31/8/24 zaterdag
Het zilveren paviljoen- ginkakuji is nu een Zen-tempel. Oorspronkelijk gebouwd als villa voor de shogun met als voorbeeld de gouden tempel waar we eerder deze week waren.
Het is echter nooit bedekt met zilver…Waarschijnlijk werd het zo genoemd omdat het maanlicht op de donkere (oorspronkelijk gelakte)buitenkant een zilverachtige reflectie gaf.
Binnen is het helaas niet te bewonderen maar rondom loop je een prachtige route door diverse tuinen.
Een ‘droge ‘ tuin met structuren van zand, waar een tuinman ‘vuulte ‘ uithaalt.
De massieve kegel in het zand symboliseert de berg in het meer.
Mostuinen met vijvers en bruggetjes. Heel veel azalea’s en esdoorns. Wat zal t ook prachtig zijn in de lente en herfst.
Het regent nog steeds en we gaan koffiedrinken bij AG Coffee. We maken een gezellig praatje met een van de jongens die er werkt.
We gaan richting de wijk Gion, daar hebben we om 14.00 uur afgesproken met Yuuka en haar man Yusuke.
Jan jr heeft hen leren kennen toen ze op bezoek waren in Den Haag bij Museum West, waar Jan werkte.
Ze wonen in Kyoto dus we wilden hen graag ontmoeten.
We zien ze bij het Kawai Kanjiro’s house,
het huis en werkruimte van de keramist en houtkunstenaar.
Hij is bekend van de Mingei-beweging/folkart.
We bewonderen samen de leefruimte met daarin de door de man zelf gemaakte meubels en kunstvoorwerpen.
In de workshop zien we een kleine en een hele grote bakoven , een nobori-gama.
Ze nodigen ons uit voor koffie om de hoek.
Voordat we het weten is het al bijna 5 uur!!
Wat een lieve mensen.
We nemen afscheid en lopen nog wat door de leuke buurt en in de drukkere winkelstraat pakken we de bus richting station.
Het schemert al weer als we daar aankomen…wat is dat stationsgebouw toch indrukwekkend met er tegenover de Kyoto tower!
Op het menu stond vanavond yakitori (gegrilde kip).
Weer terug in het hotel verwonderen we ons weer over de service in Japan.
Bij de receptie vind je allerlei benodigdheden om je verblijf te veraangenamen, en zelfs handdoekjes om je natte koffers etc te drogen staan gereed.
Geschreven door Reisvanderkleijn