We zijn gebleven in Mata de Limon. (intussen zijn we al thuis geweest om carnaval te vieren en zijn we 3 weken in Gambia geweest. Nu in Roosendaal tot ca. 17 april).
Di. 9 jan. Heerlijk ontbijtje met alles erop en eraan, wat je hier ook verwacht na het eten van gisteravond en qua hotel. En dan op naar Los Mineros Guesthouse vlakbij het Corcovado park in het zuid-westen, het mooiste park van Costa Rica zeggen ze. Er is een restaurant en een gids bij het guesthouse, dat vinden wij wel ideaal. Via booking.com krijgen we de routebeschrijving op google en die volgen we. Bij de haven van Caldera, waar heel veel mooie trucks staan geparkeerd kunnen we pinnen en we eten en tanken onderweg. Het is onverwacht alsmaar goede weg en een schitterend mooi landschap onderweg en vlak langs de zee. Veel mooier dan dat schiereiland van gisteren, hadden we dat maar geweten. We zien voetbalvelden omringd met huizen en ook midden tussen de palmboomplantages. We zien donkere wolken boven het regenwoud en de dampen die eruit opstijgen, mooi zicht zeg. We komen bij een grote brug en vlak daarna afslag Sierpe, maar wij moeten rechtdoor. Nog steeds goede weg met een soort varens aan de kant en af en toe een prachtig uitzicht op Golfo Dulce, een soort binnenzee. Dan moeten we nog 4 km en worden we een onverharde weg ingestuurd. Deze is erg slecht af en toe en het begint te regenen. We moeten een heel smal bruggetje over en met de beslagen ruiten zien we bijna niks. Brrrrr. Het lukt. Dan komen we ineens voor een afgrond te staan bij een rivier en we moeten nog 2 km. Nou, dat gaat hem echt niet worden, pfffff. Dus stukje in z’n achteruit en gaan draaien zo goed en zo kwaad als het kan. De 4-wheel wordt op de proef gesteld en het stinkt naar rubber. Van de nieuwigheid waarschijnlijk. Alle ruiten slaan nu aan van binnen en van buiten. Wat nu ? We typen het adres zelf in op google en die brengt ons ook hier, helaas. Foutje. Dan maar vragen onderweg. Er komt een huis en we draaien de modderige oprit op. Gelukkig is de man thuis en weet ook waar ons guesthouse ligt. Helemaal terug over dat bruggetje en de barslechte weg dus, dan zo’n 12 km door over de goede weg en bij het 2e voetbalveld richting Rio Tigre nog 8 km. Okay. Hopen maar dat het klopt. Eerst de weg terug maar eens en het is over een uur donker. Bij het 2e voetbalveld nog eens vragen en ze spreken over een brug verderop, en die willen we liever dan door de rivier de Tigre. We rijden nog een end verder en vragen nog eens. We worden toch weer terug naar het 2e voetbalveld gestuurd en daar ïs een brug zeggen ze nu en dan is het nog 8 km. Dus wij daarin. Onderweg nog 2 x gevraagd of we wel goed zitten en dat wordt bevestigd. En eindelijk jaaaaaaa, daar is het dan. Hehe. Dos Brazos de Rio Tigre. Leuke ontvangst door een oudere Franse dame, Yvonne en ze spreekt ook nog eens Nederlands, omdat ze daar opgegroeid is, best gek. De cabina’s zijn eenvoudig en klein. Ze hebben 3 honden, waaronder een witte “brigadier dog” haha, een poes, een vleermuis en ze laat een pad zien in haar hand. In de tuin en verderop in de bomen horen we van alles, ook brulapen in de verte, maar er is nu niet veel te zien. We zijn doodop en nemen een biertje. Het eten is klaar om half 7 en is lekker. We drinken nog een biertje en ik zie ’s-Avonds lichtflitsen in de verte maar bij ons is het hartstikke helder met een mooie sterrenhemel. Ook hier is het nog te licht om de melkweg te zien helaas. Slapen.
