The Garden Route - hoofdstuk 9

Zuid-Afrika, Cape Agulhas Local Municipality

Vanuit het hete binnenland rijden we over de Robinson bergpas weer terug naar de kust.
Er wordt geregeld aan de weg gewerkt. Werkers in oranje vesten vlaggen ons tot langzaam rijden. Meestal zijn het zwarte vrouwen die heel de dag met een rode vlag staan te zwaaien langs de weg. Hun gezichten zijn ingesmeerd met een laag klei om hun huid te beschermen tegen de felle zon.
We rijden recht omlaag naar Mosselbay.
Hier begint de Tuinroute oftewel ‘Garden Route.’ Dit wordt niet zo genoemd omdat er veel mooie tuinen zijn, maar naar de weelderige groene kustlijn in dit deel van Zuid-Afrika. Er zijn veel bergketens die parallel aan de kust lopen. Hierdoor slaat de regen die ontstaat boven de warme Indische Oceaan direct neer langs de kust. Dit is één van de redenen waarom dit deel van Zuid-Afrika natter en groener is dan het uitgestrekte, droge binnenland zoals de Kleine Karoo. De Tuinroute is een prachtig tropisch aandoend gebied, vol dieren, bloemen, ruige, steile hellingen, bergen en rivieren die over de stranden de oceaan instromen.

Mosselbaai is bekend om vele vissen, zeehonden, walvissen, pinguïns, zeevogels, dolfijnen en af en toe een orka’s. Maar het stadje is voornamelijk bekend geworden door de grote witte haaien.
Witte haaien hebben de mensheid gefascineerd sinds ze voor het eerst werden ontdekt. Wie kent niet de huiveringwekkende film Jaws! Huiveringwekkend!
Nu kunnen we het eventueel zelf beleven: een bedrijfje laten een kooi met toeristen een stukje in zee zakken om met een duikbril de witte haaien van dichtbij te zien. Een omgekeerde aquarium. De mensen nemen plaats in een kooi en de haaien komen een kijkje nemen.
Vanaf de boot wordt er een aas in het water gegooid om de haaien te lokken. Als je gelukt hebt, komen de haaien snel tevoorschijn, maar het kan ook even duren of ze komen helemaal niet. Het is en blijft de natuur. De activiteit is prijzig en er geen garantie dus wij slaan een beurt over. Maar ook al zou het gratis zijn, ik heb zo mijn bedenkingen.

Wilderness is het volgende kustdorpje waar we drie nachten verblijven in de oude trading post van Mike en René. Een van afkomst Engels stelletje.
Via een grindweg komen we aan bij een grote toegangspoort. René hoort ons al aankomen en komt met haar vijf honden de poort openen.
Het is een sfeervol oud huis dat een nostalgische indruk maakt. René is Mike’s tweede vrouw en ze is zeven jaar geleden bij hem ingetrokken. Ook zijn vader is bij hen komen wonen. Vader is 95 jaar en hij maakt graag een praatje als hij niet aan het knutselen is met oud ijzer om daar treintjes van te maken. Hij is daar zelfs bekend om geworden en heeft een eigen YouTube kanaal. Helaas ben ik de naam vergeten.

In hun oude huis kraakt de oude plankenvloer en het eikenhouten meubilair past in dit museum thuis. In de keuken zie ik vele bakvormen met rijzende broden staan. Rene bakt zuurdesem broden voor de winkel in het dorp. Alle ingrediënten zijn biologisch.
Ze laat zien waar we overnachten. Achter hun huis, staat ons tuinhuisje ‘the garden room’ voor komende dagen.
Het is fris en vochtig in het huisje. Aad zet de radiator aan zodat het wat behaaglijker wordt.
De volgende ochtend staat er een heerlijk biologisch ontbijt klaar. Ik vraag René waarom ze het zo leuk vindt te bakken en daarvoor snachts om drie uur moet opstaan. Ze zegt;
‘Het is mijn manier om affectie aan anderen te tonen. Empathie is feeding. Zowel voor honden als voor mensen. I just like feeding all beings!’
Dat is een mooi streven. Het brood is met liefde bereid en dat proef je!

