Speeddaten met Mexico en Belize en genieten van Guatemala

Cuba, Cienfuegos

Vrijdag de 22ste melden we ons ruim op tijd bij de Stahlratte en maken kennis met de complete crew en de andere gasten. Gelukkig is het niet druk. We zijn in totaal met elf personen, wat meer dan genoeg is met één toilet en één douche.
Van dit gezelschap zijn eigenlijk alleen wij tweeën, de broer van invalkapitein Gabi en Mark en Majlits, twee Nederlandse fietsers, gasten. De rest is bemanning.
De Stahlratte is een zeilschip van een Duitse non-profit organisatie en wordt, op kaptein Ludwig na, gerund door vrijwilligers. Ludwig staat al 28 jaar aan het roer van de Stahlratte. Nu hij door familieomstandigheden uitvalt wordt zijn plek waargenomen door Gabi. Zij is penningmeester en secretaris van de organisatie en vaart ieder jaar, samen met haar man Ete, drie maanden mee met het zeilschip. Gabi is de enige met een vaarbewijs en aan haar de eer er voor te zorgen dat we veilig aankomen in Mexico.
Om half twaalf zijn de douane formaliteiten geregeld en kiezen we het ruime sop. Op motorkracht, er is niet genoeg wind om te zeilen.
Helaas voor Gabi is het geen flitsende start. Met de haven nog in het zicht lopen we vast op een zandbank. Oorzaak zou een oude kaart zijn, waardoor we aan de verkeerde kant van de bakens zijn beland. Het schip ligt goed vast. De motor in z’n achteruit is niet de oplossing, pas wanneer er een zeil wordt gehesen komt er beweging in en zeilen we achteruit. De motor wordt weer ingeschakeld en het gaat op volle kracht achteruit, recht op een meerpaal af. De Stahlratte is met bouwjaar 1902 een oudje en alles lijkt niet erg soepel te werken, maar gelukkig lukt het Gabi om het schip precies op tijd weer in de vooruit te krijgen. Een paar minuten later koerst er een groot containerschip op ons af, met de scheepshoorn wordt gewaarschuwd dat we uit de weg moeten. We lopen niet echt gevaar, maar toch…. Samen met Mark en Majlits hebben we een hoop lol, de flauwe grappen zijn niet van de lucht, maar in ons achterhoofd maken we ons ook wel zorgen. Voordat het avontuur goed en wel is begonnen gaat er al heel wat mis.
Tot we op maandagochtend aanmeren in de haven van Isla Mujeres verloopt het verder soepel. Het zijn drie saaie dagen, met zover je kunt kijken alleen maar water. Gelukkig kunnen we het prima vinden met Mark en Majlits en ook de crew bestaat uit leuke lui, dus de sfeer is wel goed.
Wat we niet hadden verwacht is dat de boot zo ontzettend schommelt, lopen is nauwelijks mogelijk en ’s nachts rol je continu door het bed, waardoor een goede nachtrust er niet in zit.
Ik had me voorgenomen deze dagen nuttig te besteden met schrijven van het blog, maar door het geschommel kan ik de helft van de tijd mijn eigen handschrift niet lezen.
De zeiltocht is best een leuke, maar wat ons betreft, een eenmalige ervaring. We zullen blij zijn als we in Mexico aankomen en weer vaste grond onder de voeten hebben.
De laatste avond durven we het aan om samen met Mark en Majlits een wijntje te drinken. Zonder alcohol loop je al rond alsof je stomdronken bent, je wilt niet weten hoe dit gaat met een borrel op. We lopen op schema en de verwachting is dat we volgende ochtend vroeg in Mexico zijn, dat mag gevierd worden.
Het is nog stikdonker als we de volgende ochtend worden gewekt door een wat paniekerig geschreeuw van commando’s. Max gaat het bed uit om te kijken wat er aan de hand is. Blijkt dat we aan het aanmeren zijn, wat niet geheel vlekkeloos verloopt. Er mankeert niet veel aan of er wordt een steiger geramd en er ontstaat wat schade aan een lichtmast. Om half acht ligt het oude roestige schip op z’n plek, tussen prachtig glimmende jachten. Voordat het helemaal licht wordt en de douane aan het werk gaat worden de motoren aan land getakeld en naar een parkeerterrein aan de rand van de haven gereden. Daarna is voor de kapitein en haar bemanning het moment aangebroken een borrel te drinken op de goede afloop.
