Dag 20: Afferden - Meerlo

Nederland, Afferden

Route: Pieterpad
Gelopen afstand: 28,7 km.
Weer: Van volle zon tot zwaar bewolkt, ’s avonds plensbuien; 23 graden
Camping: Den Buizerd, Geijsteren; € 11,50

Wat een belevenis, die camping! Ik geloof niet dat ik ooit met zoveel plezier een kampeerterrein heb verlaten. Toch is het me goed gelukt mijn humeur niet te laten bederven: om kwart over acht liep ik tevreden terug naar Afferden, me verheugend op een nieuwe dag wandelplezier.

Het dorp zelf maakte me bewust van een cultuurverschilletje: wat mensen zeggen over Nederland, van die grote ramen met gordijnen die altijd open zouden zijn, dat is iets Hollands, of misschien iets van boven de rivieren, want in Friesland ken ik het ook. Hier daarentegen waren de huizen relatief gesloten: keukens aan de straatkant, rolluiken dicht, volop vitrages… het deed me aan België denken, maar is misschien meer iets van het zuiden. Wel grappig dat ik nu pas begrijp wat Duitsers en Belgen bedoelden als ze erover begonnen: het ging helemaal niet over gordijnen, het gaat om de hele manier van bouwen!

Een rustig dorpje, en braaf de wit-rode pijlen volgen bracht me bij Het Pontje Over De Maas. Wow! Vreemd – de Rijn was al bijzonder, maar dat water komen we nog wel tegen in Noord-Holland. De Maas is een rivier die ik echt alleen associeer met ‘ver weg’. Nu niet meer, dus, want ik ben er gewoon naartoe gewandeld.

Toch is het hier echt wel een heel ander landschap: ik liep door het maasheggengebied, waar hoge heggen (tot een meter of drie hoog) worden gebruikt om terreinen af te bakenen. Een oud gebruik, dat in de 19e eeuw met de komst van prikkeldraad in onbruik is geraakt maar nu weer in ere wordt hersteld. Het zijn mooie heggen, bestaande uit allerlei verschillende struiken zoals meidoorn, sleedoorn en braam, die bovendien een magnifieke habitat vormen voor meer vogeltjes dan ik voor mogelijk had gehouden. Het tsjilpt en pruttelt aan alle kanten, en hoewel ik natuurlijk weinig herkende was het een feest om er te lopen – al was het gebrek aan uitzicht wel jammer, en wenste ik regelmatig dat ik een laddertje had!

Even fout gelopen (hoera, nog langer tussen de heggen!), toen ging het weer terug op de route de Groeningsche Bergen in, een klein bos met een stukje heide en zandverstuiving. Prachtige slingerpaden, een bankje op een verhoging met prachtig uitzicht terug naar de Maas. Een goed moment voor pauze.

Ik had nog geen wandelaars gezien, alleen een paar fietsers op weg naar werk of school, maar in Vierlingsbeek kwam ik weer op de toeristische route waarschijnlijk, te oordelen naar de hoeveelheid trekkingfietsen die daar bij de supermarkt stonden opgesteld. Ik had nog genoeg eten en heb me liever even naar de kerk gewend.

De kerk zelf is buiten gebruik gesteld en het dorp heeft het na lang lobbyen voor elkaar gekregen hem te kopen om hem als dorpshuis te gaan inzetten; een kapel was nog wel open. Daar stond het mooiste Mariabeeld dat ik ooit heb gezien: een vermoeide Maria met op haar arm een kind dat kijkt zoals alleen een peuter kan kijken: ‘mam, mam, waarom zijn appels rood, mam? En waarom dan? Mam?’. Maria staart intussen wat sombertjes naar beneden, zich waarschijnlijk afvragend hoe lang dat tot in de eeuwen-der-eeuwen-amen nog gaat duren.

Eenmaal weer buiten dreigde ik nog even fout te lopen. Eerst wat verbaasd over de routestickers (wit-rood) die hier ondersteboven zaten, toen wat verbaasd dat het er wel heel erg veel waren, en toen, ja, het had even z’n tijd nodig, concluderend dat de gemeente Vierlingsbeek (Boxmeer?) graag rood-witte stickers op z’n palen en paaltjes plakt. Ach, beter laat dan nooit!

