Dag 17: Braamt - Millingen a/d Rijn

Nederland, Braamt

Route: Pieterpad
Gelopen afstand: 27,1 km.
Totaal gelopen: 460,1 km.
Weer: eerst zonnig, later dichttrekkend tot felle buien; 24 graden, 1 Bft. Zuidoost
Camping: Rijnhof, Millingen a/d Rijn; € 11,50 (+ € 0,50 douche)

Het wordt wat eentonig, maar dat is in dit geval niet erg: ook vannacht weer heerlijk geslapen. Om kwart voor zeven werd ik wakker van een gigantische plensbui, om kwart over zeven was het weer droog en dat zou het vandaag nog een hele tijd blijven. Ik heb mazzel met het weer!

Rustig aan ontbeten, mijn tentje ingepakt, rond negen uur was ik klaar om te vertrekken. Mijn scheenbeen was volmaakt tevreden gesteld met een nachtje rust, wel had ik wat last van mijn linker heup. Rustig aan beginnen, misschien zou ik nog een ‘wandelstok’ oppikken in het bos.

Vandaag stond een etappe van 24 kilometer op de planning, morgen 20 – het lopen gaat heerlijk, maar ik vind het prima dat het nu wat korter wordt. Onthouden voor de toekomst dat 20 à 25 echt meer dan genoeg is.

Vlak voor ik de camping afliep raakte ik aan de praat met twee andere wandelaars, die hier met een camper stonden. Ze liepen ook het Pieterpad, vertelden ze, maar gingen dan weer met de fiets terug naar de camping en dergelijke logistieke nachtmerries. Het maakte me weer even bewust hoe heerlijk ik deze manier van reizen vind. M’n rugzak lijkt elke ochtend wel lichter te worden (en in de loop van de dag dan weer zwaarder…) en ik word elke dag rustiger. Geweldig!

Het dorp uit schoot weer meteen Montferland de lucht in, en een kilometer of twee bracht me echt aan de voet van de eerste heuvel. Gewoon rustig aan beginnen, kleine pasjes, en zonder probleem stond ik na een tijdje ineens boven aan de helling. Daarna bleef het lekker op-en-neren: een lange rechte weg, maar door al het reliëf viel dat niet eens op.
Ollie

Vandaag merkte ik pas echt hoezeer zo’n populaire route het wandelen anders maakt. Aan het begin van de heuvels trof ik een paar mensen, en hoewel we allemaal andere wandeltempo’s hadden kwamen we elkaar steeds weer tegen. Ik liep het snelst, maar nam ook continu korte pauzes om te kijken naar plantjes, beestjes, paddenstoelen, en speelde dus aan de lopende band haasje-over met de duo’s die ook onderweg waren. Eén van die duo’s had ook een hondje bij zich: Ollie, een klein King Charles-spanieltje (toch?) liep de hele route al met ze mee, en zou ook vandaag gewoon 24 kilometer vol maken. Wat een prestatie! Ze vertelden dat hij ook meegeweest was naar de Noorse bergen, dus eigenlijk was dit een eitje voor hem. Heel leuk om te zien, ik werd er vrolijk van.

Dan trof ik nog een stel dat juist na een pauze hun trekkingrugzakken weer oppakte. Zij hadden een nachtje in Elten wildgekampeerd – mij nog even een stapje te ver! Sowieso lijkt het me niet wenselijk om dat hier in drukgebruikt en drukbewandeld terrein te doen, maar als volgende stap is het wel een leuke om te onthouden.

Het bos met al z’n rondslingerende takken leek me uit te nodigen een wandelstok op te pakken, maar dat was pure verleiding geweest: de eerste drie mooi lijkende takken bleken oud en vermolmd, de vierde bevatte een scherp randje waaraan ik mijn wijsvinger openhaalde. Daarmee heb ik het maar opgegeven; sowieso had ik nergens meer last van, en met het routeboekje en telefoon (voor foto’s) in mijn hand leek het me ook niet echt handig.

