Ze krijgen me met moeite de Sheraton uit. Luxe went snel! Ik geef de schoonmaakster een fooi zodat we langer in onze kamer kunnen blijven. Geen enkele gast lijkt op tijd uit te checken na het vieren van oudejaarsavond. Krijg al die slaapkoppen maar eens op tijd het hotel uit!
Onze vierentwintigste accommodatie in Johannesburg is tevens de laatste. De airport lodge is een typisch voorbeeld waarbij de foto's op de website mooier zijn dan de realiteit.
Het is een afknapper om na vijf nachten Sheraton, nog twee nachten in de Aero Guest Lodge te verblijven. Binnen de muren van het complex is het veilig en prima. Maar buiten op straat is het oppassen geblazen. Johannesburg, door de inwoners ook wel Joburg of Jozi genoemd, staat bekend als een van de grootste misdaadsteden ter wereld. De misdaadcijfers zijn zeer hoog, vooral in de achtergestelde stedelijke gebieden. In zo’n gebied logeren wij.
De manager is een vierkante mannelijk uitziende vrouw met kortgeknipt blond haar. Ik informeer bij haar naar de veiligheid op straat. Zelfs de vuilophaaldienst lijkt hier niet eens te willen komen. De vuilnis ligt meters hoog opgestapeld tegen de muren van flatgebouwen. Het begint ook nog eens te onweren en te regenen. De duisternis is compleet.
Ik vraag de manager hoe we het beste aan eten kunnen komen als ik niet even naar de supermarkt kan gaan. ‘Je kan een maaltijd laten bezorgen!’ Voor het eerst in mijn leven zal ik hier dan gebruik van maken. Nood breekt wet.
‘Maar deze wijk is nog niet de ergste wijk hoor!’, zegt ze vrolijk. ‘Het klinkt misschien raar maar de prostituées op straat beschermen ons. Ze sturen mij altijd een whattsappje als er buiten onraad is.’
Ze vertelt verder;
‘Je moet begrijpen dat de locals meteen zien dat er toeristen rondrijden die op zoek zijn naar dit hotel. Toeristen staan synoniem voor geld. Het probleem is dat toeristen geen cash meer bij zich hebben! De straatrovers zullen een SumUp apparaatje moeten aanschaffen om geld te kunnen aftroggelen. Dat is nu eenmaal de moderne wereld.’
Ze is er vrij laconiek onder. Aad zegt hierop;
‘Er valt bij ons niets meer te halen! Na drie maanden reizen is mijn cash onderhand helemaal op!’
Welke lefgozers beginnen in deze buurt een hotel?
‘Waar zijn de eigenaren?’ Vraag ik.
‘Vertrokken! Naar Engeland afgereisd om niet meer terug te komen!’
Ik kan ze geen ongelijk geven. In Johannesburg wil je niet wonen.
Aero lodge betekent dat deze dicht gelegen is bij het O.C Tambo internationale vliegveld. We maken de komende uren kennis met de vele vliegtuigen die opstijgen en landen, rakelings over de wijk. Dit is het compromis als je dicht bij het vliegveld wilt overnachten. Dan is er nog de herrie op straat. De kamers lijken wel gemaakt van karton, slapen is niet mogelijk zonder mijn koptelefoon non stop op te zetten met de geluidsdemping.
We huizen in met lichte tegenzin. Ik vraag als eerste de WiFi code. Zo pak ik de digitale draad weer op. Het eerste wat we doen is onze vlucht verplaatsen naar een dag eerder. Een verblijf van 24 uur in Johannesburg is beter dan 48 uur. Voor een bijbetaling van 2 euro zitten we op de KLM vlucht van twee januari die morgen om twaalf uur snachts al vertrekt!
Om de tijd in Johannesburg zo goed mogelijk te besteden, boeken we de laatste dag een excursie. Een tour naar Soweto! Om half negen smorgens komt de gids Cpho (wat ‘cadeautje’ betekent) ons ophalen. Dat was mijn vereiste. Niet zelf door deze beruchte stad gaan rondrijden, maar opgehaald worden door een gids.
Voor het eerst zitten we in zo’n typische Afrikaans taxi busje. Onopvallend rijden we zo door alle wijken van Joburg. Arme wijken, verpauperde gebieden, maar ook een ultra modern zaken district, goed beveiligde villa wijken en sjieke winkelcentra.
Het vervoer op straat is innovatief. Een jongeman stept op een platte winkelkar in hoog tempo door het verkeer. Dan zien we een jongen zittend in een boodschappen wagentje meeliftend achter een rijdende vrachtwagen hangen. Transport op z’n Afrikaans. Zoals altijd, we hebben ogen te kort.