Nu het dorp uit langs een schattig protestants kerkje, over een fijn wandelpad waar heel wat hondenwandelaars liepen, daarna slingerend naar een pad langs het zoveelste beekje, de Molenbeek in dit geval. Bos links van en boven me, de beek en daarna grasland aan de rechterkant – mooi! Wat nogal bijdraagt aan de schoonheid van ‘grasland’ hier is trouwens het feit dat er nogal wat velden wild gelaten lijken te worden. Er groeit dus ‘gewoon’ gras zoals in de Noord-Hollandse weides, maar ook allerlei andere grassoorten en weidebloemen zijn uitstekend vertegenwoordigd. Grasland is hier dan ook niet puur groen, maar heeft flink wat tinten bruin en geel erdoor gemengd. Ik ben er dol op.

Het stuk van de route dat nu volgt toont echt dat we in katholiek gebied zitten. Holthees? Na-oorlogse nieuwbouw, niets te melden behalve een Mariakapel. Smakt? Pelgrimshuis, Jozefkerk, Sint-Jozefkapel. Die laatste was trouwens wel bijzonder: het is in Nederland de enige aan Jozef gewijde kapel, al gebouwd in 1699, en al sinds de 18e eeuw komen bedevaartsgangers naar een beeldje van Jozef dat hier staat. Ik ging binnen kijken en waande me even in Oostenrijk, door de compleet barokke aankleding met donkerblauw, goud en gebroken wit, Latijnse teksten en cherubijnen. Heel bijzonder! Ik heb er een kaarsje gebrand, even genoten van de omgeving – en van de koelte hier binnen.

Daarna weer door, een flink eind langs het spoor (wat in de volle zon behoorlijk aanpoten was!) en toen mocht ik het mooie bos van landgoed Geijsteren in. Eerst nog niet bijzonder indrukwekkend met brede bospaden waar auto’s zouden kunnen rijden, en flinke stukken afgezet met prikkeldraad. Ik kreeg weer behoorlijk last van mijn voet, even strikken, proberen, nog een keer strikken, voorzichtig lopen – het was allemaal wat gedoe. Dat hele probleem verdween echter als sneeuw voor de zon toen ik van de grote weg af mocht en de route de Boschhuizer Bergen in zou slaan.

Bij de ingang werd ik opgewacht door een kudde schapen die zich allemaal leken te verdringen om me te mogen begroeten; de herder vertelde dat ze stonden te wachten op een bruidspaar dat hier foto’s wilde maken met de schapen op de hei. Ze hadden er met de stralende zon prachtig weer voor uitgekozen! Ik wurmde me tussen de dieren door, door een klaphekje, en kon toen over een prachtig slingerpad gaan volgen over hei en zand – het mooiste stukje van de dag. Behalve mooi was het trouwens ook qua begroeiing een heel bijzonder terrein: er groeiden hier enorme jeneverbesstruwelen die ik alleen eerder op de Veluwe heb gezien.

Het was ook een uitstekende plek voor pauze trouwens, lekker in het warme zand op een helling, glas water, wat snoeperij en wat brood – ik heb het er even flink van genomen. Ook mijn schoenen nog een keer extra gestrikt en toen kon ik er weer even tegen.

Niet dat dat nodig was, trouwens, er heel goed tegen kunnen, want het was nog maar een klein stukje tot de camping, zag ik met een schok. Wel nog een heel leuk stuk, dus ik heb het nog even lopen rekken: eerst nog even doorbijten op een breed pad waar een auto zou kunnen rijden, toen kwam ik bij de Rosmolen, een korenmolen aangedreven door een waterrad in de Oostrumse beek. Die beek schijnt de mooiste van Noord-Limburg te zijn, en al vind ik dat misschien wat overdreven (ik heb mooiere gezien vandaag), het is een mooierd. Hij loopt door een heuvelig bos, slingert zich een weg, met smalle wandelpaadjes hoog erboven op schuine hellingen. Wintereiken, beuken en naaldbomen in het bos, het liep hier heerlijk.

Hoezeer ik het echter ook vertraagde, aan al dit moois kwam echt een eind toen ik bij een parkeerplaats kwam voor de dagjesmensen. Ik sloeg hier rechtsaf, van de route af, voor de laatste kilometer naar de camping.

Dat was er eentje van de stichting Natuurkampeerterreinen, en al stonden er vooral caravans toen ik kwam aanlopen, het welkom was wel typisch NKT – of zelfs nog beter dan hun standaard. De beheerder nodigde me uit voor een kopje thee, broodje uit de oven, praatje, nog meer praatje. Ik denk dat ik er zeker een half uur heb gezeten, heerlijk ontspannen, intussen samen een enorme theepot leegdrinkend. Daarna toch maar m’n tentje opgezet op een veldje met picknicktafel en even heerlijk pauze genomen.

