Dag 15: Brummen - Vorden

Nederland, Brummen

Gelopen afstand: 27,5 km.
Totaal gelopen: 402,5 km.
Weer: Zeer wisselend tussen zwaar bewolkt en volle zon, 19 graden, 1 Bft no
Camping: ’t Haller, Vorden; € 7,00

Tadaa, en dat was mijn eerste vierdaagse trektocht. Die nog gerust verlengd had kunnen worden, ware het niet dat mijn verantwoordelijkeidsgevoel me naar huis riep. Nu mag ik me vermaken met het schrijven van een verslagje en het maken van nieuwe plannen. Nog even nagenieten.

Maar over de tocht: het was heerlijk! Waar ik al genoot van het Trekvogelpad met alle verschillende landschappen was dat effect met vier aaneengesloten dagen nog veel sterker. Ik kan me met Hoch Elten, de Filosofenberg en Groesbeek vers in mijn geheugen nu alweer lastig voor de geest halen dat ik vijf dagen geleden nog in Brummen stond, klaar voor een heel speciale vakantie. Lang leve de aantekeningen.

Het was leuk om dat dorp, op het randje van de Veluwe, nog even mee te nemen, en daarmee afscheid te nemen van dit gedeelte van Nederland. Veel was er – behalve wat winkels en heel veel dure huizen – niet te zien, dus ik ging snel het dorp uit, de uiterwaarden van de IJssel in, waar het volgens mijn neus erg leek op de Waddenzeekust: een beetje muffig, van water dat lang hoog gestaan heeft en nu weer is gedaald. Blij toe, want nu ging het pontje weer! Voor een euro werd ik over deze brede rivier naar de overkant gebracht: naar Achterhoek.

Was de wens de vader van de gedachte, of was het echt meteen een heel ander landschap? Wat het ook was, het eerste veld dat ik tegenkwam was een boomgaard vol appelbomen, grenzend aan een prachtige hallenhuisboerderij. Daarmee werd ik Bronkhorst ingelokt, en wat is dat een schattig dorpje! Het wordt ook wel een levend openluchtmuseum genoemd, en met recht: een kerk omringd door oude Achterhoekse huizen (vaak meer lijkend op boerderij dan op woonhuis), kinderkopjes op straat, ouderwetse straatlantaarns en richtingaanwijzers, en om de romantiek compleet te maken een dorpsplein met eik en rustbankje eromheen. Een prima plek om pauze te nemen.

Wat ik zeker gemerkt heb deze vakantie: zo’n trekkingrugzak is een enorme aandachtstrekker. Ook hier zat ik niet verlegen om een praatje – nog voor ik goed en wel zat raakte ik aan de praat met twee vrouwen die van alles wilden weten over mijn plannen. Ze vertelden dat ze zelf de Fietsvierdaagse deden. ‘Klinkt leuk’ was mijn reactie zo ongeveer – maar daar zou ik nog op terugkomen! Na wat vers water en wat rust voor mijn voeten ben ik weer verder gegaan, op naar het oosten.

Hier merkte ik dat ik op de Veluwe toch wel verwend ben: in dit stuk in elk geval trof ik veel asfaltwegen. Wel werkte het zo dat het pad, zodra ik er écht genoeg van kreeg, weer even een stukje onverhard werd, maar toch, het was jammer. Aan de andere kant waren de wegen wel heerlijk rustig; officieel ging de route vaak over 60-km-wegen, maar 99% van de gebruikers haalde op hun fietsjes krap de 20 km/uur.

Zei ik ‘rustig’? Dat moet ik even terugnemen voor de nog geen anderhalve kilometer lange Bonte Koeweg. In het hele kwartier dat ik daar heb gelopen heb ik welgeteld 105 (52×2, plus één verdwaalde losse) fietsers tegemoet gelopen. “Goedemorgen’ ‘Dag’ ‘Hoi’ ‘Hallo’. DE FIETSVIERDAAGSE! Konden ze niet ergens anders langs?? ‘Moarn’ ‘Moin’ ‘Môge’ ‘Goeie’. Ik ben te goed opgevoed om het hardop te hebben gedaan, maar wat heb ik lopen mopperen, en de meters lopen tellen tot ik het weiland in mocht. Rust!

Want daar begon het feest pas echt. Groene weides links, een brede beek rechts en daarnaast een smal bosje. De blik werd naar links getrokken, over licht glooiende velden met koeien, boerderijen – met ooievaarsnesten! – en echt: een ooievaar in zo’n nest! De eerste ooit voor mij, wat bijzonder. Ik had eigenlijk niet gedacht dat ze nog op hun nesten zouden zitten, maar heb inmiddels ontdekt dat ooievaarsjongen, nadat ze uit hun ei gekropen zijn, nog 9 à 10 weken in het nest blijven, en pas begin augustus uitvliegen. Misschien was de ooievaar die ik zag dus wel een ‘jong’, of was het een vader of moeder met lege-nestsyndroom? 🙂

Veel weiland, soms tussen de (nieuwsgierige) koeien door, af en toe wat stukken graan en maïs… het liep heerlijk, ik had wel een eindje door kunnen lopen, maar toen ik opnieuw bij een verharde weg kwam vond ik het tijd voor een nieuwe pauze. Lekker in het gras in het zonnetje snoepen van al het lekkers dat ik bij me had, en gluren naar de soms wel bijzondere planten die langs het water groeiden. Ook een padje kruiste nog mijn pad, en zo kwam ik de tijd wel door.