Mike heeft een rivierboot bedrijfje. We gaan met hem varen op de Touw rivier. Hij koppelt de metalen boot achter zijn keep en wij volgen hem op de voet. Op het water wijst hij vele soorten vogels aan die anders door ons onopgemerkt zouden zijn gebleven. Aad vraagt wie er in de enorme huizen wonen, waarvan de helft zelfs onbewoond lijkt.
Mike zegt;
‘Het zijn vakantiehuizen van Europeanen, vooral van Duitsers en Engelsen.
Maar een klein percentage is van gepensioneerden uit Johannesburg die hier zijn komen wonen. Ze spelen golf en genieten van het milde klimaat aan zee. Een van de grootste huizen is van een Nederlander Jaap van Zuylen. Hij heeft een outdoor bedrijf in Nederland. We hebben nog nooit van hem gehoord. Door de komst van de buitenlanders stijgt de huizenprijs enorm’. Aad treurt over de gemiste kans. Hij is nog steeds op zoek naar een opknappertje. Een Afrikaanse investering.

In het dorpje Wilderness zijn meer makelaardij kantoren dan winkels. De prijzen zijn voor onze begrippen nog steeds vrij laag. Mijn oog viel op een prachtig houten huis op hoge poten met vijf slaapkamers, vijf badkamers, uitzicht op zee en een groot dekterras met rondom een tropische tuin. Voor nog geen 200.000€ ben je eigenaar. Er zijn vele logische redenen waarom we dit niet zouden moeten overwegen, maar het idee dat we onze kleine oude vochtige bungalow in Drenthe direct zouden kunnen omruilen voor zo’n prachtig huis aan zee, geeft weer nieuwe mogelijkheden die voorheen een onmogelijkheid leken.

Na de boottocht rijden we naar het gezellige dorpje. Er zijn enkele winkeltjes in een tropisch aandoende tuin, van zomerkleding tot sierkussens, Afrikaanse kunst, eetgelegenheden en zelfs een traditionele Thaise Massage salon. Ik heb al weken rugpijn door het vele zitten in de auto dus besluit ik daar wat aan te doen. Voor 15€ krijg ik de meest intense rugmassage ooit. Het tengere Thaise meisje weegt nog geen 40 kilo maar met haar ellebogen en knieën breekt ze me bijna in tweeën. Ze springt achter op de behandel tafel en zet haar knieën in mijn kuiten en werkt zich zo naar boven, ondertussen duwt ze haar ellebogen in mijn rug. Met haar kleine vingers, zo groot als mijn pink, drukt ze precies op de pijnlijke plekken in mijn rug waardoor ik sterretjes zie.
Ik weet het, indien een massage goed wordt uitgevoerd, het pijnlijk behoort te zijn. No pain no gain, maar dit is een ware marteling. Ze spreekt geen woord Engels dus het enige wat ik kan doen is ‘auw’ roepen, maar dat wordt door haar compleet genegeerd.

Na de behandeling voel ik pas hoe soepel mijn spieren weer zijn en mijn stijve spieren zijn door de geforceerde doorbloeding weer los en ontspannen. Ik voel me herboren. Mijn rugpijn is ook verdwenen.
Aad zegt, ‘Morgen dan nog maar een keer?’
‘Nee dank je! Wil jij het proberen, Aad?’
‘Ik praktiseer er niet over, we hoorden je buiten op straat kermen!’

Aad vraagt of ik niet liever naar de accommodatie terug wil om op bed te gaan liggen, maar ik wil juist een wandeling maken op het mooiste ruige strand dat ik ooit heb gezien. Via een lange houten trap bereiken we het rotsige strand waar een harde koude wind blaast. De steile bergwand eindigt op het strand. Het is eb dus we kunnen lopen, maar bij vloed moeten we maken dat we wegkomen. De wilde golven beuken dan tegen de begroeide bergwand en is er geen mogelijkheid om te ontsnappen.
Mike en Rene hadden ooit een paar uur tegen de bergwand gehangen omdat ze geen kant meer uit konden.
Het strand ligt bezaaid met enorme kwallen. Ze zijn zo groot als een deksel van een regenton. Als kind maakte ik me in Zeeland nuttig op het strand, ten minste dat dacht ik, om kwallen terug te gooien in zee. Bij deze enorme kwallensoort met een vreemde paarse kleur waag ik me er maar niet aan. Dat moeten ze zelf maar oplossen.