Na een gezamenlijk ontbijt is het wachten op de douane en de dokter. De tijd wordt gedood met het kijken naar het eindeloze poetsen van de smetteloos schone boten om ons heen. Als die mannen eer van hun werk zouden willen hebben kunnen ze beter de Stahlratte onder handen nemen.
Om half twaalf zijn we door de dokter gezond verklaard en de passen gestempeld en mogen we van boord. We hadden het idee op Isla Mujeres een hostel te zoeken, maar het eiland is enorm toeristisch en de prijzen zo belachelijk hoog, dat we de veerboot nemen naar Cancun. Ook daar blijkt het nog niet zo eenvoudig te zijn om een redelijk geprijsd onderkomen met parkeerplaats te vinden. Na vier vergeefse pogingen is eindelijk raak en worden bij toeval ook nog eens bijna buren van Ralf, de andere motorrijder. Ralf is een paar jaar eerder met de Stahlratte van Panama naar Colombia gevaren en heeft dit keer voor een vliegreis gekozen. We hadden ’s ochtends op Isla Mujeres afscheid van elkaar genomen, maar nu gaan we elkaar toch weer zien.
De dinsdag besteden we nuttig, zodat we niet te lang in de stad hoeven te blijven. Met tips van de BMW en Yamaha dealer regelen we banden. Omdat we niet willen wachten is de keuze niet reuze, er zijn alleen Michelins beschikbaar die geschikt zijn voor asfalt. Dat wordt dus niet teveel offroad rijden. Met de Motoz die wie in Peru hebben gelegd hebben we goede zaken gedaan, deze hebben het maar liefs 15.200 kilometer volgehouden, een absoluut record! Bij de Yamaha garage zijn ze bereid de banden te wisselen. De tijd die de monteurs nodig hebben om de banden te leggen brengen we door bij het restaurant van de overbuurman, waar we een heerlijke lunch nuttigen. De man vindt het erg leuk Nederlandse motorreizigers te ontmoeten, is geïnteresseerd in onze reis en vertelt enthousiast over Mexicaans eten en biedt zelfs een kop heerlijke vissoep van het huis aan. Wat een verademing dat mensen weer vriendelijk zijn en willen helpen zonder dat ze er zelf beter aan te worden. ’s Middags nog een bezoek aan de kapper en wat boodschappen halen, onder andere de toilettas weer aanvullen met spullen die in Cuba niet verkrijgbaar waren. ’s Avonds gaan we voor de laatste keer een hapje eten met Ralf, waarna we definitief afscheid van elkaar nemen.
Woensdag gaan we op weg naar Belize. Hugo verblijft nog steeds illegaal in Mexico. De douane van Cancun staat erom bekend erg moeilijk te doen bij de tijdelijke invoer van motorvoertuigen. Er is ons geadviseerd naar de grens met Belize te rijden, Mexico uit en weer in te rijden en dan de motor in te voeren. Als dan toch die richting op moeten rijden kunnen we net zo goed eerst Belize en Guatemala gaan bekijken. De weg naar Belize blijft binnen een afstand van twintig kilometer van de kust (landsgrens) en zouden we zonder problemen met een niet geregistreerde motor mogen rijden.
Het verhaal van de lastige douane krijgen we een paar dagen later bevestigd door Ralf. Zijn motor vliegt van Cancun naar Duitsland. Hij krijgt zijn douane documenten daar echter niet geregeld en moet net als wij eerst naar de grens met Belize en daarna weer terug naar Cancun. Een rit waar ook nog eens niet veel aan is. De weg langs de kust is saai, het enige water dat we zien is van de waterpartijen bij de ingang van de super de luxe resorts, die ons doen denken aan Dubai. Na de badplaats Tulum houden de resorts op en is er niets meer te zien. Een lange, saaie rechte weg door een vlak landschap met aan weerszijde struiken. Het dorp waar we overnachten voor de grens met Belize is een groot contrast met Cancun. Hier geen moderne hoogbouw en chique villa’s, maar op een enkele uitzondering na, armoedig huizen en grotendeels onverharde wegen.
De grens met Belize verloopt soepel. We rijden zonder problemen Mexico uit en ook Belize in gaat lekker snel. Een stadje met de grappige naam Orange Walk Town wordt de eerste plaats waar we overnachten. Het hostel dat we op het oog hebben is vol, dus moeten opzoek naar wat anders. Alles wat we tegenkomen is echter veel te duur, tijd om de tent weer eens tevoorschijn te halen. De koffer waar deze in zit is al een tijdje niet open geweest en we hebben niet opgemerkt dat deze niet meer waterdicht is. De aluminium tentstokken zijn geoxideerd en knappen kapot zodra deze worden gebogen. Het doek komt tussen de verbindingspunten en scheurt. Vreselijk gefrustreerd nemen we afscheid van tent nummer twee en zijn we genoodzaakt te overnachten in een veel te dure kamer.
