Kleurrijk Ecuador

Ecuador, Machala

In tegenstelling tot wat we de laatste tijd hebben gezien is de grensovergang tussen Peru en Ecuador groot en modern. Ook zijn er twee controleposten, voor in-, en uitgaand verkeer, wat in dit geval heel gunstig is. Door de slechte politieke en economische situatie in Venezuela zijn er veel mensen op de vlucht, op zoek naar een beter leven in een ander Zuid-Amerikaans land. Dit veroorzaakt grote drukte bij de grenzen, wachttijden van 6 tot 8 uur zouden geen uitzondering zijn.
Wanneer we de grenspost voor het inkomende verkeer naar Peru passeren staat daar dan ook een lange rij wachtenden. Het land uit is geen enkel probleem, we hebben slechts een paar mensen voor ons. Dit zou met een half uurtje bekeken kunnen zijn, maar omdat we in de lunchpauze arriveren wordt het een uurtje langer.
Wanneer we Ecuador inrijden krijgen we de indruk dat dit land meer wat meer ontwikkeld is dan Peru. Huizen ogen meer verzorgt en men schenkt aandacht aan de buitenboel. De wegen zien er goed uit en we passeren zelfs een oefenterrein waar rijles wordt gegeven, wat ons hoopvol stemt over de rijkunsten van de Ecuadorianen. Verder lijkt het land een grote bananenplantage, met op de achtergrond de bergen van de Andes.
Onze eerste plek waar we overnachten wordt Machala, de vijfde stad van Ecuador en een belangrijk handelscentrum voor bananen koffie en cacao.
Het is in een stad nog wel eens een uitdaging om een hotel te vinden met een goede parkeerplaats en dat is ook nu het geval, maar na een tijdje zoeken vinden we toch een redelijk onderkomen.
Als we ’s avonds de stad in lopen om wat te gaan eten, valt ons op dat winkels en restaurants die geopend zijn de deuren dicht hebben. Het is de bedoeling dat je aanbelt om binnen te worden gelaten. Ziet er niet erg vriendelijk uit en we vragen ons af of het hier allemaal we zo veilig is.
We komen terecht bij een klein restaurant waar we lekkere burritos eten, maar als we terug naar het hotel lopen voel ik al dat het eten niet echt goed is gevallen. Ik krijg buikpijn en neigingen tot overgeven. Alles blijft binnen, maar ik blijf hier de hele volgende dag last van houden. Hopelijk is dit niet tekenend voor de Ecuadoraanse keuken.
De volgende dag rijden we verder naar Guayaquil, met 2,3 miljoen inwoners de grootste en meest geïndustrialiseerde stad van Ecuador en het centrum van de visserij. De stad werd lange tijd geteisterd door criminaliteit, wat men onder andere probeerde te bestrijden door aandacht voor toerisme. Dit was een impuls voor de economie en heeft de sfeer in de stad verbeterd. In 2000 werd de drie kilometer lange Boulevard Malecon 2000 geopend, een moderne promenade met een park, winkels, attracties en vooral heel veel fastfood. Dit werd een echte toeristentrekker. Ook in het centrum van de stad struikel je over de fastfoodrestaurants. De afstand van ons hotel naar het centrum is zo’n drie kilometer en tijdens deze wandeling passeren we maar liefs zes KFC vestigingen. Op een heuvel aan het eind van de boulevard ligt de vrolijk gekleurde wijk Las Penas, voorheen een arm, gevaarlijk deel van de stad en na een renovatie omgetoverd tot een toeristische trekpleister vol restaurantjes en souvenirshops. Het zijn sfeervolle straatjes met pastelkleuring panden en bovenaan de heuvel (444 treden) kom je uit op een plein met een kerkje, een vuurtoren en een mooi uitzicht over de stad. Het klimaat in Guayaquil is tropisch, de middag dat wij naar boven wandelen ligt de temperatuur ruim boven de vijfentwintig graden, wat er voor zorgt dat we de rug goed nat hebben als we bij de vuurtoren aangekomen zijn. Op weg naar beneden komen we bouwvakkers tegen die, met een stapel van acht tot tien stenen, zonder veel problemen van tree 1 tot ongeveer 200 lopen en dat waarschijnlijk uren achter elkaar. Wat zijn wij toch een mietjes.
