Vrij. 5 jan. Met de ferry naar het vasteland en daar een bus of taxi scoren. Eerst nog even vlakbij ontbijten. Het is super weer vandaag en de vulkanen liggen nagenoeg vrij. Mooi. Het wordt een taxi meteen naar de grens, nog een half uurtje rijden langs een groot windmolenpark. Zo en wat waait het daar inderdaad hard. Bij de grens staat er een rij van van 1 km vrachtwagens, van die mooie trucks allemaal. Wij kunnen er voorbij en dan moeten we uitstappen en een end lopen voor de uit-stempel en nog een end voor de in-stempel. De bagage moet wel door de scanner, maar gelukkig weer niks openmaken. Ik moet wel voor de eerste keer hier mijn (nep-) ticket naar huis laten zien. Dan op zoek naar de bus en dat is ook zo gepiept. We hadden nog wat Cordoba en die hebben we gewisseld voor Colon. Daar kunnen mooi de bus naar Liberia mee betalen. Eenmaal daar nemen we een taxi naar ons appartement via Air B&B geboekt. Het adres is weer eens vaag, zoals vaak via hun, maar onze chauffeur zet ons netjes af bij het goede huis. Wij hadden gemeld er om 12 uur te kunnen zijn, maar de ferry en de grens duurde toch iets langer dan gedacht. Het is al 2 uur en er is niemand te bekennen bij het huis. De buren komen naar buiten en de chauffeur legt hun het een en ander uit. Zij bieden ons lief stoelen aan om te zitten tijdens het wachten en geven het password voor hun WIFI. Handig, dan kunnen we corresponderen met eigenares Julia. Die antwoordt gelukkig snel dat ze eraan komt. Wow wat mooi en groot daar van binnen, en airco, heerlijk in deze hitte. We gaan op zoek naar het centrum want we lusten onderhand wel wat. Het is een betrekkelijk nieuw stadje, uitgegroeid vanwege het vliegveld, aangelegd voor de Amerikanen om vanaf hier naar het strand te komen. Ze hebben een lage, helemaal witte kerk, afschuwelijk nieuw gebouw. De oude huizen zijn wit met mooie dakpannen. Je ziet er hier en daar nog een paar staan. We eten wat bij een soda en gaan daarna nog wat inkopen doen in de supermarkt (drinken, chips, en tomaat en mayonaise, daar had ik zin in) voor ’s-avonds, zodat we niet meer naar buiten hoeven in het donker en later nog wat bij een bakkertje. Heerlijke broodjes hebben ze daar en cappuccino. Thuis opeten en slapen.
Za. 6 jan. Eerst even op en neer naar het bakkertje voor lekkere broodjes en cappuccino en dan komt de taxi om ons naar de huurauto te brengen. We hebben besloten om voor 11 dagen zelf rond te gaan rijden in dit land. Er staat om 10 uur een spiksplinter nieuwe witte SsangYong Korando op ons te wachten met nog maar 1100 km op de teller. Wat een enorme auto met 4x4, want dat heb je hier nodig. Hij rijdt super en we gaan een op de wegenkaart “witte” weg in op weg naar Rincón de la Vieja. Al gauw is de weg slecht en hobbelig en gaat steil op en neer. Dan wordt de weg echt magnesium-wit, wat raar. Allemaal mooie witte rotsen maar wel verblindend in de zon. De steen is knoerhard en bevat groeven, dus we komen niet echt snel vooruit, maar het is wel heel mooi onderweg. Ook de weg zelf is wel spannend. We slaan een onverhard weggetje in op weg naar het park. Na zo’n 50 meter zien we dat toch niet zitten en we rijden achteruit terug. We rijden verder tot er een andere weg ernaartoe komt. Dit is superdeluxe weg en hier staat dan ook na 200 meter een slagboom met een mannetje. We moeten betalen voor de weg ! (CR 918) Het is niet veel en we doen het maar. Onderweg staat er een waterval en hete bronnen aangegeven. Dat kost USD 20 pp om erbinnen te mogen. Niet dus. We rijden verder en komen bij de entree (USD 16,--/pp) van ons park. De paden wijzen zich vanzelf dus we gaan goed ingespoten tegen de muggen op route voor de ronde van 1,5 uur. We zien de vulkanische aktiviteit in rokend en stinkend gekleurd gesteente, een blubbende modderpoel, bubbelend heet water en een mini-vulkaan. Het erop volgend regenwoud is ook prachtig en op het eind is er een mooie waterval te bewonderen. Al