Wichmond bleek een klein dorp met als grootste attracties een café met terras (het Ludgerhuis) en een grote kerk, gebouwd op de plaats waar in 799 (!!!!) al een kerkje moet zijn gebouwd door Ludger, ‘apostel der Friezen’. Geboren in 742 bij Utrecht, bezocht daar de kloosterschool en trok later vanuit York naar Frisia om het werk van Bonifatius voort te zetten. Hij sprak de taal en schijnt meer succes gehad te hebben dan zijn voorganger. In deze regio kwam ik zijn naam nog vaak tegen; leuk om eens te lezen over een ander dan Willibrord en Bonifatius. Helaas was de kerk dicht – de bijbehorende website heet ‘mooistekerkvanGelderland.nl’ – het lijkt erop dat ik echt iets heb gemist.

Veel asfalt nu bracht me op de gedachte dat de Achterhoek terecht populair is voor fietsers, maar niet erg berekend lijkt op wandelaars. Gelukkig trok het ook weer bij toen ik het park van landgoed Hackfort in kon. Veel drukte, maar wel een mooie omgeving (en ondergrond!), en een leuk pauzepunt bij een mooie watermolen en vispassage. Leuk kletspraatje met een fietsvakantietrekker (een wedstrijdje wie de beste deal heeft, beiden overtuigd dat we elkaars dagen nooit zouden volhouden), daarna ging het door bossig (onverhard) met meerdere gezellige kletspraatjes met voorbijgangers door naar het landgoed van Kasteel Vorden. De Achterhoek liet ineens zien dat het wel kon!

Het liep lekker hier (zij het nog steeds druk met fietsers), een statig gebied met soms kathedralen gevormd door bomen, die me aan de elvenverblijven van Daniëls Tolkienboeken deden denken. De bewoners van kasteel Vorden hadden het goed voor elkaar. Ik ook trouwens, want ik kon hier na officieel 343 kilometer zoals gepland het Trekvogelpad afsluiten, en doorgaan op het Pieterpad. Een vreemd idee, een beetje spannend, maar wel leuk! Ik ben benieuwd.

Het begon in ieder geval veelbelovend: eerst een stuk terug door het bos, daarna een gebied met een prachtige afwisseling van stukken bos, bloeiende heide, weides met nieuwsgierige koeien en ertussendoor een slingerend smal wandelpad. Zou dit nu het veelgeroemde coulissenlandschap zijn? Wat dat precies is is me nog steeds niet duidelijk. Wel las ik dat dit vroeger ook allemaal ‘woeste gronden’ waren. De grond werd ontgonnen, de minst productieve gronden werden beplant met bos, en zo ontstond dit prachtig afwisselende landschap. Mooie boerderijen, een fel zonnetje, ik vermaakte me wel.

Al slingerend en genietend kwam ik in het gehuchtje met de naam Linde: vijf, zes huizen, een Rustpunt én een bezienswaardigheid: een molen op een speciaal aangelegd heuveltje, een beltmolen dus. Slim! Waarom zou je een stelling bouwen als je ook gewoon wat grond kunt storten?? Terwijl ik mezelf nog wat moed indronk bij het Rustpunt (fris water is erg lekker!) kon ik nog genieten van twee oudere vrouwen in lange leren jassen die een poging deden hun Solexjes weer aan de praat te krijgen. Het lukte niet zo, maar gelukkig wisten heel wat omstanders te vertellen hoe het wel moest, en dankzij – of ondanks – een massa soms tegenstrijdige adviezen konden ze uiteindelijk toch vertrekken. Ze werden bedankt voor het vermaak en uitgezwaaid door het hele adviescomité.

Dat was voor mij het teken ook weer op pad te gaan: het was nog een kilometer of twee naar de camping, en ik was er wel aan toe! Al vanaf een afstandje was hij goed zichtbaar: één en al caravans en campers! Ik had nog even de neiging me om te draaien en heel hard weg te rennen, maar heb me niet aangesteld en me toch maar gewoon aangemeld. Het bleek een heel gastvrije camping, waar ik de enige kampeerder was. Verbijstering alom bij de andere gasten, die vanaf hun tuinstoelen onder de luifels hebben toegekeken hoe ik met vijf minuten mijn babytentje overeind had. Ze hadden de rest van de avond wat om over te praten.

Ik had mijn tentje opgezet met opening naar het open veld achter de camping en zat er uiteindelijk prima. Een lekkere prei-tomaat-cashewnoten-eiernasi, een paar koppen thee, een warme douche en wat kletspraatjes en toen ben ik mijn slaapzak ingedoken met de avonturen van Poirot op de Orient Express. De zwaluwen bleven nog lang boven de velden piepen, maar ik sliep heerlijk op tijd. Een goed begin van de vakantie.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.