Waren we gisteren in de veronderstelling dat we de enige kampeerders waren, vanmorgen leek het een ware invasie. Maar voor we daar achter kwamen was de eigenaresse even in paniek. Ze wilde de was doen, maar de sleutel van het invalidentoilet met haar wasmachine was zoek. Die had ik. Onze telefoons, navigatie en tablet lagen aan de oplader. De tent afbreken en eerst maar ontbijten. De hele tent zat vol. En buiten stonden drie bussen klaar. Het hele gezelschap ging kanoen. Zo reden we tussen de meute het terrein af. Om de 16 weer op te pakken. Net voor het dorp was de vernieuwde 16 gestopt. Reden we gisteren op de vluchtstrook, nu weer op een oude provinciale weg. We kwamen erachter dat het in Polen een feestdag was. Voor ons een gelukje. Bijna geen verkeer. En helemaal geen vrachtwagens. Heel wat meer ontspannen fietsen. Onze route voerde langs talloze meren. Dit deel van Polen is bijzonder mooi. En behoorlijk toeristisch. In de loop van de morgen kreeg de weg weer een ander uiterlijk. Smal, zonder middenmarkering en bomen aan beide kanten van de weg. Weer eindeloze velden. In een dorpje stonden we even stil. Aan de overkant een oude man. Kwam recht op ons af. Of we Duits spraken? Hij bleek Duitse ouders te hebben. Geboren in 1928: de papieren kwamen erbij. Was in militaire dienst geweest en moest in Polen blijven. Met moeite konden we ons van hem los maken. En zo ging de reis verder. Om uiteindelijk tegen half zeven en iets meer dan 100 km verder in Elk te belanden. Een redelijk grote stad. Gelukkig vonden we na wat navragen de camping. Een kleine stadscamping. Weer de enige tent kampeerders. Zit nu in een warm restaurant ons verhaal te tikken.
Geschreven door KlaasenHans