Wo. 10 Jan. Het is mooi weer en ik ga rond 6.00 uur in de tuin naar vogels kijken. Ik zie van alles op en neer vliegen. Mooie kleine zwart met felrode, kleine met een gele borst die ik al eerder heb gezien, parkieten oranje/rood met bruin van boven, karrevrachten kolibri’s en hoog overvliegende ara’s. Wat geweldig. We krijgen een heerlijk ontbijt voorgeschoteld en dan is het tijd voor de Corcovado junglewandeling. Gianni van het guesthouse is onze gids, we moeten alleen wel eerst zelf met hem 30 km rijden naar Golfo Dulce Forest Reserve, voorbij Puerto Jiménez, waar we broodjes inkopen voor onze lunch onderweg. Water hebben we al bij. Het is een mooie dag zegt hij, de zon schijnt. Onderweg moeten we nog door een rivier en we stoppen we bij de woonboom van een luiaard, die zijn naam eer aan doet, hij wordt niet wakker en is moeilijk zichtbaar zo liggend hoog in de boom. Ter hoogte van Playa Tamales parkeren we bij een café/eettent en lopen we verder de weg af. Dan zien we al 3 soorten apen bij elkaar in de bomen zitten. Brulapen met heel veel baby’s, spider monkeys en nog wat squirrel monkeys, iets kleiner en oranje van kleur. Niet te fotograferen, veel te hoog in de boom en te donker, wel foto's toch geprobeerd, maar dan moet je ver inzoomen. Het is steeds bewolkter aan het worden, wel fijn om te lopen, niet te warm, maar minder te zien. We gaan een pad in en moeten meteen door een rivier waden. Het is allemaal nogal stenig, geen modder, dus dat lukt aardig. Verder met natte voeten dus. We blijven deze rivier volgen en gaan er nog wel een keer of 20 doorheen. We zien meerdere watervalletjes en 2 grotere. Wat een prachtige route is dit. Het begint alleen wel zachtjes te regenen en dat wordt steeds harder tot het werkelijk stortregent. We horen zelfs onweer en zijn tot op onze onderbroek nat. Het duurt wel 2 uur voordat de bui over is. Erg jammer, want de beesten houden ook niet van regen en we zien dus sowieso geen vogels meer. Wel laat hij ons 2 gifkikkertjes zien, eentje zwart met felrode streep, die alleen maar in dit gebied voorkomen. Het gif is voldoende om 30 mensen uit te schakelen. En eentje zwart met felgele streep. Hij laat ons een jonge palmstengel proeven die je kunt eten, en hij schraapt aan de bast van een boom die dan rood wordt en waar een soort antibiotica/verdovend spul uitkomt, handig voor op mijn pukkel en muggenbeten. Het ruikt lekker en wordt wit als het opdroogt. Er zijn maar 4 zulke bomen hier en ze dragen geen bloemen of vruchten dus ze kunnen zich niet voortplanten. Een uitstervend ras dus. Zonde. We zien een zwarte havik een slangetje vangen op een tak en die verorberen. Verder is het af en toe flink glibberen, want door de regen wordt alles natuurlijk weer modderig en bij steile stukken schieten we allebei af en toe uit met onze voeten. We lopen naar beneden weer naar de weg en slaan de weg in naar Playa Sombrero Beach. We komen langs Blue Osa resort, dat wel 2500 dollar per nacht kost zegt Gianni, pfffff. Vlakbij de zee staat een gids met een hele grote verrekijker op statief die gericht is op een luiaard. Zo, dan kan je hem goed zien liggen zeg, maar helaas, ook deze slaapt en als we er later weer langs lopen is hij zelfs verdwenen ?! Luiaards komen alleen maar langzaam naar beneden uit hun boom om te poepen en verder doen ze eigenlijk niets behalve eten en slapen en als de blaadjes op zijn een nieuwe boom zoeken natuurlijk. We zien ook een grote vogel met een mooie staart en een paradijsvogel kop in de boom zitten, later zien we die nog meer. We lopen naar het strand en waarachtig, het stopt met regenen en langzaamaan komt de zon door. Gelukkig, het werd gewoon koud in die vieze regen. We eten wat. De kust is mooi en we zien aan de overkant van de golf het land van Costa Rica overgaan in Panama. Normaal zitten hier heel veel ara’s zegt ie, maar ja, dat weer. En ook nu laten ze zich nog niet zien, behalve een moeder met kleintjes in een holletje van een boom, haha. We drinken een biertje bij de parkeerplek en rijden naar huis. Moe en weer een ervaring rijker. We hadden er meer van verwacht, maar het weer werkte natuurlijk niet echt mee. We gaan lekker aan de eettafel zitten en wat bloggen en internetten, de WIFI is daar goed. Op tijd weer eten, nog wat drinken en naar bed.
