Noord Peru van Lima tot Máncora

Peru, Barranca

Vanaf Lima volgen we nog een dag de Pan American. We willen naar Huaraz, een stad hoog in de Andes, maar voor een rit van een dag is dat wat teveel van het goede.
We eindigen in Barranca, zo’n 200 kilometer boven Lima. Over de snelweg geen grote afstand, maar met een twee uur durende rit om alleen maar de stad uit te komen, wordt het toch een goed gevulde dag.
Het motel waar we terecht komen is een voormalig love-motel. Het motel heeft 13 kamers en het terrein waar het is gevestigd is compleet ommuurd en daarnaast is elke kamer voorzien van een schutting en een poort. Lekker discreet, maar vooral een hele veilige parkeerplaats.
In de omgeving van Barranca ligt de heilige stad Sagrada de Caral, een van de oudste beschavingen ter wereld. Onze gastvrouw is erg enthousiast over deze plek, volgens haar iets wat moeten zien, dus we besluiten twee nachten te blijven zodat we de volgende dag de heilige stad kunnen bezoeken.
De archeologische plek is prachtig gelegen in de vallei van Supe. In tegenstelling tot wat onze gastvrouw beweerde mogen we niet alleen over de vindplaats lopen. We zijn verplicht on aan te sluiten bij een groep. In dit deel van Peru komen niet veel buitenlandse toeristen, de gidsen spreken geen Engels, dus de uitleg wordt alleen in het Spaans gegeven. Na half uur haken we af, we verstaan er zo goed als niets van. Daarbij moet je voor de archeologische vondsten wel heel erg veel fantasie hebben, wil je er een voorstelling van kunnen maken. Helaas, Sagrada de Caral is niet aan ons besteed.
De volgende dag keren we weer terug naar de bergen, een bijzonder mooie route, van zeeniveau, naar 4800 meter om uiteindelijk te eindigen op ruim 3000 meter in de stad Huaraz.
Door de enorme hoogteverschillen zien we ook weer heel verschillende landschappen in diverse klimaatzones. Tijdens een fotomoment blijkt dat er een probleem met Hugo is. Een kering van de voorvork is lek, en de linker poot verliest veel olie. We zullen in Huaraz opzoek moeten naar een monteur.
Via de superhandige en veelgebruikte app i-overlander komen we terecht bij Herbert, een fanatiek motorrijder met kennis van grote motoren. Herbert is een vriendelijke vent die meteen tijd voor ons maakt. We kunnen Hugo direct achterlaten en halen hem woensdagochtend in goede conditie op, waarna we de tocht door de Andes weer kunnen vervolgen.
Huaraz is het centrum van de groene vallei Callejon de Huaylas, gelegen aan de Rio Santa en ingeklemd tussen de Cordillera Blanca en Cordillera Negra, een witte en zwarte bergketen.
Vanuit Huaraz hebben we een rondrit van twee dagen gepland door het Parque Nacional Huascarán, wat in de Cordillera Blanca ligt. Het is een geweldig mooi natuurgebied met een groot aantal gletsjermeren en bergtoppen van boven de 6000 meter. Eén ervan is de Huascarán, met 6768 meter de hoogste berg van Peru. Het is geen makkelijke rit en niet geheel ongevaarlijk, maar zo ontzettend mooi, met spierwitte bergtoppen tegen een prachtige blauwe hemel.
Het eindpunt van de eerste dag is een hostel midden tussen de indrukwekkende bergen.
Amanda, de gastvrouw, kookt een heerlijke maaltijd voor ons en na het eten duiken we heerlijk vroeg het bed in. Het is zo koud dat we graag onder de wol kruipen en een boerennacht maken.
De volgende ochtend krijgen we een stevig boeren ontbijt voorgezet. Stukjes gebraden rundvlees in een jus van tomaat, paprika, ui en knoflook, geserveerd met vers brood. Hier kunnen we wel even op teren.
Het vervolg van de rit is opnieuw geweldig mooi en pittig, over een zeer slechte weg, waarbij de gemiddelde snelheid op zo’n 20 kilometer blijft steken.
Na een vermoeiende dag arriveren we laat in de middag in Yungay en zijn blij dat we al snel een hotel hebben gevonden, dat er geen water is nemen we maar voor lief. Als we water zouden willen moeten we weer op de motor, want het hele dorp zit zonder. Centraal in het dorp staat een grote tankwagen waar voor inwoners emmers water uit worden getapt. Ook de hotelgasten krijgen zo’n emmer, met niet geheel zuiver water. Prima om het toilet mee door te spoelen, voor wassen en tandenpoetsen halen we toch maar een paar flessen mineraalwater.