Omdat ik het verhaal van Mike niet ben vergeten, overtuig ik Aad niet via het strand terug te lopen naar onze auto maar via de straat zodat we de villa’s goed kunnen bekijken. En als hoofdreden, mogelijkerwijs niet tegen een bergwand te hoeven hangen boven een woeste zee.
Helaas blijkt na een flinke klim naar straat niveau dat we het eerste stuk langs de snelweg moeten lopen. Aad moppert dat dit veel gevaarlijker is dan lopen met vloed op het lege strand. De auto’s razen voorbij en voor het eerst in weken ruik ik weer eens uitlaatstank. Tijdens deze oncomfortabele wandeling realiseer ik me echter hoeveel Afrikanen zich dagelijks zo voelen als zij vele kilometers lopen langs de drukke wegen om naar hun werk te gaan. Velen proberen te liften, maar weinig auto’s stoppen om ze mee te nemen.

Bij thuiskomst worden we weer begroet door de vijf dolenthousiaste honden. Eskom besluit de electriciteit in Wilderness al om 21.00 uit te schakelen, dus dat is weer verplicht een lange nachtrust. In de vroege ochtend worden we gewekt door kukelende hanen en brullende kikkers.
Ik ben ondertussen zo gewend dat er geen stroom is, dat ik vaak vergeet het licht aan te doen. Het gaat me goed af om in het donker de huishoudelijke bezigheden te doen. Dat zal ons veel stroom gaan besparen bij thuiskomst.

Goed uitgerust en nog steeds soepel van de massage, pakken we de rugzak in om
een wandeling van 9 kilometer te maken naar een waterval. Het wandelpad loopt door een regenwoud. Dit is mijn favoriete natuur, de dichte bebossing met een grote variatie aan planten, bloemen en vogels.
In de tropen van Costa Rica hebben we in tropische regenwouden gewandeld. Daar was het broeierig heet en overal lagen gevaren op de loer van giftige slangen en gifkikkers. Op Vancouver island hebben we in gematigde regenwouden gewandeld waar het altijd regent en achter elke struik zwarte beren verstopt kunnen zitten. In dit Afrikaanse regenwoud leven geen levensgevaarlijke dieren. Deze natuur, met het overvloedige groenblijvende dichte woud , is mijn absolute favoriet. De uitbundige bloemenpracht en planten variërend van mossen, varens, struiken met enorme bladeren tot hoge bomen met lianen tot aan de grond waar lenige aapjes in rondslingeren, is het paradijs op aarde. Deze varens groeien nergens op aarde hoger dan aan de zuid-Afrikaanse kusten.

We nemen afscheid van René en Mike en beloven ook heb weer terug te komen.

De volgende plaats op de tuinroute is het levendige Plettenberg baai.
Via een bochtige weg rijden we naar de eerste beste parkeerplaats aan zee. Daar ligt een prachtig restaurant op palen gebouwd; ‘The outlook’ met wederom een uitzicht op een lang wit zandstrand dat nog eindeloos doorloopt.

We bestellen een Indiase maaltijd in de hoop dat deze net zo lekker is als bij de Indiër in Hermanus. Ineens hoor ik een bekende taal achter mij. Terwijl ik me opdraai, zegt een roodharige vrolijke vrouw: hoi hoi!
Brabanders uit Schijndel! Hilarisch!
Annemarie en Harold zijn de eigenaren van de ‘Kaaskoning’. We kennen de marktkraam wel en kochten daar wel eens kaas.
Ze wonen al 35 jaar parttime in Zuid Afrika. Onlangs hebben ze een nieuw appartement gekocht. Het Brabantse accent maakt me altijd vrolijk en ik voel me meteen thuis bij dit gezellige stel. We pakken ons bord met curry op en schuiven bij hen aan tafel. Annemarie vertelt dat haar ouders lang geleden een villa in Plettenberg kochten. Midden in de afgrijselijke jaren van de apartheid.
Ze heeft hier veel over te vertellen en ik luister drie uur lang naar haar ervaringen zonder haar veel te onderbreken. Ze heeft van alles meegemaakt als tiener in de duistere tijden van strenge rassen scheiding terwijl ik in diezelfde periode ging dansen met Antillianen op het Stratum’s Eindhoven.
Dat was in zuid Afrika onmogelijk en kon je zelfs de doodstraf opleveren.