Do. 11 Jan. Nog iets eerder op om vogels te kijken, maar nu zie ik er minder en allemaal verder weg helaas. Ontbijtje en dan willen we nog wel meer van Corcovado zien, maar dan van de kustplaats Drake Bay. Dat is 1,5 uur rijden van hier en we gaan op weg. We hebben niets geboekt, eerst zien waar we terecht gaan komen. Zooooo, dat is mooi onderweg en de weg valt mee de eerst 20 km, maar dan nog 20 km, jaaah, dat is echt een uitdaging. Steile stukken met veel stenen en kuilen en hobbels en sporen. De weg is ook heel smal en soms uitgehouwen uit de rots met een afgrond ernaast. We zijn denk ik wel 20 keer gestopt om foto’s te maken, zo mooi is het uitzicht, vooral het lieflijke graslandschap met de rivier erdoorheen (panoramafoto). En we moeten ook 3 keer stoppen om te kijken hoe diep het water in het riviertje is waar we geacht worden doorheen te rijden om verder te kunnen. Totaal zijn het 5 stroompjes, en de allerlaatste is belachelijk diep. We hebben er een video van gemaakt, en het is gelukt om erdoorheen te komen. Dan ineens zien we de zee, prachtig zo van bovenaf. Bij Drake Bay aangekomen worden de wegen nog modderiger en smaller en steiler en we gaan op zoek naar een leuk en betaalbaar onderkomen. We hebben er een gezien op Booking.com en zoeken die op. Nou, daar gaan we dus niet zitten. Verder zien we hier ook eigenlijk niets waar we zouden willen zitten. We rijden een paar keer op en neer in het rommelige, modderige dorp met weinig beleving, we rijden nog een oprit op naar een Casa die we daar niet vinden en we komen de oprit bijna niet meer af, zo slecht, steil en glibberig. Dan zien we een heel mooi optrekje bij de uitmonding van een riviertje in de zee en we rijden erop. Een paar keer roepen, maar er is helemaal niemand te vinden daar. We geven het op. (Later bleek het 100 dollar per nacht te zijn pffff). We verlaten Drake Bay en rijden dan maar liever helemaal weer terug en daarna richting de mooie kustplaatsjes waar we al langs zijn gereden om nu nader te gaan bekijken. Dan maar geen Corcovado park meer. Na alle riviertjes komen we weer langs de Golfo Dulce en zien we dat de auto wel heel vies is geworden nu haha. Weer even genieten van het mooie uitzicht en daar gaat mijn fijne blauwe Gardenia teenslipper kapot. Die hebben het lang uitgehouden vanaf Tulum in Mexico. We eten onderweg weer bij hetzelfde wegrestaurant als op de heenweg en kiezen Uvita uit als eerste overnachting. Dit is een boomhut boven de receptie met losse wc en badkamer, maar wel voor onszelf. Alle ramen zijn open en je kijkt zo in de jungle om ons heen. Heel leuk. Alle natte stinkkleren uithangen en we gaan even kijken naar het strand vlakbij en lopen een eindje richting Marina Bellena, een natuurlijk gevormde walvisstaart in de zee. Dat is iets te ver om helemaal te lopen en voor het donker weer terug te zijn. We lopen naar huis en het begint te stortregenen. Volgens de jongen van de receptie is er in de buurt niets te eten, maar wel op de hoofdweg, zo’n kwartier lopen. We hebben geen zin om door het donker en in de regen te lopen, dus we pakken de auto om het restaurant te zoeken. We vinden het niet (of het is dicht) en rijden een eindje door de weg naar Uvita in. Ook niets te vinden, raar toch. We besluiten terug te rijden naar huis, want Carlo had vlakbij ons wel iets gezien dat op een restaurant leek. Dat bleek ook zo te zijn en we gingen snel zitten. Heerlijk gegeten daar om de hoek. Wat een lul, die jongen, dat hij dat niet zegt. Onze kleren waren natuurlijk nog voor geen centimeter gedroogd met die regen. We laten de houten rolgordijnen zakken voor de muggen en ander ongedierte dat binnen kan komen vliegen en gaan lekker slapen.