Het wandelpad bestond uit zand vermengd met grind en dit toonde volgens de wandelgids aan dat dit dus een stuwwal moest zijn. Ik zie de logica niet, maar het liep er hoe dan ook erg lekker.Het was een prachtig bos, met veel interessante begroeiing, waaronder varens van een meter of twee hoog. De zon die van bovenaf door de takken scheen maakte het helemaal compleet.
Uitzicht naar Hoch Elten vanaf de uitkijktoren op de Hulzenberg

De ‘beklimming’ van de Hulzenberg (84,6 meter hoog) was de eerste keer dat ik echt moest werken: een steil klauterpad zoals ze in Schoorl ook te vinden zijn bracht me naar het hoogste punt op dit deel van de route. Daar kon ik echter nog hoger: op de top stond een uitkijktoren, die met 105 treden nog 26,5 meter hoogte toevoegt. M’n rugzak meesjouwen vond ik wat al te gek, die heeft netjes beneden gewacht tot ik weer terug was van mijn expeditie naar 111,1 meter hoogte. Voor het uitzicht had ik me dat kunnen besparen, het was te heiïg om ver te zien, maar ik kon in elk geval een blik werpen op de kerktoren van Hoch Elten. Gauw naar beneden en zien dat ik hem van dichtbij bewonder!

Maar eerst nog even pauze op een bankje op een prachtig heideveld! Sommige delen van het pad waren zelfs rul zand, en meteen zag ik ook weer een bijzonder beestje. Hij verdween uit beeld omdat er een fietser aan kwam lopen, maar die kon me dan wel weer vertellen wat ik had gezien: een blauwvleugelsprinkhaan. Het klopte, want even verderop zagen we er nog eentje zitten. Een klein sprinkhaantje dat zwart-bruinig lijkt, en pas ineens felblauw blijkt te zijn gekleurd op het moment dat hij springt. Een bijzonder gezicht! We hebben een flinke tijd staan kletsen over alles wat ook maar zijdelings met wandelen, fietsen en natuur te maken had – het was een erg leuk gesprek!

Maar ik wilde ook wel verder, de heuvel af, de A12 over: Duitsland in. LEUK! Toch raakte ik wat de kluts kwijt: krap 300 meter het land in kwam ik langs het dorpje Rietbroek, waar een prachtige rood-wit-rode Oostenrijkse vlag hing te wapperen. Zo snel zal ik toch niet gelopen hebben?? Even een puzzel om een kruisende vuilniswagen met heel vriendelijke bestuurder te laten passeren (hij was net zo breed als de weg), daarna ging het geleidelijk heuvelop. Een beetje slingeren door het bos, langs velden met graan en een heel bijzonder onbekend gewas, en toch redelijk onverwacht stond ik ineens naast de kerk van Hoch Elten.

Mooi is ’ie! In 1585 in de de spanisch-niederländische oorlog verwoest, hersteld, daarna in de Tweede Wereldoorlog weer kapotgeschoten, weer hersteld. Als je goed kijkt kun je het verschil tussen oud en nieuw nog zien, van een afstandje is hij prachtig. Helaas was de deur dicht, dus na een rondje over het internationale kerkhof (Jan Schmidt getrouwd met Gertrud Jansen) ben ik even van het uitzichtpunt met ‘Rheinblick’ gaan genieten. Lekker in de schaduw, mooi uitzicht over de velden – alleen was het te heiïg om de Rijn te zien.

Lager in het dorp zag ik de VVV, en ik vermoedde dat ik daar wel een stempel zou kunnen krijgen. Dat was inderdaad het geval, ze had er eentje klaar liggen en vond het volkomen logisch. Heerlijk! Ook heerlijk was het trouwens dat FFP2 hier binnen verplicht was. Buiten was het nog chaos met Hollanders die overal doorheen beukten, hier waren de mensen gewoon voorzichtig. Wat een ervaring, fijn. De VVV-medewerkster kon me ook nog vertellen dat de kerk wel open was, te bereiken via een kleine zijdeur aan de achterkant, en zo kon ik even gaan genieten van de koelte en de stilte.

