ‘Albertkanaal’ zei me toen nog niets; inmiddels heb ik echter ontdekt dat dat een kanaal is van 130 kilometer lengte dat Antwerpen met Luik, en de Schelde met de Maas verbindt. Ik zou het in de buurt van Maastricht nog een aantal keer tegenkomen. En dan zeggen ze dat de Nederlanders goed zijn met waterwegen!
Nog wat geslinger bracht me in het dorp Olen, een dorp met een mooi dorpsplein waar het goed pauzeren bleek, maar vooral bekend om de sage over Keizer Karel en de pot met drie oren. Wikipedia schrijft:
Er bestaat een aantal varianten van het verhaal. De meest algemene versie gaat als volgt: Keizer Karel zou Olen bezoeken. De boeren van Olen waren gewend om bier te drinken uit potten zonder oor. Om de keizer eer te bewijzen, en om aan te tonen dat ze ook over fijne manieren beschikten als dat moest, besloten ze om voor hem een pot met een oor te maken. Toen de vorst echter het dorp bezocht nam de waard (in sommige versies de waardin) de pot bij het oor en reikte hem zo aan de keizer aan. Daardoor kon de vorst de pot niet bij het oor vastnemen.
De eerstvolgende keer dat keizer Karel Olen bezocht, hadden de dorpsbewoners twee oren aan de pot bevestigd. De waard speelde het echter klaar om de pot met beide handen vast te houden, zodat de keizer opnieuw de pot niet bij een van de oren kon vastnemen. Toen de keizer Olen voor de derde keer bezocht, hadden de Olenaars voor hem een pot met drie oren gemaakt, om alle problemen te vermijden. De waard bood deze pot echter aan terwijl een van de oren naar zijn buik gericht was zodat andermaal de keizer het ding niet kon aannemen.
In sommige versies van het verhaal beval de keizer hierop dat er een pot met vier oren moest worden gemaakt.
Vóór ik verder liep heb ik een aantal laagjes uitgetrokken; ik loop nu alleen in rok en t-shirt, jas, trui en legging zitten al in de rugzak. Het is heus nuttig dat ik ze mee heb, ze zullen in de avond vast van pas komen, maar op dit moment wil ik eigenlijk niet weten hoeveel extra gewicht ik nu meesleep!
De route ging nu verder door domein Teunenberg, voormalig Brits militair gebied. Het wordt sinds de late 20e eeuw tot bos en heide omgevormd; vooral de heidevelden zijn mooi, en dan bloeiden ze nog niet eens. Een pauze op een bankje (dat met een ketting aan de boom was vastgezet, is dit zulk crimmineel gebied??) was welkom, en ook direct een goede gelegenheid om te merken hoeveel andere wandelaars hier rondlopen – en er werd gegroet!
Over het volgende dorpje Trienenkant heb ik in mijn boekje alleen opgeschreven ‘lijkt op Amerika’ en ik moet bekennen geen idee meer te hebben waarom ik dat vond. Op de kaart kijkend zou het wel eens een grote, breed verspreide wijk kunnen zijn geweest die wat weg had van suburbia, maar als iemand beter weet geloof ik het zo.
Nog even een korte pauze op een grote boomstronk, langs een Lourdesgrot, en ik maakte me op pad naar de abdij van Tongerlo. Wat was dat een imposant gebouw! Ik ging de kerk in (nog mooier van binnen dan van buiten) en werd daar getrakteerd op een prachtige orgel- en koorrepetitie. Het leven is goed! Ik heb even zitten genieten, daarna nog wat rondgekeken onder het genot van die prachtige muziek. Er hangt een kunst van jewelste, zelfs als het wereldberoemde schilderij van het laatste avondmaal juist was weggehaald voor renovatie.
Bij de ingang van de abdij had ik een tijdje staan praten met Peter, een man die bezig was met de Via Monastica maar al meerdere grote wandelingen had gemaakt. Hij vertelde dat hij zojuist een stempel had gehaald door aan te bellen bij het gastenverblijf – iets dat ik uit mezelf nooit zou hebben geprobeerd, maar al doende leert men en het werkte wel: na heel veel geduld werd er opengedaan en kreeg ik stempel nummer twee van deze reis. Leuk!
(Tip van Peter mocht ik ooit nog eens naar Rome willen lopen: het Franciscuspad is veel mooier en interessanter dan de geïjkte routes langs de kust. Wie weet of het nog eens van pas komt!)
Het was een eerste dag vol frisse lucht en nieuwe indrukken en ik moest duidelijk nog even wennen aan het reizen, want waar mijn benen en rug het prima vonden wilde mijn hoofd niets liever dan een tukje doen. Gelukkig was het niet ver meer naar de jeugdherberg-cum-speeltuin en ik was zelfs nog wat te vroeg. Even gezeten op het terras in de schaduw voor ik me kon aanmelden, maar dat was geen straf. Ik was een van de zeer weinige gasten deze dag en had een vierpersoons kamer voor mezelf, met uitzicht op een rustig stuk tuin en gezelschap voor het raam van wat rondtokkende kippen. Ik had niet eens puf om nog ergens iets te gaan eten, heb gewoon wat extra mueslibolletjes gegeten en wat koppen thee. Morgen gaan we wel weer gezond doen! Ik had een heerlijke dag gehad, maar het recept van de avond kwam niet verder dan ‘thee, schrijven, slapen’. Tot morgen!
Geschreven door Polderplodder