Route: Kustpad / LAW 5
Gelopen afstand: 30,6 km.
Totaal gelopen: 186,7 km.
Weer: van bewolkt naar volledig heldere lucht, 2 Bft
Kosten: € 4,81 bus
Van deze wandeling schrijf ik het verslag in december 2024, tweeënhalf jaar na dato. Geen idee waarom ik er niet direct aantekeningen van heb gemaakt; ‘ik had even geen zin meer in schrijven’ vat het waarschijnlijk wel aardig samen. Het had in ieder geval niets te maken met plezier in het wandelen zelf, want het was weer een heerlijke dag.
’s Ochtends ben ik met de bus vanaf Leiden aanbeland in Katwijk, maar de halte langs de boulevard was tijdelijk opgeheven: er was kermis! Een vriendelijke buschauffeur zette me zo dicht mogelijk bij mijn bestemming af, en daarvandaan heb ik maar zo snel mogelijk de rand van de het dorp opgezocht; ik had weinig zin in het spookhuis om 9 uur ’s ochtends.
Eenmaal aan de rand van het dorp voelde ik me licht gedesoriënteerd: dé grote aandachtstrekker was een enorme tempel op de top van een duin – het bleek een soefitempel te zijn, en zelfs ‘de enige tempel van het Universeel Soefisme’, wat dat ook moge betekenen. Hij was niet open voor publiek, en sowieso kwam ik voor de duinen vandaag, dus via de (door de tempel letterlijk overschaduwde) camping ben ik gauw het duingebied ingegaan.
En dat was opvallend boeiend! Vandaag zou een dag worden van bijzondere bloemen, en het begon al meteen in grote grasvlaktes die bijna geel leken van de gele bloemetjes die er groeiden: geel walstro en kleine ratelaar. Op de achtergrond ging het wel wat op en neer, maar het pad liep vrij vlak, met her en der wat hondenwandelaars. Nu op de satellietkaart kijkend zijn ook hier de landjes zichtbaar waar vroeger in de duinen tuinbouw werd gepleegd.
Op een fietspad even verderop trof ik twee wandelaars met een wit-rood boekje in de hand; een goede gelegenheid om even bij het vogelscherm te kijken om ze gelegenheid te geven wat verder uit te lopen. Helaas waren er geen interessante vogels; logisch dat ik meer van de bloemetjes ben, want voor vogels heb ik gewoon weinig geduld.
Weer de duinen in kwam ik nu in mooi afwisselend gebied: veel grasvelden waar de route gewoon over wat platgestampt gras liep, stukken grintpad en bovendien vrij veel kaal duin met mul-zandpaden. Slingerpaadjes van mul zand langs een mooi begroeid duin leidden naar duinvalleitjes met vennen waar de route zich tussendoor slingerde, dan weer ging het door helemaal droge stukken met stuifduin en alleen her en der wat grassen. Het stuk van hier tot Meyendel was misschien wel het meest afwisselende deel van de route sinds ik ben begonnen. En het allermooist: er bloeiden allemaal prachtige bloemen, sommige zo zeldzaam dat waarneming.nl de locatie niet openbaar wilde maken om te voorkomen dat mensen ze zouden komen opzoeken. Bijzonder vond ik de moeraswespenorchis en vooral het kaasjeskruid, een vrolijk-makend roze bloem die goed de aandacht trok.
De ‘Wassenaarse Slag’ vormde de grens tussen duingebied Berkheide en Meijendel, dat de duinen van Wassenaar tot Den Haag omvat. Het is een waterwingebied, maar vooral – niet te missen – is het hét recreatiegebied voor de Hagenaren en/of Hagenezen. De route ging voor een fors gedeelte over of langs fietspaden, en naarmate ik verder het gebied in kwam werd het steeds drukker met fietsers, wandelaars, ruiters en zelfs een marcherende troep soldaten. Er zouden veel meertjes liggen in het gebied, maar voor het grootste deel werden die aan het gezicht onttrokken door hellingen en bosjes. Her en der heb ik de uitzichten opgezocht en zag ik dan een uitgestrekt, afwisselend duinlandschap – én de skyline van Den Haag en Scheveningen – maar over het algemeen waren het hier vooral de mederecreanten die voor afwisseling zorgden.
