Gisteren ff een daggie overgeslagen met tekst. Wat ben ik blij dat we in een bus zitten. Rondom ons mensen in een tentje en de regen giet van de lucht. Fietsend belanden we wel middenin een enorme plensbui, dus wij ook tot op de kont nat. Het mag de pret niet drukken. We hebben nog wel droog kunnen roeien, hoewel 'we,' ik, Jesse vist. Goed excuus. Zo krijg ik toch nog wat beweging, met m'n luie lichaam.
Naast de camping ligt een groot aardbeienveld. Rolbevestiging: donkere mensen werken zich uit de naad om het fruit van de het land te plukken en een zo'n witte potentaat zit onder een afdakje orders uit te delen. Overigens wel erg lekkere aardbeien. Ook opvallend is dat het hele veld zonder vogelbescherming is. Thuis blijft er niet één voor ons over, geroofd door mussen en ander vliegend gespuis. Brengt ons bij een lichte irritatie van Jesse. Ik kijk vogeltjes, vind ik leuk. 'Kijk Jesse, een bonte kraai', 'Kijk Jesse, een Boumantsje Wypsturt.' Jesse kijkt me dan wat meewarig aan. Wat een gezeik.
Vanmorgen verkast. Richting Stavanger. Halverwege vinden we een nogal leeg ogende camping, maar wel op een prachtige plek. Naast een rivier en uitkijkend op een stijle helling waar tig watervallen donderend naar beneden komen.
O ja, gisteren nog wel een eland gezien. In het wild, niet achter een hekkie. Op de foto een zoekplaatje, hij zit er echt.
Groeten.
Geschreven door Bouke.blogt