Door mijn vroege vertrek uit Afferden was ik vroeg in de middag hier al op de camping aangekomen, en zelfs met het rustige welkom hier zat ik nu om een uur of drie lekker te niksen. Ik besloot nog wel stukje door te lopen – dat zou de tocht van morgen ook beter behapbaar maken.

Terug naar de route dus, en over een leuk pad door het bos naar Wanssum. Een dorp als zovele deze twee dagen, met één grote uitzondering: het heeft een enorme containerhaven!! Een beetje Rotterdam in het klein – en ja, aan de Maas. Ik keek mijn ogen uit van verbazing, hoe dichter ik de opgestapelde containers naderde hoe meer ik moest erkennen dat ik niet droomde. De Maas was breed, ik had er al grote schepen zien varen, maar dat hij zo goed bevaarbaar is dat zo’n gebied als dit rendabel is, dat had ik toch niet gedacht. Een leerzaam dagje dus.

Voorbij de haven ging het door naar het zuiden over een hoge dijk, die zich goed van zijn taak heeft gekweten vorige maand en het dorp heeft beschermd tegen het hoge water. Inmiddels was er niets meer van die ellende te zien, keek ik mooi de uiterwaarden in en liep ik heerlijk ontspannen op hoog en droog boven alles uit.

Na een tijdje ging het pad omlaag, heerlijk nog langs een stuk bos, om daarna langs de kapel voor Sint Goar te lopen. Hier had ik me op verheugd: er was me verteld dat hij zou helpen tegen koude en bibberkoortsen, dus ik had goede hoop dat ik het vanaf nu nooit meer koud zou hebben. Domper, teleurstelling, deceptie, die woorden zijn niet voldoende om te beschrijven wat ik voelde toen ik las dat het gaat om ‘koude koortsen en bibberkoortsen’. Helemaal niks tegen kou, u wordt bedankt, Sint Goar! Nu moet ik dus toch een nieuwe winterjas kopen…

Het laatste stuk van de dag ging door open veld, weer van dat mooie soortenrijke grasland met een heerlijk kabbelende beek erdoorheen, en veel te snel kwam ik uit in Meerlo. Hoewel, veel te snel? De bus terug, die één keer per uur rijdt, stond gepland voor over vijf minuten. Perfect op tijd dus gewoon!

Vanaf de bushalte in Wanssum was het nog een kilometer of twee lopen, en zo kwam ik mooi rond etenstijd weer bij mijn tentje aan. Heerlijk, lekker nog even studderen, wat schrijven en rommelen, dan nog een warme douche en nagenieten van een fijne dag. Tegen achten begon de lucht wel erg snel dicht te trekken, en terwijl ik dacht dat ik mooi nog even een kopje thee kon zetten in de ‘slecht-weer-ruimte’ brak ineens de hemel open. Wat een plensbui! Na dit eerste intro heeft het nog een paar uur met tussenpozen gegoten, precies genoeg om te ontdekken dat het dak van mijn tentje echt nog even moet worden geseald, wil het zonder problemen dergelijke plensbuien doorstaan. Niets ernstigs (na een uur vol dikke druppels begon het dak uiteindelijk heel lichtjes water door te laten in de voortent), maar we wonen in Nederland, en als er nog iets te doen is om te zorgen voor een droog onderkomen dan zal ik het niet laten.

Verder ben ik wel dolgelukkig met mijn tent. Het is heerlijk om gewoon de ruimte te hebben, zowel in hoogte als in lengte en breedte, en ik merk aan steeds meer kleine details dat het een tent is waar heel goed over nagedacht is. Ik kan allerlei details aanpassen naar eigen wens, dus voorlopig ben ik nog niet uitgefröbeld met uitzoeken hoe ik hem precies wil hebben. Heb ik wat leuks te doen als het straks winter wordt!

Helaas minder leuke berichten over dag drie van mijn wandeltocht: ik had vergeten dat ik zondag niet een ochtend- of avonddienst moest werken, maar gewoon een hele dag van 10 tot 8. Niet eens zoveel meer werkuren, maar ik zou wel de hele dag van huis zijn en de familie alleen nog even in de avond zien. Tel daarbij op dat de reistijd naar huis nog zo’n 4 à 5 uur zou zijn (eerst terug naar Groesbeek, dan nog naar huis), en ik besloot de derde wandeldag voor gezien te houden: gewoon ’s ochtends rustig aan naar huis, en een ander keer verder.

Zo gezegd, zo gedaan, ik heb met een zorg minder heerlijk geslapen, de volgende dag mijn tentje ingepakt en ben rustig naar de bushalte gelopen. Ik heb prachtige wandelingen gemaakt, heb alweer zin in de volgende keer – maar zal dan wat kritischer naar de campings kijken!

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.