Zo. 8 juli. Met de uber taxi naar het vliegveld Albrook, lekker dichtbij. We vliegen om 12 uur en we zorgen dat we er om half 9 al zijn. Dat is maar goed ook, want we treffen een mevrouw die een doorreisticket vanuit Peru wil zien. Onze (nep)ticket vanaf San José naar huis in oktober met het verhaal dat we willen doorreizen van Colombia naar Equador en dan naar Peru is volgens haar niet goed genoeg voor de Colombiaanse immigratiedienst. We nemen een cappuccino en wachten ongeveer een uur op haar antwoord, maar nog niets. Dan pakken we de laptop maar en maken alvast een nepticket van Lima naar San José in oktober. Als we klaar zijn vragen we nog eens of ze al antwoord heeft en ze wil inderdaad net ticket zien. Gelukkig is het tonen op Carlo’s telefoon voldoende, pfffff. Om 10 uur zijn wij en onze bagage eindelijk ingecheckt en kunnen we gaan ontbijten. Verder gaat alles vlotjes. Door de douane (zonder uitreistax te betalen ?!) en eenmaal in het vliegtuig (iets meer dan een uur vliegen) krijgen we wat te drinken en wat bananenchips. We zien van boven de San Blas eilanden liggen, wonderschoon en wat later ook de San Andres eilanden, ten noorden van Cartagena. In Colombia kunnen we nagenoeg zo doorlopen. We krijgen een stempel in ons paspoort en gaan. Dan het maximaal mogelijke bedrag pinnen, dat lukt en internet zoeken, dat komt niet. Dan maar een gewone taxi zoeken. Die vinden we zo voor 7 USD wil hij ons naar ons hostal brengen in de wijk Manga, vlakbij de wijk Centro, waar een stadsmuur omheen ligt, met daarachter de oude stad, waar nog eens een binnenmuur omheen ligt en vlakbij het fort San Felipe, het grootste van alle Spaanse kolonies. We hebben er weer zo een die de weg niet weet. Het eerste kwartier rijden we langs het strand, waar het enorm druk is met Cartageners. Het is natuurlijk zondag. Er staan veel aparte zonneschermen in een rijtje met plastic stoeltjes. Dan komen we dichtbij de ommuurde stad, hij geeft ons de tip van de klokketoren en we rijden over de brug Manga in. Na een paar keer vragen en Carlo’s google maps komen we na een half uur aan bij Casablanca met gastvrouw Amelia. Het hostal heeft alleen begane grond met een receptieruimte, een keukentje en 4 kamers binnen aan de lange gang en 2 buiten bij het grote buitenterras met zwembad. Onze kamer is net groot genoeg met ruime badkamer en goede airco. Dat heb je hier wel nodig in Cartagena, het is bloedheet en de zon schijnt lekker. De TV met megascherm werkt weer eens niet, jammer dan. We installeren, douchen en kleden ons om en trekken slippers aan en proberen bij Amelia ontbijt voor de komende 3 dagen te regelen. En hup naar de oude stad dan maar. Het is zo’n 20 minuten lopen over de brug de ook ommuurde Getsemani wijk in, met kleine, lage gekleurde huisjes en veel schilderingen en ijzeren kunstwerken. Na 10 min. bij de klokketoren begint de oude binnenstad “Viega”. Goed bijgehouden huizen met balkons, veel nog van hout, en weelderig begroeid met alle kleuren bougainville. Prachtige nauwe straatjes met hostals, winkeltjes, restaurantjes en barretjes. Wel veel eenrichtingsverkeer, dus goed op de stoep proberen te blijven. Het is druk met toeristen, ook veel Colombianen die hun eigen prachtigste oude stad komen bewonderen. Er zijn een paar autovrije straten en een pleintje, waar we tafeltjes buiten en spaghetti carbonara op het menu zien staan. Mmmmm, honger. Carlo neemt gevulde avocado met kip en mayonaise, ook heerlijk. En ons eerste Aguila biertje erbij. Intussen kunnen we mooi de straattaferelen bekijken. Tegenover ons is een straatstalletje waar ze beginnen met empanadas te bakken (een soort beignet met vulling) en binnen no time staat er een rij met klanten. Ze doen er mayonaise en ketchup op. Wij hebben er nog geen geproefd. Dat komt nog wel. Ze zien er wel erg vettig uit. Ook lopen er rappers rond met ritmeboxen die de toeristen toe beginnen te “zingen” in het Spaans met geïmproviseerde teksten. Dat klinkt allemaal wel redelijk goed. Ze verdienen daar hun geld mee. Sigarenverkopers zijn er ook plenty, erger dan op Cuba. Ze verkopen echte Cohiba beweren ze. We lopen nog even naar de stadsmuur, maar kunnen er daar niet op lopen. We lopen terug door andere straatjes en zien een café Cuba met een zwembadje erin. Heel mooi van binnen. We lopen naar huis en kopen 3 blokken verderop om de hoek wat drinken om in de koelkast te zetten. We zijn bekaf van het reizen, het lopen en van de hitte, pffff. Gauw douchen en even buiten zitten met een tinto (slap bakje koffie) van Amelia. We boeken nog een nacht bij om de beide halve finales te kunnen kijken en dat is goed zegt Amelia. We vragen wat dat dan moet kosten en om meteen ook af te rekenen, maar dat schijnt moeilijk te zijn. Ze belt met de vrouwelijke manager die ik ook nog aan de lijn krijg, want die spreekt wel Engels, maar we komen er niet uit. De rekening komt op het eind wel zegt Amelia dan. We gaan op tijd naar bed.
Ma. 9 juli. We krijgen koffie van Amelia, maar ontbijt heeft ze nog niet. Mislukt dus. We nemen vandaag een uber taxi meteen naar de oude stad om daar te ontbijten en weer rond te neuzen. Hij rijdt langs het fort en over een andere brug de stad in, helemaal om. We komen in een hele drukke straat met alleen maar winkels en staan voornamelijk stil in de file. Zo druk is het de stad in. Als we er bijna zijn stappen we maar uit, dit schiet niet op. We zien een bakkertje die ook koffie verkoopt. Lekker en goedkoop ontbijtje. We zien nog veel meer nieuwe straatjes vandaag en leuke goedkope winkeltjes. We nemen ergens een menu del dia en bij het mooie café Cuba een “Club Colombiana” biertje. Daar vlakbij zien we alvast een geschikt voetbalcafé waar we de halve finales kunnen kijken. We nemen onderweg nog een overheerlijk ambachtelijk ijsje en lopen dan op ons gemak over de brug terug naar huis. Net buiten de klokketoren is een optreden met muziek en folkloredans. Even douchen en dan iets verder om de hoek bij ons naar de “container plaza” waar ze allerlei eten verkopen met tafels en stoelen in het midden. We nemen lekker sushi en naar bed na een koffietje van Amelia.
