Nadat we ontbeten hebben en de meter is opgenomen zijn we al vroeg op pad. We nemen de 16. Een provinciale weg. Natuurlijk missen we onze landweggetjes, maar dit is wel de kortste route. Andere mogelijkheden zien we niet. In de morgen is het lekker rustig op de weg. Het weinige verkeer houdt goed rekening met ons. In een klein plaatsje vullen we onze levensmiddelen aan. Wijzen, gebaren en we krijgen wat we willen. Alleen de salami is er niet. Ze snijdt het af: kaas. In een bushokje genieten we van onze lunch. Het gaat voorspoedig. Wel veel klimwerk, maar volgens Hans komt dan de beloning. Hoewel ik dan vaak in de remmen knijp. Ook in de grotere plaatsen is het gemakkelijk onze weg te vinden. En zo zijn we tegen vier uur al 80 km. opgeschoten. Onze hulppost in Schalkhaar heeft hier een camping gevonden. En de volgende zou 40 km verder zijn. Kunnen we ook mooi onze was laten drogen. Dat was in Lasin niet gelukt. We kamperen op een eenvoudig terrein aan een meer. Er zijn weinig kampeerders en er valt niets te eten. Dat wordt dus brood en soep. Nu zitten we nog even in een half open hutje en Hans leeft zich uit met het voeden van een vuurtje in een open haard. Morgen weer 90 km.
Geschreven door KlaasenHans