Dag 21: Meerlo - Venlo

Nederland, Meerlo

Route: Pieterpad
Gelopen afstand: 26,4 km.
Totaal gelopen: 459,4 km.
Weer: Licht bewolkt; 12 graden, 3 Bft. noord
Camping: Hovershof, Velden; € 12,50

Vakantie! Zomaar een week de tijd om van alles te doen – inclusief een mooie tocht in Limburg. Donderdag nog gewerkt, vrijdag op naar het zuiden! De auto op een parkeerplaats in Meerlo gezet en meteen vertrokken. Heerlijk!

Het was me direct duidelijk dat ik in Limburg zat: ik had de route nog niet eens teruggevonden of ik kwam al langs het eerste wegkruis. Daarna een klein stukje asfaltweg en toen kon het feest beginnen: over een graspad langs een snel kabbelend beekje naar het zuiden. De vogeltjes tussen het riet zongen dat het een lieve lust was en lieten weten dat de vakantie echt begonnen was.

In Tienray hupte een haasje voor me uit naar de kerk toe. Dat moest wel een teken zijn: ik besloot een poging te wagen en ontdekte een kunststukje: de Lourdesgrot! De kerk van Tienray blijkt de enige plaats te zijn die zich Klein-Lourdes mag noemen (al zijn er tot mijn verbijstering zo’n 50 lourdesgrotten in ons land!) en dezelfde aflaten gaf als de echte plaats. Geen aflaat gekregen, wel even genoten van de sfeer.

Ik kwam nu in een gebied dat vooral bestond uit bos, en wat liep het er heerlijk. Door de oplopende temperatuur rook het naar dennenbos in de lente – die licht vochtige geur die betekent dat er een prachtige wandeling voor de boeg hebt.

Het bijzondere hier vond ik dat er veel meer afwisseling was dan ik gewend ben. Ja, in Schoorl heb je ook bos/hei/zand, maar hier trof ik tussen rijen bomen soms ineens een veld waar een trekker aan het werk was. Even verderop zat echter weer een specht te tikken, en ik hoorde meer vogels dan ik me van de kust kan herinneren ooit gehoord te hebben.

Onder Swolgen gebeurde echter wat bijzonders: de vogels lieten zich niet alleen horen, maar vertoonden zich ook. Een specht, heggenmusjes, een zwartkop – en een heel stel andere KBV’tjes*. Daarna een wandelaar met wie ik een tijdje heb opgelopen, zodat de aandacht voor vogeltjes weg was.

Het bospaadje ging inmiddels behoorlijk op en neer. Ik zou er nog een kluif aan krijgen als dit zo zou blijven – maar gelukkig viel dat aardig mee. Het was wel leuk even flink te kunnen klauteren.

Na wat meer bospaadjes en een stukje heide kwam ik nu in een prachtig gebied, het Schuitwater. Een oude stroomgeul van de Maas, nu de Broekhuizer Molenbeek, omringd door afgegraven laagveen. Daardoor is een gebied ontstaan met broekbossen – bomen die in het water staan – dat met hulp van vlonderpaden toegankelijk is gemaakt. Er liep een pad naar het midden van de stroom, waardoor ik op een prachtig plekje in de zon (weer omringd door om het hardst zingende vogels) pauze kon houden.

Weer op pad begon de grote afwisseling die de komende dagen steeds zou blijven: veel stukken bos van enkele hectares, afgewisseld met stukken akker, in mindere mate ook afgewisseld met weide. De bossen waren verspreid genoeg om in het licht glooiende landschap regelmatig prachtige vergezichten te doen ontstaan met her en der dan een enkele kerktoren of clubje huizen. Dan weer liep het pad het bos in en kon ik genieten van de bomen, de geuren en de fluitende vogeltjes. Een zonnetje in de lucht maakte dit feest van afwisseling compleet.

In Houthuizen diende zich een mooi excuus aan voor nog een pauze met ‘buurtkapelletje’ en heb ik eerst een kerk- en toen een picknickbank gebruikt. Daarna weer door over een mooi stuk horend bij huis Kaldenbroek, een kasteelhoeve uit de 15e eeuw. Het is een mooi gebouw dat nu in gebruik is als horeca-annex-‘ayurvedashop’, maar helaas langs een fietspad: van verre te horen dat fietsclub ‘Met z’n allen’ (of iets soortgelijks) er net zat te pauzeren.

De wegen lopen hier nogal eens lager dan de omgeving, wat het kaartlezen soms erg lastig maakt. Doorlopen tot een open veld, maar hoe zie je dat eigenlijk, als je alleen maar tegen hogerop groeiende struiken aan kijkt? Gelukkig is de route werkelijk uitstekend aangegeven en heb je een kaart voor de route niet nodig – al heb ik hem er zelf wel bij gehouden om te weten waar ik zat.

Grubbenvorst bleek een leuk dorp, dat leek te leven van de ‘Spargeln’-teelt – overal reclameborden, overal Duits. Opvallend was hoe zelfs de straatnamen hier anders zijn: de Monseigneur Dittesstraat, de Pastoor Dattesweg. Een standbeeld voor een plaggensteker maakte me weer even bewust dat het leven hier ooit heel anders moet zijn geweest.

Na een bezoekje aan ‘de’ Jan Linders kon ik (met eindelijk contant geld op zak) door naar de Maas en het pontje. De veerman maakte zich niet druk: eerst overvaren, dan betalen, dan de slagboom omhoog. Maak je niet druk, je komt heus wel aan de overkant.

En dat was ook zo. Daar liep ik verder over de Maasdijk, omringd door wat weilanden (met nerveuze kieviten!), plukjes bomen her en der en af en toe een enorme tanker. Met 18 kilometer in de benen begon ik best moe te worden en was ik blij toen de camping in beeld kwam. Rust!

Het bleek een fijne plek met een apart veldje voor trekkers en vriendelijke caravankampeerders. Meteen de tent opgezet, even pauze met wat te eten en toen lekker languit in het gras. Welverdiend!

Eenmaal wat bijgekomen besloot ik echter nog wat kilometers toe te voegen zonder rugzak: door naar Venlo, en met de bus terug. Dat was een heel aardige route, deels door uiterwaarden met grazende Galloways en deels over een lange kade met grintpad. De stad zelf bleek mooi, vol oude monumenten, en klein genoeg om knus aan te voelen. Lekker veel Duits (ze verkopen hier geen kibbeling maar ‘Backfisch’, en schijnen heerlijke Currywurst te hebben) hoeft niet te verbazen op loopafstand van de grens, mooie terrasjes, een heerlijk ontspannen sfeertje in het centrum. Het was me wat te druk om eraan mee te gaan doen, ik heb gewoon een mooi rondje gelopen en besloten op een rustigere plek zeker nog een terrasje te pakken.

Het oude stadhuis is prachtig en laat goed zien dat dit ooit een enorm rijke stad moet zijn geweest. Hij ligt op het punt waar de Maas overgaat van heuvelland- naar vlaklandrivier; de handelaren moesten hun goederen hier overladen op een ander type schepen – en Venlo was niet te gek om hier goed geld voor te rekenen. De stad was zelfs lid van de Hanze, ontdekte ik tot mijn grote verbazing!

Met al deze indrukken en nog wat nieuw verworven kennis ook vond ik het echter wel mooi geweest. Door naar het station, met de bus terug naar de camping en tijd om te koken en eten. Het was een fijne dag, maar ik was moe en lag rond half 9 in de slaapzak. Welterusten!

* KBV’tje = Klein Bruin Vogeltje (ook wel KBR’tje, Klein Bruin Rotvogeltje genoemd)

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.