Vanmorgen geen zon maar regendruppels. Dat betekende dat we onze Zweedse skills hebben moeten uitoefenen. Echt we hebben al veel zweden hun tent in de stromende regen zien opzetten maar ook afbreken. En dus nu waren wij aan de beurt. In no-time was het toch gepiept en konden we vertrekken. Het laatste stuk over de wildernisroute rijden. Wat een adembenemend landschap, het is heel apart om boven de boomgrens te zijn. Bij stekenjokplatån zijn we gestopt.Dit is het hoogste punt 876 meter boven de zeespiegel. Op dit plateau kon je de rendieren spotten. Na de koffie zijn we verder doorgereden naar Saxnäs daar hebben we de trappstegsforsen bezichtigd. Daar was een eetcafé waar men ook rendier en elandenvlees kon eten. Bart heeft zich gewaagd aan de elandhamburger en wij gingen voor de gewone hamburger. Het smaakte heerlijk en dus konden we er weer tegen aan. Wij zijn uiteindelijk op camping Meselefors belandt. Daar hebben we de toko opgezet en vervolgens weer losgekoppeld om naar een loppis te gaan. Deze zat 9 km verderop. Daar hebben we onze ogen uit gekeken. Loppis is een soort van kringloopwinkel meestal bij particulieren achterom. Dit was echt oude meuk. Later terug op de camping hebben we getracht buiten ze zitten maar dat was geen succes, de knoetten (kleine steekvliegjes) vlogen aan en af, ondanks de wierook en djungelolja. Dus zijn we naar binnen gegaan. Na het eten even gekeken hoe we morgen de route gaan vervolgen. Douchen, relaxen en op tijd ons mandje opzoeken.
Geschreven door Moniek.reizen