Di. 10 juli. Te voet naar de stad. We horen harde muziek en allemaal mensen in een mooi straatje en gaan effe kijken. Blijkt er een clip-opname bezig te zijn met de zanger en allemaal dansende mensen, haha grappig. Op naar het bakkertje om te ontbijten. Ze herkennen ons al. We gaan op zoek naar een verkoopkantoortje van bustickets naar Taganga en krijgen een goede tip. Maar eerst om 1 uur bij "El Punto" Frankrijk-België kijken. Ze hebben een heel groot scherm in een donkere ruimte naast het café met ventilator en ze hebben speciaal chips ingekocht en die lusten we wel na de rust bij onze “Joker” biertjes. We krijgen de WIFI van het hotel aan de overkant. Na de wedstrijd gaan we op zoek naar het MarSol kantoor dat langs het strand buiten de stad ligt. Nog in de stad komen we bij een stuk stadsmuur waar we overheen kunnen lopen, maar vanaf het plateau met de kanonnen kunnen we helaas niet naar beneden. We moeten helemaal omlopen om de muur uit te komen. Na nog een kwartiertje lopen vinden we het en kopen alvast kaartjes voor de bus van 10.00 uur op donderdag. We lopen iets verder door naar de strandjes waar we bij binnenkomst van deze stad langs kwamen gereden en maken wat foto’s van de zonnetentjes. We zien ook een leuke rijdende koffiebar. Dan weer terug de stad in voor nog een lekkere spaghetti carbonara en gevulde avocado. We kunnen alleen nog niet buiten zitten helaas, want dat kan pas na 18.00 zegt ie?! Dan maar binnen. We kijken bij de poort weer even naar de folkloredans en lopen nu een andere weg door de wijk Getsemani, met mooie muurschilderingen en nemen voor 2 euro een taxi naar huis. Wij wijzen de chauffeur de weg wel. Eenmaal thuis klopt Amelia aan de deur, ze heeft de manager aan de telefoon en ik moet komen. De manager gaf een bijna dubbel bedrag door dat we moeten betalen, maar na protest van mij en enig overleg met nog iemand die de booking.com nakijkt komt ze terug met precies het juiste bedrag. Ik betaal meteen aan Amelia en die vind het allemaal best. Uiteindelijk zijn we de 4e dag helemaal vergeten. Tsja, dan moeten ze het maar beter regelen toch? Hoe moeilijk kan het zijn. Nog een tinto met Amelia en slapen.
Wo. 11 juli. We willen nu om de hoek ontbijten en dan het fort bekijken en van daar een taxi nemen naar de stad om op tijd op ons gemak bij El Punto voetbal te gaan kijken. De wedstrijd Engeland-Kroatië begint om 13.00 uur. Om de hoek hebben ze wel koeken, maar geen koffie blijkt ?! Dus dan maar doorlopen en kijken of er onderweg iets zit. We komen bij het fort en nemen wat foto’s. Er staat een rij bij de kassa en wij hebben meer zin in ontbijt. We lopen door naar de stad en zien niets geschikts, dus gaan we maar weer op zoek naar ons eigen bakkertje. Dat duurt iets langer dan we denken van de andere kant van de stad af en uiteindelijk vinden we het dan toch om half 12. Lekkere broodjes. Dan haasten naar El Punto, waar nog plek zat is gelukkig en uitpuffen met een biertje. Het worden penalties. We kijken nog wat rond aan de andere kant van de stad waar je ook op de stadsmuur kunt wandelen en lopen dan voor de laatste keer zachtjesaan naar huis. ’s-Avonds eten bij de container plaza, vandaag een overheerlijke malse biefstuk met champignons en bacon en Carlo bacon. Thuis onze biertjes uit de koelkast nog opdrinken, het meeste al inpakken en naar bed.
Do. 12 juli. Om de hoek wat broodjes kopen en met koffie van Amelia oppeuzelen. Fotootje met Amelia maken. Verder inpakken en met de uber taxi naar het busstation MarSol. We zijn ruim op tijd en de mini-bus vertrekt bijna vol om kwart over 10. Wij kunnen mooi rechts achter elkaar op de enkele stoelen zitten, lekker ruim voor de beentjes. Alle koffers en tassen worden binnen achter de chauffeur opgestapeld en die blijven wonder boven wonder liggen. De weg is niet zo best, mede omdat ze er aan het werk zijn en we omleidingen hebben. Na 2 uur komen we in vies industrie- en havengebied, de stad Barranquilla is dit, de 4e grootste stad van Colombia. Dat duurt wel een half uur voor we er weer uit zijn en dan rijden we over een weg met aan beide kanten water, een soort afsluitdijk met dorre bomen en veel zand en af en toe mangrove en hele grote cactussen langs de weg. Raar en droog landschap langs het water. Later zien we dorpjes en vissersbootjes en we rijden over een brug, waardoor het binnenwater nog contact heeft met de zee. Na 3 kwartier komen we weer op vasteland en dan is het nog ruim een uur naar Santa Marta. Onderweg hebben we een sanitaire stop en we stoppen nog voor een ander MarSol busje met pech. 7 mensen uit dat busje stappen met bagage bij ons erin. De bagage moet nu tussen de stoelen en 1 man moet staan, totdat er een kwartier later een busje voor ons stopt waar hij wel in kan zitten. In Santa Marta moeten de pechgevallen er het eerst uit en nog meer mensen worden afgezet. Wij moeten er ook uit en overstappen in een ander busje dat naar Taganga rijdt. We komen bij de Mirador uit bij binnenkomst van Taganga bovenaan de weg. Bijzonder fraai zicht op de hele baai. Wij moeten het (niet bestrate) dorp helemaal door en dan nog een eind naar boven naar hostal “Rancho Aparte”. Het busje gaat niet verder en we moeten dan zelf nog 100 meter lopen naar boven. Helemaal afgelegen. Een vrouwtje doet de poort open en we kunnen meteen in onze kamer. Geweldig ruime kamer is dit en wat een uitzicht vanaf het boventerras met hangmat en een zwembadje erbij. Zonder airco en alleen koud water, dat wel, maar het is lauwwarm en dat is prima. We hebben hier 4 nachten geboekt om zondag hier ook nog de finale te kunnen kijken. We zouden daar ook kunnen eten stond op Air B&B, maar ze blijken alleen ontbijt te doen en dat zit er al bij in. Pfff, moeten we toch naar beneden voor avondeten en ’s-avonds worden hier nogal eens overvallen gepleegd door mannen met geweren en messen, dus dat wordt op tijd eten en weer naar boven lopen of een taxi dan. Of een pizza laten bestellen. Fabio, een Romein met een Colombiaanse vrouw is de manager die hier al 12 jaar woont en elke dag naar het hostal komt. Hij komt even later