De volgende dag rijden we naar Caraz, een dorp tien kilometer verderop en kijken daar voor een ontbijt én een hostel. De rit was precies lang genoeg om de plannen voor deze dag te wijzigen.
Als we wat hebben gegeten en onze bagage gedropt bij een hostel, gaan we op pad naar de Cañon del Pato. Deze kloof is een vervolg op de Callejón de Huaylas, ook gevormd door de Rio Santa. Over een afstand van drie kilometer is de kloof amper twaalf meter breed en de wanden stijgen meer dan 60 meter De route door de kloof is zo’n veertig kilometer en gaat door vijfendertig tunnels. Spannend, want geen van de tunnels heeft verlichting, zijn allen eenbaans en de meesten zijn zolang dat je niet kunt zien of er een tegenligger onderweg is. Weggebruikers waarschuwen elkaar door te toeteren. Zowel de heen,- als terugreis verloopt dit zonder problemen, slechts één keer komen we een vrachtwagen tegen die was vergeten te toeteren en daarom een stukje achteruit moet om ons doorgang te verlenen. Toch verloopt niet de hele rit vlekkeloos… Als we de heenweg alle tunnels hebben gehad volgt als afsluiter een haarspeldbocht, rechts naar beneden. Halverwege de bocht komt er ineens een trucker binnendoor en moet Max vol in de remmen. Doordat we schuin in de bocht hangen is er geen grip meer en gaan we met Hugo aan de grond. We eindigen nog geen halve meter voor het achterwiel van de vrachtwagen. Gelukkig reden we niet hard en kunnen we beiden zonder problemen opstaan. Ook Hugo heeft geen schade. De vrachtwagenchauffeur, bezorgd als hij is, rijdt na een korte aarzeling gewoon verder!! Een geluk voor de man dat we hem de terugweg niet meer hebben gezien. Nu de motor toch al op straat ligt, gebruiken we de situatie voor een fotosessie. Het Márquez gevoel! Het grote verschil is dat Marc Márquez van de motor af kruipt en Max Márquez erop.
De tweede dag in Caraz besteden we aan een bezoek aan Laguna Parón, een drieëndertig kilometer lange rit over zand en keien, van 2500 naar 4400 meter. Een rit waar we ruim anderhalf uur over doen, maar absoluut de moeite waard is. Omringd door besneeuwde bergtoppen ligt een prachtig mooi turquoise meer, Het is het grootste meer in de Cordilla Blanca, gevormd door het smeltend ijs van de sneeuwtoppen in de buurt. En dat zijn er nogal wat, rond het meer liggen meer dan tien toppen, variërend in hoogte van 5600 tot 6395 meter.
Na deze twee fantastische dagen verlaten we Caraz en gaan verder naar de kustplaats Chimbote.
Er zijn twee routes richting de kust. Op advies van het echtpaar dat het hostel runt nemen ruta 104.
Volgens hen heeft deze weg de mooiste uitzichten en is goed te rijden, met uitzondering van de eerste twintig kilometer. Dat stuk is onverhard, maar zeker niet slechter dan de weg naar Laguna Parón. Niet voor het eerste ondervinden we dat advies van mensen die geen motor ervaring hebben, slecht advies is. De eerste vijfendertig kilometer gaan omhoog van 2500 naar 4500 meter en de weg is volledig kapot gereden door vrachtverkeer van en naar een mijn hoog in de bergen. De scherpe bochten liggen vol met rul zand en diepe gaten, waardoor iedere bocht weer een nieuwe uitdaging is en ik voldoende beweging krijg door bij een groot aantal bochten voor de zekerheid maar even af te stappen. Eenmaal begonnen ga je niet meer terug, zeker niet omdat je niet weet hoe lang de weg zo blijft, maar hadden we dit van te voren geweten… Over de uitzichten is niets gelogen. De steile weg omhoog geeft een fantastische view over de Cordillera Blanca, met de 5947 meter hoge Alpomayo, ooit uitgeroepen tot de mooiste berg ter wereld. Wanneer we na vijfendertig kilometer het hoogste punt hebben bereikt volgen honderdvijftig kilometer berglandschap, waarbij we geleidelijk afdalen richting de kust.
Opnieuw een dag vullend programma. In Zuid-Amerika is vragen naar afstand niet interessant, belangrijker is de duur van een rit. Een uurtje of zeven druk zijn met een rit van 180 kilometer zegt veel over de staat of de moeilijkheidsgraad van de weg.