Tijdens een bezoek aan de supermarkt wordt duidelijk dat Belize een erg duur land is. We hadden hier van andere reizigers wel wat over gehoord, maar zijn toch erg verbaasd wanneer we zien dat voor bijvoorbeeld een potje pinda’s of een flesje olijfolie 20 Belizaanse dollars moet worden betaald, omgerekend 10 US dollar. Belize is met een oppervlakte van ongeveer de helft van Nederland een klein land en heeft nog geen half miljoen inwoners. Er wordt zo goed als niets geproduceerd, meer dan 80% van de producten wordt ingevoerd en daar worden hoge invoerrechten over berekend. Een gemiddeld inkomen is hier nog geen 1000 USD. Hoe men hier van rond komt is ons een raadsel. Voor ons zijn de hoge prijzen een reden om een deurtje verder te gaan, zeker nu we niet meer over een tent beschikken. Hoewel het misschien maar goed was dat we niet hebben gekampeerd. Wanneer we de volgende ochtend zitten te ontbijten ligt, dicht bij de plek waar wij de tent op wilden zetten, een jonge krokodil te genieten van de zon.
Om niet na één nacht Belize al weer uit te rijden hebben we ‘s avonds het internet afgezocht naar een betaalbaar onderkomen in de buurt van Belmopan en voor de zaterdag vast een hotel geboekt in Guatemala. Belmopan is met ruim 12.000 inwoners de kleinste hoofdstad ter wereld. Het is een best aardig stadje waar we een tiny house hebben geboekt dat verrassend leuk blijkt te zijn. We vinden het jammer dat we al een hotel voor de volgende dag hebben geboekt, anders waren we nog een paar dagen langer gebleven. Hoewel de schattige pup Dotty ook een reden is waarom we graag hadden willen blijven. Dit ontzettend leuke hondje is over het hek gegooid toen het amper zes weken oud was. Ze is liefdevol opgevangen en wordt goed verzorgd, maar kan niet blijven. Er wordt een baasje voor haar haar gezocht. Goed dat wij niet met een auto zijn, anders hadden we haar vast en zeker mee genomen. Hoewel we iets minder enthousiast over Dotty worden wanneer we allebei in het donker in een verse drol van haar stappen en de vloer in ons kleine huisje wordt besmeurd met poep.
Belize staat met haar prachtige kust bekend als een paradijs voor duiken en snorkelen, om te toeren met de motor vinden wij het echter niet heel bijzonder. Misschien zijn we ondertussen wat verwend geraakt, maar de eerste twee dagen zijn wat saai. Wat ons opvalt is dat het land enorm religieus is, zoveel propaganda we in Cuba hebben gezien, zoveel kerken en religieuze spreuken zien we in Belize.
Ook opvallend zijn de vele autowrakken. Bij bijna elk huis staat wel een oude auto, met onderdelen voor eigen gebruik of voor de verkoop.
De derde en laatste dag maakt de rit van Belmopan naar de grens een hoop goed. Deze gaat door een mooi groen en heuvelachtig landschap, over een goede en rustige asfaltweg.
Ook vandaag verloopt de grens weer soepel. Tegenvaller is dat er nog even een vertrekpremie van 40 BZD per persoon moet worden afgetikt.
De mooie natuur waar we Belize mee eindigen wordt voortgezet in Guatemala. Het wordt zelfs nog mooier en heerlijk rustig, er is nauwelijks verkeer. Wanneer we wat meer in de bewoonde wereld komen stoppen voor een tankbeurt en wat te drinken. Bij het winkeltje staan drie stoere mannen met Harleys. Een van hen vraagt in Engels waar we vandaan komen. Wanneer ik antwoord dat we uit Nederland komen zegt hij: “ik dacht al een gele kentekenplaat te zien.” Is toch bijzonder dat de eerste persoon die we in Guatemala spreken een Nederlander is die al vijftien jaar in Guatemalastad woont. Zijn naam is Martijn en we wisselen telefoonnummers uit, je weet maar nooit waar het goed voor kan zijn, misschien kunnen we nog een keer samen een biertje gaan drinken.