We zijn nog steeds in afwachting van de spaken voor Hugo en ons idee was deze aan te laten komen bij een DHL vestiging in Guayaquil. Omdat we veel sneller in Guayaquil zijn dan we hadden verwacht en dit geen geschikte plek vinden om een week of twee te wachten, plannen we een rondrit vanaf de kust de Andes in en daarna weer terug naar Guayaquil. Hier zouden we wel twee weken zoet mee kunnen zijn.
Vanuit Guayaquil rijden we de, niet erg interessante weg naar de kust. In de kuststreek passeren we dorpjes met armoedige huizen en drukbezochte badplaatsen met luxe hotels en prachtige villa’s, de contrasten zijn groot. Tijdens een tankbeurt ontdekt Max dat uit het achterwiel een derde spaak mist. Nu wordt het kritiek, het is zeker niet verstandig nu nog een rondrit van een paar honderd kilometer te maken. Vanavond de plannen maar weer eens omgooien.
We rijden nog een klein uur verder en eindigen de dag in de badplaats Montañita, een populaire surf bestemming. Net buiten het dorp vinden we een leuk hotel, misschien wel een geschikte plek om een tijdje te verblijven. Daan denken we ’s avonds toch wel anders over. Het dorp draait puur op toerisme en het stikt er van de restaurants en barretjes. Het prijsniveau ligt aanzienlijk hoger dan in Guayaquil. Als we na het eten op een terrasje gaan zitten en daar een Corona willen drinken zien we tot onze schrik dat ze voor zo’n flesje zes dollar durven te vragen. Daar gaat de dorst wel van over, we bedanken vriendelijk en stappen weer op.
Ondertussen zijn de spaken in Ulft aangekomen, maar is het nog niet gelukt deze op te sturen naar Ecuador. Op de website van DHL lijkt dit allemaal zeer eenvoudig, maar de praktijk is anders.
Onze vriendin Dorien heeft bij verschillende DHL vestigingen het pakket aangeboden voor verzending naar Ecuador, maar een land buiten Europa blijkt net iets te lastig. Samen met Dorien, lang leve WhatsApp, maak ik de volgende dag een verzendetiket aan met een afleveradres in Puerto Lopéz. Daar hebben we een leuke cabaña gevonden, compleet met keukentje, die de komende week beschikbaar is. De site van DHL Express vermeld een transittijd van 2 -3 dagen, het zal vast iets langer gaan duren, dus boeken we direct zeven nachten. Het pakket zal de volgende dag (dinsdag) af worden gehaald in Ulft. Wij vertrekken die dag naar Puero Lopéz, zo’n veertig kilometer verderop. Het is een traditioneel vissersdorp, nog niet ontdekt door het massa toerisme. De cabaña die we hebben geboekt ligt in de heuvels, weg van het lawaai en de drukte van het dorp.
Het is een leuk ingericht huisje met een klein keukentje en een veranda met een zitje. Op het terrein staat verder een huis waar de eigenaren wonen, een bar met terras en een tweede cabaña in aanbouw. De eigenaren zijn Franco, van oorsprong Italiaan, maar opgegroeid in Zwitserland en zijn vrouw Laura, een Ecuadoraanse die dertig jaar in Zwitserland heeft gewoond.
Samen zijn ze drie jaar geleden naar Ecuador verhuisd om daar te genieten van een zorgeloze oude dag. In eerst instantie vestigen ze zich in de kustplaats Canoa, waar ze hun complete vermogen in een aantal nieuw te bouwen appartementen steken. Eén voor hun zelf en de rest voor verhuur, niet voor toeristen, maar permanente bewoning. April 2016, op het moment dat het complex zo goed als klaar is en de eerste woning verhuurd is, wordt Ecuador getroffen door een zware aardbeving. De stad Canoa wordt voor 80% verwoest, zo ook de nieuwe appartementen van Franco en Laura. In één klap zijn ze zo goed als alles kwijt. Het eerste jaar blijven ze in Canoa om te helpen met de wederopbouw. In die tijd weten ze hun grond te verkopen en van dat geld kopen ze een stuk grond in Puerto Lopéz, waar ze proberen een nieuw bestaan op te bouwen. Tot zover is ze dit redelijk gelukt. Wat er staat ziet er netjes uit. De verhuur van het ene huisje loopt aardig en Franco maakt heerlijke pizza’s die het best goed doen, maar het is zeker geen vetpot. Lichtpuntje is dat Franco over twee jaar pensioen uit Zwitserland gaat ontvangen, wat voor Ecuadoraanse begrippen een bak geld is en kunnen ze alsnog gaan genieten van die zorgeloze oude dag.