We zijn even oud en komen allebei uit Brabant. En hier zitten we op het terras aan de andere kant van de wereld onze jeugdherinneringen te bespreken die totaal verschillend zijn.
‘Ik kon er niet tegen, zegt ze. ‘Ik was altijd zo kwaad! Annemarie herinnert zich de tijd van de apartheid maar al te goed. Kijk naar dit mooie strand, Rosi, dat was verboden voor alle gekleurde mensen! Ik vond het zo erg. Ik voelde me zo beschaamd! We gingen vaak op bezoek bij blanke Afrikaners en zij leerden hun jonge kinderen de zwarte bedienden af te blaffen en te commanderen’, vertelt ze nog steeds vol woede. ‘Daar werd dan om gelachen en het gedrag werd beloond!’
‘Ik herinner me dat een blank kind van vijf zijn speelgoed expres liet vallen en eiste dat de zwarte huishoudster op hoge leeftijd het voor hem opraapte! Ik zei er altijd wat van, want ik kan mijn mond niet houden. De kennissen van mijn ouders zeiden dat het nu eenmaal zo was geregeld in zuid Afrika en mijn ouders zeiden dat ik me daar niet mee moest bemoeien!’

Haar vader wilde perce in zuid Afrika een vakantiehuis om twee redenen. De eerste reden; Het is het mooiste land ter wereld. Er is hier 300 dagen per jaar zon! Hij zei altijd: ‘Leven als God in Frankrijk, maar God had nog niet ver genoeg gereisd om zuid Afrika te zien’.
En de tweede reden; hij hield van jagen.’
Ik trek voor de tweede keer een afkeurend gezicht en dan komt er een verdediging over een overschot aan wilde dieren. Gezond vlees. De dieren hadden een beter leven dan in de Nederlandse bio-industrie.
Haar ouders hadden een eigen game reserve gekocht om antilopen op de zetten en als de kudde te groot werd, lieten ze jagers overkomen die gretig betaalden voor het afschieten van deze mooie dieren.

Ik vraag me altijd af hoe iemand dit voor de lol kan doen en hoe iemand hier trots op kan zijn? Misselijkmakend als ik naar die bange onschuldige dieren kijk die geen enkele kans hebben tegen de moordwapens van de mens. De Indiase oma vindt vleesetende onrein, maar ik vind het ook nog eens immoreel.

Annemarie had altijd veel discussies met haar moeder. Haar moeder was altijd op haar hoede en het was niet haar keuze om in Afrika te wonen.
‘Ze reageerde altijd negatief. Zo veroordeelde ze de zwarte Afrikanen die op straat lagen en zei quasi grappig dat ‘het geld niet op straat ligt’. ‘Lamme takkie’s’ noemde haar moeder haar bedienden als ze even gingen rusten op het gras van het gazon’.
Ik ben sprakeloos.
‘Ook ergerde mijn moeder zich aan de schoonmaaksters in huis. Volgens haar snapten ze helemaal niets. Zo hadden we op een avond een feestje en onze bedienden moesten de voorverpakte tandenstokers klaarzetten in een glaasje bij de BBQ. Dat arme mens ging de plastic verpakking van elke tandenstoker afhalen! Ze begreep het gewoon niet! Ze had zoiets nog nooit gezien.’
Ik zucht heel diep en prik zonder nog enige trek in mijn vegetarische curry.

Annemarie haalt herinneringen op zonder te weten dat ik het allemaal goed registreer in mijn hoofd en af en toe een notitie maak in mijn telefoon. Ze is een goede informante, zouden de professoren de faculteit antropologie zeggen.

‘Wij hadden Joyce en Mabel in dienst. Toen Joyce moest bevallen eiste ik dat we haar naar het ziekenhuis zouden rijden. Het was 100 kilometer rijden door de bush vanuit onze game reserve. Mijn moeder stribbelde tegen maar ze ging toch met mij mee. Ik wist de weg niet en we waren in het donker verdwaald. Mijn moeder raakte helemaal in paniek, Joyce lag te kreunen op de achterbank en ik probeerde de weg te vinden. Opeens zag ik in mijn koplampen een zwarte man langs de weg lopen. Ik vroeg hem met ons mee te rijden om de weg naar het ziekenhuis aan te wijzen. Hij wist de weg en met enige twijfel stapte hij in onze auto. Mijn moeder heeft me de rest van de rit afgeblaft voor deze onverantwoordelijke beslissing.
Maar we kwamen wel op tijd aan bij het ziekenhuis. Zo zie je maar!’

We vragen hen over de hoge criminaliteit en of ze zich wel veilig voelen.
Harold maakt een goede vergelijking; ‘Zuid Afrika is bijna 1,5 miljoen vierkante kilometer, dat is van Nederland naar Spanje en van Parijs tot Marokko. Ook op die oppervlakte bevinden zich gevaarlijke gebieden!’

