Route: Pieterpad
Gelopen afstand: 30,5 km.
Totaal gelopen: 433,0 km.
Weer: Wisselend tussen bewolkt en volle zon; vrij zonnig; 23 graden, 1 Bft. noord
Camping: Teboomsgoed, Braamt; € 10,60
Mijn tentje is stoer (ze verdient een naam!), droog, maar best zwaar voor de ruimte die ze biedt, en ik heb wat zitten rondneuzen naar een mooi cadeau voor mezelf. Wat ik inmiddels weet: het wordt dubbelwandig! Leuk dat die Amerikanen vooral frisse lucht willen, maar ik werd vannacht om 3 uur zelfs in mijn dubbelwandige tentje al wakker van de kou. Brrr… Ook nog maar een trui aangetrokken over m’n pyjama en gauw weer ingeslapen.
Om 7 uur was ik weer wakker, nog wat gelezen en ben toen maar opgestaan. De vogeltjes floten, ik had zin om wat te gaan doen! Dat opstaan was trouwens nog een hele kunst, want er zat flink wat condens aan het tentdag dat naar beneden kwam zodra ik me bewoog. Geen regen, toch nat! Ochtendgymnastiek dus om de tent uit te komen.
Verder was er op de camping nog geen teken van leven te zien of horen, dus ik heb stilletjes een kopje thee gemaakt en rustig ontbeten met mueslibol en wat toerbrood. Daarna de boel ingepakt, en zo was ik heerlijk ontspannen toch om half negen klaar om te vertrekken. De eerste hondeneigenaren kwamen net tevoorschijn en konden mooi nog even hun bewondering uitspreken. Fijne vakantie nog! Ik voelde me heerlijk, helemaal nergens last van, zin om te kijken wat er op mijn pad zou komen.
Het eerste deel van de route liep door een groot bosareaal. Veel verschillende soorten bomen, maar de beuken, eiken, zeedennen waren wel in de meerderheid. Er was verder nog geen mens te bekennen; de dieren daarentegen waren des te drukker. Een korte paddenstoelenkijkpauze vestigde mijn aandacht op het tok-tok-tok van een specht, die ik even later zowaar langs een boomstam zag hangen. Rechts van me hupte gauw een haasje het bos uit, door een strook gras een korenveld in, en zeker de eerste uren hoorde ik allemaal vogelgeluiden die ik helemaal niet herkende. Eén van die geluiden wist zelfs de BirdNet-app niet thuis te brengen, dat zal vast een raadsel blijven.
De route stond zo uitstekend aangegeven dat ik mijn gps heb weggestopt – die was toch niet nodig.
Het bos was mooi geweest, maar ik vond het ook prima het min of meer open land weer in te gaan. Langs de Oude Ruurloseweg liep het heerlijk, een mooie brede onverharde weg omzoomd met bomen en een wandelpaadje in de schaduw. Dat was nu wel nodig, want de zon stond te stralen aan een helblauwe hemel; heerlijk lopen zo!
Mijn voeten vonden echter wel dat ze even pauze hadden verdiend, en konden dat krijgen ook: in een bocht van een rustige weg stond een prachtig picknicktafeltje waar ik het er even goed van heb genomen. Ik werd me ervan bewust dat ik hier kaartleesfoutjes dreigde te maken. In mijn Noord-Hollandse polder kan een rij bomen maar één ding betekenen: hier loopt een weg, over een dijk. Al rondkijkend drong het ineens tot me door dat dat eigenlijk best bijzonder is, en dat beplanting hier in de buurt eigenlijk van alles kan betekenen – inclusief soms een weg. Nou is het met de goede routebordjes allemaal niet echt belangrijk, maar het is leuk je zo af en toe bewust te worden dat zaken helemaal niet overal hetzelfde betekenen.
Het wandelpad naar Zelhem liep nu door heel licht glooiend land, velden maïs en graan aan de ene kant, wat bos aan de andere. Vergeleken met de Veluwe is het hier behoorlijk vochtig, met heel wat beken en sloten en blubberige bosgrond. Af en toe een sprongetje, niet te druk maken om vieze schoenen – leuk!
Aan de noordrand van Zelhem was het eerste dat ik trof de begraafplaats, en als volleerd trekker wist ik dat hier vers water te krijgen zou zijn. Een traditioneel rondje tussen de graven door (les geleerd: niet naar de kindergrafjes kijken), en daarna naar het dorpscentrum. Lekker ontspannen verkeersluw was het daar, en klein, zodat ik gauw mijn topprioriteit had gevonden: de Aldi. Mueslibollen ingeslagen, een komkommer, en gauw weer verder. De kerk was namelijk open! Van de tentoonstelling die er werd gehouden was ik niet bijster onder de indruk, maar het was leuk deze 15e-eeuwse kerk van binnen te bekijken – al is hij overduidelijk al eeuwen protestants, met orgel en piano op het ‘priesterkoor’.