Van Chimbote volgt een korte rit over de Pan American naar het surfers dorp Huanchaco, waar we vroeg in de middag aankomen. Nadat we zijn ingecheckt gaan we op pad voor een late lunch en maken een wandeling over de boulevard, die vol staat met kraampjes waar souvenirs en handgemaakte sierraden worden verkocht. De kademuur dient als steun voor de vele rieten vissersboten, welke vooral worden gebruikt om toeristen in rond te varen.
Als we uit zijn gewandeld en terug willen lopen naar ons hostel zien we een motor van een overlander staan. De motor heeft een Duits kenteken dus lopen we er even heen om te kijken of we een praatje kunnen maken met de eigenaar. Deze zit op een muurtje te kletsen met een Engels echtpaar, ook overlanders onderweg met de motor. Robert komt uit de buurt van München, hij reist drie maanden door de noordelijke landen van Zuid-Amerika. Het Engelse stel is niet geheel onbekend. Het zijn Steve en Janette, al vier jaar onderweg en van hun belevenissen hebben we al het één en ander gelezen op het internet, voordat we aan ons eigen avontuur begonnen. Er worden over en weer ervaringen uitgewisseld en voor we het weten zijn we twee uur verder. We spreken af om ’s avonds gezamenlijk een hapje te gaan eten en daar verder te kletsen. Robert komt helaas niet opdagen, maar Steve en Janette hebben Ian meegenomen. Ian komt oorspronkelijk uit Wales, woont al meer dan twintig jaar in Canada en reist moment in z’n eentje door Zuid-Amerika. Steve en Janette reizen heel gemoedelijk. Ze zijn vier jaar geleden gestart in Alaska en een paar weken geleden aangekomen in Peru. Die zijn nog jaren onderweg voor ze al hun plannen hebben verwezenlijkt. Ian trekt een jaar uit voor heel Zuid-Amerika. Hij heeft wat problemen met zijn motor gehad en na ruim drie weken wachten op onderdelen kan hij morgen eindelijk zijn reis weer vervolgen. Het zit hem niet echt mee. Twee dagen na zijn vertrek heeft hij opnieuw een defect aan zijn motor en ruim een week later krijgen we een bericht dat hij door slecht zicht en nog slechtere weg ten val is gekomen en twee ribben heeft gebroken. Opnieuw een onderbreking van een paar weken.
Na een hele gezellige avond besluiten we er een nachtje bij aan te knopen en nog een avond met Steve en Janette door te brengen. Daarna zijn we nog steeds niet uitgepraat, maar gaan we wel verder, opnieuw het binnenland in. We hebben een rit gepland via het hooggebergte naar de amazones en weer terug naar de kust. Een rit van een week door prachtige natuur, over veelal slechte wegen. Wederom veel variatie in vegetatie en klimaat en overnachtingen op leuke en minder leuke plekken.
De tweede nacht verblijven we in hotel Krisant in Cajabamba, een niet erg leuke plaats, maar een prima hotel met een “secure parking” in een soort schuur naast het hotel. Gezellig tussen de kippen en een hoop rotzooi. Wanneer ik de volgende dag het hotel ga betalen, haalt Max Hugo uit z’n stalling. Binnen een paar minuten komt hij witheet weer terug. De motor stond niet meer op de plek waar die is achtergelaten, ondanks dat hij op het stuurslot stond hebben ze hem verplaatst. Daarnaast zit die onder het cement. Niet iets wat je verwacht bij een veilige parkeerplaats.
Het geluk wil dat de receptioniste niet één van de snelste is en ik nog niet heb betaald. Dat gaan we niet meer doen, ook niet nadat de receptioniste naar buiten komt met een doekje om de motor schoon te poetsen. Er wordt wat heen en weer gebeld, er volgen verontschuldigingen en we kunnen vertrekken zonder te betalen.
In Chachapoyas, de hoofdstad van het departement Amazonas, zijn we van plan een paar dagen te blijven. Het is een leuke plaats en in de omgeving zijn nog een aantal interessante plekken om te bezoeken. We komen aan op zaterdag, wat de eerste dag is van een feest ter ere van het toerisme.
Een feest dat de hele week duurt, met muziek van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Om half zeven worden we gewekt door de drumband die door het centrum trekt en om zeker te weten dat iedereen wakker is wordt er ook nog vuurwerk afgestoken. Dit ritueel schijnt zich een week lang iedere ochtend te herhalen. Het is ons niet geheel duidelijk of het een feest is ter ere van het toerisme of om de toerist weg te jagen, wij hebber er in elk geval na twee dagen genoeg van en gaan verder.