Vrij. 12 jan. We worden wakker met regen. We krijgen werkelijk een heel uitgebreid ontbijt voorgeschoteld met een hele schaal ananas/papaya/meloen, een gebakken eitje, geroosterd brood, boter, jam en heerlijke opgeschonken koffie. Naast ons komt een Duitse vrouw zitten en we raken wat aan de praat. Omdat het blijft regenen en we toch de walvisstaart wel willen zien boeken we nog een nacht bij. Ik ga ik maar bloggen en Carlo gaat de reis verder uitstippelen. De dames van het ontbijt hebben fruit weggelegd op de hoek van de keuken en daar komen heel wat mooie vogeltjes op af, onder andere ook de zwarte met rode achterkant, Wow, wat dichtbij zo. Ze komen alleen als de regen wat afneemt, anders houden ze zich ook gedeisd. Gedurende de dag zien we toch stiekum een hoop verschillende vogeltjes met mooie kleuren. Rond een uur of 4 lijkt het droog te blijven en gaan we binnendoor te voet op weg naar de walvisstaart. Je kunt er alleen maar naartoe lopen met laag water en dat is voorspeld rond 6 uur. We lopen over weggetjes totdat er geen pad meer blijkt te zijn. Dan besluiten we toch maar om terug te lopen en met de auto zo dichtbij mogelijk te komen bij Marina Bellena. We rijden nog een paar keer boswegen in die ook niet begaanbaar blijken en parkeren uiteindelijk vlakbij Uvita en lopen snel het strand op. Het is druk met wandelaars, ook mensen die al terug lopen. Het is prachtig met de zonsondergang en we lopen over een stuk strand, dat het einde van het lijf van een walvis voorstelt en kijken naar de vinnen die gevormd worden door uitstekende rotsen in zee. Heel apart hoe dit zo is ontstaan. Het is superlekker weer nu gelukkig en in 2 uurtjes lopen we heen en terug weer naar de auto. We eten weer bij hetzelfde restaurant, waar de kok ook meteen de barman is en heel gezellig, want er zitten wel 4 man rondom naar hem te luisteren. De Duitse vrouw schuift bij ons aan tafel. Het blijft droog gelukkig en we gaan weer slapen.