Hoe kan je nou niet van Afrika houden!
Cpho is blij dat we bij hem hebben geboekt. We halen nog acht toeristen op uit Oostenrijk, Duitsland en Tanzania. Onze boeking betekent werkverschaffing aan minimaal zes mensen.
Soweto betekent ‘South Western Township’. De zwarte bevolking van Johannesburg werd tijdens de apartheid verplicht hierheen verplaatst. Dit stadsdeel ten zuidwesten van Johannesburg groeide uit tot het symbool van de strijd tegen de apartheid. Ooit was Soweto het centrum van de meest bloedige conflicten in de strijd voor vrijheid in Zuid-Afrika.
Soweto bestaat nu uit verschillende klassen wijken. Van mooie kleine villawijken van de upper klasse zwarte Afrikanen tot de metalen golfplaten luciferdoosjes toe, de zogenaamde ‘shantytowns’. De felle zon schijnt op de metalen daken en kleurt ze zilver.
In Soweto wonen vandaag de dag 3 miljoen mensen.
Het is onmogelijk om Soweto te bezoeken zonder je een indringer te voelen, zelfs niet met de lokale gids. We lopen door modderige nauwe steegjes geleid langs de vele golfplaten hutjes, zonder stromend water en, slechts af en toe, elektriciteit.
Een bezoekje binnen in zo’n hutje laat zien dat de bewoners ondanks deze erbarmelijk omstandigheden, er het beste van maken met wat ze hebben, maar ze verlangen naar zoveel meer. In de steegjes vol modder zie ik een waterpomp staan. Kinderen pompen emmers water op en als ze ons zien rennen ze naar ons toe en springen onder luid gelach om ons heen. Ze genieten van al die aandacht. De meisjes zijn verlegen maar er is er altijd eentje met lef. Het kleine jochie trekt gekke gezichten voor de camera en heeft een t-shirt aan met een toepasselijke tekst erop: ‘trouble maker.’
Het is er ondraaglijk heet en benauwd in het hutje. Aad vlucht na een minuut al naar buiten. De eigenaresse vertelt me dat ze hier met zeven personen wonen.
‘In de zomer is het in ons hutjes zes keer zo warm en in de winter zes keer zo koud.’
We geven haar wat geld in ruil voor een inkijkje in haar leven. Ze pakt mijn hand en gebaart dat er een foto van ons gemaakt moet worden. Als ik weg ga, wil ik een hand geven maar ze omarmt mij hartelijk. Daar staan we dan, twee volkomen onbekende voor elkaar, in een innige omhelzing in die hete hut.
Ik neem mezelf voor niet te klagen als we terug zijn in Drenthe in ons ondergelopen huis. De leidingen zijn door de borst gespro. Ik wil het niet weten.
Wij lossen het wel op! Gewoon omdat we het kunnen. Omdat we in een beter deel van de wereld zijn geboren. Het kan geen kwaad om hiervoor dagelijks ontzettend dankbaar te zijn.
We bezoeken het huis van Desmond Tutu en het huis van Nelson Mandela. Twee Nobel prijs winnaars die toevallig in hetzelfde straatje woonden. Dit is de beroemde Vilakazi street.
We hadden al veel boeken gelezen over de apartheid en de geschiedenis van het verzet maar het komt in Soweto helemaal tot leven. Dan staan we op de plek waar de kindermars werd gehouden tegen het gedwongen leren van ‘Afrikaans’ waarbij de twaalf jarige scholier Hector Peterson zonder pardon werd doodgeschoten door de witte politie. Het vuur werd geopend op de jonge scholieren. Ter nagedachtenis hangen de vele schoentjes van deze jonge leerlingen nog steeds aan een muur van de school.
Voor de buitenwereld hebben zwarte mensen in Zuid-Afrika gelijke rechten gekregen. Een rondleiding door Soweto liet mij echter in zien dat dit niet helemaal juist is. Ik zag kleine kinderen die water halen uit een vuile put en in kleine golfplaten hutten wonen, terwijl 20 minuten verderop, in de villawijk Sandton, de rijke blanken in de mooiste villa’s wonen. Dit is erg confronterend en onacceptabel. Eerlijk gezegd wilde ik na afloop van de tour gewoon een potje zitten huilen. De Apartheid lijkt niet geëindigd, het heeft alleen een andere vorm gekregen.
