Na de koffie gingen wij op pad naar San Sebastiaan. Vele keren voorbij gereden en nooit de moeite genomen om daar eens rond te neuzen. Joost had een parkeergarage midden in de stad uitgekozen waar Google ons prima heen bracht op aanwijzing van de Engels sprekende gids. Ze spreekt alle aanwijzingen in een soort mix van Nederlands en Engels uit en dat klinkt heel raar als ze het dan Spaanse woorden zegt. Maar gelukkig zit er een schermpje bij zodat we het toch wel vinden. Voor de zekerheid de naam van parkeergarage op het vel met bezienswaardigheden genoteerd en een foto van de uitgang. Deze laatste hadden we nodig om het weer terug te vinden. De strandboulevard is eindeloos en wij waren veel te ver gelopen en de naam op het kaartje zei ons niks. Stond trouwens ook niet op de ingangen naar beneden waar we langs kwamen. Maar uiteindelijk toch gevonden. Zucht van verlichting.
Maar nu wat we zagen. Op het strand Playa de la Concha was een kunstenaar bezig met een soort ronde figuur te maken, heel kunstig. Zijn laken voor de fooien lag al klaar en wij offerden een van onze laatste munten op. Moeten nu een paar keer contant gaan betalen om weer aan kleingeld te komen. Ook de bediende bij het pompstation kwam er bekaaid af. De knip was leeg en 10 cent geven is een belediging. Om op het strand terug te komen: dat is heel groot, ligt aan een baai en na de middag al druk bezet met zonaanbidders. Er waren zelfs al mensen die gingen zwemmen. Brr. het was wel lekker weer maar dat is een beetje veel van het goede. We hadden van tevoren wat aantekeningen gemaakt van dingen die we wilden gaan doen. We zijn de hele promenade afgewandeld en zagen aan het eind twee stalen figuren ( zie blog) die wel eens het monument voor Alexander Fleming zouden kunnen zijn. Vlak bij is de Monte Urgull waar je lopend naar de top kunt waar een 12 meter hoog beeld van Jezus op staat. Vanaf de boulevard goed te herkennen. Dat hebben we niet gedaan omdat we dachten dat er ook een kabelbaantje was, wat niet waar was. Dat was weer een andere berg de Monte Igueldo. En wij maar zoeken en natuurlijk niets vinden. Dus toen maar de binnenstad in waar het wemelde van de mooie oude gevels, kleine winkeltjes, terrasjes etc. Ondertussen hadden wij wel honger gekregen en lusten wel wat. Maar helaas: om 12.00 uur is de spaanse maag nog niet aan eten toe, wel aan bier, wijn en koffie. Die koffie hebben wij dus maar genomen want een broodje gezond of zo konden we nergens krijgen. Later zagen we er toch diverse mensen mee lopen, de bofkonten. De kerk Iglesia de Vicente hebben we van binnen bekeken en een altaar van 5 "verdiepingen" is zo wie zo al uniek maar deze was ook heel mooi. Ook het Marialtaar mocht er wezen. Verder stonden door de hele kerk een soort schilderij tableaus van tegeltjes. Heel mooi.
Toen we de auto weer terug hadden vonden we het tijd om naar de camping te gaan; we moesten ook nog boodschappen doen maar daar hadden we geen puf meer voor. Op de camping kun je ook een hapje eten en het dagmenu leek ons wel wat. Dankzij een slecht Engels sprekende serveerster en een helemaal geen Spaans sprekende klant duurde het even voor we ons menu samen hadden gesteld t.w. risotto met champignons, kip en kabeljauw met friet en een toetje van chocoladecake. We hadden al bier besteld anders hadden we ook nog een fles wijn erbij gehad. Allemaal voor 15,00 Euro per persoon. De avondmaaltijd hebben we overgeslagen. De rest van de middag genoten van de zon totdat het erg donker werd en er een onweers/regenbuitje overkwam. Nu zitten we lekker aan de wijn in de caravan. We hebben nog drie dagen hier bijgeboekt om het programma van de volgende standplaats te doen. We zijn nog lang niet klaar
Geschreven door Joost.op.reis