Za. 13 jan. ‘sochtends weer genieten van het heerlijke ontbijt en van de vele vogeltjes die dichtbij rondvliegen. Onze kleren zijn nog steeds klammig. We hebben besloten om naar het park Manuel Antonio te gaan morgen en gaan vandaag er zo dichtbij mogelijk te overnachten. Via de kust gaan we verder noordwaarts en rijden aan bij een zeer levendig strand bij Dominical, erg leuk, ze bestaan dus wel hier in Costa Rica. We gaan in een groter stadje Quepos tanken en inkopen doen en gaan dan naar het geboekte La Palapa Eco Lodge Resort, dat even uit de kust ligt en bestaat uit ruime vrijstaande bungalows en een rijtje geschakelde huisjes waar wij zitten. Het is wel heeeel mooi en ruim aangelegd en te koop voor USD 700.000,-- blijkt later. De eigenaar, een bijna bejaarde Portugees wil terug naar zijn eigen land. Het is wel het dubbele waard eigenlijk zegt ie. Mooi project met nog een hoop extra grond als je geld en zin zou hebben om daar te verblijven en het uit te baten. We raken met hem aan de praat aan de bar, tevens receptie, want de bungalow is pas vanaf 14.00 uur beschikbaar. Hij hoort een toekan iets verderop, maar deze komt niet in beeld. Het druppelt af en toe wat, maar op zich is het redelijk weer. Hij raad ons aan een paadje in te lopen voor een wandeling van ca. 1 uur naar een mooie waterval met een poel om lekker in te zwemmen. Na wat gegeten te hebben bij onze bungalow gingen we op pad. Onderweg weer aapjes gezien en een erg leuk pad om te lopen. Er zouden ook kikkers moeten zitten zwart met groene strepen, maar die lieten zich niet zien aan ons. Na bijna een uur lopen en de waterval al klaterend op de achtergrond horend is het pad versperd door omgevallen bomen en we kunnen er echt niet langs. Helaas, dan maar weer terug en in het zwembad een duik nemen. Even later doet het weer een buitje. ’s-Avonds kunnen we daar de dagschotel nuttigen en zien we echt mega grote padden en ook een hele kleurige reuzen sprinkhaan of wat het ook was. Het was een wonderlijk beest om te zien, maar zo snel weer verdwenen dat Carlo het niet eens gezien heeft. Lekker slapen.
Zo. 14 jan. We ontbijten eerst bij de bar. Het is bewolkt hier. Op aanraden van de baas laten we onze bagage daar achter om vervolgens op weg te gaan naar het Park Manuel Antonio en wonderlijk klaart het richting de zee helemaal op. De weg langs het strand is mooi en we besluiten nu dat als we nog tijd over hebben in Costa Rica we hiernaartoe terug gaan komen voor een paar dagen om te relaxen. We kunnen vlakbij parkeren en kopen een kaartje bij de ingang. Het is al superdruk met bezoekers, wat hier gebruikelijk is. Het is een relatief klein en makkelijk begaanbaar park met het mooiste witte zandstrand van Costa Rica erin gelegen en met een grote kans om heel veel diersoorten te zien. Er lopen ook groepen met gidsen met een grote verrekijker en daar maken we gebruik van door mee te kijken op de plekken waar ze stilstaan. Met het blote oog zijn de vogels en luiaards moeilijk te zien namelijk. We gaan richting strand en het wordt onderweg al minder druk. Bij het strand aangekomen zitten er wel zo’n 20 witschouder capucijners in de bomen daar. Prachtig. De baai is prachtig en veel mensen hebben hun strandspullen meegenomen en zijn al aan het zonnebaden en zwemmen. We nemen een paadje naar een andere baai en vanaf daar kunnen we een schiereilandje op een berg oplopen. We zijn hier helemaal alleen, toch bijzonder met al die bezoekers hier. Na 100 meter bergop staan andere Nederlanders stil en die spotten daar 2 herten die rondlopen, wat leuk. Zij lopen door en we zijn weer alleen. Even later zien we zelf 2 wasbeertjes die snuffelend naar beneden lopen, prachtige beestjes. Onderweg nog wat apen en een schitterend uitzicht over de azuurblauwe zee met golven die tegen de rotsen aankletsen. Wat een mooi park. We lopen langs het strand terug en nemen een pad naar een klif. Daar zien we een donkere coati. Dit dier hadden we eerder al zien oversteken in part Palo Verde. Dit exemplaar is naarstig op zoek naar eten en we kunnen hem van heel dichtbij zien