Ma een heerlijk rustige nacht tijden we weer verder. Onze neus is gericht op Dozza, een plaatsje 60 km verder op dat je volgens internet moet hebben gezien. Voordat we daar zijn mogen we eerst nog een mooi stukje van Italië bewonderen. Jack stuurt ons busje de heuvels door, roept enthousiast: “Goh, da’s ook niet bepaald veilig hier” en ik kijk naar beneden en bedank hem maar vriendelijk voor deze wijsheid, alsof ik op zulk commentaar zat te wachten. Net wanneer ik bewoont land in de verte zie slaan we links af, verder de heuvels in. Helling van 13% de heuvel op, Jack met 2 vingers aan het stuur, de weg precies breed genoeg voor ons en een uitzicht waar je euforisch van wordt. Totdat je een tegenligger ziet aankomen. Jack in z’n nopjes want die kan zijn stuurmanskunsten showen en ik vind vind de berm opeens erg interessant. In mijn beleving kunnen hier amper 2 bakfietsen elkaar passeren maar zoals altijd gaat het prima en tuffen we verder de heuvel op. De heuvels hebben bossen inmiddels ingeruild voor gaarden. Wanneer we naar beneden afdalen zien we druiven, appels, peren en kiwi’s, massa’s aan kiwi’s. Dat hebben we nog nooit gezien! Verder zijn er komkommers, aubergines en courgettes. Alles staat keurig in hun eigen vakje, het is een afwisselend geheel. In Dozza begint het te regenen, het komt met bakken uit de lucht vallen. Dat is jammer maar Dozza is een oud dorp en zal vast nog wel een paar jaar langer blijven staan waar het nu staat. Ik zet de navigatie op Soave, stel hem in op tolwegen ontwijken en we gaan verder.
Al snel vraag ik me af waarom het als een goed idee klonk om de tolwegen te ontwijken. Jack denkt dat hij in het land van Tremors terecht is gekomen. (Film met hele grote wormen die alles slopen wat ze tegenkomen) Wanneer je niet in het midden rijd van de weg vallen we geheid om de zijkanten zijn totaal verzakt… ondanks het lawaai van al dat schudden van al die bulten en afgronden horen we opeens een heel irritant piepje, het blijkt de koelkast die denkt dat we gecrasht zijn en een gasblokkade aangeeft zodat we niet kunnen ontploffen. Jack vindt dit reuze grappig, weer wat nieuws gepresteerd met onze rammelbak!
De landerijen worden verruild voor dorpen en steden, de bochten die we nu maken zijn de vele rotondes die hier veelvuldig aanwezig zijn. De heuvels liggen achter ons en zelfs de weg is gewoon goed te noemen, sommige stukken dan want elke keer wanneer we dat hardop zeggen veranderd deze in een veredeld karrenspoor.
Zo rijden we via de Povlakte door naar het noorden tot we aankomen bij Soave. Een oud vestingstadje. Snel parkeren we ons busje en lopen de vesting in. Wat hebben we toch een geluk dat we dit allemaal kunnen doen.
Geschreven door Time.4.us