Vanmorgen ons ontbijt in het hostel. We waren de enige gasten. De gastvrouw had er een waar kunstwerkje van gemaakt. Twee versierde boterhammen en een kop koffie. Niet zo uitgebreid, maar blij dat je niet met een lege maag op pad moet.
Het leek droog toen we opstonden. Nog maar net buiten en de eerste druppels vielen al weer. Dus reganjas aan, warm inpakken en de bagage in zakken.
De weg naar Narva. De gastvrouw sprak geen woord Engels. Kom maar mee en we lopen naar buiten. De weg vlak bij kunnen we nemen. En daar gaat ie dan. Omdat we nog niets voor tussen de middag hebben stoppen we bij een tankstation.
En dan tempo. De 45 km naar de grens. Tegen de middag rijden we Narva binnen. Het blijkt nog een redelijk grote stad te zijn. Zoals in veel steden talloze grote flats. Grauw. Naargeestig.
Een goed fietspad was een waar paradijs voor de skeelers. We kwamen er velen tegen.
En zo reden we door de stad op weg naar de grensovergang. Gescheiden banen voor personenauto's en vrachtverkeer. Wij moesten over de stoep met de voetgangers. Om de hoek stond de straat geblokkeerd met diverse containers. Een lange rij wachtenden. Door een smal gangetje naar een loket. Die draai kon ik niet goed maken met de bob. Hans erbij om mijn pas af te geven. Dat was het dan ... nee dus, het was de controle van Estland. Lopend over een brug naar de tweede controle. Over de weg? Een man gebaarde dat het de bedoeling was, maar nauwelijks van de hoge stoep af rende een jongetje ons na. We moesten via de stoep. We sloten ons bij een lange rij wachtenden aan. Na een tijdje een gebouw in. Met fiets en al. Twee loketten. Een hekje. Dus met de fiets tussen de benen naar het loket. Een jonge dame met een strak gezicht nam mijn pas in ontvangst. En ... gebaarde dat ik een formulier moest invullen. Geen pen. Die kreeg ik nog van haar. Wilde het invullen, maar werd met een handgebaar naar achteren verwezen, daar sta je dan met je bob. Hans moest eraan te pas komen om me achteruit te helpen. Wat onhandig invullen, niet alles snapte ik. Maar even open laten. En weer vooruit schuifelen naar het loket. Kreeg ik weer op m'n kop. Een deel vergeten. Weer terug. Intussen had Hans ook alles ingevuld. Nu ging Hans voor. De dame verliet haar hok. Overleg. Nog naar een andere collega. Nazien. Nog eens nazien. Duurde tijden. Uiteindelijk hij door. Als hij een foto wil maken wordt hem te verstaan gegeven dat dat verboden is. Toen ik nog. Alles scannen. Me streng vermanen dat ik het vakje mannelijk niet had ingevuld. Kijken, scannen, nog meer nakijken en ... door. Dat gold niet voor de personenwagens. Sinds we gekomen waren stond het stil. Een stoplicht en een dame die in haar hokje niets zat te doen. Dan waren wij er met een half uurtje nog goed afgekomen.
Voet op Russische bodem. We stappen een wereld binnen waarvan we de taal niet machtig zijn. Het schrift niet herkennen. We herkennen een bank en ik neem de eerste roebels op. Dat wordt nog flink rekenen. 61.4 is geen makkelijke omrekenkoers.
We besluiten onze broodjes in een bushokje te nuttigen. Een oudere dame kijkt wat stuurs als ze erbij komt. Dan een tiener. Haar vragen we of we op de goede weg zijn. Ze is erg behulpzaam. Overlegt met de oudere dame die zichtbaar ontdooit. We zitten op de goede weg. Als ze hoort dat we uit Nederland komen noemt ze ons sportief! En dan nog een man die wat nieuwsgierig meekijkt op de kaart. Hij stelt zich voor. Vraagt naar onze namen en geeft ons een hand. Wenst ons blijkbaar veel succes en loopt met zijn tasje door.
In de tijd dat we bij de bushalte waren stopten diverse taxi's. Blijkbaar proberen die buspassagiers mee te pikken.
Verder via de hoofdverbinding. Het is rustig. Kan ook haast niet anders. Alles wordt vastgehouden.
Bij Kingissep verlaten we de hoofdweg. We kiezen voor een b weg riching Kotly. Omdat we niets op borden vinden schakel ik de navigatie in. In de stad worden we nog een kwartier opgehouden voor een spoorwegovergang. Uiteindelijk rijdt er een enkele onderhoudslokomotief voorbij. Goed. Verder dus. Navigatie geeft linksaf. Eerste 50 meter asfalt. Dan een bospad met losse steenslag. Blijkbaar wel een doorgaande verbinding, moeizaam ploeteren we voort. Onderweg diverse bergen afval langs de kant. Nog 9 km. Het pad maakt een bocht. Onze navigatie wil rechtdoor. Een onooglijk bospad. Dan maar afbuigen. Er komt geen einde aan. Gelukkig stopt een jongen. Hij raadpleegt zijn telefoon. Nee ... terug. Weer dat ellendig pad. We hebben het wel even gehad, terug naar onze hoofdweg. Door de stad. Alleen was dat nog knap lastig. Nergens richtingaanwijzers. Keer op keer vragen. Navigatie inschakelen. En .., weer voor het zandpad uitkomen.
De aanhouder wint en uiteindelijk zitten we weer op de juiste weg. Zien ergens te overnachten. Een taxichauffeur zal het wel weten. Hij steekt een heel verhaal af. Wat we begrijpen over een tien kilometer. Na een aantal kilometers bij een tankstation nog maar eens vragen. De vriendelijke dame gaat bellen. We krijgen contact. Nog tien kilometer. We zijn blij dat we het motel bij een tankstation ontdekken. Eerst begrijpt een meisje ons niet. Dan opent ze een zijdeur en gebaart ons dat we fietsen binnen kunnen zetten. We zitten goed.
Vanaf dat moment gaat de communicatie via de vertaalapp. We eten een hapje van de onbegrijpelijke kaart. En als de eigenaar komt tekent hij op de kaart de route naar Petershof in. 128 km. Misschien via de snelweg korter. Morgen maar beslissen.
Geschreven door KlaasenHans