graven en met z’n snuit in de grond zien snuffelen. Zo, we zien hier al meer dieren dan in Corcovado, dat hadden we niet gedacht. We lopen verder naar het klif waar je een eind kan afdalen met een trap, heftig, maar mooi. Terug naar boven en halverwege het pad terug kunnen we nog een zijpad nemen waar we nog niet geweest zijn. Daar zien we de eekhoornaapjes, prachtig oranje van kleur en een stuk kleiner dan de andere apen en sneller bewegend. We besluiten om het park uit te gaan, want we moeten nog een eind rijden. We lunchen onderweg en gaan bij de lodge onze bagage ophalen. Dan moeten we een weg in richting San Isidro de El General en gaan 2000 meter hoog de bergen in. We zitten al snel achter een busje met aanhanger met motoren die bergop maar 10 km. per uur haalt, pffffff. Hij gaat eraf. Na nog wat opstoppingen schiet het wat harder op. Er hangen wolken boven de bergen, maar so far so good. Pas na een uur komen we zelf in de wolken en begint het te misten en miezeren, even later rijden we weer in het licht en zien we de wolken in het dal liggen met de zon erop, wonderschoon en ook nog een regenboog. Dit is de Pan-american, maar het wegdek is soms vol met gaten. Gevaarlijk, want de mega trucks komen hier ook gewoon overheen gedenderd. Ongelofelijk eigenlijk. We hebben nog ruim een uur voor het echt donker wordt en tussen 4 en 6 zouden we aankomen. Dat moet lukken. We slaan af richting San Gerardo de Dota waar we moeten zijn, dan is het nog 8 km en een half uur. Zooooo, deze weg is kronkelig en zelfs haarspeldbochten zonder zicht om de berg en heel smalletjes met ravijnen ernaast. Spannend en mooi. We dalen als een gek. We zien een soort dorpje onderin maar we moeten verder zijn zegt google maps. Verderop vragen we het na bij een soda (restaurant) en dan is het nog 5 minuten zeggen ze. Bij een hotel Savrege (naar de rivier genoemd) met een spa moeten we zijn over een bruggetje. Ja, daar zien we het bord, joepie. Snel naar de spa, want daar zou de sleutel liggen, of gastheer Philippe zou er zijn. Het meisje weet van niks, we moeten naar het hotel. Brrrrrr, het is koud hier, eerst een trui aantrekken. We zijn van 30 graden naar 8 graden gereisd. Bij het hotel verwijzen ze weer naar de spa. De jongen van het receptie kent Philippe wel en gaat hem bellen. Pfffff, gelukkig een meedenkende en klantvriendelijke Costa-Ricaan. We moeten even wachten zegt ie. Even later komt er een oudere heer lachend op ons af en stelt zich voor als Morino. Hij heeft de sleutel en gaat ons verder helpen. De auto kunnen we in de familiegarage naast het appartement binnen zetten, dat is fijn. Hij laat ons het luxe appartement zien en geeft ons een tip om morgen eventueel hem achterna te rijden naar een mooie tuin waar je veel vogels kan zien, er is een overkapping voor de zon (of regen) en koffie. Nou, dat lijkt ons wel wat (zonder teveel te hoeven lopen, dat hebben we de afgelopen dagen al genoeg gedaan en Carlo heeft blaren bovenop z’n voeten) dus we zeggen : Ja, dat is een goed idee, dat doen we. Morino komt even later nog aan de deur kloppen voor het juiste password voor de WIFI. We worden helemaal blij van deze aardige man. Philippe berichten we nog even om te vragen hoe de TV werkt, maar die geeft helemaal geen sjoegen. Nou ja, we hebben ook tijd nodig om hotels en de route voor de verdere dagen uit te zoeken en te bloggen, dus dan maar geen TV. We wassen wat kleren en sokken die te hard stinken en hangen ze uit in de douche. We hadden nog wat natte spullen van Uvita, waar het ook al niet wilde drogen vanwege de vele regen. Hier regent het ook weer en we besluiten om maar lekker binnen te blijven en niet te gaan eten. We hebben expres al inkopen gedaan onderweg, dus we zullen niet verhongeren. We nemen een WARME douche, wow, dat is wel nodig ook en leggen alles vast klaar voor morgenochtend. Ik heb totaal geen honger en ga lekker in het bed liggen met dubbel dekbed, mmmm heerlijk warm en knus. Ik heb helemaal nog geen honger en val al snel total-loss in slaap. Carlo snackt wat en gaat een uur later ook slapen.