Na een korte pauze rijden we door naar ons hotel in San Benito dat niet ver van het nationaalpark Tikal ligt. In dit oerwoud bevinden zich de restanten van de gelijknamige stad Tikal, een van de grootste en belangrijkste Mayasteden en tevens de belangrijkste archeologische vindplaats van Guatemala. Zondag brengen we een bezoek aan het park. Volgens de reissites niet de meest handige dag, de lokale bevolking trekt er dan ook op uit, maar toch verbaast het ons hoe rustig het er is. De route er naar toe is al prachtig en dat is het park ook, met oeroude bomen die tot in de hemel lijken te groeien. Het is indrukwekkend om te zien waar men meer dan 2000 jaar geleden toe in staat was. Een aantal tempels is zo hoog dat ze boven de bomen uitsteken, wat we mooi kunnen zien vanaf de laatste tempel die we beklimmen. De wandeling door de jungle wordt opgeleukt door kleurrijke vogels, neusbeertjes en apen.
De volgende dag wacht ons een mooie rit van San Benito naar El Estor. Aan het begin van de middag maken we een tankstop op het moment dat het plaatselijke politieteam er z’n lunchpauze houdt.
De vijf agenten rijden allemaal een kleine motor of scooter, niet herkenbaar als politievoertuig, waarschijnlijk privébezit. Ze zijn onder de indruk van Hugo, zo’n grote motor zien ze niet vaak en ze willen er van alles van weten. De mannen doen wat lacherig over onze helmen en kleding, met temperaturen van ruim 30 graden is het met een petje en een blouse volgens hen veel beter uit te houden.
In El Estor vinden we een slaapplek bij een ecolodge met een haast perfecte ligging, randje dorp en randje jungle. Tijdens het inschrijven worden we opgeschrikt door een vreemd gebrul, alsof er ergens een horrorfilm aanstaat. Het blijkt een familie brulapen te zijn. Het gezin bestaat uit zes apen, die we de komende dagen regelmatig zullen zien én horen. Na een paar relaxte dagen op deze leuke plek gaan we op vrijdag weer verder. We willen naar een hostel in de plaats Chipam, dat in een heuvelachtig gebied ligt, aan de rand van een nationaalpark. Ons plan is daar twee nachten te blijven, om een dag in het park te gaan wandelen. Het is een tip van een medewerkster van de lodge, volgens haar is de natuur daar prachtig en is ook de rit er naar toe de moeite waard. Deze gaat over een onverharde weg, maar dat is met onze motor geen probleem.
De ochtend verloopt prima, de conditie van de weg is redelijk goed te noemen en de omgeving is prachtig. ’s Middags wordt het een ander verhaal, er trekt bewolking de bergen in die voor nevel zorgt, wat wordt gevolgd door motregen die weer over gaat in serieuze buien. Door alle nattigheid wordt de onverharde weg vol keien glad en glibberig en is het rijden met de Michelins al niet echt een pretje meer. Wanneer we terecht komen in wegwerkzaamheden, die kilometers lang aanhouden is het echt niet leuk meer. De weg is veranderd in een dik pak smeuïge klei die vastplakt op de banden, de spatborden lopen compleet vol en het rijden en remmen wordt onmogelijk. Na de eerste keer vallen stap ik af en ga voor de motor uit lopen, zoekend naar het beste pad. Elke paar minuten probeer ik met een stok de mak modder tussen de spatborden uit te drukken. De dag die zo mooi begon wordt uiteindelijk de slechtste dag uit de hele reis. We klappen in totaal drie keer met het hele zaakje aan de grond, met als resultaat een kapotte koffer, een afgebroken vizier, een deuk in het ego van Hugo en z’n bestuurder en overal modder. Het geluk heeft ons niet helemaal in de steek gelaten, tien minuten voor het echt donker wordt passeren we een hotel. Er is een kamer vrij die we accepteren zonder naar de prijs te vragen of te kijken of het wel wat is. We zijn zo moe en opgelucht dat we er eindelijk mee kunnen stoppen. Het hotel blijkt de wereld niet te kosten, maar is ook geen toplocatie. Het is er enorm gehorig en ondanks de vermoeidheid slapen we slecht. De volgende ochtend staat de zon hoog aan de hemel en onze gastvrouw regelt een tuinslang zodat we de motor en onze spullen schoon kunnen spuiten. Tegen de tijd dat we klaar zijn is de weg droog en kunnen we verder. Het natuurpark slaan we over. Onze banden zijn niet geschikt voor dirtroad en er is geen garantie dat het droog blijft, daarom lijkt het ons verstandiger terug te keren naar het asfalt.