Ons verblijf staat behoorlijk in het teken van het te ontvangen pakketje. De eerste paar dagen is het geen probleem om er op uit te gaan, maar na het weekend zullen we toch in de buurt moeten blijven om het doosje in ontvangst te kunnen nemen.
Tot onze verbazing zien we dat het pakket op vrijdag nog in Amsterdam ligt, de 2 tot 3 dagen zijn al om en het doosje heeft het land nog niet eens verlaten. DHL Ecuador heeft ons al wel vast een mail gestuurd met vragen over de inhoud van pakket. Er is onduidelijkheid ontstaan doordat een medewerker van DHL spaken heeft vertaald in radios in plaats van rayos. Het maakt nogal verschil of je een radio of een spaak wilt invoeren. De communicatie gaat in het Spaans, niet heel erg handig. Gelukkig wil Juan Pablo, een neef van Laura die tijdelijk bij hun woont, deze en de drie daar opvolgende e-mails voor ons beantwoorden.
Ondertussen is er nog een pakket voor ons onderweg naar Puerto Lopéz. Voor we aan onze reis begonnen hebben we redelijk geïnvesteerd in motorkleding. Voor mij hebben we een 4-seizoenen pak aangeschaft van het Duits merk Held. Een mooi pak, maar wat de kwaliteit betreft een grote miskoop. Een aantal risten van zowel de broek als de jas hebben het inmiddels begeven, de Gore-tex binnenjas is kapot en de rode delen zijn veranderd in vies roze. Dit zou niet mogen met pak uit deze prijsklasse. Zonder verder ergens om te vragen hebben we een mail gestuurd naar de klantenservice met daarin een uitgebreide gebruikersreview voorzien van foto’s, wat misschien van pas zou kunnen komen bij het (door)ontwikkelen van nieuwe motorkleding. Uit een eerdere ervaring met Held weten we dat ze geen geweldige service verlenen, dus verwachten we ook niets. Tot onze grote verrassing hebben we nu een meer servicegericht persoon te pakken. Na wat heen en weer mailen is deze man bereid een heel nieuw pak op te sturen. En dan ook nog één die kwalitatief nog net weer een stapje hoger ligt dan de mijne. Op zo’n reactie hadden we niet durven dromen. De timing is ook goed, nu we toch moeten wachten op de spaken. In tussentijd vermaken we ons met strandwandelingen en brengen een bezoek aan het opvangcentrum voor zeeschildpadden en zeevogels. Aan het strand, een eindje buiten het dorp, is een loods ingericht met een stuk of twintig bassins, bestemd voor zeeschildpadden. Niet elk bassin is bezet, maar in de meeste zwemt een kleine of een grote volwassen schildpad. Daarnaast lopen er een aantal blauwvoet Jan van Genten rond. De beesten hebben plastic gegeten of zijn gewond geraakt doordat ze bijvoorbeeld verstrikt zijn geraakt in achtergebleven netten van vissers. Vrijwilligers struinen de stranden af opzoek naar gewonde dieren, maar de beesten worden ook gebracht door vissers of mensen die ze vinden tijdens een wandeling. De dieren worden verzorgd tot ze volledig zijn hersteld en worden daarna terug gezet in de natuur.
Om de blauwvoet Jan van Genten in hun natuurlijke omgeving te aanschouwen maken we een boottocht naar Isla de la Plata, een eiland zo’n veertig kilometer uit de kust, dat ook wel de Galápagos de los pobres (Galápagos voor de armen) wordt genoemd. Tijdens zo’n boottocht is de kans groot dat je bultruggen te zien krijgt. Deze walvissen leven een groot deel van het jaar in Antarctica, maar van juni tot en met september verblijven ze in de oceaan voor de kust van Ecuador en Peru. Ze komen naar de warmere wateren om te paren en jongen te krijgen en keren eind september weer terug naar Antarctica. Het is al eind september en de walvissen zullen de kalender vast niet exact volgen, dus het zou kunnen dat ze alweer op de weg terug zijn.