Zodra het Schijndelse stel hun nieuwe appartement had ingericht met allerlei dure spullen, bleek bij aankomst in Nederland dat alle apparaten direct weer waren gestolen. Iemand moet op de uitkijk hebben gestaan en alle nieuwe dozen naar binnen hebben zien dragen. Ze doen er nogal laconiek onder. Zo houden we de economie draaiend in zuid Afrika, zegt Harold lachend.
‘De regering weet een ding zeker, dat de witte rijken weer nieuwe spullen kopen waar 15 procent belasting op zit. En wij krijgen alles vergoed van de verzekering. En enkele arme sloebers hebben weer iets waardevols in bezit gekregen of iets om te verkopen.
We zijn nou eenmaal in Afrika!’

In Plettenberg baai logeren we in een B&B van Benny en Mandy. Een gereformeerd gepensioneerde echtpaar uit Johannesburg.
Het kolossale huis doet kil en ongezellig aan. Het echtpaar opent de poort alsof we fort Knox binnentreden.
Voordat Benny zich nog heeft voorgesteld, zegt hij: ‘Snel de poort sluiten, anders komen die zwarten onze spullen halen om te verkopen!’
Dit gaat echt leuk worden!, zucht ik inwendig en Aad en ik kijken elkaar veelbetekenend aan.

Het blijken vrij bekrompen en streng gereformeerde mensen te zijn. In de gezamenlijke ruimte waar de gasten tv kunnen kijken en smorgens kunnen ontbijten, staat een informatie tafel vol met bijbels en folders over God. Het geloof speelt voor deze mensen een belangrijke rol. Ik zie op tegen de komende dagen. Er hangt gewoon geen goede vibe. Aad verdedigt zich om de keuze van deze plek: ‘Het was de best betaalbare plek in deze populaire stad!’
Ik begrijp nu wel waarom. Niet iedereen heeft hier zin in.

Alleen de eerste ochtend geven we Benny de mogelijkheid om zijn Bijbelse preek te houden terwijl we proberen te genieten van het ontbijt met eieren zonder spek. Hij begint zijn betoog in rapido Afrikaans.
‘Zuid Afrika is ook van ons, wij blanken! The land belonged to no one voordat wij aankwamen. Toen de eerste schepen arriveerden, was er niemand in dit gebied en er waren geen wegen, gebouwen en steden. Dus dan is het land van niemand. We plantten onze vlag en dan het land is van jou! Later bleken er nomadische stammen te wonen, maar toen onze voorouders strandden, waren ze er niet. Dus wij hebben het goddelijke recht om hier te leven en zuid Afrika als ons beloofde land te beschouwen!’
Het is maar hoe je de geschiedenis wil interpreteren. De Xhosi stammen die al eeuwen aan deze kust woonden, vertellen een heel ander verhaal.

Ik vraag Benny naar de jaren van de apartheid. Ik ben benieuwd wat jij daar over te vertellen heeft. Hij vertelt met grote opwinding in zijn stem;
‘Een paar honderd jaar geleden hebben de Zulu’s de voortrekkers (de eerste Nederlandse pioniers die met ossenkarren het binnenland van zuid Afrika binnen trokken) massaal vermoord. Dus mijn conclusie is, de zwarten zijn allemaal onbetrouwbaar!’
We zijn met stomheid geslagen.

Zijn vrouw probeert hem te kalmeren. Maar Benny ratelt maar door;
‘En Nelson Mandela! Hij is niet te vertrouwen. Hij heeft veel verdeeldheid gezaaid. Zuid Afrika was tijdens de apartheid goed en nu is het een drama. Maar Mandela is geholpen door het Westen. Het Westen staat voor ons synoniem aan Satan!’

Het wordt steeds gekker. We zijn geschokt! ‘Hoe bedoel je, Benny? Maar Nelson Mandela wilde toch juist een regenboog natie creëren met alle rassen en kleuren gemengd en vreedzaam naast elkaar leven?’

‘No, I don’t believe it. The politicians say: Let the blacks have more children so they can piss us out with lots of black people!’

‘Alleen wat in onze Afrikaanstalige bijbel staat geschreven is de ultieme waarheid! De Afrikaans taal is namelijk de jongste taal op aarde. De Afrikaanse bijbel is dus de laatste update van de oorspronkelijke Bijbel, dus het klopt wat er geschreven is’.

Zeiden de Mormonen ook niet zoiets vergelijkbaars?