aangereden op z’n motor en helpt ons met een rugzak naar boven dragen. Fijn. Hij wil ons ook even wegwijs maken in Taganga achterop zijn motor en dat doen we. Echt geweldig zit dat natuurlijk niet met z’n drieën, maar beter dan lopen. We gaan stapvoets en behoedzaam naar beneden en op het vlakke is het minder eng. Hij toont ons zijn favoriete restaurant met de beste pizza’s van het stadje en we lopen daarna door naar de waterkant en naar het strand links in de hoek. Hij heeft er flink de gang in en we hebben moeite om hem bij te houden. Om voetbal te kijken kunnen we bij “Love” terecht zegt ie, dat is een mooie tent met TV’s, maar er zijn plenty restaurantjes aan het water. Ze roepen ons allemaal al of we willen komen eten of drinken bij hun, haha. We lopen weer terug met Fabio naar de Pizzaboer en drinken daar een biertje met hem. Hij kan alles regelen wat we willen zegt ie en hij wil ons met hun auto ook wel naar Minca en naar Tayrona Nationaal Park rijden voor alleen het benzinegeld. Dat klinkt goed. Naar Tayrona neemt hij zijn zoontjes dan misschien wel mee voor een uitstapje. Zaterdag zou goed zijn voor ons, want zondag is de WK-finale en die willen we zien. Dan gaat hij naar huis met de motor en wij bestellen een familiepizza met een salade erbij. Hij is inderdaad overheerlijk, door een Colombiaan gebakken. De eigenaar is een Canadees en we kletsen wat met hem. Hij verteld dat hij Fabio nauwelijks kent en dat die hier nog maar pas is komen wonen volgens hem. Vreemd. We lopen terug naar boven en kopen onderweg wat flessen water, cola en bier, dat we in de koelkast mogen zetten. Tis toch wel een klim naar boven met al die spullen. We doen de poort open en de jonge hond Charlie komt ons al begroeten. Hij is hartstikke speels en springt en bijt. Dat leren we hem gauw af. We drinken beneden wat en zetten de spullen in de koelkast. Er verblijven beneden nog drie gasten in 2 appartementen Een oudere Canadees met blond lang haar en een donkere snor, vies mannetje, die hier al een maand zit om te duiken en een ouder stel, een Amerikaan met een Koreaanse die zijn op doortocht. Boven naast ons is nog een dorm en daar slaapt een Frans gezin met 3 kinderen in, maar die komen laat terug thuis. Wij gaan naar onze kamer en zetten even de ramen en de deur open om de warmte eruit te laten waaien. Het lijkt wel of het stormt hier boven, wat een wind zeg. Alles klappert en trilt. Dat is elke nacht zo en overdag soms. Het is gewoon warme wind, dus het koelt niet echt af binnen. De ventilator is goed en dat helpt. We hebben ieder een 2 persoons bed en het slaapt heerlijk hier. We hebben ook gewoon WIFI op de kamer, wat een luxe.
Vrij. 13 juli. Om 8 uur wordt het eenvoudige ontbijt verzorgt door een ander aardig vrouwtje en de man des huizes meld zich nu ook. Hij heeft een indisch uiterlijk en komt wat raar over. Koffie mogen we zelf pakken de hele dag door, ideaal. Fabio komt ook aan op z’n motor. De auto die er staat wordt vandaag nagekeken zegt hij en er komen inderdaad 2 mecaniciens langs. Hij spreekt nog maar niks af met ons. Hij loopt nerveus heen en weer en ondertussen loopt ie te bellen. Typisch geval van druk druk druk, en niks presteren. We kletsen een tijd met het stel, de Amerikaan en de Koreaanse, leuke mensen. Zij heeft hier net haar PADI (duikdiploma) gehaald, lekker goedkoop zegt ze. Wij gaan vandaag naar het strand en nemen zo min mogelijk mee. Hier ligt alles toch veilig achter de poort, met altijd mensen en een hond om op te passen. Onderweg naar beneden is iedereen alleraardigst. De Colombiaan ervaren wij over het algemeen goedlachs en vriendelijk. We zoeken een plekje in het zand om te liggen en gaan het water in. Heerlijk fris en al snel wat dieper. Het is best druk, maar vooral onder de boompjes in de stoelen en een enkele ligstoel en ook hier hebben ze schaduw tentjes met stoelen, erg grappig. Even zonnen, insmeren, nog een keer zwemmen, rondgapen, nog een keer zwemmen en dan krijgen we alweer trek. Ik kijk even op de menu’s van een paar restaurants en zie bij “Love” nachos staan, lang geleden en zin in, dus dat wordt het. Ze hebben lekkere bankstellen, maar die komen al in de zon en dat is te warm. We gaan aan een tafeltje boven zitten, ook buiten. Een DJ is bezig zijn apparatuur af te stellen en draait heerlijke muziek. We gaan weer terug op het strand liggen en haal wat drinken bij een koelbox mannetje, want bij het restaurant is het veels te duur. Het eten is goedkoper. Er komt ineens een enorme groep mensen aan met een leider met megafoon. Het blijkt een familiefeestje te zijn en die gaan met z’n allen bij “Love” naar binnen, een invasie. Ze gaan ook wat zwemmen en ze zingen wat. Tegen zonsondergang moet er een familiefoto gemaakt worden als sluitstuk van het feestje hier. Taganga staat bekend om haar zonsondergangen en het strand loopt vol met mensen die wachten voor de perfecte foto. De lucht kleurt niet zo, dus je ziet de baai, en dat is mooi, maar het is niet spectaculair. In de bomen stikt het van de felgroene kanaries die bij elkaar kruipen en er met z’n allen vrolijk op los tsjilpen en dan twee aan twee de bergen invliegen. We hebben ze bij ons ook al voorbij zien komen. De zon verdwijnt achter de berg. We hebben weer trek en gaan weer bij “love” voor een filet mignon, een fijne biefstuk, die inderdaad botermals blijkt en Carlo neemt steak, die is iets minder en te rauw. Ik heb 3 stukken vlees, dus hij kan lekker van mij mee-eten. Ze draaien nu house muziek en wat jongeren gaan al stappen in de aircoruimte achterin. We pakken een taxi naar boven, want ik durf hier niet te lopen in het donker. Als we thuis komen blijkt de auto verdwenen. Meer reparatie nodig, dus dat wordt geen lift van Fabio, waar we ook al niet meer op rekenden. We moeten voor onszelf nog uitvogelen hoe, hoe lang en wanneer naar Tayrona en wellicht nog verderop oostwaarts en dan naar Minca te gaan of andersom. We besluiten om maandag zelf naar Tayrona te gaan en de bagage dan hier te laten en terug te komen en daarna naar Minca. We nemen boven nog een biertje en gaan slapen.