Samen met veertien andere toeristen, waarvan heel toevallig vijf Nederlanders en een Belg, varen we naar Isla de la Plata. Zodra we de vissershaven hebben verlaten wordt de gaskraan losgegooid en gaat het plankgas richting het eiland. Door de snelheid komt de voorkant van de boot uit het water en de hele weg zit iedereen scheef, maar zeer geconcentreerd over het water te turen of er ook maar iets te zien is dat op een walvis lijkt. We hebben geluk, een paar kilometer voor de kust van Isla de la Plata zien we ineens water opspuiten en komt er een staart uit het water. De kapitein stuurt de boot zo dicht mogelijk naar de plek toe en we krijgen uitgebreid de tijd om de gigantische beesten te bekijken en te fotograferen. Helaas is er niet een zo enthousiast om uit het water te springen, maar we zien verschillende staarten opzwiepen en grote rugvinnen voorbij zwemmen. Iedereen is razend enthousiast bij het zien én horen van deze machtige beesten. Het geluid dat ze maken is heel bijzonder. De dag kan nu al niet meer stuk.
Op het eiland zijn paden aangelegd waarover we een wandeling maken van ongeveer twee kilometer door de droge, maar mooie natuur. Her en der zien we hagedissen wegschieten en echt overal zien we de blauwvoet Jan van Gent, ofwel blue-footed booby. Deze eilandvogels kennen geen natuurlijke vijanden en hebben niet het natuurlijke angstinstinct dat vogels op het vaste land wel hebben. Je kunt ze dan ook heel dicht naderen en goed van dichtbij bekijken. Het zijn grappige beesten, met hun vreemde helder blauwe poten en snavel. Naast de blauwvoet gent zijn er ook bruine genten die we zien jagen op vis door van grote hoogte de zee in te duiken en er is een grote kolonie fregatvogels, grote vogels, van ruim en meter lang en een spanwijdte van meer dan twee meter, die langs de prachtige rotskust van het eiland scheren.
Na de wandeling wordt op de boot een lunch geserveerd. Onder het eten vaart de boot een eindje weg van het eiland, naar een plek waar veel tropische vissen en zeeschildpadden zwemmen. Er is mogelijkheid tot snorkelen, maar het is niet erg warm en omdat we nog anderhalf uur terug moeten varen slaat ongeveer de helft van de groep over. De fel gekleurde vissen zijn vanaf de boot ook goed zichtbaar. Rond half drie zit iedereen weer in de boot en varen we terug naar Puerto Lopéz. Af en toe zien we nog een glimp van een bultrug, maar nu wordt er niet meer gestopt, we varen in een streep door. We kijken terug op een leuke, gezellige dag en een geweldige ervaring walvissen van zo dichtbij te mogen zien.
Inmiddels is het maandag en zijn de spaken aangeland in Guayaquil. Voor de douane is het nog steeds onduidelijk wat in het pakket zit en in plaats van een kijkje te gaan nemen, alle pakketten worden standaard geopend, wordt er nog maar eens een mail gestuurd. Onze tolk Juan Pablo beantwoord de mail en dit keer voegen we voor de zekerheid ook nog maar een afbeelding toe.
