In mijn wandelboekje zit bij deze wandeling een speenkruidje: vorige keer gevonden langs een slootkant onder Broekhuizen, gedroogd en compleet vergeten. Het was een vrolijke verwelkomer van het voorjaar die een plekje verdient, al heb ik op de wandeling van vandaag, twee weken later, nog veel meer moois gezien.
De auto geparkeerd in Leersum, en na even zoeken weer het slingerpad terug naar de route gevonden.
De weersvoorspelling die ik op de radio hoorde was matig: in het begin nog wel wat zonnig, maar daarna zou het snel dichttrekken en zou de zon nog maar af en toe doorbreken. Dat begin klopte in elk geval: al snel liep ik in de volle zon door de imposante 19e eeuwse tuin, compleet met vijver, bruggetjes en mooie doorkijkjes. Dat ook dit park met z’n tijd meegaat zag ik echter al gauw in een holle boom, waar een kabouterfamilie zijn intrek had genomen. Tsja.
Het was pas negen uur, en alle wandelaars die ik zag hadden er flink de pas in. Nog meer Trekvogelpadders? Ze maakten flink minder foto’s dan ik, en zo verdwenen ze ook snel weer uit beeld.
Wat me vandaag meteen al opviel: het is april! De knoppen, bloemen en bloesems zijn de laatste twee weken druk aan het groeien geweest en roepen hard dat het lente is. Heerlijk!
Vanaf Broekhuizen ging het naar het oosten het rivierenland in; plat gebied met veel weides en akkers, maar door veel bosjes kaphout veel interessanter dan onze polders. Ook her en der wat uitlopers van de Betuwe in de vorm van fruitgaarden. Het ging over lange maar smalle wegen; de boerderijen waren bijna zonder uitzondering nieuw, gebouwd volgens de wensen van de eigenaar in plaats van het gebruik in de regio. In de sloten groeide een bijzondere plant waarvan ik de naam nog niet heb kunnen bepalen. Alles wees erop dat het sterrenkroos was, maar er zaten paarsrode bloemetjes tussen die daar niet bij passen. Vreemd! Een symbiose? Ik heb er een mailtje aan het IVN aan gewaagd, wie weet levert het wat op.
Op een veld rechts van me reed een trekker rond met een hele stellage achter zich aan, en een lange slang verbonden met een pomp in de sloot. Hij sproeide niet,
Een klein stukje over een wetering, langs boerderij Kolland, en toen rechtsaf een mooi fiets-/wandelpad omzoomd door beuken op. Links achter een slootje allemaal schapen en lammetjes, maar dat was niet alles – op het fietspad stond ook een schaap! Er stond een lammetje luid naar haar te blaten, toen blaatte moeder terug en ontstond er een hoop stress. Compleet onduidelijk hoe het schaap ontsnapt was, maar mijn schuldgevoel won het van mijn luiheid en ik ben teruggelopen naar Kolland om die maar even te waarschuwen. Kilometertje extra voor het goede doel.
Langs het pad bloeiden veel schattige witte bloemetjes: bosanemonen, bleek later. Ik heb er een paar geplukt om te drogen, maar thuis aangekomen waren ze al bruin geworden. Ik moet een bloemenpersje meenemen!
Aan het eind van het pad was al een tijdje een dijk zichtbaar, en daarbovenop aangekomen zag ik hem: de Rijn! Wow, leuk om te zien hoe ver ik ben gekomen.
Op 1 april waren de uiterwaarden weer open gegaan voor wandelaars, en wat ben ik blij dat ik dat stuk heb kunnen lopen. Het was prachtig! Een erg leuke route door gras, met plukjes bomen her en der, een paar hekken om overheen te klauteren en ook klaphekjes aan weerszijden van bruggetjes over smalle watertjes (ja, ze waren echt allemaal klein). Het deed me wat aan Engeland denken in z’n lieflijkheid, heel bijzonder.
Qua natuur was er veel interessants te zien. Roze plantjes die pinksterbloemen bleken, veel dotterbloemen, en even verderop een paar zwanen omringd door slobeenden. Een ander paar zwanen zwom apart rond, met hun vleugels in die fotogenieke houding omhoog. Zelfs google kan me niet vertellen wat dat voor gedrag is.
Naast eenden en zwanen waren er tegen het einde van het pad helaas ook veel mensen, het was ineens erg druk met eigenaars van telelenzen en verrekijkers. Er werd dan ook weer karakteristiek weinig gegroet.
Ik ben dan ook maar doorgelopen, heb me bij kasteel Amerongen op een bankje geïnstalleerd om een kopje thee te maken met mijn Trangia. Het was de enige keer vandaag – volgend keer toch maar een thermoskan mee? Of een Triangle, als die ooit nog komen!