Met de wat vlakker wordende paden liep het steeds makkelijker en kwam ik ook door steeds drukker gebied uit in de buurt van boerderij Meijendel, inclusief speeltuin, parkeerplaats en de hele reutemeteut. Eén voordeel: ze waren dusdanig op toerisme ingesteld dat ik zowaar een stempel kon krijgen. Verder geloofde ik het al snel en ben ik de drukte gauw weer ontvlucht. Het monument bij de Waalsdorper Vlakte met de grote bel bovenop het duin was indrukwekkend. Ik las dat we de graven van veel geëxecuteerden hebben kunnen terugvinden dankzij helmplanter Piet Kuijt, die als een van de weinigen het Sperrgebiet van de duinen mocht betreden – om zijn werk te doen. Hij markeerde de graven door helm te planten in een afwijkend patroon, zodat hij na de oorlog samen met Haagse predikant Gerrit Bos (die had geargumenteerd dat hij bij de executies moest zijn en dus ook de plaatsen wist) de meeste tot alle graven kon aanwijzen.
Ook hier was echter vrij veel drukte met rennende kinderen – het was echt gedaan met de rust voor vandaag en ik ging maar gauw verder, door de parkachtige omgeving van Clingendael Den Haag in.
Langs Huis ten Bosch, dat nóg veel strenger beveiligd was dan ik me had kunnen voorstellen, werd ik vooral vrolijk van de vogeltjes in het park en liep ik maar snel door, proberend me vooral niet af te vragen wie voor die beveiliging betaalt!. Al met al is de route vandaag uitstekend gepland door bijna alleen maar groene gebieden, helemaal naar het Centraal Station.
Ik was echter goed verwend in de duinen en werd niet bijzonder enthousiast van dit oude stadspark, maar het liep er prima met uitzicht op de grote vijvers. Schijnbaar is het bos al eeuwen oud en werden hier vroeger volksfeesten gehouden die zo uit de hand liepen dat ze in de 18e eeuw werden verboden. Het maliespel was een vroege vorm van golf (maar anders dan bij colf werd de bal vanaf de grond, en niet vanaf een tuitje geslagen) – en niet alleen Malieveld en Maliebaan zijn ernaar genoemd, maar ook The Mall, Pall Mall en zelfs in het Engels (via ‘overschaduwde openbare laan’) de naam voor winkelcentrum. Leuke weetjes!
De wandeling door centrum Den Haag leek me leuker overdag dan ’s morgens vroeg, dus bij het station ben ik mooi doorgelopen met wat officieel de volgende etappe is. Leuk weer eens door deze bekende stad te lopen! Over de Korte Voorhout, even langs het Binnenhof, en toen over de Lange Voorhout en Plein 1813 richting Scheveningen.
Het Vredespaleis bleek een bezoekerscentrum te hebben met een tentoonstelling waar ik even rondgekeken heb, al weet ik niet meer wat er te zien was. Bij de balie kreeg ik een sticker, nadat de volledig Nederlands klinkende (jonge) medewerker mijn vraag om een stempel interpreteerde als vraag om een postzegel. Je wordt oud, mama… of je bent gewoon ouderwets 😉
De Scheveningse bosjes waren niet heel bijzonder, maar gewoon een stadspark met vooral verharde paden. Wel heel wat op en neer, wat dan wel weer leuk was. In het daaropvolgende Westbroekpark was een of ander festival gaande zodat ik daar niet veel meer kon dan langs de rand doorlopen en proberen het kabaal te negeren, en daarna kon ik zo snel mogelijk langs de doorgaande weg naar het strand. Mijn favoriete omgeving is het hier niet, met alle nieuwbouw, hotels en casino’s; zelfs bij het strand was het druk, met de fameuze boulevard inclusief draaimolen en frietkraampjes. Ik heb maar een rustig plekje opgezocht weg van het kabaal en heb even genoten van het uitzicht over zee. Na een tijdje de tram terug naar Centraal, en daarvandaan op naar huis. Het was een wandeling geweest die met het vorderen van de dag minder werd, maar het eerste stuk heeft meer dan gecompenseerd voor het minder mooie einde. Nu maar hopen dat het verder naar het zuiden weer beter wordt.
Geschreven door Polderplodder