Za. 14 juli. Een man komt het zwembad schoonmaken. Ontbijt en naar beneden voor de WK wedstrijd om 3e-4e plek. Ik informeer even bij de bootjes wat het kost om naar Tayrona te varen in 1,5 uur, maar ze vertrekken pas vanaf 10 uur, dat is veel te laat als we daar de wandelingen willen doen. We gaan dus met de bus, die start al vanaf half 6 naar Santa Marta en daar kunnen we op de bus naar Palomino stappen en dat is nog veel goedkoper ook. Het park gaat open om 8 uur. België staat al 2-0 voor, we hebben de eerste helft gemist. We drinken een biertje en ze winnen eenvoudig. Na de wedstrijd zoeken we een busje naar Santa Marta om daar even rond te kijken. We worden voorbij de haven bij het strand afgezet. Daar staan ook weer schaduwtentjes en een marktje met souvenirs. We lopen door naar nog een strandje en lopen dan het oude stadje een stuk in. Dat ziet er leuk uit met 2 lange autovrije straten met terrasjes en winkeltjes en souvenirstalletjes. We nemen wat ananas, en willen wel wat gaan eten, maar Carlo is niet helemaal lekker en wil liever in Santa Marta, dicht bij huis wat eten. Weer bij “Love”. Nu Taco’s met garnalen en Carlo een tomatensoepje. Dan komt er iemand zingen dat niet om aan te horen is. Hij heeft zichzelf nog nooit terug gehoord blijkbaar, want hij blijft vrolijk vals doorblèèren, verschrikkelijk. We eten snel en rekenen af om weg te komen en lopen naar huis. Het zwembad is afgezet, dus we mogen er niet in. We gaan boven in de hangmat en op bed liggen, wat internetten en bloggen op ons gemak. We hebben allebei gelezen over Panchamama, een tapa’s restaurant waar ze tonijncarpaccio zouden hebben. Daar hebben we beiden wel zin in, dus we gaan op zoek. Door de stoffige zandstraten vinden we het en het is een hele leuke ingerichte zaak en zijn al open gelukkig. Het menu maakt ons nog hongeriger en even later zitten we aan lekkere hapjes en een happy hour cocktail. Mojita maracuya, ook heerlijk. Dit is genieten in zo’n zogenaamd gevaarlijk dorpje. Het is al donker maar nog voor achten en we besluiten gewoon naar boven te lopen deze keer en er zitten onderweg nog genoeg mensen buiten voor de deur, die vriendelijk groeten. Even spelen met Charlie en naar bed.
Zo. 15 juli. Ontbijt en we checken nog even bij Fabio of we onze bagage morgen mogen laten staan als we voor 1 of 2 dagen naar Tayrona gaan, terug komen voor een nacht en dan naar Minca gaan. Dat mag, maar dat kost dan wel 5.000 Peso (= Euro 1,65) per dag. Flauw, maar okay dan. We gaan snel de finale kijken bij een strandtentje om 10 uur, nu wel de goede tijd haha, en nemen daar nog een ontbijtje met koffie, lekker en later een biertje. Daarna weer naar het strand. Het is nu zondag en vééél drukker nog. Ze varen vandaag zelfs met een banaan en een matras achter de speedboot. Mannen lopen het strand af om te ronselen, ze varen maar een enkele keer. Er lopen ijsverkopers, drank en fruitverkopers en zelfs garnalen kun je kopen op het strand. Wij eten een Spaghetti Alfredo en een Griekse salade bij een ander restaurant dit keer. Gelukkig maar, want dezelfde zanger van gisteren staat weer bij “Love” vals te zingen. Bij ons hebben ze een lekker muziekje opstaan, dus we hebben er geen last van. We zwemmen nog een keertje en hebben dan genoeg zon gehad en lopen richting huis langs de busstop om nog even te informeren naar de tijden. We zien een kappertje en Carlo wil wel. De kapper is echter lunchen en komt over 3 kwartier terug. Dan later maar. Alvast water, koekjes en bananen kopen om morgen mee te nemen in het park, want de eerste 4 uur is er daar niets te koop. We luieren wat in de hangmat en Carlo op bed. Vlakbij achter ons hebben ze een feestje met vuurwerk en live muziek, heerlijk om naar te luisteren. Het zwembad is weer vrijgegeven, maar we douchen liever een keertje extra. Je weet niet wat er in het water zit. Vanavond eten we thuis wat koeken. De verlangde koffie moeten we erbij denken want de kan is leeg en onze gastheer, die alleen thuis is, is te beroerd om nieuwe te zetten, zelfs niet tegen betaling. Nee morgen weer, zegt ie, lekker gastvrij. Ik vraag of we morgenochtend vroeg de bagage weg kunnen zetten. Dat kan, maar geen ontbijt dan (wel logisch) en hij vraagt hoeveel stuks, want het is wel 5.000 Peso per tas. Aangezien we 4 tassen weg wilden zetten besluiten we op slag om dan maar een dag op te offeren en morgen naar Santa Marta af te reizen naar een goedkoop hostal met opslagfaciliteit. De gunfactor was ineens helemaal verdwenen door die lul. Hij zag ons liever gaan dan komen leek het wel. En het komt logistiek eigenlijk ook beter uit. En in Santa Marta kunnen we makkelijk nog een dag doorbrengen in het oude stadje, dat zag er heel gezellig uit. We hadden de spullen voor Tayrona al ingepakt en laten die apart zitten voor dinsdag. Lekker slapen.