Ma. 15 jan. Om 6 uur kunnen we Morino en zijn maat volgen naar de Batsu Garden om vogels te zien. De ochtend begint met ruim een uur regen en wind. Het is gewoon koud op die stek op de berg, maar het wemelt al wel van de vogeltjes die zich tegoed doen aan het fruit dat Morino al heeft opgehangen om ze dichterbij te lokken voor de foto’s. Morino gaat even weg voor ontbijt en dan zijn we daar helemaal alleen. Prachtig ondanks het snertweer. Hij heeft lekker koffie voor ons gezet die we mogen pakken en we hebben zelf koekjes en kaas en water bij. Dan wordt het wat lichter en komt zelfs de zon erdoor, joepie, warmte en vééééél mooiere kleuren van de vogels en de bloemen uiteraard. We zien heel veel fel gele en blauwe vogeltjes, een mooie specht met rode kop en zwart/witte veren en een mooi rood vogeltje dat ongeveer hetzelfde kleed heeft als de specht. En dan natuurlijk de honderden kolibri’s die op de bloemen en de hangers met suikerwater af komen. Prachtig zijn ze. We zien blauw/groene en ook eentje met een witte hals. En dan zijn er de kleintjes die nog sneller zijn dan de grotere. Bruine, groenige en oranje zien we, wonderschoon om te zien. Ze fladderen soms bij mij, want ik heb een roze regenjas aan en dat trekt aan, je wordt gek van het brommend en zoevend geluid van hun snelle vleugeltjes. De mannen komen terug met een paar oudere vrouwen en later komt er een groepje aangewandeld. Die zouden op tour met Morino, maar met dit weer kunnen ze beter hier vertoeven. Zij staan bij de appelboom en zien een prachtig fel geel/groene vogel met helder blauw op z’n kop. Het vrouwtje komt er ook nog bij zitten, die is alleen geel/groen. Ze worden helemaal lyrisch, want dit is een zeldzame vogel blijkbaar. De zwarte met rood lijf zien we hier niet. We lopen allebei een paar keer naar beneden op en neer in de tuin met struiken met bloemen en dan zie je ze nog dichterbij. Daar zie ik weer een vogel met een kuif. We houden het daar goed uit en kletsen wat met de oudjes en de vogelfreaks. Later gaat een groep toch maar een uur op tour. Het regent nog steeds af en aan, maar de zon schijnt ook af en aan. Wij hebben geen zin om mee te gaan en blijven in de tuin wachten op Morino om hem te betalen voor het bezoek aan deze tuin. We geven hem ook Hollandse klompjes, omdat hij zo behulpzaam en aardig is. Het was wonderlijk, het is nu een uur of 12 en we gaan op zoek naar wat te eten. Bij ons hotel is het te decadent vinden we en een andere lodge die Morino noemde ziet er dicht uit, dus we rijden een stukje terug naar het “dorp”, dat toch geen dorp blijkt te zijn, alleen maar woningen en lodges. Dus weer terug dichterbij huis bij “Kahawa” café dat mooi ligt en er leuk uitziet. Een meisje heet ons welkom. Het café is helemaal buiten, dus fris. Er zit al een gezin bij een heater, en wij zoeken een tafel die het meest uit de wind ligt. Ze hebben allemaal gerechten met forel, dus we nemen (zalm) forel. Toch niet onze favoriet, maar het alles zit erop en eraan. Ik heb met kokos, lekker crèmig met rijst en groenten en Carlo heeft stukjes uit de frituur met frietjes en groenten. Als het gezin weggaat gebaart het meisje dat we bij de heater kunnen gaan zitten, wat lief! En dat is toch wel lekker in deze kou. De regenjas kan even uit, pffff. We laden de foto’s even van de telefoons naar de laptop. Het zijn er nogal veel geworden van alle vogeltjes. Het restaurant ligt aan de rivier die zich hier in tweeën splitst, mooi zicht. En wat stroomt het water als een gek hier, door al die regen natuurlijk. Het blijft regenachtig en we gaan naar huis, douchen en verder bloggen en internetten en we zetten het straalkacheltje aan dat in de kamer staat om de kleren beter te laten drogen, want zonder lukt dat niet echt. We besluiten om weer thuis te eten. De wijn opmaken en tomaatjes met mayo en chips met kaasdipsaus. Als toetje snickers en m&m’s jummie. Op tijd weer slapen.