met al een mooie belevenis in het sinds 1973 als eerste beschermde Nationaal Park van Costa Rica. Terug in de auto eten we wat bananen voor de vulling. Op naar het Centro de Rescate Las Pumas (USD 12,-- ), vlak voor Cañas over de Costa Rica 1 (CR 1). Een opvang voor kat-achtigen en andere beesten die iets mankeren, waardoor ze niet meer in het wild kunnen leven. We zien o.a. een toekan, een grote poema, een ocelot en jawel, een jaguar en wat ligt ie daar toch mooi te wezen, wow. Dan op naar de door ons uitgekozen slaapplek, een Mini-brouwerij en tevens hotel aan het grootste meer van Costa Rica, lake Arenal aan de voet van de Arenal vulkaan. We kiezen weer een alternatieve weg ernaartoe, beetje onhandig en de laatste km. erg slechte weg, maar dan komen we toch aan. Het mooie weer van vandaag heeft inmiddels plaats gemaakt voor wolken en lichte druppeltjes komen er al uit en het wordt mistig. Brrrr, het is hier meteen een stuk frisser want we zitten op hoogte. De vulkaan is helaas niet zichtbaar. We krijgen een mega kamer in een erg ruim opgezet hotel met zwembad, jacuzzi, tennisbaan en al. We trekken lange broek en lange mouwen aan en gaan snel aan de bar zitten voor de bierproeverij. Ieder 8 kleine glaasjes met verschillend bier. We sterven ook van de honger en bestellen lekker ribbetjes en jalapeño poppers en een ananastaart als toetje. Het chili bier komt er als lekkerste uit. Hele vreemde tinteling op je tong en erg lekker van smaak. We nemen er nog 2 en vallen dan om van de slaap en de kou. Intussen hebben we beneden al een rondleiding gehad van de eigenaar in zijn mini-brouwerij, erg leuk!
Zo. 7 jan. Lekker ontbijtje met mooi uitzicht op het meer. Het is alleen nog wat donker, later komt de zon over de bergen, maar de vulkaan laat zich niet zien. We laten de vulkaan ook voor wat die is en ook La Fortuna en Monteverde gaan we nu niet bezoeken. Er zijn daar de “hanging bridges” (de komende dagen al volgeboekt, dus helaas) en andere canopy tours die ik vooraf wel zou willen doen, maar het is regenachtig en dan zie je toch bijna geen beesten. We nemen een andere, betere weg terug naar Cañas en kijken af en toe even over het meer uit. Er is een regenboog zichtbaar. Wat mooi als het beter weer is! Even later zien we zelfs de vulkanen liggen in de verte. We bezoeken NP Palo Verde (USD 12,--), waar we allebei over gelezen hebben en dat lijkt ons leuk. We kunnen er met de auto doorheen rijden en dan af en toe parkeren bij wandelpaden. Vlak voor ons steekt een hertje het pad over. We stoppen voor sendero de Roca. Een wandeling van 800 m (nog net te doen dacht ik, haha) omhoog naar een uitzichtspunt over het meer. Erg leuk paadje, niet al te steil en prachtig uitzicht. We kunnen helemaal in het rond kijken en we zien het rivierengebied mooi liggen. Terug in de auto en we rijden nu eerst het hele pad af (12 k) naar de opstapplaats voor de boottocht. We zien hier leguanen, klein en groot, kolibri, en onze eerst pizote (witsnuitneusbeer) de weg oversteken. Het lijkt eerst een aap, maar hij loopt heel anders en als we goed kijken heeft hij een spitse neus. We stoppen en er steken er meer over, maar te snel voor een foto. Mooie beesten, bijna zwart en een hele dikke, lange staart. Zijn witte snuit zien we in de gauwigheid niet. Dan komen we bij de steiger en kijken daar even rond. De boottocht wilden ze ons bij de entree aansmeren voor 80 dollar. Toen hij ging bellen met de bootgasten zakte hij al naar 60. Nou nee, bedankt. We zien hier ook niet de meerwaarde van in. We rijden terug en gaan nog een wandelpad in van 2,5 km. We zien geen beesten onderweg en het loopt weer erg omhoog, naar een ander uitzichtspunt. Wel een rotsformatie voor een mooie achtergrond voor nog maar een selfie, haha. We komen een Frans stel tegen die al boven zijn geweest en bekijken hun foto’s even. Het is nog zo’n half uur naar boven zeggen ze. We geven er de brui aan en gaan