Gelopen afstand: 28,6 km.
Totaal gelopen: 300,5 km.
Weer: zonnig, 28°C
Overnachting: K&K, Vorselaar (Welcome to my Garden)
Dag drie van deze vakantie begon met een heerlijke douche: Simona, mijn collega-kampeerder, had me haar douchekaart gegeven waar voor €7,50 tegoed op had gestaan. Zij had rustig gedoucht en vond het zonde hem weg te gooien, dus ik heb ‘m opgemaakt – nog nooit zo ontspannen gedoucht op een camping met betaalde douches!
Ik had bij het opstaan nu al direct pijn in mijn linkerknie en had weinig puf om te vertrekken; er stond nog één lange etappe op de planning vandaag, waarna ik de dagen daarna wat rustiger aan zou kunnen doen. Ik was erg blij met mijn wandelstok-annex-tentstok en kon hem daarmee wat ontlasten, maar ik vreesde het ergste voor vandaag. Nou ja, de tent was ingepakt, en bij een rustig ontbijtje met flink wat thee kletste ik nog even de plannen door met Simona. Zij liep ook de GR5 maar zou nog even boodschappen doen in Brecht, ik stak door om verderop de route weer op te pakken.
En dat ging over een heel leuk landweggetje! Het Kanaal Dessel-Schoten over en een wat langer onverhard pad dat zowaar licht omhoog liep naar het bos van de Drieboomkensberg: een fascinerende naam voor een plek vol verhalen. In 1746 zou hier een Engelse officier gewond zijn geraakt in een gevecht tegen de Fransen; hij beloofde een kapel te laten bouwen als hij weer beter zou worden en dat zal zijn gebeurd, want het kapelletje kwam er. Inmiddels is het alweer 200 jaar weg, maar sindsdien hangt er een Mariabeeldje in een van de drie bomen. Ehm… er staat een volledig bos op die heuvel. Ik hoopte te ontdekken of er nog drie speciale bomen waren maar kon geen aanwijzingen vinden en werd snel afgeleid door een begroeting: mijn medekampeerster Simona van gisteren had me ingehaald en we besloten een stuk samen op te lopen.
Na gisteren was dit een verrassend prettig wandelgebied: leuk afwisselend bos en vooral met veel minder asfalt. Na een tijdje kletsen kwamen we langs de abdij van de trappisten van Westmalle, inclusief kletsende nonnen op het voorplein; heel jammer dat ik geen bier drink want ik was best nieuwsgierig!
Bij de jeugdherberg verderop in Sint-Antonius wilde ik proberen of ze me een stempel konden geven (waarom heb ik dat niet bij de abdij geprobeerd??) en nam ik afscheid van Simona; eigenlijk ook een prima excuus omdat zij wat sneller liep dan mijn knie fijn vond. De receptie van de jeugdherberg bleek dicht, maar de wc was wel open en ze hadden ook prima bankjes om even uit te rusten. Pauze!
Het ging nu al vrij snel het Zoerselbos in, een groot bos. Helaas ging de route over een lange, lange zandweg waar her en der nog wel wat mensen wandelden die zich keurig hielden aan de regel van het niet-groeten, en dit maakte me somberder dan ik me de hele dag gevoeld had. Prima om überhaupt niemand tegen te komen, maar zoveel mensen die geen boe of bah zeggen doet een mens voelen of hij lucht is.
Ik werd wel moe van dat gesomber, van de warmte, van een zere knie, en besloot een verhoging langs het pad te gebruiken voor een pauzeplekje. Even wat eten, wat drinken… en voor ik het wist werd ik wakker leunend tegen een grote wilgenboom. Blij dat Tolkiens Old Man Willow hier niet leeft, ik heb gewoon even rustig kunnen slapen. Heerlijk zo in de schaduw!
Met hernieuwde moed liep ik door naar het Boshuisje, een horecagelegenheid waar zich schijnbaar ‘De Loteling’ van Hendrik Conscience afspeelde. De naam van die schrijver kom ik deze dagen steeds tegen, hij zou de man zijn die zijn volk heeft leren lezen, maar ik heb nog nooit iets van hem gelezen. Ik hoor dan ook niet bij dat volk, maar ben inmiddels wel erg benieuwd naar zijn werk; als ik thuis ben zal ik eens wat van hem opzoeken.
Maar het Boshuisje dus, horeca, en lekker om even in de schaduw wat te drinken. Het was wel erg druk, dus toen ik wat was afgekoeld en uitgerust ben ik wel vrij snel ook weer doorgelopen. Naar de overkant van de straat dit keer, waar ik hoopte even bij het Bezoekerscentrum binnen te kunnen kijken. Maar dat was buiten de waard gerekend – of buiten de bewaker die daar zat. Geen idee wat er aan de hand was, of het aan mij lag of aan iets anders, maar na een ‘goedemiddag’ zetelde de beste man zich breeduit voor de doorgang naar het centrum, en toen ik vroeg of ik het bezoekerscentrum zou kunnen bezoeken kreeg ik als repliek dat dat niet mogelijk was. Ehm, pardon? Ik was zo confuus dat ik niet heb gevraagd naar de reden, dus dat zal voor altijd een mysterie blijven; ik was er in ieder geval tijdens de openingstijden, dus daar zat het ‘m niet in. Ik heb het maar op de slechtgehumeurde Vlamingen gegooid, die krijgen vandaag overal de schuld van. 🙂
Onder de snelweg door ging het nu het bos uit door weer wat meer landbouwgebied. Ik had er inmiddels met een ernstig protesterende knie geen plezier meer in en beloonde mezelf elke 2 kilometer met pauze – omdat ik wel voorzag dat ik anders überhaupt niet meer vooruit zou komen.
Maar de aanhouder wint, en na nog wat doorzetten kwam ik aan de rand van Vorselaar, waar ik een kampeerplekje had geregeld via Welcome to my Garden. Ik werd van harte welkom geheten door K. en toen ik mijn tentje had opgezet werd ik daar heerlijk verwend met lekkers en gezelschap. Wat een luxe, en vooral: wat heerlijk om gewoon leuke gesprekken te voeren. Ik werd uitgenodigd om mosselen mee te eten; uitstekend systeem, dit WtmG, moeten we vaker doen… 😉
Ik maak er grapjes over, maar het contact dat ik met de mensen heb dankzij dit systeem maakt ongelofelijk veel goed. Ik zou kunnen denken dat iedereen hier humeurig is, en kom dan bij zulke gastvrije mensen die na een lange werkdag een heerlijke maaltijd klaarzetten en gezellig doen met een relatief wildvreemde kampeerder. Heeft het misschien iets te maken met vreemden versus uitgenodigden? Of tref ik gewoon de verkeerde mensen onderweg? Geen idee wat het is, maar deze contacten maken al het gemopper van de rest van de dag goed.
Al pratend en etend liep het al tegen negenen voor we stopten en vond ik het meer dan genoeg geweest. Bedtijd! Vooral mijn knie was blij te liggen, we gaan zien wat morgen brengt.
Geschreven door Polderplodder