Het wordt een korte ritje naar de stad Cobán, wat geen bijzondere plaats is en waar we het na één nacht voor gezien houden. Max heeft op iOverlander een interessante B&B in de stad Antigua gevonden, wat ons een geschikte bestemming lijkt voor de volgende dag. De accommodatie is eigendom van een Amerikaans echtpaar, beide motorrijders, die graag motorreizigers te gast hebben en ze daarom 50% korting geven. Ze adverteren ook op Booking.com, met mooie foto’s en top recensies, maar volgens de site zijn alle kamers uitverkocht. We sturen een mail met de vraag wanneer ze, voor een dag of vier, een kamer beschikbaar hebben voor een stel motorrijders uit Nederland. Tot onze verrassing krijgen we vrij snel een reactie en zijn de volgende dag van harte welkom. De prijs die op Booking wordt gevraagd ligt ver boven ons budget, maar zoals vermeld op iOverlander krijgen we 50% korting.
Van Cobán naar Antigua rijden we een doorgaande weg, waarvan de eerste helft de moeite waard is. Het tweede deel gaat over een drukke tweebaans snelweg en is minder interessant.
Bij een Shell station stoppen we voor een kop koffie met wat lekkers. We zetten ons neer op het stoepje voor de shop en kijken naar de bedrijvigheid bij het tankstation. De auto’s van alle klanten die brandstof tanken worden gewassen. Een gratis zondag service die Hugo goed kan gebruiken. Zijn tank is nog niet leeg, maar na de zware rit van twee dagen geleden mag hij wel eens worden verwent. Hij krijgt V-power en een sponsbeurt. Max geeft de pompbediende een paar cent over, in de hoop dat hij extra zijn beste doet en een dik kwartier later staat Hugo weer te glimmen van plezier. Om in Antigua te komen moeten we een klein stukje meepakken van Guatemala stad, wat de boel behoorlijk ophoudt.
Aan het eind van de middag komen we aan in Antigua, de mooiste en meest toeristische stad van Guatemala. Casa Elena blijkt een super mooi onderkomen te zijn, één van de mooiste van onze reis en de eigenaren Harvey en Diane zijn erg vriendelijk. De B&B was eigenlijk een paar dagen gesloten. Deze zondag wilden ze geen nieuwe gasten ontvangen omdat dit de vrije dag is van hun hulp Christina en er dan geen kamers worden schoongemaakt. Voor de eerste dagen van de week waren er nog geen boekingen, daarom hadden ze zichzelf een paar dagen vakantie gegund. Voor een stel motorrijders maken ze echter graag een uitzondering. Ze hebben zelf de handen uit de mouwen gestoken en een kamer gereed gemaakt voor ons. Tot woensdag zijn wij de enige gasten. Het verblijf bevalt ons zo goed, dat we graag nog wat langer zouden willen blijven, maar helaas zijn de donderdag en vrijdag compleet volgeboekt. Geen probleem, we zoeken wat anders voor die twee nachten en komen daarna weer drie nachten terug.
De eerste dag verkennen we Antigua. De stad ligt in de Valley van Panchoy op 1470 meter hoogte, letterlijk onder de rook van de Volcán de Agua. Het sfeervolle historische centrum heeft kasseien straatjes met mooie pastelkleurige koloniale gebouwen. Uiteraard is er een markt voor de toeristen, maar vooral de markt waar de lokale bevolking de boodschappen doet spreekt ons aan. Volgens Harvey moeten we beslist even bij de Mc Donalds gaan kijken, niet voor het eten, maar voor locatie. We gaan er heen voor een kop koffie en lopen het onopvallende pand eerst twee keer voorbij, zonder het te zien. De binnenzijde van het oude gebouw is sfeervol, zeker voor een Mc Donalds, maar vooral de grote binnentuin maakt de locatie bijzonder. Helemaal bijzonder is dat we de medewerkster van de ecolodge tegen het lijf lopen, die met haar zoontje in Antigua is voor een bezoek aan naar de KNO-arts. Ze volgt ons op Instagram en heeft gelezen dat we problemen hebben gehad op een bergweg in Guatemala. Ze is geschrokken van het bericht en voelt zich erg schuldig, de route was een tip van haar. Uiteraard nemen we haar niets kwalijk, zij kon ook niet weten dat het uitgerekend die dag ging regenen.
