Rond Mount Cook maken we nog een vette wandeling en houden middagpauze op een mooie stek onder aan de gletsjer. Op veilige afstand (dat komt neer op zo’n 8 á 10km) want regelmatig breekt er een stuk gletsjer af, wat gepaard gaat met een gigantisch rommel geluid alsof er een vliegtuig langs vliegt. Ik krijg er elke keer een knoop van in mijn buik, want ik vind het zo zonde dat ‘ie afbreekt! Jammer dat je er zo weinig aan kunt doen.
Met pijn in het hart verlaten we Mt. Cook voor een nachtje rond Lake Tekapo. De auto zit volgeladen, want we laten ons van onze goede kant zien door Duitse meiden een lift te geven. Het lijkt wel of iedereen hier liftend door het hele land reist, zeker de helft van iedereen die we ontmoeten zegt liftend van plaats tot plaats te gaan. Overal langs de weg staan reizigers met een duimpje of een bordje omhoog te wachten tot we ze meenemen. Alleen tot nu toe hebben we dat nog niet gedaan. Waarom eigenlijk niet? We kunnen er geen antwoord op geven.
In Lake Tekapo zitten we in een hostel die wordt gerund door een (op het eerste gezicht humeurige en emotieloze) Aziatische man die voor het gemak maar alles zelf doet. Zeker 20 kamers met in elke kamer tussen de 2 en 8 bedden die moeten worden schoongemaakt, hij doet de receptie, de keuken poetsen en de nachtdiensten. Ja, nu snap ik wel dat je daar een soort van zombie van wordt. Waarom neem je geen personeel aan? Of laat je sloeberige backpackers een paar uur werken in ruil voor een gratis nacht? Ach, hij komt er zelf wel achter.
Het hostel zelf heeft uitzicht op het meer, een ongelooflijk blauw meer. Zo blauw dat het net nep lijkt. Dat de achtergrond op zo’n groene achtergrond geprojecteerd is. En dat mooie blauwe meer is eigenlijk het enige dat een beetje leuk is aan dit dorp, want verder is er echt weer geen reet te beleven. Tijd om weer snel verder te gaan.
Geschreven door EmmY