Onder een stralende zon fietsen we in de noordelijke richting door de straat waar alle ambassadeurs wonen. De Nederlandse woning staat leeg omdat Bouterse onze ambassadeur geweigerd heeft. Zelf woont hij aan het eind van de straat, verscholen achter palmbomen. De woningen liggen aan de Commewijnerivier, die vroeger werd gebruikt voor het vervoer van goederen door de aanliggende Commewijneplantage. De directeurswoning staat er nog.
We steken de rivier over per bootje en via Voorburg fietsen we in 10 minuten naar nieuw Amsterdam. Hier bezoeken we het Fort, dat is gebouwd omdat de Europese landen destijds continu probeerden kolonies van elkaar af te pakken. In het fort is ook een gevangenis waar NSB-ers in de oorlog werden opgesloten. Het kruithuis was een mislukking: het is een mooi gebouw omringd door een gracht met prachtige lelies. Maar helaas was het daardoor te vochtig voor de opslag van kruit. Tja...
Er is een goed opgezette tentoonstelling over de geschiedenis van het land. Ook hierbij valt me weer op dat tussen hele grote gebeurtenissen ook kleine dingen staan waar ze buitensporig trots op zijn, zoals de eerste gouden zwemmedaille die Nesty voor Suriname behaalde. Eerder viel me al bij meerdere Surinamers op hoe trots ze zijn op het staatsoliebedrijf dat is neergezet na de onafhankelijkheid. Voor ons zijn dat soort dingen misschien wel te vanzelfsprekend.
Onze gids Kenneth is vandaag voor het laatst bij ons. Daarom hebben we een liedje gemaakt dat we tijdens de lunch voor hem zingen. Ik weet dat hij mijn blogs leest, dus Kenneth: nogmaals bedankt, je bent een suoergids!
Daarna fietsen we naar Mariënburg, een vroegere suikerplantage, met een fabriek die suiker en rum produceerde, met name voor Nederland. Hier werkten eerst slaven, daarna contractarbeiders uit Java. We passeren een kampong met longhouses waar deze mensen nog steeds wonen.
Ook hier horen we weer een bijzonder verhaal: in 1902 werden de lonen verlaagd, waardoor de arbeiders gingen staken. De directeur had de reputatie om met de vrouwen van zijn medewerkers te rommelen. Toen hij de groep toesprak, nam één van die mannen wraak en hakte de directeur in stukken. Nadat de politie kwam liep het helemaal uit de hand en het ontaardde in een massaslachting. De arbeiders spraken een vloek uit en de volgende directeuren kwamen op mysterieuze wijze om het leven. Het aantal verhalen over geesten hier is ongelooflijk!
Net als de bauxietfabriek en de fabriek in Wageningen is ook deze fabriek failliet gegaan. Frustrerend om te zien wat er allemaal mis is gegaan in dit land sinds de onafhankelijkheid. Deze fabriek is gesloten omdat de arbeiders weggingen, het werk was zwaar en ze verkozen bauxiet of Nederland boven het werken met suikerriet.
We worden rondgeleid door een Javaanse man van 84 jaar, mijnheer Soekardi. Hij is hier geboren en heeft zijn hele leven in de fabriek gewerkt. Ook al krijgt hij door het faillissement geen pensioen, hij vertelt vol trots over de fabriek. Hij heeft een schrift met foto’s en tekeningen om ons te laten zien hoe mooi het allemaal was in de glorietijd.
Op de terugweg krijg ik een lekke band. Het komt goed uit, want ik heb behoorlijke zadelpijn. Op de fiets van Kenneth, met een heerlijk ander zadel, fiets ik naar huis.
Geschreven door Erna.in.de.zon