Dag twee besteden we aan een zoektocht naar een nieuwe helm voor mij en olie voor Hugo. Hiervoor rijden we 40 kilometer terug, naar het drukke Guatemala stad. De avond ervoor heb ik een Martijn een bericht gestuurd en van hem hebben we een paar adressen van motorzaken gekregen en ook Harvey heeft wat tips. We beginnen bij de Yamaha dealer, waar Max naar binnen gaat om te informeren of ze tijd hebben om olie te verversen. Ik wacht buiten bij Hugo en wordt op de schouder getikt door een man in een Motul shirt die vraagt of we toevallig ook olie nodig hebben, hij heeft wat weg te geven. De man is wat gehaast en op het moment dat hij weer weg wil lopen, komt Max naar buiten. Hij neemt Max mee naar binnen, vraagt wat hij nodig heeft en een paar minuten later loopt Max naar buiten met vier liter olie á € 20,- en een fles motorreiniger. Gratis en voor niets! Zomaar, omdat de man het leuk vindt reizigers te helpen.
Bij Yamaha hebben ze geen tijd om de olie te wisselen, dus de olie gaat in de koffer en we gaan op helmjacht. We gaan kriskras door de stad en bezoeken een heleboel verschillende zaken. In een land waar het dragen van een helm niet verplicht is, is de keuze niet reuze en al helemaal niet in de maat XS. Al hebben ze geen geschikte helm, de meeste winkeliers proberen ons wel verder te helpen met een ander adres. Eén verkoper weet een adres dat lastig te vinden is, maar ook dat wordt opgelost. Er lopen twee agenten in de winkel, die een motor op komen halen. De verkoper legt onze situatie uit en regelt een politie-escorte. Met een motoragent voorop en een politiewagen achter ons gaan we op pad naar de volgende winkel. De motoragent loopt zelfs nog even mee naar binnen om het woord voor ons te doen. Alle hulp ten spijt, aan het eind van de dag keren we zonder helm terug naar Antigua. Dit gaat nog een lastig verhaal worden.
’s Avonds zijn we door Harvey en Diane uitgenodigd voor een etentje met een Amerikaans stel vrienden. Harvey heeft zich echt uitgesloofd in de keuken en serveert een heerlijk drie gangen diner. Dat hij handig in de keuken is hebben we al gemerkt met het ontbijt, verre van standaard en echt lekker. Bob en Elisabeth, de Amerikaanse vrienden brengen al jaren de wintermaanden door in Antigua. Ze zijn in een nieuw appartement getrokken en nodigen Harvey en Diane uit om te komen kijken. Die menen dat ze vanwege hun gasten en een tien weken oude pup niet weg kunnen. Wij kunnen echter best alleen blijven en een avond op twee honden passen vinden we ook geen probleem. Ze hebben twee Rhodesian Ridgebacks, Izzy een 14 jaar oude dame, waar niet veel actie mee in zit en Chichi een zeer energieke speelse pup.
De derde dag wordt een klungel dag, ik ga verder met de Cuba aflevering van on blog en Max ververst olie en doet een noodreparatie aan mijn helm. Een bout en wat ringetjes moeten er voor zorgen dat het vizier blijft zitten tot we een nieuwe helm hebben gevonden. Hopelijk hebben we in Mexico meer geluk.
Harvey en Diane hebben ons aanbod aangenomen. We laten ’s avonds een pizza komen en passen op de honden. De beloofde wandeling is geen succes. Izzy heeft absoluut geen zin en Chichi vindt een wandeling met vage kennissen maar niets. Ze gaat midden op straat op haar kont zitten en komt pas weer in beweging als we terug naar het huis lopen. Binnen zijn we gelukkig dikke vrienden en verloopt de avond zonder problemen. Donderdag pakken we onze spullen en verkassen voor twee nachten naar San Pedro la Laguna, aan lago de Atitlán, het mooiste meer van Guatemala.
Harvey heeft ook wel zin in een tochtje met de motor en rijdt tot halverwege met ons mee. Het is een mooi rit, vooral de laatste kilometers, een afdaling met vele haarspeldbochten en een geweldig mooi uitzicht over het meer. San Pedro is een echt backpackers dorp, overspoeld door Amerikanen, toeristen en mensen die er een hotel of restaurant zijn gestart. Niet helemaal ons ding, maar we hebben de plaats vooral uitgezocht om de fotogenieke ligging. Helaas werkt het weer niet erg mee. De laaghangende bewolking zorgt er voor dat de bergen en vulkanen die het meer omlijsten de hele dag onzichtbaar blijven. Zaterdag is het stralend weer en krijgen we als we de weg terug omhoog rijden opnieuw een mooi uitzicht over het meer en omliggende bergen. Op het eerste stuk na nemen we andere weg terug naar Antigua, die minstens even mooi is dan de heenweg.
