En vandaag mocht ik alweer! Het was een fijne wandeldag die me in meerdere opzichten positief verrast heeft.
’s Ochtends heb ik de auto weer in Diemen neergezet, maar na het station ging het nu rechtdoor, zo snel mogelijk de stad uit. Een saaie route door nieuwbouw en nog nieuwere nieuwbouw, tot ik na een hoge brug over de (het?) Diem het Diemerbos in mocht. Overduidelijk recent aangelegd, veel open stukken en hondenwandelgebied, hoewel het wat verderop wel wat bijtrok toen we door een stuk bos gingen.
Toch was ik niet rouwig met een hoge fiets- en wandelbrug de Weespertrekvaart over te steken: terug Amsterdam in. Zeker niet toen ik daar eenmaal liep: in de Bijlmerweide werd ik verwelkomd met het tok-tok-tok van een specht! Deze zogenoemde weide bleek eigenlijk een helemaal niet zo slecht aangelegd park. Veel bomen met ondergroei, veel water en ook aan andere vogels geen gebrek. Op de kaart had het geleken op een plichtnummer, maar tegen alle verwachtingen in bleek het een stuk boeiender dan Diemen. Een insectenhotel (nu alle kamers te huur), een broeihoop voor ringslangen, meerdere wildpassages onder snelwegen door: ze doen echt hun best. Jammer dat er zoveel halsbandparkieten zitten, maar we zullen weten dat we bij de grote stad zitten!
Ook boven verwachting waren trouwens de andere wandelaars; het viel me echt op hoe vriendelijk de mensen waren: zelfs de hondenwandelaars groetten me allemaal vrolijk.
Voor de overgang naar het volgende gebied ging het nu onder de A9 door, en de natuur werd ál beter: in het Gaasperpark leek het af en toe meer op een klein bos dan op een aangelegd park; complimenten aan het beheer! Ook hier weer leuke mensen getroffen – en twee gesprekjes gevoerd met wildvreemden. Eén vrouw was erg nieuwsgierig naar mijn “project” en vertelde op haar beurt dat ze hier regelmatig kwam om stil te zitten of te mediteren. Tijd voor jezelf maken is hard nodig, daar waren we het mooi over eens. Ze vertelde ook dat hier regelmatig mensen komen zwemmen in het meer; ik kon het me niet voorstellen bij de heersende kou, maar zou nog verrast worden.
Ik liep nu door bossig gebied met aan mijn rechterhand steeds de Gaasperplas. Ik kwam langs een bijzonder molentje, wat een tjasker bleek te zijn. Het is hier in 1978 neergezet ter gelegenheid van de Floriade en heeft nooit echt gewerkt. Nu is het omringd door bomen en is het zijn wieken kwijt, maar het was wel een mooie aanleiding om er meer over te lezen.
Het zijn interessante molentjes, maximaal zo’n vier meter hoog, en in de basis heel eenvoudig: de wind draait de wieken, die draaien de spil waaraan ook meteen een ton met archimedesschroef zit, waarmee water wordt opgepompt. De tjaskers die ik online zag stonden op een eilandje in het water; het water werd het eilandje opgepompt en vandaar met een houten afvoer naar de ringvaart geleid. Ze stonden vooral in het noorden, in weilanden die te klein waren voor een echte molen, hoewel ze soms ook werden gebruikt om rietvelden te bewateren.
Mijn blik verplaatsend naar het water zag ik nu iets verbijsterends: terwijl ik stond te kleumen bij +1°C lagen er mensen in het water! Ze waren, met neopreenpakken en zwemboeien, schijnbaar vrijwillig met een groepje aan het zwemmen. Zelf maar weten…
Een leuke hond daagde me uit tot een potje voetbal, en al voetballend en kletsend met zijn baasje heb ik zo nog een heel eind doorgelopen – gelijk merkend dat kletsen en de omgeving bekijken niet samengaan, want ik weet er niets meer van Het was wel een leuk gesprek.
Na het afscheid kwam ik op de Gaasperzoom en begon mijn geheugen weer te werken. Een leuk wandelgebiedje, veel mogelijkheden om onverhard te lopen, vriendelijke mensen. Er stond een stevige wind, dus voordat ik dit fijn beschutte gebied verruilde voor de polders heb ik pauze genomen op een bankje. De Trangia was mee, ik heb heerlijk een kopje thee gemaakt, boterhammen, koekjes erbij – het leven was goed.
