Deze morgen zijn we weer eens vroeg uit de veren en nemen we een snel ontbijt in het hotel. Om 8u30 worden we opgehaald door Kristel voor een daguitstap. Samen met 2 Nederlandse koppels rijden we richting Coba of Cob Ha (wat turbulent of grijs water betekent), daar bezoeken we opnieuw wat Maya ruïnes en fietsen door de jungle terwijl Kristel uitleg geeft. Voor ons klinkt er al heel veel bekend in de oren, voor onze Nederlandse vrienden is het allemaal nieuw. Toch komen we opnieuw wat leuke feitjes te weten. Niettegenstaande Chichen Itza veel bekender is, is Coba veel groter. Het heeft maar liefst 6000 structuren waarvan er momenteel slechts 2% is gerestaureerd. En 98% van alle structuren liggen in de jungle. De Maya's legden vanuit Coba enorm veel wegen aan, de E40 van Coba zoals Kristel hem noemt, was wel 100 km lang. We zagen hier nog de overblijfselen van. Het moet eeuwen geleden ook een prachtig zicht geweest zijn om zo een Maya stad te betreden, want alle gebouwen werden in die tijd kleurrijk gekalkt. Vooral in het rood omdat de Maya's geloven dat alles leeft, ook een hoop stenen. Ze hadden zo ook hun eigen schoonheidsidealen: heel veel lichaamsdelen werden geperforeerd, bij de mannen was dat vaak de tong, maar ook de penis. Met deze laatste druppelden ze het bloed over de akkers, hopende op vruchtbare grond. Ze brachten littekentatoeages aan, bonden de haartjes van de kinderen voor het gezicht vast met een parel zodat de kinderen na verloop van tijd scheel zouden kijken en babyhoofdjes werden tussen 2 planken gespalkt, zodat de hoofdjes de vorm van een maiskolf kregen. Ze boorden gaten in de tanden om daar jade stenen in te plaatsen. Hier in Coba speelden ze ook het gekende balspel. Men weet nu ondertussen dat de bal stuiterde, wat betekende dat ze het vulkanisch proces al kenden en uitvoerden (iets wat door Goodyear slechts in de 19de eeuw ontdekt werd). We ruiken ook 'ns aan het hars van de wierookboom, dit was een van de belangrijkste ruilmiddelen voor de Maya's. Ook werden hier kruikjes ontdekt waarmee de Maya's alcohol "dronken" via de poep. Het was dan de taak van de opperpriester om de alcohol de aars in te blazen. (Toffe job!) "Waarom deden ze dat dan?" hoor ik jullie denken, wel om rapper zat te worden. Blijkbaar waren ze heel goed op de hoogte van de werking van het menselijk lichaam.
Van hieruit rijden we naar Guzman, een Maya die speciale bijen kweekt. Hij heeft verschillende soorten en elke bij produceert een eigen type honing. We mogen er 3 rechtstreeks uit de raat proeven. Dat is echt een unieke belevenis... de eerste soort smaakt wat zoetzuur, de tweede enkel zoet en gelijkt het best op "onze" honing en de derde is een hele speciale, deze wordt gebruikt om cataract te genezen. Deze junglebijen produceren slechts 1 liter per jaar, de honing wordt dus enkel medicinaal gebruikt en is heel duur. Ter vergelijking... gewone honingbijen produceren 40 liter per jaar. Het bijenmannetje, Guzman, doet ook zuiveringsrituelen, hij heeft daarvoor een altaar. In de tuin vinden we ook de annona, dit is een vrucht die je moet laten rotten en fermenteren en het sap ervan wordt gebruikt om astma- en kankerpatiënten te helpen. We proeven er ook van een wortel die voor een natuurlijke anesthesie zorgt. Maya's hebben echt een schat aan natuurlijke geneesmiddelen, hun kennis hierover is immens! Super interessant!
Daarna rijden we door naar een Maya familie die echt nog in de jungle leeft zoals vroeger. Ze ebben een tijdje geprobeerd om in Playa Del Carmen, een grootstad, te wonen maar hebben beslist dat ze hun kinderen op de traditionele manier willen grootbrengen. Kristel parkeert de auto op een klein aardeweggetje en vandaar moeten we nog een paar honderd meter de jungle in. Ze ontvangen ons heel gastvrij... we krijgen ook hun huis te zien. Een hut met een aarden vloer, een tafel en 2 hangmatten dat is het!! Er is ook een 2de hut, wat kleiner en ronder (de eerste is ovaal) en dat is de keuken. Daar zit abuela aan een rokend houtvuur tortillas te bakken. Wij mogen het ook proberen, als ze onze pogingen bekijkt lacht ze breeduit met haar tandenloze mond. Na een beetje reconstructiewerk lukt mijn tortilla en abuela zwiert hem tevreden op de bakplaat. Ik voel me een gerookte haring als ik het hutje uitkruip. Amai, gezond kan het niet zijn om daar dagelijks in te zitten. De houten muren zijn zwartgeblakerd en de rook prikt in je de keel.
Ik babbel wat met het dochtertje Melanie, ze toont me haar tekeningen en geeft me er eentje om mee te nemen. Ondertussen is de kip, die onder de grond wordt gebakken, klaar en er wordt een fantastisch feestmaal op tafel getoverd. En dat het verdorie lekker was, héél lekker. Tot slot gaan we nog eventjes naar het "winkeltje" en ik koop een paar armbandjes die door Melanie werden gemaakt. Tijd nu om de benen even te strekken en we rijden naar een cenote. Het voelt wat sprookjesachtig aan om te zwemmen in een grot. De kleuren zijn fantastisch, het water is 10 tot 30 m diep en het is adembenemend om het licht te zien binnenvallen, tot op de bodem. Het water is ijskoud, maar al na één minuut voelt het zalig aan. Daarna is het tijd om de terugtocht aan te vatten. Wat een geweldige ervaring was dit!
(Mijn excuses voor de fotospam, ik kan weer niet kiezen!)
Geschreven door Evas.reisblog