’s Middags organiseert een motorclub uit Guatemalastad een Harley festival in Antigua. Martijn is lid van deze club en we spreken af samen een biertje te gaan drinken. De kroeg zit bomvol vreemd uitgedoste Harley rijders. Twee keer doen we een poging Martijn te vinden tussen deze enge mannen, daarna geven we het op. Een kroeg vol motorrijders is normaal wel lachen, maar deze mannen zijn van een heel ander kaliber en zeker niet van het soort waar wij wel een biertje mee willen drinken.
In de vastentijd wordt er in Antigua iedere zondag een processie georganiseerd, die groter wordt naarmate Pasen dichterbij komt. Deze zondag is de tweede in rij, maar hetgeen wij ervan zien is al indrukwekkend. De straten in het centrum worden versierd met tapijten, gemaakt van bloemen, groenten, fruit en gekleurd zaagsel. Het is mooi om te zien hoe deze prachtige tapijten door jong en oud samen worden gemaakt. Tegen tweeën begint de processie. Een grote stoet mensen, waarvan velen in paarse gewaden, beweegt langzaam door de stad om ’s avonds om acht uur te eindigen in de buurt van de Plaza. Hierbij lopen ze dwars over de kunstwerken heen. Mannen met bezems en een veegwagen sluiten de stoet en vegen de straten schoon. De week erop vindt er weer een processie plaats met compleet nieuwe kunstwerken, steeds groter en mooier, tot Semana Santa, de heilige week. In de week vindt de grootste processie plaats die 24 uur duurt.
Wij zijn ’s middags uitgenodigd om met Harvey en Diane een biertje te gaan drinken bij een brouwerij een eindje buiten de stad. Een soort proeverij van vijf verschillende bieren die daar worden gemaakt. Doordat Harvey wat laat terug is van zijn maandelijkse boodschappenronde in de hoofdstad, vertrekken we aan de late kant naar de brouwerij en zijn helaas te laat terug in het centrum om de slotfase van de processie te kunnen zien.
Maandagavond krijgen we een afscheidsdiner aangeboden en opnieuw heeft Harvey weer zijn uiterste best gedaan wat lekkers op tafel te zetten. Ze vertellen dat ze in juni een paar weken naar Amerika willen gaan, maar niet weten dit door kan gaan omdat het niet zeker is of hun vaste oppas tijd heeft. Of wij eventueel zin hebben om een paar weken op twee honden en een huis te passen. Mocht het nodig zijn willen we dat met alle plezier doen, mits alles goed verloopt aan de grens. We zijn er niet zeker van of het is toegestaan Guatemala twee keer binnen een half jaar in te reizen.
Dinsdag hebben we een rit gepland naar Quetzaltenango. Er zijn twee opties en op advies van Harvey nemen we de lange route. Deze begint heel mooi, met een onverharde weg door de bergen. Helaas verandert het pad al snel in rul zand en met de vorige valpartijen nog vers in het geheugen besluiten we om te draaien. Wat volgt is niet bijster interessant, slecht wegdek, veel verkeer en geen mooie natuur. De dag erna rijden we een verrassend mooi deel van de Panamericana tot het plaatsje la Democracia, een kwartier rijden voor de grens met Mexico. Hier brengen we onze voorlopig laatste nacht in Guatemala door. Harvey heeft laten weten dat hun oppas is verhinderd dus als het de volgende dag aan de grens goed verloopt komen we begin juni weer terug.
En het gaat allemaal prima. De Guatemaleske beambte spreekt gelukkig Engels, wat het wat eenvoudiger maakt om het een en ander te vragen. Ze garandeert ons dat ons 90 dagen visum wordt opgeschort en we over tweeënhalve maand zonder problemen het land weer in kunnen. Ook de Mexicaanse kant levert geen problemen op. Nadat er 50 dollar is betaald en er een borg van 400 dollar is gereserveerd op onze creditkaart rijden we voor de tweede keer Mexico in.