Weer opgewarmd en vol goede moed door gezellige langslopers ging ik verder op pad, nu echt de stad uit, en langs het Gein richting Weesp. Een mooi pad: rechts het water, links daarvan de dijk met aan weerszijden van de weg knotwilgen, en mooie huizen en boerderijen links van ons. Met een schok realiseerde ik me dat we echt Laag-Holland uit waren: de boerderijen waren helemaal anders! Geen stolp meer te bekennen, hier stonden wat bekend is als de Gooise boerderij – zelfs geen Friese huisgroep meer, want deze behoren tot de hallenhuisgroep!
De grondvorm bestond uit een langwerpige plattegrond, met aan de korte kanten twee topgevels en aan de lange zijde lage muren of betimmering met ramen en deuren. Het gebouw werd gedekt met een rieten kap, gedragen door de dubbele rij palen die de boerderij in drieën deelde. In de boerderij stond meestal ook één dwarsmuur: de scheiding tussen het woon- en werkgedeelte. De Gooise boerderij kenmerkt zich door een welving in het rieten dak om zo hoge deeldeuren in de gevel te kunnen plaatsen. De hooiwagens konden zo direct aan de zijkant van de boerderij naar binnen rijden.
Me zo vermakend met het bewonderen van de meestal ook erg mooie boerderijen ging het gemoedelijk naar het noorden, tot ik bij Driemond uitkwam, gelegen op het punt waar ooit Gein, Smal Weesp en Gaasp bij elkaar kwamen. Inmiddels is er echter een imposanter water dat die kruising doorsnijdt: het Amsterdam-Rijnkanaal vormt tegenwoordig de grens van Driemond en Weesp. De brug over dus, en langs wat havens en nieuwbouw die stad in. Ik werd als eerste verwelkomd door een mooie molen, en eentje die me ook vertelde dat we Noord-Holland aan het verlaten waren. In plaats van de bekende achtkante binnenkruier stond hier namelijk een wipmolen, met een stelling! Ondanks die stelling kan hij helaas niet veel meer, omringd door gebouwen, maar het is een prachtig welkom de stad in.
Weesp zelf was ook een mooie plaats, waar nog veel oude gebouwen de sfeer bepalen. Ik heb een rondje gezworven, met een bezoekje aan de haven en de oude vestingpunten waar nog leuk wat groen te vinden was. In een parkje zag ik een bunker staan uit WOII waarop klimgrepen bevestigd waren: een goede manier om zoiets overbodigs te gebruiken! Maar ook de Nederlanders kunnen er wat van, zag ik even verderop bij ‘torenfort aan de Ossenmarkt’, een enorm rond fort uit 1862, gebouwd als onderdeel van de Hollandse Waterlinie en later de Stelling van Amsterdam.
Dat was eigenlijk meteen het afscheid van de stad, want in een mum van tijd liep ik nu weer buiten. Nog wat woonboten, maar al uitzicht op de weilanden, en met het inslaan van het Reaalpolderpad liep ik daar even later ook middenin. Dit was niet het fijnste deel van de route: de felle oostenwind blies me pal in het gezicht, en mijn lippen voelden al gauw erg blauw aan. Hoewel er best wat vogels te bekijken waren links en rechts leken de 2,5 kilometer schier oneindig, en ik heb de hectometers geteld tot het steeds dichterbij komende bos van het Naardermeer. Leuk van een polder in dit geval: je ziet je eindbestemming al van ver liggen.
Het was al een genot na al dat geploeter linksaf te mogen slaan, en nog een kilometer met wind van schuin achter leidden me het bos in. Wat was dat leuk! Het eerste echte bos sinds de duinen, denk ik, en de kou maakte het alleen maar meer welkom. Ik genoot van de omgeving; mooie ondergroei, veel eiken, berken en beuken. Je kon goed zien dat het nat was: er waren stukken waar de bomen met hun stammen in het water leken te staan als een soort Midgewater – hoewel gelukkig zonder midges. Het pad was heerlijk blubberig, en ik heb me kostelijk vermaakt met mooie bokkensprongen er dwars doorheen of er juist omheen.
Na dit vermakelijke blubberstuk liep het pad nu over de rand van het natuurgebied: rechts bos en daarachter het meer, links uitzicht over weilanden en verderop Naarden. De natuur hier had veel last van verdroging omdat de boeren hun waterpeil te laag hielden. Natuurmonumenten heeft toen veel omliggende grond aangekocht: goed voor de weidevogels, en een leuk uitzicht voor de wandelaars.
Aan alle leuks komt echter een eind, en ineens liet ik het natuurgebied achter me en ging het Naarden in. Duur-duurder-duurst, niet echt gezellig wandelen, dus de kortste route door naar het station voor de trein terug naar Diemen. Het was een leuke dag, maar ik was blij de warmte weer op te zoeken.
Geschreven door Polderplodder