Johannesburg blijkt toch redelijk toegankelijk te zijn als je verstandige voorzorgsmaatregelen neemt en de gevaarlijke gebieden vermijdt. Onze eerste indruk van Johannesburg is niet zo erg als we van te voren hadden gedacht. Er zijn ook mooie winkelcentra en veel gezellige restaurants. Maar die zijn voor drie miljoen Soweto inwoners niet toegankelijk.
Ondanks de armoede zijn de mensen ook hier weer erg goedlachs, kleurrijk en vriendelijk zoals we in heel zuid Afrika hebben ervaren.
Na afloop van de tour vertrekken we naar het vliegveld. We eten we een laatste Afrikaanse curry schotel voordat we de nachtvlucht naar Amsterdam nemen.
De serveerster wenst me goede reis. Ik geef haar mijn allerlaatste rands. Ik vraag haar tot hoe laat ze moet werken. ‘Om 21.00 mag ik naar huis.’ Ze kijkt daarbij bedrukt. Ik vraag verder.
Ze blijkt erg bang te zijn om na werktijd naar huis te gaan. Gisteren is haar collega/vriendin na werktijd beschoten door dieven. Ze ligt nu op de intensieve care. Haar kinderen zijn alleen thuis.
Dit is de harde realiteit. Er is nog een lange weg te gaan voor zuid Afrika.
Maar wat zijn we dankbaar zo’n mooie reis achter de rug te hebben zonder ons ooit onveilig te hebben gevoeld of beroofd te zijn. We hoefden gelukkig niet vierentwintig uur per dag alert te zijn. Er bestaat het idee dat reizen door Afrikaanse landen eng is, omdat we nooit iets over Afrika horen tenzij het gewelddadig of ziektegerelateerd is. Zonder de criminaliteit zou Zuid Afrika het mooiste land te wereld kunnen zijn. Met de rijke, zeer gevarieerde dierenwereld. De eindeloze kusten met haar mooie witte ongerepte stranden en wuivende palmbomen. Het platteland waar vele prachtige bomen zich thuis voelen, waar de bevolking ons altijd met een brede lach verwelkomde. Een land vol met vriendelijke en bescheiden mensen. De vele eenvoudige dorpjes waar de tijd leek stil te hebben gestaan.
Als ik in het vliegtuig zit, denk ik aan de vele Afrikaanse vrouwen die na hun werk savonds laat over de onveilige straten naar huis moeten terugkeren. Vele uren werken voor een maandsalaris dat wij in een dag kunnen uitgeven.
Zij kunnen niet weg. Het is de vicieuze cirkel van de armoede, ‘the poverty trap.’
Wij hebben ons Nederlandse
paspoort, we kunnen een kijkje komen nemen maar ook weer vertrekken.
We hebben de afgelopen drie maanden kennis gemaakt met velen Zuid Afrikanen; immigranten uit Europa, Engelse blanken, Aziaten, gelovige Afrikaners, Indiase Afrikanen, en vele zwarte Afrikanen van allerlei stammen die allemaal met elkaar, met vallen en opstaan samen een bestaan proberen op te bouwen in dit mooie land. Al die verschillende mensen hadden boeiende verhalen te vertellen, verhalen die ze zo openlijk en vol passie met ons wilden delen. We hebben met blank, kleuring en zwart gepraat. Iedereen vertelt over zuid Afrika vanuit zijn of haar eigen perspectief. Dat leidde vaak tot leerzame en boeiende gesprekken.
Met dank aan de load shedding is mijn boek sneller af dan gedacht. In het vliegtuig lees ik alles nog eens na. Na een nachtvlucht van bijna elf uur, stappen we in Amsterdam in de trein. Ik lees de sticker op het raam.
‘Bij onveilige situaties dit nummer bellen!’
Uiteindelijk is het overal hetzelfde.
De laatste kilometers leggen we af in de trein, we hebben bijna 10.000 kilometer gereisd. Slaperig komen we aan in ons natte koude boshuisje in een donker winters Drenthe. Alles wat we nodig hadden, paste afgelopen drie maanden in een klein koffertje. Bij binnenkomst vraag ik me je af waarom we nog een heel huis nodig hebben met al die spullen.
Dat hebben wij tijdens onze reis ook vaak tegen elkaar gezegd, we gaven niets uit aan materiële zaken. We kochten alleen wat we echt nodig hadden en zeker geen luxe producten.
Laten we dat zo houden, een beetje consuminderen in ons kapitalistische land en meer gaan reizen, bijzondere mensen ontmoeten en van de mooie natuur genieten.
Geschreven door Touring