Benny; ‘Zo gaat het niet goed in Afrika. In Johannesburg is teveel criminaliteit. Wij begonnen daar een camping acht jaar geleden maar de zwarten klommen elke nacht over het hek om in ons zwembad te spelen. En ik kon smorgen de lijken eruit vissen, want ze hebben nooit geleerd te zwemmen!’
Dan gaat hij verder in half Engels en half Afrikaans;
‘Als die poop die fan strijk…only then people find the road back to God. Only when it’s really going bad’.

Benny klinkt opgewonden en ziet de apocalyps naderen. Hij klinkt behoorlijk getraumatiseerd. Ook hebben ze hun zoon verloren vijf jaar geleden. Het leven is zwaar en donker voor dit stel. Misschien is hun hoop deze B&B te runnen met als missie nog wat ongelovige gasten te bekeren.

De komende dagen eten we ons ontbijt zo snel mogelijk op om niet weer hele betogen te hoeven aanhoren.
Het echtpaar probeert het ons wel zoveel mogelijk naar ons zin te maken, maar op een of andere manier voelt het niet goed in hun huis. Benny zet al vroeg het alarmsysteem aan zodra we savonds binnen komen. Dat betekent dat wij niet meer naar buiten kunnen. Overal in huis flikkeren rode lampjes als bewakingscensoren.

Tijdens de nachtelijke load shedding, springt het alarmsysteem over op een accu, wat een irritant en steeds herhalend piepgeluid veroorzaakt. Benny beweert dat hij er niets aan kan doen. Hij zegt dat het hem ook niets uitmaakt omdat hij toch half doof is. Maar ik ben niet doof en ik lig uren wakker door deze irritante pieptonen. Ik voel me opgesloten in deze bunker van wantrouwen en godsdienstwaanzin.

Alle dagen in Plettenberg baai zijn we zoveel mogelijk buiten deze bunker.
De eerste dag maken we een wandeling op het schiereiland Roberg. Het is een natuurreservaat met aan beide zijden de oceaan. We gaan zo vroeg mogelijk op pad, zodra onze gastheer Benny ons laat gaan. Het is vroeg in de ochtend al erg vochtig en warm en doordat er veel geklommen moet worden op de wandelpaden, raak ik al snel oververhit. Vroeger kon ik goed tegen hitte. Nu kan ik mijn warmte niet kwijt en heb het gevoel te ontploffen. Voor mezelf had ik al de afspraak gemaakt dat als het kwik boven de 25 graden komt, ik niet me niet meer ga inspannen. Het weersverwachting klopte niet, het zou half bewolkt zijn en 21 graden zijn, maar het is om 9 uur smorgens strakblauw en het kwik heeft de al dertig graden bereikt.

Op sommige stukken trekken we ons met een touw omhoog en gelukkig in de schaduw zijde van het pad. Op punten waar een frisse zeewind sta, spreid ik mijn armen om af te koelen. Met enige jaloezie kijk ik naar de sportieve mannen die in ontbloot bovenlijf de langste trail van 11 kilometer rennend doen. De lijst met dingen die ik vroeger deed en nu niet meer doe, wordt elk jaar een beetje langer.
Ik kon vroeger zelfs uren hardlopen in de hitte zonder hier veel hinder van te hebben. Maar sinds een paar jaar merk ik dat ik niet meer tegen warmte kan in combinatie met zware inspanning. De route van 5 kilometer verkorten we tot drie kilometer van klimmen en dalen langs de steile kust. Nog steeds niet te klagen: count your blessings.

De ‘Outlook Bar’ aan zee wordt onze vaste stek. Dezelfde serveerster is er elke dag met haar stralende glimlach. Ze herkent ons direct. Ik vraag haar of ze elke dag werkt.
‘Heb je geen weekend vrij?’
‘Gelukkig niet, op zondag is iedereen thuis in onze township woning en dan heb ik geen rust! Dan is het vol en lawaaierig. Ik ben dan liever aan het werk!’
Het blijft wennen aan het idee dat deze keurig geklede meisjes na het werk weer terugkeren naar een van die armetierige hutjes.
Op hetzelfde moment piept mijn telefoon, een nieuw bericht. Harold en Annemarie, de kaasboeren uit Schijndel, stellen voor om met hen te gaan lunchen in de Bramon, een luxe wijn estate net buiten Plettenbergbaai. We zeggen overal ja op.
Alles is goed, als we maar weg zijn uit de bunker van die wantrouwende christelijke halve zolen.

Ik ben nog niet eerder zo blij geweest om te verkassen. Al vroeg in de ochtend staan we klaar voor vertrek, op weg naar onze eerste wildlife safari.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.