Nauwe straatjes, krappe bochten, lange bus. Soms (voor het gevoel) millimeter werk. Maar dan kom je ook ergens. Op een klif, heel Frans, tussen de huizen. Zoals gezegd en laten we het zo noemen, pittoresque. We worden ontvangen door een wat slungelige knaap met jampotbrilleglazen en 1 oog. Geke, die toch al ietwat gespannen was van het laatste stukkie naar de camping, kijkt de jongen aan en zegt dat we naar een andere camping gaan. Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel en zie op een meter of 10 de afgrond boven het kanaal en zeg: ‘Ja, de groeten.’ We blijven.
De slungel wijst ons blindelings een plek gelijk na de slagboom. Uitzicht op zee. Dat maakt een hoop goed.
Ik meld me bij de receptie. Pittoresque krijgt daar een vervolg. De familie kijkt me gezamenlijk aan vanuit de woonkamer. Oma, de slungel, z’n broer met 2 ogen en kleinkinderen. Achter het bureau in de hoek van de gezellige kamer uit 1963, een soort van douairière met pinautomaat. Heel vriendelijk allemaal, beetje ongemakkelijk 15 ogen op je gericht.
Ook de camping is uit 1963. De auto van de eigenaar is op D-day met de Engelsen meegekomen en de douche noopte mij tot een alternatieve manier van mezelf wassen.
Een ketting naast de douchekop deed het water stromen. Niet aan de ketting trekken betekende geen water. Dus 1 hand aan het water en de andere hand aan de zeep. Je staat erbij alsof je een paraplu vast hebt. Maar dan omgekeerd, in plaats van droog dus nat.
50 meter boven strand betekent ook vals plat. Een tering end naar beneden en naar boven.
Geschreven door Bouke.blogt