Ma. 16 juli. Laatste ontbijt hier en met de door Fabio geregelde taxi, die na nog een keer bellen 3 kwartier te laat komt, naar Santa Marta, hostal Tayros aan de rand van de oude stad. Eenvoudige kamer, maar goede airco en aardige gastvrije vrouwtjes. We gaan het busstation eerst opzoeken, waar een hele drukke winkelstraat loopt en nog een straat met allemaal goedkope winkels. Carlo koopt een nieuwe zwembroek en ik een zebra-broekje. Altijd al willen hebben hihi. We struinen verder door de straatjes en er blijken er nog veel meer te zijn. Het is een gezellige boel. Carlo koopt nog een nieuwe ketting, want hij heeft zijn yin-yang helaas verloren in de laatste natural pool op San Blas. We pinnen wat meer geld voor de komende dagen, lunchen op een terrasje, spaghetti en menu del dia en gaan richting huis als we langs een unisex kapper komen. Kleuren kan ook, dus zitten maar. Carlo is natuurlijk zo klaar, maar voor mij moeten ze eerst de verf nog inkopen. Ik probeer uit te leggen dat mijn grijs weg moet en ze me donkerbruin mogen verven met daarna blonde highlights erin. Mijn kappertje loopt op vrouwensandaaltjes en heeft witte nagellak op z’n tenen, haha en begint met verven. Op een pleintje vlakbij klinkt harde muziek. Er staat een bloemenkrans met een man en een vrouwenbeeld erin, dus ik denk voor een bruiloft. Er komen auto’s druk toeterend door de straat met een bruidspaar lijkt het, en er klinkt knallend vuurwerk, niet normaal zo hard, maar ze rijden door. Dan wassen, met behulp van iemand die het water zachtjes over mijn hoofd kapt. Mijn haar is helemaal wit. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Dan verft hij de uitgroei mee, en Carlo komt even kijken hoe lang het nog gaat duren. Weer uitwassen en dan blijk ik gewoon een grijstint in mijn compleet blonde haar te hebben. Het ziet er niet uit, maar na 2,5 uur zitten zal ik het eerst maar een paar dagen aanzien. Dan komt er weer zo’n toeterende stoet auto’s langs en weer knallen. Mijn kapper knipt de puntjes, föhnt het droog en ik reken af, en zeg “waarschijnlijk tot over een paar dagen” om het opnieuw, maar dan bruin te kleuren. We gaan het stadje weer in en zien nu overal kleine processies met drumbands. Het is vandaag een Spaanse katholieke feestdag omtrent Virgin Carmen blijkt. Gezellige boel hoor, behalve die harde knallen dan. We lopen naar het strand en de stalletjes zijn nu verlicht. We lopen er even doorheen en gaan op zoek naar een leuk restaurantje waar je buiten kan zitten. We komen bij Hemingway uit, ietwat geprijsd, maar het is happy hour. Carlo een mojito en ik neem margarita maracuya, heerlijk. Carlo een tomaten-crème soep en ik een uien-crème soep, die smaakt naar kaassoep met uien, mmmm. Het zit daar prima bij een pleintje en twee gasten met saxofoon en viool komen Coldplay en Ed Sheeran liedjes spelen, ontzettend mooi. Daarna komen een paar gasten streetdancen met een beatbox, maar die kunnen we niet zien door de menigte die ernaar staat te kijken. We drinken ons tweede drankje op en lopen naar huis. Op tijd naar bed.
Di. 17 juli. ’s-Ochtends de bagage weg laten zetten achter de balie en op zoek naar ontbijt. Bon pan is helaas dicht, die hadden lekkere koeken liggen gisteren. We vinden niets wat open is, ook niet vlakbij de bussen en ook geen power mueslirepen of gewone bananen te koop. Dan maar nog wat chocoladekoekjes en voor de zekerheid 2 flessen extra water. We stappen het busje in en zeggen dat we er bij de 1e ingang van Tayrona park Calabazo eruit willen. Dat is dan 3 euro met z’n tweeën. Het duurt wel een half uur voor we Santa Marta uit zijn, zo druk. Hij stopt overal om nog mensen op te pikken die in het gangpaadje moeten staan tot er echt niemand meer bij kan. We eten alvast wat koekjes en drinken ons kleine flesje water vast op. Dan is het slingerdeslang een stukje de bergen in, een dorp stop en dan onze stop om 08.20 uur. De laatste bus terug is om 19.00 uur en de laatste bus door naar eventueel Palomino is om 18.00 uur. In Calabazzo is nog een tienda en die hebben bananen, dus we kopen er vier en eten er twee meteen op. We hebben Carlo’s rugzak en een waterdichte tas van 10 liter inhoud bij ons, waarin de paspoorten en inentingsboekjes, slaapspullen, muskietennet, wat kleren en toiletspullen, muggenspul, koekjes en natuurlijk de regenponcho’s zitten. Dan nog 1,5 en 1 liter water in een draagtasje en nog 1 losse liter water. Okay, we kunnen. Er loopt net een ander stel het park in, die kunnen we dan mooi volgen. Na 10 min. komen we bij de officiële ingang. Ze bieden ons nog paarden aan om het park mee in te gaan, dat kan dus ook. We moeten ons paspoort laten zien en de entree betalen, dan krijgen we een polsbandje om. Je mag in het park blijven zolang je wilt. Wij proberen in 1 dag de hele beoogde route te doen (totaal 5 ½ uur lopen). Eerst naar de ruïne Pueblito (ca. 2 uur lopen) dan naar Cabo San Juan del Guia (1 u.45 min) dan naar Las Piscina (30 min.), dan naar Arrecife door het zand (20 min.) en nog naar Carñaveral (50 min.). Vanaf daar kan je een busje pakken en na 8 minuten ben je dan in El Zeino (de 2e ingang), waar je de gewone bus weer in kunt. Als je dat ook nog wilt lopen zou het nog een uur zijn.