Vanaf nu lijkt het ons niet verstandig lang weg te blijven, mocht er een mail binnen komen willen we zo snel mogelijk reageren. Ook het pakket van Held is aangekomen in Guayaquil. Op woensdag krijgt Laura een telefoontje van FedEx over een pakket afkomstig uit Duitsland. Het betreft een doos van bijna zes kilo, wat niet is toegestaan, dit mag maximaal vier kilo zijn. Daarnaast heeft de afzender Held geen vergunning voor levering in Ecuador. Wanneer ze de zending in ontvangst wil nemen zal ze naar de hoofdstad Quito moeten om een vergunning te regelen, een kostbare en tijdrovende zaak en daarnaast moeten er nog invoerrechten à 400 dollar worden betaald. Laura legt uit dat het pakket bestemt is voor toeristen uit Nederland, die bij haar verblijven en dat het een garantielevering betreft, hierop zouden invoerrechten en vergunningen niet van toepassing zijn. We stellen voor dat FedEx het pakket opsplitst in twee dozen waarmee het gewicht en de rest van de problemen zouden worden opgelost. Hier wil men niet aan mee werken. Als we het niet in ontvangst willen nemen zouden we het pakket terug kunnen laten sturen naar Duitsland wat ergens tussen de vier,- en zeshonderd dollar zou kosten. Het pak heeft ons niets gekost, dus we weigeren de zending. Wat een tegenvaller, met die complexe regelgeving boren ze me een compleet nieuw pak door de neus.
Dezelfde dag wordt het doosje met spaken vrijgegeven door de douane. In plaats van dat het wordt afgeleverd verhuizen ze de doos naar Manta, een stad vijftig kilometer verderop.
Donderdag vraagt Laura of ze zich ermee mag bemoeien en belt naar DHL. Het pakket wordt vrijgegeven wanneer we $ 97,- overmaken naar DHL, importheffing en handelingskosten. Alsof € 125,- voor een “express” zending van nog geen kilo, niet genoeg is. Samen met Laura ga ik naar de bank en doe daar een contante betaling aan DHL. Vervolgens mailt Laura het betalingsbewijs naar DHL. Een uurtje later belt een medewerker van DHL met de mededeling dat de betaling akkoord is en het pakket gegarandeerd de volgende dag rond het middaguur wordt afgeleverd. Een garantie die niets waard blijkt te zijn als er de volgende dag om half vijf nog steeds geen spaken zijn. Tijd voor Laura om er nog maar eens een telefoontje aan te wagen. Fijn zo’n woordvoerster die erg goed van de woorden af kan komen. Het pakket blijkt overgeheveld te zijn naar een lokale koeriersdienst, ingepland voor levering aanstaande maandag. Laura en ik stappen in de auto en rijden naar het kantoor van de betreffende koeriersdienst om daar verhaal te halen. Met succes. Laura weet de medewerkster zover te krijgen de chauffeur te bellen die het pakketje in de auto heeft. Hij is al aan zijn weekend begonnen, maar is bereid om even terug te komen naar kantoor. Binnen vijf minuten staat hij er met het doosje. Of ik me even wil legitimeren en tekenen voor ontvangst. In alle haast ben ik vergeten mijn paspoort mee te nemen, maar op vertoon van een bankpas weten we de man te overtuigen dat het pakket voor ons is en krijg ik het mee. Met dank aan Laura hebben we onze expres zending na 11 dagen eindelijk in ons bezit. Zaterdag krijgt Hugo zijn nieuwe spaken en kunnen we zondag onze reis weer vervolgen. Ondanks het gezeur over de pakketten waren het geen vervelende dagen en hebben we genoten van ons verblijf bij Casa Azul.
Vanaf Puerto Lopéz rijden we landinwaarts richting Quilotoa en maken een stop in Quevedo. Een mooie rit door tropisch groene heuvels en over perfect asfalt. Quevedo ligt op zestig meter hoogte en vandaar af gaan we binnen een dag naar het op 3900 meter hoogte gelegen Quilotoa. Onderweg halen we wat lekkere koeken bij een bakker en stoppen op een mooie plek in de bergen om deze op te eten, ver van de bewoonde wereld. Wanneer we zitten te eten komen er uit het niets een jongetje en meisje in schooluniform voorbij gelopen. Verlegen vraagt de jongen of we iets te eten voor ze hebben. Aangedaan door deze vraag geven we onze laatste restjes koek aan de kinderen, we hadden ze graag meer willen geven.
Het gehucht Quilotoa is gebouwd bij het gelijknamige kratermeer en bestaat alleen uit hostels, restaurants en bedrijven die trektochten door de bergen verkopen.
We checken in bij een hostel en gaan daarna de omgeving verkennen. Het meer is prachtig om te zien, het heeft een diameter van vijf kilometer en het water heeft een groenachtige kleur die wordt veroorzaakt door opgeloste mineralen.