Geschreven door

Al 7 reacties bij dit reisverslag

Gaaf verhaal en foto's!! Leuk om jullie kijk op de zeilreis te lezen haha. Guatemala belooft wat zo te lezen, we hebben er ook alweer zin in. Goeie reis verder!

Majlits 2019-04-28 20:56:40

Ja weer geweldig om te lezen en mooie foto's. Alles gelukkig goed afgelopen. Heel veel geluk en plezier weer toegewenst.

Marion 2019-04-28 23:41:20

Ziet er geweldig uit . Houdt hem binnen de lijntjes. Groetjes van ons.

Chantal &Dennis 2019-04-29 07:12:49

Wauw wat een prachtige fotos en een mooi verhaal weer lekker blijven genieten dikke knuff jo 😘😘

Jootje 2019-04-30 21:11:30

Wat een beleving weer genoten van de verhalen en mooie foto,s. Goede reis verder.

Ans Overgoor 2019-05-01 18:46:42

Wat een boeiend verhaal weer en dan met die prachtige beelden erbij, helemaal geweldig. Goede reis en doe voorzichtig.

Bennie Overgoor 2019-05-01 19:49:27

Wat een avontuur zeg. Gelukkig komen jullie elke weer vriendelijke hulpwaardige mensen tegen en mooie plekken. Echt fijn om te lezen en met die foto's erbij maakt jou verhaal het compleet. Vraag me af hoeveel kilometers Hugo er nu op heeft zitten en dat er nog vele veilige kilometers bij komen. Misschien lezen we dat de volgende keer wel ;)

Ineke Mensink 2019-05-05 15:24:54
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.