Di. 16 jan. Het is nog steeds regenachtig helaas. Dus op ons gemak inpakken en op weg naar San José, de kronkelweg terug naar boven. Morgen moeten we de auto inleveren voor 10 uur. Onderweg willen ontbijten, het is 11 uur. We zien een afslag naar een lodge en we zitten nog steeds hoog in de bergen in het Quetzal park, dus wie weet zien we de vogel toch nog. We slaan af. Na zo’n kilometer komen we er aan. Het regent nog steeds. We gaan snel naar binnen. Daar staat een jongen ongeïnteresseerd de vloer te dweilen. We vragen of we nog kunnen ontbijten. Nee, die tijd is om zegt ie, het is nu lunchtijd. Okay, dan lunch. Nee dat kan pas vanaf half 12 zegt ie. Nou breekt ons de klomp. Ben je in een lodge (voor toeristen) in een afgelegen gebied en we kunnen om 11 uur gewoon geen eten krijgen. Nou dan niet. Rechtsomkeer dan maar weer en verder onderweg maar kijken. Er zijn hier en daar wel wat soda’s (goedkopere eetgelegenheden in Costa Rica) maar ze zien er klein en dicht uit. Het is natuurlijk snertweer, dus niks ziet er leuk uit haha. Dan zien we een winkelcentrum en een grote M bij de plaats Tres Rios. We gaan even van de pan-american af en rijden de cirkel in waar we kunnen parkeren. Er zijn winkels omheen op de begane grond en boven zijn talloze restaurants. We willen echter nog iets ontbijterigs en komen toch terecht bij Mac Café. Daar hebben ze cappuccino en ham-kaas croissant en een lekker stukje notentaart. Daarna nog een broodje bij de Subway en we hebben weer genoeg. Op naar ons hotel. We kunnen alvast parkeren onder het hotel terwijl ze de kamer gereedmaken. Wow, weer een mooie ruime kamer en ze hebben een inpandig restaurant, handig, dan hoeven we de stad vanavond niet persé in. We kunnen daar een biertje kopen van de aardige ober en meenemen naar het zwembad beneden waar je mag roken, dus ik ga even zonnen en hang wat kleren op om te drogen, maar al snel is het weer bewolkt en te kil. We eten ’s-avonds heerlijk in het restaurant. Ze hebben een salade van palmstengels en een overheerlijke biefstuk.
Wo. 17 jan. De auto aftanken en inleveren op het vliegveld. Ontbijt en daarna met de bus naar het centrum van San José. Wat een leuke (winkel)stad blijkt dit te zijn. In een winkel waar alles 1000 Colon kost (1,5 euro) nieuwe slippers kopen en lunchen bij een pizza-tent. Het pinnen lukt hier nergens helaas en het geld raakt op. Er is ook een overdekte markt waar we al een voorproefje krijgen voor carnaval. Een klein groepje is verkleed als pop en ze spelen carnavalsmuziek, haha lachuh. We krijgen een buitje op ons dak en lopen richting hotel met behulp van google-maps. We raken echter verdwaald en een man in een auto roept naar ons dat we hier weg moeten zien te komen, verkeerde wijk blijkbaar. We lopen terug naar de winkelstraat en pakken een taxi. We rijden precies de andere kant op, dus google-map heeft ons weer bedrogen. Vanuit ons hotel zoeken we het busstation vlakbij en kopen alvast een ticket voor morgenochtend. We pakken onze spullen weer in en eten in het hotel.
Geschreven door Kcendewereldreiss.reisdagboek