Even langs het beeldje van de heks Smoks-Hanne, zo genoemd omdat ze altijd rondsmokste op veel te grote klompen; tijdens een nachtelijke vlucht op haar bezem is een klomp van haar voet gevlogen, zo, dwars door de kerktoren heen, zodat de gaten in de muren nog te zien zouden zijn. Ik heb ze niet gezien, heb me er ook niet druk om gemaakt en ben lekker doorgelopen het dorp uit.
Na een kilometer of twee (en een hele lading praatjes weer, die hoorden zo bij de dag dat ik ze nauwelijks nog meld) scheen de zon heerlijk fel en heb ik op een mooi bankje langs het pad mijn versgekochte lunch verorberd en even mijn tent en luchtbedje laten drogen. Toch wel leuk, zo’n bekend pad, want aanwonenden zorgen voor voorzieningen. Veel minibibliotheekjes, Rustpunten met zelfbediening voor wat versnaperingen, en soms ook mensen die in het gras langs hun huis zelf een bank neerzetten. Hij zat heerlijk, het was even een mooie pauze.
Daarna slingerde het pad zich een route naar het zuiden, soms prachtig mooi, soms wat saaier maar over het algemeen vermaakte ik me wel. Het Kolkstroeterpad maakte uitgebreid reclame voor het feit dat er 137 wilde planten zouden groeien; ik heb ze niet nageteld, maar heb wel lopen genieten van de vele bloemen die er stonden. Ook leuk: tamme kastanje, en wintereik!
Het werd weer flink wat drukker, dus ik wist dat ik in de buurt kwam van kasteel Slangenburg, oorspronkelijk uit de 14e eeuw. Toch maar weer eens geprobeerd een stempel te bemachtigen; die hadden ze natuurlijk niet, maar of ik misschien een sticker wilde? Graag! Leuk, hoezeer mensen meedenken, al zie je aan hun gezicht dat ze er niets van snappen.
Langs beekje de Beneden Slinge, de Doetichemse Slinge, daarna de A18 – je kunt niet alles hebben. Via een forse sluis met vistrap ging het nu de Oude IJssel over, leuk! Een man sprak me aan, hij wilde me graag de mooiste route wijzen maar zag op het kaartje dat dat al geregeld was. Hij vertelde me dat dit gebied, in tegenstelling tot de ‘echte’ Achterhoek, zo plat als een dubbeltje zou zijn; inderdaad waren de hoogteverschillen hier hooguit twee meter, waar ze eerder nog zomaar de vijftien aantikten. Poeh! Aan de andere kant gaf dat weer een mooi uitzicht op Montferland: een flinke set heuvels die ineens vlak achter Braamt uit de vlakte opstijgen. Ze zagen er imponerend uit, maar op de kaart zag ik dat de klimmen niet veel hoger zijn dan in Schoorl. Dat gaat wel lukken!
Ik had erop gerekend bij de Rijn (Nederrijn? Bovenrijn? Oude Rijn??) katholiek gebied te gaan betreden, maar de eerste sporen waren hier toch al te zien. Zo stond er een oude holle boom, aan één kant open, met allemaal kruisen erin gehangen. Naast de camping zou ik bovendien de eerste schutterij al spotten, het Sint-Jorisgilde, anno 1713. Leuk!
Het was nog een kilometer of vijf naar de camping, en eerlijk gezegd had ik het wel gehad; nergens speciaal last van, hooguit mopperden mijn voeten wat, maar ik was gewoon moe. Later zou ik zien dat ik vandaag alles bij elkaar 30 km had afgelegd, dus dat was ook niet zo heel erg vreemd! Blij dat de planning de komende dagen wat korter is. Voor de rest van de route heb ik gewoon rustig aan gedaan, wat meer pauze genomen bij Heuven, Warm of Hekken (wat een namen!), en zo was ik blij uiteindelijk toch echt in Braamt aan te komen.
De camping zag er prima uit, ik ben op een mooi plekje gaan staan in de zon met een picknicktafel en ben rustig aan gaan genieten van mijn welverdiende rust. Eenmaal rondhangend kreeg ik wat pijn aan mijn scheenbeen – ik vreesde voor de komende dag en heb mezelf maar verwend met veel thee en rondhangen. Kletspraatjes her en der, zowaar twee fietskampeerders naast me, en na het eten ben ik mooi de tent weer ingedoken. De camping lag pal onder de kerktoren, zodat ik elk half uur hoorde dat de wereld nog steeds om z’n as draaide. Heerlijk – welterusten!
Geschreven door Polderplodder