Met enige spijt verlaten we het mooie kaap gebied. De autoweg richting Struisbaai loopt eerst langs de grootste township van Kaapstad; Kayalithsa. Voor 17 kilometer rijden we langs deze honderduizenden vervallen hutten. Deze golfplaten stad strekt zich uit tot in de verre horizon met een bevolking van meer dan 400.000 mensen die ver onder de armoedegrens leven. Het blijft schokkend om te zien en we houden ongemerkt onze adem in.
De gids vertelde ons dat als je de pech hebt om in het midden in deze township te wonen, het zeker twee uur duurt voordat je smorgens aan de bushalte staat. De wandeling naar je werk begint rond vier uur smorgens. En dat twee keer per dag! Het leek ons ongeloofwaardig maar nu zien we de enorme afmetingen van deze township.
Opgelucht rijden we even later pal langs de blauwe oceaan en groene bergen. Dat levert mooie plaatjes op en mijn camera maakt overuren. De enige parkeerplaats langs de weg draagt de toepasselijke naam; ‘Mooiuitsig’
In Hermanus stoppen we voor lunch in een Indiaas restaurant. Een heerlijke vegetarische maaltijd zoals alleen Indiërs die kunnen bereiden en dat voor nog geen 12€ in totaal. Alles wordt vers gemaakt, we ruiken de verse knoflook en komijn dat wordt gebakken in kokosolie.
Hermanus is het beroemde walvis centrum. Ik ben vandaag meer geïnteresseerd in de Indiase kookkunst dan in walvissen.
Van Kaapstad naar Struisbaai is een dag rijden. Aad heeft een bijwoning van een mooie strandhuis geboekt voor komende dagen. Een rust plek waar we even geen bezienswaardigheden hoeven te bekijken. De gigantische woning is erg smaakvol en tropisch ingericht, met warme aardekleuren, vol planten, Afrikaans houtsnijwerk en veel rotan. Helemaal mijn smaak!
Hier woont het gepensioneerde echtpaar uit Kaapstad. Direct na hun pensioen verkochten ze hun huis in Kaapstad en verhuisden ze permanent naar hun vakantiehuis in het rustig gelegen Struisbaai. Het gehucht ligt op de zuidelijkste punt van het Afrikaanse continent.
De eigenaresse Mandi schildert terwijl ze naar de golven luistert en ontvangt gasten zoals wij dat doen in Italië.
Ze laat trots haar schilderijen zien: het zijn tot mijn verbazing afbeeldingen van Italiaanse dorpjes op groot canvas. Positano is haar droombestemming en ze wordt helemaal enthousiast als ze doorkrijgt dat wij daar niet ver vandaan wonen. De 900 kilometer van Positano naar Lucca is volgens Afrikaanse begrippen niet ver.
Struisbaai staat vol enorme villa’s. Splinternieuw gebouwd met uitzicht op de woeste zee. Hier kan men nog een prachtig huis aan zee kopen voor zeer schappelijke prijzen. Dit soorten kasten van huizen aan zee zijn in Europa onbetaalbaar maar kosten hier nog geen twee ton.
We maken een avond wandeling door de verlaten straten. De meeste huizen zijn donker en verlaten. Het blijken voornamelijk vakantiehuizen te zijn voor de blanke rijken uit Kaapstad en Johannesburg die hier in december hun zomervakantie doorbrengen.
In tussenliggende maanden werken de tuinmannen en schoonmaaksters uit de nabijgelegen townships hard om alles in orde te houden. De werkers komen elke ochtend te voet naar hun werk. Ze lopen vaak vele kilometers langs de weg om een paar Rand per dag te verdienen.
Aad ziet als enige mogelijkheid op verbetering voor deze mensen om massaal te demonstreren voor meer loon. Maar dan zal de helft van de arbeidskrachten vast worden ontslagen. Dus uiteindelijk leidt dat tot nog meer armoede.
Uitkeringen bestaan wel, maar slechts voor een op de vier werkelozen. Het uitkeringsbedrag is 17 euro per maand en dat is onmogelijk om van te leven.
Vijftig procent van de bevolking in de Oost Kaap is werkeloos en de meesten gaan op zoek naar werk in de West Kaap. Daarbij komen nog de vluchtelingen bij uit andere Afrikaanse landen. Deze werken voor 40 cent per dag en de zuid Afrikanen zien hun als grote concurrentie voor de werkgelegenheidsbeleid. Het land vreest voor geweld en haat tegen Zimbabwanen om dat zij de schaarse baantjes inpikken. Een zondebok is altijd gemakkelijk gevonden.
Struisbaai heeft het langste onafgebroken witte zandstrand van het zuidelijk halfrond.
Onze enige activiteit is een wandeling op het zuidelijkste puntje van Afrika waar de Indische en de Atlantische oceaan samenkomen. De zee rondom Kaap Agulhas is berucht om winterstormen en enorme golven. De vuurtoren die er staat, dateert van 1849. De puntige rotsen (agulhas komt van het Portugese woord voor naald) hebben voor menig scheepswrak gezorgd. Minstens 30 schepen zijn sinds 1673 aan de grond gelopen. Het wrak van Meisho Maru dat hier in 1882 op de klippen is gelopen, ligt nog steeds verroest in branding. Het is een bijzonder gezicht en ik maak een sfeervolle foto, haast een stilleven.
De wind blaast zand in mijn haar en opnieuw ziet mijn haar eruit als een verwilderde ragebol. Onze hoofden zijn helemaal opgefrist door de harde wind. Aad spot enkele dolfijnen en enkele walvissen in de verte op zee. Wanneer de walvissen weer een duik gaan maken zien we heel langzaam de enorme walvisstaarten omhoog komen en langzaam weer de zee inzakken.
Mandi vertelt: ‘Als het flink gaat stormen, dan worden de walvissen pas echt wild en springen ze metershoog uit zee omhoog.’
Het is een prachtig spektakel.
We hebben het hele huis voor ons alleen, want Mandi en haar man gaan voor een paar dagen naar Kaapstad op familiebezoek.
Komende dagen staan in het teken van uitrusten, boeken lezen en wandelen. Het miezert, een echt zeeklimaat en ik vind het heerlijk.
Ik lees dat Struisbaai oorspronkelijk een vissersdorpje was en voor de apartheid was het nog raciaal gemengd. De apartheidsregering begon met het uitzetten van zwarte bewoners en het slopen van hun huizen. Ze beloofden 2500 euro ter compensatie, maar dat is zelden uitgekeerd. De zwarte families werden ondergebracht in hutten in Struisbaai Noord. Ze werden gedwongen in deze kleine hutten te leven met vele mensen in dezelfde kleine vertrekken. Zwarte vissers die eerder in de buurt van de haven hadden gewoond, moesten toen meer dan vijf kilometer naar hun bootje lopen en mochten na 18:00 uur niet meer in het witte deel van de stad verblijven.
De erfenis van de apartheid is vandaag de dag nog steeds zichtbaar met in Struisbaai Noord: de townships met de arme zwarte bevolking, terwijl de villawijk aan zee helemaal in witte handen is.
Volledig uitgerust en tevreden over ons verblijf, pakken we naar drie dagen ons koffer weer in om komende weken dieper het binnenland in te reizen.
Geschreven door Touring