Na een paar weken op zeeniveau te hebben geleefd zijn we de hoogte ontwend en ondanks dat we veel water drinken hebben we last van de ijle lucht. In een dag bijna 4000 meter stijgen is teveel van het goede. Maar na een tijdje van het uitzicht te hebben genoten worden we overmoedig en dalen af, de krater in. Het zanderige pad gaat 280 meter steil naar beneden wat niet heel relaxed lopen is. Halverwege realiseren we ons dat, als we doorlopen tot het water, we nooit voor het donker weer boven zijn. We besluiten om te draaien. Was verstandig geweest als we als eens eerder hadden getest hoe het is om naar boven te lopen. Voetje voor voetje klimmen we naar boven en nemen om de twintig meter een rustmomentje om uit te hijgen. Als we door waren gelopen hadden ze ons waarschijnlijk met een paard uit de krater moeten halen. Terug bij het hostel is het niet mogelijk ons bezwete lijf af te spoelen. Het hele dorp zit zonder water. We krijgen een grote emmer koud water, wat goed is om de wc mee door te spoelen en een bakje warm water om ons mee te wassen. Zodra de zon zakt begint de temperatuur ook flink te dalen. Het zakt tot aan het vriespunt wat niet uitnodigt tot geplens met steenkoud water. Zaten we de vorige avond nog tot laat in de avond in een T-shirt op het terras, vanavond gaat de houtkachel aan en kruipen we onder een dik pak dekens.
Als we tanden gaan poetsen worden we voor de zoveelste keer verrast door de tandpasta die vanzelf de tube uit komt stromen, een raar iets wat wordt veroorzaakt door de hoogte.
Na Quilotoa volgt Baños. Het eerste deel van de rit is erg mooi, deze gaat door een prachtig berglandschap. Wanneer we weer wat meer in de bewoonde wereld komen wordt het minder spectaculair, maar nog altijd de moeite waard. Baños is één van de toeristische trekpleisters van Ecuador, gelegen in het dal van de Pastaza rivier. De officiële naam is Baños de Aqua Santa, wat Baden van het heilige water betekend. Dit is een verwijzing naar de vulkanische warm water bronnen die rondom Baños ontspringen. De stad is gebouwd aan de voet van de actieve vulkaan Tungurahua welke regelmatig voor wegafsluitingen zorgt in verband met vulkanische activiteiten en de plaats wordt ook met regelmaat opgeschrikt door aardbevingen. De laatste heftige uitbarsting van de Tungurahua was in 2006. Baños was een tijd lang afgesloten van de buitenwereld, duizenden mensen moeten worden geëvacueerd en een aantal omliggende dorpen worden compleet verwoest. Doordat de vulkaan zich continu in de wolken verstopt krijgen we deze niet in zijn geheel te zien.
De eerste dag in Baños rijden we de Ruta de las Cascades, een weg langs diverse watervallen en maken een waterval naar de grootste, de Pailón del Diablo. Een mooie waterval, maar na Iguazu maakt het niet meer zoveel indruk. De terugweg stoppen we bij Casa de Arbol, de boomhut.
Aan deze boomhut hangen twee schommels waarmee je op een hoogte van 2640 meter boven de wolken kunt schommelen. Het klinkt gevaarlijker dan het is. De swing is hartstikke veilig, maar het uitzicht is prachtig en het is een geweldige fotolocatie.
De tweede dag maken we een rondrit van ongeveer driehonderd kilometer naar de Chimborazo, met 6310 meter de hoogste vulkaan in de Andes. De heenweg gaat voornamelijk door dorpen en steden, niet heel bijzonder, maar hoe dichter we de vulkaan naderen, hoe mooier en kouder het landschap. Ook de Chimborazo speelt verstoppertje, een dik pak wolken heeft zich over de berg gedrapeerd waardoor de top met de eeuwige sneeuw onzichtbaar blijft. In het kale ruige landschap leven grote groepen vicuñas, die zich goed hebben aangepast aan de barre leefomstandigheden boven 4000 meter. De leuke beesten zijn ook absoluut niet schuw, ze grazen rustig door wanneer ik op ze toeloop om wat foto’s te maken. Jammer van de vulkaan, maar de vicuñas maken veel goed.