Okay, let’s go. We zien het andere stel al niet meer, maar er is maar 1 pad en dat is een breed karrespoor waar ook auto’s overheen kunnen, dat supersteil alleen maar omhoog gaat. Na een kwartier ben ik al helemaal verrot, ik vind er niks aan, er is niks te zien en ik vraag me af waarom we hier aan zijn begonnen. Zo’n rotpad ben je snel beu. Tsja, nu al teruglopen is ook zowat en Carlo loopt redelijk makkelijk naar boven. Ik volg hem op een afstandje. We zitten nog steeds goed zegt een auto die voorbij rijdt. Die stopt bij een tienda. Toch nog een winkeltje hier, maar we hebben alles al. Af en toe stoppen we even om te drinken en op adem te komen. Pfffffff. Nog een heel steil stuk omhoog en dan wordt het wat vlakker en smaller en gaat het meer op een bospad lijken. Het loopt nu soms ook naar beneden. Gelukkig denk ik, zo gaat het wel. Het is ook veel leuker lopen tussen de begroeïng in plaats van op zo’n stomme weg. Er is nog niet echt veel te zien onderweg, behalve veel bomen dan natuurlijk en uitzicht op de hogere Sierra in de verte. Het laatste stuk gaat erg naar beneden en we zien hele grote keien opdoemen. Het pad is ook gelegd met stenen nu en we naderen Pueblito, een ruïne van een dorp, waar wel nog steeds Tayrona indianen wonen in een paar hutten met stenen trappen. Het is leuk om te zien en vooral om hier te zijn om half 11. Precies op schema dus. We zien 2 kittens die lekker spelen en dan gaan drinken bij moeders, aaahhh. Wij gaan er heel even bij zitten om te aaien en drinken en we eten wat. Dan gelijk door anders wordt je al te stijf en we mogen nog een eindje. We moeten even steil omhoog van steen naar steen en dan gaat het op en neer, met flink klim- en daalwerk, bukken onder bomen en keien door, je op je kont laten glijden tot je op een andere grote steen kan springen. De bagage bungelt vaak naar voren, dan raak je je evenwicht weer kwijt. Het is een veel avontuurlijker, gevaarlijker en inspannender pad dan wij uit de verslagen hadden begrepen. Het is zwoegen en zweten van de hitte, de inspanning en de spanning. Af en toe moeten we de bagage even aan elkaar geven, anders komen met het geklauter niet verder. Als je dan rechtop gaat staan en rondkijkt is er even niks aan de hand met je lijf, en is het eigenlijk wel een hele mooie wandeling met de jungle om je heen. Er groeien mooie rode kaars bloemen in de spelonken op de gekste plekken en we zien salamanders met een felblauwe staart voor ons uit lopen, echt mooi. Ze bewegen helaas te snel om er een foto van te kunnen maken. Mooie vlinders fladderen rond je heen, spinnen en vleermuizen in de spleten. Vogels en apen zien of horen we niet hier. Soms is het niet duidelijk hoe het pad verder gaat, omdat de begroeïng niet overal gekapt is. Gelukkig hebben we ook heel af en toe tegenliggers, zodat we kunnen vragen waar ze vandaan komen en of we de goede richting opgaan. Zij vragen aan ons hetzelfde, haha. Zo duidelijk is het allemaal niet. De knietjes hebben een hele zware dag vandaag. Maar goed, we zien en horen in de verte de zee die op ons ligt te wachten, dat is een fijne gedachte. Nog een half uurtje en we liggen nog steeds op schema. Rond half 1 komen we aan op Cabo San Juan, twee prachtige baaitjes die samenkomen in een punt, waar je op kan klimmen voor het uitzicht en waar ook hangmatten te huur zijn om er in te overnachten (geen aantrekkelijk idee voor ons). Je struikelt werkelijk over de mensen aan het strand en we kunnen maar amper een plekje vinden om onze tassen en kleren te leggen, wat een drukte. Eeeeeeindelijk het water in, ooooooh wat heerlijk. We horen een fluitje, en dat is omdat er iemand te ver het water ingaat. Dat mag niet hier. Er staat zo’n sterke stroming in de baaien dat je er zo uitgezogen en op de kliffen geworpen kan worden. Langs heel deze kust staat een sterke stroming. Het water is zalig. Nog wat rondkijken, omhoog klimmen en van het uitzicht genieten. Er komt een vlucht pelikanen overgevlogen, prachtig zicht. De azuurblauwe golven kletsen tegen de kliffen omhoog. We gaan proberen wat eten te scoren. Bij het restaurant staat een rij van een man of 20, daar hebben we geen zin in om zolang wachten. Dan maar een nog voorradig broodje uit een koelbox van een verkoopvrouwtje. Het is een groot broodje met kaas en ui, prima te eten. We kopen wat flesjes cola en sinas erbij uit een kraampje en klaar is kees. En weer door, op naar Las Piscina (30 min.). Het pad loopt nu tussen keien door, een klein beetje op en af, maar minder heftig. Het is inderdaad een heel mooi strand, met wat rustiger water, dus druk met badgasten. Wij hebben geen zin om er op en neer naartoe te gaan en lopen door naar Arrecife, dat alleen door het zand (20 min.) te bereiken is. Dat is erg zwaar voor de heupen en bovenbenen. Arrecife is een hele wilde kust, mooi maar niet aantrekkelijk om er te gaan zwemmen. Nu komt er weer flink klimwerk op aangelegde trappen en steigers. Nog best pittig en de resterende 50 min. naar Carñaveral lijken wel een eeuw te duren. Pffffff, we zijn helemaal kapot. Dan ineens zie ik in mijn ooghoek iets bewegen en piepen. Jaaaaaah, aapjes. Wat een schattige kleine zijn dit. Het zijn Pinchéaapjes ofwel katoentamarin. Wat een leuke beestjes, met inderdaad een katoenachtig wit pluizenhoofdje. Eerst zie ik er maar eentje, maar dan rechts zie ik een moeder met 2 kleintjes in haar nek, geweldig. Ze kijken nieuwsgierig naar ons en beginnen nog harder te piepen, uit bescherming voor de kleintjes denk ik. Wij houden genoeg afstand en beseffen dat we geluk hebben om ze nog te zien onderweg. Een welkome afleiding. We komen bij een kampement, kopen nog wat drinken en wachten dan op het busje om ons voor een euro in 8 minuten naar El Zeino te brengen. Wat zijn wij blij met dat busje, nog een uur lopen op deze gewone weg is nu echt geen optie meer. De bus naar Santa Marta komt na zo’n 10 minuten en we mogen lekker voorin zitten bij de chauffeur. Er zijn er die moeten staan, niet te doen na zo’n tocht. Na een uur zijn we weer bij de markt. Snel naar huis om te douchen. We krijgen dezelfde kamer ter beschikking en zetten alle bagage weer binnen. Ze kunnen hier de was voor ons doen, dus die geven we af. Snel op zoek naar goedvullend eten. We komen uit op een gezellig terrasje bij Holguer die heerlijke pasta’s heeft met een salade en fruitsapjes erbij om weer op krachten te komen. Pffffff, wat een tocht. Als we dit van tevoren hadden geweten, hadden we het nooit gedaan, maar het is achteraf wel een mooie dag geweest. De viool en de saxofoon spelen ook in dit straatje met de breakdancers erachteraan. Leuk. Onderweg naar huis kopen we nog wat drinken en naar bed.