Weer op pad ging het onder Amerongen door verder naar het oosten. Een mooie kerk in beeld, sowieso een mooi dorp dat er er ontspannen uitzag en met oude huizen op verschillende hoogtes wat Oostenrijks had. Het dorp voorbij, nu ging het over een smal pad met rechts zicht op de uiterwaarden en links een steile helling met boven een drukkige weg. Een vreemde combinatie, zo dicht bij elkaar.
De vogels in dit gebied waren denk ik gewend aan mensen: ik zag pimpelmezen, een tuinfluiter, puttertjes, en heel veel vinken, koolmezen en mussen rustig zitten zonder erg nerveus te worden van mijn gestamp. De ondergrond was prachtig: hele tapijten van bosanemonen!
Aan dit moois kwam helaas een eind met bereiken van de rand van Elst, al stond er een mooie molen pal onderaan de helling; ik kan me voorstellen dat hier goede wind zal heersen.
Al snel ging het weer het bos in, en dat was toch ook wel weer erg leuk. Ik moest al snel actief worden: het pad ging steil omhoog de Elsterberg (à 62m.) op! Mountainbikers reden een stukje mee, moesten hard werken. Eentje stapte af en liep, ik liep sneller. Tsja, ook 56 meter kan heel steil zijn.
De route ging weer over een lang en breed bospad, maar eenmaal op de top ben ik een slingerpaadje ingeslagen en heb ik mijn eigen route gezocht. Daardoor kwam ik ook nog langs een groot aantal grafheuvels, die nog fors groter waren dan die in het Gooi. Leuk om te zien.
Het stuk dat volgde, om Elst heen, was een opeenvolging van van alles en nog wat. Wat heide, wat bos, en overduidelijk recreatiegebied. Naar beneden keken we pal Kwintelooijen in, een zandafgraving waar nu druk gerecreëerd werd. Op de kaart ziet het er bijzonder uit, er is daar echt een hap uit het bos genomen. Op de achtergrond lag Veenendaal compleet met indrustrie, dus ondanks dat er veel bankjes stonden heb ik mijn pauzepunt nog maar wat opgeschoven; het zag er niet erg aanlokkelijk uit. Toch was het juist hier boven erg druk, een beetje vreemd.
Helaas werd het er niet beter op toen ik doorliep, het werd zelfs een beetje triest gebied: een paar jaar geleden moet hier veel gekapt zijn, nu liggen er hellingen vol boomstronken. Het liep wel heerlijk warm, in het zonnetje en uit de wind: ondanks slechte voorspellingen heb ik over de hele dag misschien maar een kwartier zonder zon gehad. Mijn jas had ik bij Broekhuizen uitgedaan en heb ik alleen nog gebruikt tijdens pauzes.
Voor die pauze ben ik nog wel even doorgelopen – met het plan het eerstvolgende bankje te nemen. Dat kwam al onverwacht snel: geen houten standaardwerk dit keer, maar een leuke constructie van stenen en cement, redelijk laag bij de grond.. Het zat verbazingwekkend lekker, laag maar lekker met de benen uitgestrekt. Mooi!
Nu nog een klein stukje door, een lekker kronkelpad, weer wat breder bospad langs een politiehondenclub, en daarna vrij snel Rhenen in.
Echt een grote plaats: sowieso valt natuurlijk de Cunerakerk op, ook een enorme molen die boven alles behalve die kerk uittorent. Eerste bedrijf dat ik zag bij binnenkomst was een harpenwinkel, leuk! De dorpskern ligt onderaan de heuvels, maar eigenlijk alle woningen zijn gebouwd naar het noorden toe, zodat het sterk op en af gaat alsof we in de bergen zitten. Kinderen die vanuit de speeltuin horizontaal hun slaapkamer in kunnen kijken, dat werk. Geleidelijk aan ging het wel ‘naar beneden’, het bleek een erg leuke plaats vol steegjes en oude huizen. De Hoofdstraat bleek een en al horeca, het was erg druk ook, alsof er nauwelijks corona heerst. Het gaf echt een vakantiegevoel! Zowaar heb ik een hazelnootijsje gekocht: best lekker, maar ik mis toffee en nootjes. Toch was het leuk al snaaiend het dorp uit te lopen, langs de kerk waarin ik tot mijn verbijstering muziek hoorde klinken. Op stille zaterdag nog wel! Heel vreemd, maar wat heb ik dat toch gemist. Ik heb een tijdje op de stoep gezeten om mee te luisteren; misschien was er een orkest aan het oefenen?
Het dorp uit was gemakkelijk: naar beneden, daarna onderlangs met uitzicht op de uiterwaarden naar het oosten. Ik kwam langs een weide met schapen en heel veel lammetjes, die gezellig en vrolijk door de wei sprongen en dansten. De moeders gunden me geen blik waardig, tot er eentje doorkreeg dat ik een ijsje had, toen kwam het hele spul aanstormen. Helaas (of gelukkig) voor hen stond er een overduidelijk bordje: NIET VOEREN!!!