liever kijken op de steiger die een stuk het meer in loopt. Daar zien we allerlei begroeiing in het water met mooie bloemen en de nationale vogel van Belize zien we ook weer vliegen, bruin met die mooie lichtgele vleugels. We genieten even van het uitzicht en van de rust hier. We moeten weer zo’n 20 km terug langs de mooie rijstvelden naar de hoofdweg en via Liberia op weg naar de pacifische kust van het schiereiland Nicoya om strandjes te zien. We hebben nog geen onderdak en stoppen bij een Burger King voor WIFI en een broodje burger en frietjes dan maar. We vinden “Laura House” op Playas del Coco, boeken het en gaan die richting uit. Bij het parkeren rijden we op aanwijzing van de gastvrouw zachtjes tegen een paal. Nou ja, daar zijn bumpers toch voor! Er zit een klein deukje in. We trekken snel onze badkleren aan om af te koelen in het zwembadje dat voor het hotelletje ligt, heerlijk. Douchen en het strand vlakbij bekijken. Het begint al te schemeren, maar je kunt wel zien dat het een heel mooie baai is met een leuk gelig zandstrand. We lopen verder en er is volop vertier in dit dorp. Hèhè, het bestaat dus toch in Costa Rica. We drinken wat piña Coladas in het happy hour bij een leuke bar en gaan later eten bij een soda met een leuke oudere gastheer en leuke gastvrouwen. Het is druk, dus we moeten eerst naar binnen voordat er een plekje buiten vrij komt. Dat zit toch stukken beter. We nemen allebei vis en die smaakt verrukkelijk met een heerlijke saus. Nog even een supermarkt opzoeken voor wat drinken en naar huis en naar bed. Een nette kamer.
Ma. 8 Jan. Ontbijt bij Laura en onze bedoeling is om naar Samara of nog verder te rijden, maar we zien wel hoe ver we komen. Eerst maar even tanken. We hebben niets geboekt. We gaan kijken naar diverse strandjes met de mooiste namen (zie pins) al rijdend naar het zuiden zo dicht mogelijk langs de zee. De weg is af en toe wel slecht en soms moeten we een stuk van het strand af omdat er geen weg verder loopt. We komen door Marbella, maar dat ligt niet direkt aan zee, haha. Tot nu toe kan het schiereiland met zijn strandjes ons niet echt bekoren. Er is nergens levendigheid. We komen tot aan Playa Garza en vragen daar of we via Samara goed naar Nicoya kunnen rijden om zo weer het eiland af te komen, maar het antwoord is dat we beter helemaal terug over Santa Cruz kunnen rijden. De andere mogelijkheid met de veerboot zien we zelf niet zitten. We gaan dus maar helemaal terug rijden en zien dan onderweg in Ostional een restaurantje wat er eindelijk leuk uitziet. We gaan lunchen, en hoe. Ze hebben tonijn carpaccio en we zijn benieuwd. En we nemen eindelijk een ceviche, HÉT gerecht van Costa Rica (koude stukjes vis in limoensap) en de carpaccio. Beide heerlijk, maar die tonijn smaakt wel zo heerlijk met knoflook, ui en kappertjes, dat we er nog eentje nemen, want waar vind je die nou? Een lichtpunt in de dag. We rijden verder terug over Santa Cruz naar Quebrada Honda over de brug naar Puntarenas maar boeken niets. We weten niet hoever we kunnen komen. Voor donker bereiken we nog Puntarenas. Nou, het is een landtong van 9 km en een hartstikke vies industrie stadje. Ze hebben wel een boulevard en een strandje, en WIFI op het grote plein, waardoor we verder kunnen zoeken naar slaapgelegenheid, maar de hostals zien er allemaal een beetje raar uit en in een gribusbuurt, en de hotels zijn erg duur voor zo'n locatie, dus we besluiten om dan nog maar weer een stukje verder te rijden naar Mata de Limon, hoewel het nu al wel donker is. Wat zijn we daar blij mee als we aankomen in hotel "Costa del Sol" om 8 uur. Het ziet er geweldig goed uit, een leuk uitziend restaurant met levende langoestes, een hele mooie en ruime kamer, heerlijk. We besluiten om een flesje wijn te nemen, surf en turf te bestellen en een pasta met zeevruchten. Jummie jummie. Nog meer lichtpunten in deze dag, hoho.
Geschreven door Kcendewereldreiss.reisdagboek