Wo. 18 juli. Vandaag eerst fatsoenlijk ontbijten op een terrasje. We hebben 3 nachten geboekt aan de de voet van het Siërra Nevada gebergte, vlakbij Minca. Thuis even de bagage herschikken en voldoende maar niet teveel meenemen naar de bergen. De was blijkt nog niet droog te zijn, dus we moeten tot half 12 wachten. Dan laten we de rugzakken weer achter in het hostal en gaan richting de busjes naar Minca. Hij gaat pas rijden alstie volgeboekt is, na een half uurtje. Wij kunnen meteen achter de chauffeur gaan zitten, ideale been- en bagageruimte. Het duurt weer een half uur voor we de stad uit zijn en dan begint de slingerweg naar boven, de bergen in. Het is zo’n uurtje rijden naar het kleine populaire dorpje. Wij moeten echter nog verder omhoog, vlakbij de Marinka waterval. Dit kan te voet (ruim 1 uur omhoog lopen), of achterop een motortaxi. De motortaxi kost 5 euro per motor en we hadden al besloten om die te nemen, na de dag van gisteren. Alles in ons lijf doet zeer, haha. Nou, de mijne geeft me daar een peut gas en ik hou hem maar goed vast. Het is een schriel mannetje, de helft van mij ongeveer, maar sturen kan hij wel. We gaan echt véééééls te hard naar boven over betonnen rijstroken, maar ook over onverharde weg met veel sporen, door riviertjes en het is supersteil. Daarom moet hij zo hard rijden denk ik, dus ik zeg maar niks en hoop dat we recht blijven. Rechts van ons loopt een rivier, maar verder zie ik eigenlijk niks onderweg, omdat ik met hem mee op de weg let. De motor heeft goede vering en ik lij verder niks, maar ik hou mijn hard vast voor Carlo. Die is natuurlijk veel zwaarder nog als ik en heeft ook nog een zware rugzak op. Ik zie ze niet meer achter me rijden, dus die rijden vast wat rustiger. Na een minuut of 10 komen we aan bij een hek en wachten we op Carlo’s taxi. Zijn gezicht spreekt boekdelen. Hij houdt zich vast aan de rugsteun i.p.v. aan de chauffeur dus leunt achterover. Hij gilde een keer zo hard onderweg, dat de chauffeur even stopte, maar die reed daarna dus even zo vrolijk veel te hard door. Na de poort is het nog zo’n 3 minuten naar boven met kunst en vliegwerk, niet te doen. Dan komen we aan bij een bamboe-huis en ze vragen of dit het is. Jaaaaaah, we zijn er. Overleefd. Dat wordt dus te voet naar beneden, in geen geval meer op zo’n motor achterop. Het echtpaar Jesse (Californië) en Talaa (Irak) heten ons hartelijk welkom. De baby van een half jaar is ook wakker en er lopen wat vrijwilligers rond, die in de huishouding meehelpen en oppassen op de baby. Een Tawainese, en een Samoa-indiaan met een Duitse vrouw. Ze hebben nog een vrouw die mee helpt koken en een stuk of 3 mannen die geholpen hebben met bouwen van de bamboe hutten en nu helpen met de cacao plantage aan te leggen. Het jonge stel wil ze hier een chocoladefabriekje vestigen. Talaa geeft klankschaalsessies in een aparte bamboe hut. A dream come true! Jesse vraagt wat we zoal willen drinken en zal straks boodschappen (cola, colombiana limonade en bier) voor ons doen in Minca, achterop de motor). Handig, dan hoeven we zelf niet. Hij showt ons onze hut, helemaal bovenin, 5 minuten klimmen. Het gebouw bestaat uit 2 slaapkamers met balkon beneden, en boven nog 1 slaapkamer, een buitenkeuken, 2 buitendouches/toilet, en een tafel met stoeltjes, hangmat en hangstoel om te relaxen met een super uitzicht en wat wind voor afkoeling. Het is hier wat koeler dan in Santa Marta, maar de zonnewarmte is nog steeds heet. We installeren ons en maken foto's en zien een wonderschone vlinder. We gaan naar beneden om een speciaal lokaal alcoholisch en pro-biotisch drankje te proeven. Dat is een beetje zurig fris en fruitig, wel lekker. Er is WIFI, maar alleen in hun huis, en hij moet het wel aanzetten. Hij heeft beperkt MB, dus we worden verzocht om geen grote bestanden te downloaden. Daar gaat m’n idee om de blog uit te sturen. We kijken even bij het riviertje dat beneden langs loopt en gaan dan terug naar boven om lekker naar buiten te kijken vanuit de hangmat en de hangstoel, heerlijk. We zien Jesse met de werkers bij ons omhoog lopen met jonge plantjes om daar te planten. Jesse zegt dat één van de werkers wel 80 kilo naar boven kan dragen. Bovenmenselijk als je ziet hoe steil het is en gewoon een zandpadje, harstikke glad met die losse korrelige grond. Rond 6 uur begint de schemering en lopen we naar beneden voor het gezamenlijk avondeten. Veel groente en aardappelen, maar geen vlees, kip of vis. Het is hier organisch en vegetarisch eten blijkt. Het is smaakvol en we krijgen er thee bij. Prima. Onze beentjes doen wel pijn met het op en neer naar onze hut lopen. Heerlijk slapen in de buitenlucht.