Na een geweldig mooie rit komen we woensdag aan in Piura, een moderne stad, zo’n zestig kilometer voor de kust. Geen plaats waar veel te beleven is, maar we hebben een leuk appartementje weten te vinden in een rustige wijk, waar het heerlijk is om een paar dagen te blijven. Foto’s en blog bij werken, de was doen en uitzoeken hoe we aan nieuwe spaken voor het achterwiel van Hugo kunnen komen. We missen er al een tijdje twee en vanaf het moment dat we in Kazachstan de eerste zijn verloren zijn wel al opzoek naar nieuwe spaken. Tot zover zonder resultaat. Het lijkt onmogelijk deze in Zuid-Amerika te kopen, geen enkele dealer heeft ze in huis. Als ze al willen helpen moet er een complete set worden besteld in Amerika, die we vooraf moeten betalen en vervolgens minimaal tien dagen op moeten wachten.
Wie kiezen voor een andere optie en plaatsen een bestelling in Duitsland, deze zal dan via Nederland naar Ecuador gaan. Daar zouden we het pakket aan kunnen laten komen bij een DHL vestiging, waar we die zelf af gaan halen.
Naast spaken hebben we ook een order geplaatst voor nieuwe stickers. In Peru rijden enorm veel motortaxi’s (tuctuc) die allemaal worden voorzien van prachtige stickers, ook motoren worden van een vaag Chinees merk omgetoverd naar een Honda of Suzuki. Elke plaats heeft dan ook wel een bedrijfje waar stickers worden gemaakt. Deze zijn, in tegenstelling tot onze sticker, weer bestendig. Die van ons hebben een levensduur van maximaal twee weken, daarna vallen ze van de motor af. We zijn zelf de grootste afnemers. Ze zijn heel mooi, maar je durft ze met goed fatsoen niet uit te delen.
Hier maken ze er echt werk van. Als we het voorbeeld laten zien, wordt er enthousiast op gereageerd. Kunnen ze maken, geen probleem, prijs voor vijftig stickers is 80 Soles, zo’n € 20,-
Als we over een half uurtje terug komen kunnen we het voorbeeld beoordelen. Het is Zuid-Amerika, dus maken we er een uur van en als we terug komen plakken we er nog een uurtje bij aan.
Het is dan ook veel meer werk dan we hadden verwacht. De jongens kunnen geen stickers printen die uit meerder kleuren bestaan, deze worden opgebouwd uit verschillende lagen. De ondergrond is zwart, hier wordt een oranje motor opgeplakt en witte letters. Wat een werk. Het materiaal zal niet veel kosten, maar het arbeidsloon is ook niet erg hoog. Het resultaat mag er wezen. Maar goed ook, want na al het werk dat ze hebben gedaan om een voorbeeld te maken durven we bijna geen nee meer te zeggen. We plaatsen en betalen de bestelling en kunnen deze de volgende dag om drie uur ophalen. Opnieuw houden we het maar wat ruimer aan, wat weer een goede inschatting is. Als we tegen vijven aankomen zijn ze nog druk bezig met het samenstellen van de stickers.
Na een half uurtje krijgen we een groot vel met vijftig stickers mee, waar we zelf nog even mee aan de slag moeten voor de finishing touch en er losse stickers van te maken.
Piura ligt driehonderd kilometer voor de grens met Ecuador, wat via de Pan American goed binnen een dag te doen is. Maar als we op maandag verder gaan zijn we nog niet helemaal klaar met Peru. We maken nog een stop in Máncora, een kustplaats iets minder dan tweehonderd kilometer verderop. Máncora is een populaire bestemming voor surfers, een aaneenschakeling van hostels, restaurants, afgewisseld met souvenirshops. We vinden een kleine cabaña boven op een heuvel met uitzicht over het dorp en de oceaan, weg van de drukte en het lawaai. We blijven twee dagen en gaan dan verder en nemen afscheid van Peru. Wat een geweldig mooi land, met een enorme diversiteit in landschappen en klimaat. Volgens de geleerden heeft Peru achtentwintig klimaten van de tweeëndertig die er over de hele wereld onderscheiden worden. Daar hebben wij een flink aantal van mogen ervaren.
Een paar kilometer voor de grens rent er iets over de straat, waarvan we in eerste instantie denken dat het een kleine krokodil is. Dichterbij gekomen blijkt het een leguaan te zijn. Deze blijft precies lang genoeg zitten om er een foto van te maken. Een leuke afsluiter!