De route ging officieel over de weg, maar ik zag veel mensen door het gras lopen en heb daar natuurlijk met plezier een voorbeeld aan genomen. Vier mensen vlak voor me, met trekkingrugzakken en al, namen pauze op een steiger de Rijn in; ik liep rustig door en genoot van het uitzicht op de rivier. Het liep heerlijk door het ruime gras, waar niet eens een speciaal pad was aangelegd, maar dat wees zich vanzelf. Onder de brug door, wat een prachtige manier is om te zien hoe indrukwekkend die toch eigenlijk is. Bij bruggen over de Rijn moet ik toch altijd even denken aan Market Garden, wat moet hier vreselijk gevochten zijn.
Na een tijdje was het graspad ten einde en kwam ik over een fietspad al snel bij een hoge metalen trap: zo’n 50 meter omhoog de Grebbeberg op! Leuk te merken dat Schoorl toch helpt, want ik stapte zonder problemen naar boven, en moest alleen wachten omdat een nogal breed en luidruchtig clubje voor me elke tien treden moest bijkomen en ik er niet langs kon. Ook prima om glimlachend boven te komen terwijl zij stonden uit te hijgen.
Nu bovenop de Grebbeberg, wow, wat is dat leuk! De paden zelf deden me aan Duitsland denken, alsof we in Sauerland zaten. Uitzicht naar rechts plaatste me echter met m’n volle bewustzijn weer in Nederland: de Nederrijn en natuurgebied de Blaauwe Kamer. Het was fascinerend terrein om te lopen; ik heb er heerlijk gestruind, gesprongen, geklauterd en wat er allemaal nog meer voor positieve woorden bestaan. Wat een feest!
Nadeel van dit terrein was wel dat het overduidelijk gebied was voor een uitstapje. Heel veel gezinnen, kleine kinderen, grote kinderen, en iedereen liep breeduit. Gelukkig zochten ze wel allemaal dezelfde vaste punten op, en was het daartussenin nog wel redelijk te overzien met de drukte. Het pad ging langs de Koningstafel, een wonderlijk bouwwerk dat ooit vast een mooi uitzicht heeft gegeven, en een picknickplaats die net voor mijn komst werd opgevuld. Prima, dan loop ik honderd meter door en zoek ik een heerlijk plekje op een boomstam langs het pad, heerlijk rustig met uitzicht over uiterwaarden en rivier. Het zat heerlijk, en leverde nog een paar leuke praatjes op, zodat ik weer mooi energie opdeed voor de rest.
Dit was, na het verlaten van de Grebbeberg, een punt waar ik even het Trekvogelpad heb verlaten, wat een ervaring! Ik had besloten Wageningen nog even met een bezoekje te vereren, en nam de Grebbedijk door naar het oosten, terwijl de Trekvogelaars naar het noorden gingen.
Eerst liep ik óver de dijk, die ik moest delen met meutes fietsers, wielrenners en motoren, maar al gauw zag ik dat beneden een Klompenpad liep: hup de dijk af dus, een meter of vijf omlaag, en lekker rustig door met uitzicht op de uiterwaarden en de Rijn. Mijn plannetje om door Blaauwe Kamer te lopen is helaas mislukt: bij het pad dat wel op mijn kaart stond aangegeven stond een groot hek met prikkeldraad en een bord ‘verboden toegang’. Dat was dus wel duidelijk, en ook niet te negeren onder het mom van ‘goh, dat bordje heb ik gemist’! Even later zag ik ook wel waarom dit belangrijk was: dat pad leidde door een drassig gebied, vogelrust- en voedselgebied! Er stonden vier vogels met lange poten met grote snavels in het water te pielen – vier lepelaars probeerden hun hapje bij elkaar te sprokkelen! Na wat bewondering en wat foto’s ben ik weer doorgelopen.
Het was nog een heel end, en de dijk kende ik nog wel – hij was op de fiets al lang, en lopend nog veel langer! De stad kwam echter toch steeds dichterbij, en na een jachthaven liep ik langs het gebouw van roeivereniging Argo – vaag bekend! Daarna nog wat industrie, bedrijven, maar het is geen grote stad en het centrum kwam al gauw in beeld. Leuk er weer eens rond te lopen; sommige stukken was ik compleet vergeten, op andere punten wist ik nog precies welke afslag ik moest hebben naar welk volgende straatje. Ik heb lekker even gezworven, nog even als toerist naar een drukke markt gekeken, en ben toen toch rustig richting busstation getrokken. Er is de laatste 25 jaar druk gebouwd, de Co-Op is vervangen door een sushibar, maar het was toch leuk weer even rond te kijken.
De busreis terug naar Leersum was gelukkig makkelijker dan de reis de vorige keer: na tien minuten wachten kwam om 16:33 keurig de bus, die me na een toeristische route door de dorpen waar ik omheen was gelopen om even over vijven vlak bij de auto afzette. Nog ‘even’ terug naar huis, en dat was het einde van een fijne dag. Lekker dat de dagen steeds langer worden, 8 uur gewandeld in zon.
Geschreven door Polderplodder