Do. 19 juli. Pasteitjes van ei met avocado en spinazie als ontbijt. Koffie kunnen we zelf inschenken uit een grote thermos. Ze hebben roze zout, lekker en panella, grove rietsuiker, lekker. Ze hebben een bamboehuis met 2 verdiepingen en wij eten beneden bij hun. Ze hebben een grote en een kleine poes, oooh, wat een schatje. En 2 tenten voor de vrijwilligers om in te slapen. We kunnen naar een waterval hier 25 minuten vandaan, met onderweg een restaurantje dat heerlijke cocos curry schijnt te hebben, maar Talaa weet niet zeker of ze open zijn. Wellicht lekker als lunch. We geven dus op voor het avondeten, maar niet voor de lunch. Maar de beentjes en het lijf willen nog helemaal niet klimmen, dus lekker luieren boven en een vermicellisoepje, nog uit Panama, klaargemaakt als lunch, heerlijk. ’s-Avonds krijgen we smeuïge bruine bonen met linzen en naan erbij. Heerlijk smakelijk. We kletsen wat met de anderen en gaan op tijd weer naar boven en naar bed.
Vrij. 20 juli. Onafhankelijkheidsdag in Colombia. Pannenkoeken als ontbijt. Als we naar de waterval willen, kunnen we beter vroeg gaan zegt Talaa omdat het wel druk zal worden, vanwege het lange vrije weekend van de Colombianen. Maar we hebben beiden nog geen puf, dus weer luieren, vermicellisoepje klaargemaakt als lunch. ‘s-middags betrekt de lucht en we horen onweer in de hogere bergen. Er valt een enkel drupje, maar verder niks, tot spijt van Jesse, want die wil water voor z’n jonge aanplant. We gaan op tijd naar beneden voor nog zo’n lokaal drankje en ’s-avonds Krijgen we de lekkerste maaltijd van allemaal. Groentesmurrie met een zoete smurrie en kruiden uit de tuin. Supercombinatie. Er zijn nieuwe gasten, een Colombiaans zwanger stelletje (met wat reistips) en een Jong Amerikaans stel die de kamer boven ons hebben. We kletsen wat en gaan weer op tijd naar bed.
Za. 21 juli. Pannekoeken als ontbijt. Dan inpakken, afscheid nemen en afrekenen en rustig naar beneden lopen langs de rivier. Geweldig mooi lopen hier, met veel grote bussels bamboe langs de kant. Het is ontzettend druk met groepjes mensen die rustig naar boven lopen, op weg naar de waterval. Ze groeten allemaal vriendelijk. Af en toe ook een motortaxi, maar niet veel. In Minca kijken we even rond. Heel klein dorpje met wat hostals, restaurantjes en barretjes en heel veel parkeerplaatsen die allemaal vol staan inmiddels. In het busje terug weer wachten tot er wat meer mensen inzitten, halfuurtje in de airco. Heerlijk want het is bloedheet hier. Deze rijdt heel rustig naar beneden gelukkig en na een uur staan we weer op de markt. Snel naar ons hostal, waar we het allerkleinste kamertje ooit in mijn leven krijgen. Verder is alles vol. Nou ja, snel douchen dan maar en zo weinig mogelijk uitpakken. We gaan op zoek naar een lunch en komen weer uit bij Arte gourmet voor 2 x menu del dia, lekker en goedkoop. Even terug om te douchen en ’s-svonds een pasta (deze keer minder lekker) en een salade bij Holguer, met alle optredens weer in het straatje. Het is echt megadruk in de stad. Carlo neemt nog een ijsje bij de buren en we kijken even op het plein waar een rockband speelt en lopen via de strandweg, waar we een paar biertjes (Club Colombia Rojo) drinken, terug naar ons piepkleine kamertje. We slapen desondanks toch goed.
Zo. 22 juli. Ontbijt bij een bakkertje waar tegenover een goedkoop souvenirwinkeltje zit. Die hebben leuke oorbellen (hoedjes) voor een prikkie, en wel meer dingen, maar die zijn te groot en te zwaar helaas. Omdat we een vlucht naar Medellin geboekt hebben op dinsdag, moeten we hier nog 2 nachten blijven. Gelukkig hebben ze in ons hostal nu een veel grotere kamer ter beschikking, en voor dezelfde prijs (40.000 pesos = 13 euro, hihi), dus we hoeven alleen maar de gang over te steken met de bagage. We hebben een bed extra, zodat we goed in kunnen pakken voor de vlucht. We lopen naar de zee, zooo dat is me een partij druk daar, haha, lang weekend voor de Colombianen, vlak naast de grootste haven van Colombia, en dan kijken we nog even bij de marktstalletjes. We eten een soepje en salchipapas eten. Dat zagen we gisteren bij anderen aan tafel. Het is een soort frites speciaal. Frites met schijfjes worst erdoorheen en dan streepjes saus eroverheen. Ook lekker voor een keertje. We lopen het stadje nog wat op en neer, gaan even douchen thuis en al wat inpakken. ’s-avonds gaan we terug naar het tentje aan het strand, want even verderop stond er biefstuk op de kaart en die willen we proberen. Carlo neemt een spaghetti voor als de biefstuk tegenvalt. Het is echter andersom en weer vlees (met champignons) genoeg om te delen, heerlijk. Dat kunnen ze hier dus goed, biefstuk bakken. Nog een Rojo biertje bij de buurman en naar bed.
Ma. 23 juli. Ontbijt en de bus naar Playa Rodadero. Een stadje over de berg heen met een mooier en groter strand dan Santa Marta. We doen een rondje extra met de bus, omdat we het strand al voorbij waren en via het stadje er weer terug langs komen. Hij stopt op de hoofdweg. Dan is het een straatje uit en we zijn er. Ja, dat is heerlijk hier. Wel veel alg op de bodem, maar heerlijk water. Ze komen met bier langs en cocktails en allerlei eten. We kopen biertjes en een gefrituurd iets met een stukje kaas, smaakt best. De cocktails schenken ze uit een leuk, klein rijdend bootje. Er zijn waterfietsen, zwembanden en je kunt ook mee op de banaan hier. Ook hier hebben ze zonnetentjes en het is lekker druk. Onderweg naar de bus nemen we een salchipapas en een perro caliente (hot dog). Met de bus terug en douchen en verder inpakken. ’s-avonds eten we allebei een biefstuk, we hebben de smaak van vlees weer te pakken. Mmmm. Morgen vliegen we naar Medellin, waar we een kamer hebben geboekt voor 7 nachten.
Geschreven door Kcendewereldreiss.reisdagboek