Geschreven door

Al 8 reacties bij dit reisverslag

Wederom prachtig verhaal en avontuur. Succes en veel plezier.

Maurice duenk 2018-09-30 09:40:55

Nice!

Henk Bolk 2018-09-30 11:27:22

Weer en prachtig verhaal. Leuk all die ontmoetingen met mensen die hetzelfde doen als jullie en zeker spannend om hun belevenis en ervaringen te horen. Ook nog als je al l via internet wat van hun hebt gelezen en deze dan ook echt ontmoet.

Nathalie 2018-09-30 12:02:08

Gelukkig hebben jullie niks gebroken na die val. Zo zie je maar weer hoe kwetsbaar je kan zijn. Weer mooie foto's zeker die van jullie topmodel :) Blijf jullie verhalen prachtig vinden en fijn om te lezen. Goeie reis verder samen.

Ineke Mensink 2018-09-30 14:14:41

Heerlijke blog weer! Gelukkig alleen een verhaal overgehouden aan de val.... brrr... Prachtige foto's Sabine! De bergen blijven fascinerend mooi <3 Lieve groetjes xx

Francis 2018-09-30 15:08:00

Weer geweldig om te lezen en blij dat alles goed is gegaan. Wat een mooie foto's.

Marion 2018-10-01 12:32:10

Weer erg genoten van de verhalen en prachtige foto,s. Blijf voorzichtig en geniet.

Ans Overgoor. 2018-10-02 13:20:34

Wat een prachtig en angstig verhaal kiek moar goed uut met zun beije super foto’s lekker blijven genieten gr dikke knuff jo

Jo 2018-10-05 21:00:16
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.