Een mooie kerk! Er staat een bijzonder beeldje: oorspronkelijk een Maria met kind gemaakt in de 12e eeuw, raakte beschadigd, de beelden kregen nieuwe hoofden en zo was daar ineens de heilige Machutus (o, die…) met een zeer wonderlijk uitziend kind op schoot. Toch dient de kerk sinds de Middeleeuwen als bedevaartsoort voor Machutus. Even een kaarsje gebrand (niet bij deze griezel!), ik heb zin in Limburg!

Het pannenkoekenrestaurant heb ik overgeslagen, via een straat met de naam ‘Freiheit’ ben ik de naar een paadje gelopen dat langzaam de berg af ging. Tikje lastig dat ik door die straatnaam nu met het Duitse volkslied in mijn hoofd rondliep; het staat ook wat aanstellerig om dát hardop te gaan zingen terwijl je lekker bergaf duikelt.

Onderaan de helling ging het onder het spoor door, de provinciale weg over, en tadaa, we waren weer terug in Nederland. Er volgde nu een saaiig stuk asfaltweg, maar toevallig haalde ik net hier een solowandelaarster in en raakten we aan de praat; een fijne manier om dit verder oninteressante stuk door te komen. In Spijk heb ik weer afscheid genomen: samen lopen is fijn, maar ik merkte dat ik überhaupt niets meer zag van de omgeving, en dat was ook niet de bedoeling.

Zo had ik bijvoorbeeld nooit ‘Flesje’ gezien, die met een briefje om zijn hals voor het oorlogsmonument stond en vroeg om hem te legen in de pot bij zijn vriend Plant. Briljant, hoe kom je erop! Hoe krijg je de Pieterpadders zo ver dat ze en masse de plantjes gaan water geven? Nou, zo dus!

De lucht werd steeds dreigender, het leek alsof het elk moment kon losbarsten, en dat deed het precies op het moment dat ik mijn eerste pas op de Rijndijk zette. Zo’n drie kilometer asfaltdijk te gaan, en de plensbui begon. Ergens was het wel passend: dit was met afstand het saaiste stuk sinds ik begon bij de Noordzee; miserabel weer hoort daar wel een beetje bij.

Toch knapte het mettertijd wel weer een beetje op, en kon ik door de druppels heen toch wat van de Rijn ontwaren, tot zelfs het zonnetje er weer een beetje door kwam. Langs een steenfabriek, een industriecomplexje, langs de Bootsuper (ipv Buurtsuper, slim!) kwam ik in Tolkamer, een dorp vol mooie 19e-eeuwse arbeiderswoningen. Goed onderhouden, mooi!

Even langs de Jumbo voor wat aanvullingen op het dieet, daarna door over nog meer dijken naar het pontje. Bleh, leuk is anders. Toch bleek het wel de moeite waard: kort voor het pontje zag ik in een weiland naast de dijk twee ooievaars fourageren. Mooi spul! In mijn ooghoek zag ik het pontje echter langzaam deze kant opkomen, dus ik heb de vogels succes gewenst en me op weg gemaakt om ook mee te kunnen.

Het pontje genaamd ‘Heen en Weer’ bracht me keurig naar de overkant – en ging weer terug – en liet mij in Millingen. Een klein dorpje met een enorme kerk, maar de camping lag de andere kant op, dus die heb ik verder niet bestudeerd. Ik wilde rust!
Mijn keuken annex kantoor, en slaapverblijf

Dat kreeg ik ook gauw genoeg, want na aanmelden op de camping kon ik een prachtig plekje uitzoeken in de buurt van een mooi schuilhutje – of was het een speelhuisje? Hoe dan ook, aangezien er geen andere geïnteresseerden waren heb ik het gebombardeerd tot mijn keuken en kantoor. Perfect! Tentje opgezet, daarna met veel koppen thee lekker avondgegeten en een hele tijd zitten lezen en schrijven. De douche kostte 50 cent maar bleek elke cent waard, daarna lekker in de slaapzak gekropen en op tijd naar bed. Dag drie achter de rug, en ik voelde me alsof ik zo nog een maand door zou kunnen gaan. Heerlijk!

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.