Als we de volgende dag de boel aan het inpakken zijn, krijgen we een update van FedEx, het pakket is aangekomen op een nieuw adres in Guayaquil. Vreemd, zouden we het dan toch ergens af kunnen halen? De zoon van hosteleigenaar spreekt redelijk Engels en we vragen hem contact op te nemen met FedEx. Vals alarm, het pakket is aangekomen bij een verzendafdeling klaar om naar Duitsland te worden verstuurd. Jammer voor ons, maar wel fijn dat het terug gaat naar Held.
Baños wordt de poort naar de Amazone genoemd en dat is waar onze volgende rit naar toe gaat. Een mooie rit door een fantastisch groen landschap. Hoe dit zo groen blijft met temperaturen van boven de dertig graden ondervinden we die zelfde middag, als de regen met bakken uit de hemel komt vallen. Lang geleden dat we zo nat zijn geworden. Na een uurtje bij een bushalte te hebben geschuild rijden we verder, opzoek naar een hostel. We komen terecht bij Sinchi Warmi Amazon lodge in Misahualli, een heerlijke plek met traditionele hutten gelegen tussen typische Amazone vegetatie. Sinchi Warmi, wat Sterke Vrouw betekend, is een project dat tien jaar geleden werd gestart door een groep van tien vrouwen uit de Quechua gemeenschap. In eerste instantie proberen de vrouwen in hun onderhoud te voorzien door verkoop van handgemaakte producten en traditionele gerechten. Nadat ze een financiering ontvangen van het Rainforest Partnership wordt er land aangekocht waarop een restaurant en een aantal bamboe hutten worden gebouwd. In tien jaar groeit het project uit tot een succesvolle onderneming, die ondersteuning biedt aan lokale vrouwen en projecten zoals de bouw van een school. De afgelopen tien jaar zijn zes van de tien huwelijken gestrand wat de reden is dat er sinds kort de mannen van de getrouwde vrouwen er ook werken.
Op het terrein zijn een aantal vijvers, waarin tilapia wordt gekweekt. De eerste avond eten wil ik een visje eten, maar dat is helaas niet mogelijk. Wanneer je vis wilt eten moet je dit van te voren aangeven, zodat ze deze ’s middags kunnen vangen. Verser kun je het niet krijgen.
De eerste nacht in de lodge is een van de weinigen waar we geen muziek of honden geblaf horen, maar heerlijk rustgevende jungle geluiden. Dat bevalt ons prima. Het is ook een plek waar prachtige bloemen groeien en kleurrijke tropische vogels leven, zo mooi, dat we er een paar dagen blijven.
Het eten is ons de eerste avond goed bevallen dus schuiven we de tweede avond opnieuw aan. Dit keer heb ik op tijd tilapia besteld. De vis wordt compleet met kop en staart opgediend in het blad van een tropische bloem. De vis is open gesneden, gekruid en daarna in het blad gevouwen en in een kolen vuur gaar gestoomd. Dit is volgens mij de meest sappige en smaakvolle tilapia die ik ooit heb gegeten.
Zondag maken we onder begeleiding van een gids een wandeling door de jungle. Op de promotie folder worden allerlei beesten waaronder apen en toekans afgebeeld. We worden met een pick-up naar een ingang van het woud gebracht en wanneer we de tocht starten vertelt Fabio, onze gids, ons direct dat, door de vele mensen die jungle tochten maken, de beesten verder de jungle in zijn getrokken. Alvast een waarschuwing dat we waarschijnlijk niet veel gaan zien, wat ook klopt. Het is best een aardige wandeling door de mooie tropische vegetatie, waarbij Fabio ons veel weet te vertellen over de verschillende planten en bomen en over de leefwijze van de mensen die in de jungle wonen, maar meer dan een vlinder, een kikkertje en een uil krijgen we niet te zien. Pas als we een uur of vier later met een bootje vanuit de jungle in het dorp aankomen zien we op het strand een aantal kapucijner aapjes, die dan wel weer erg leuk zijn. We sluiten af met een gezamenlijke lunch bij Sinchi Warmi, die we beginnen met bananensoep. Een soep die wordt gemaakt van een groene, niet zoete soort bananen en die erg lekker is. Het was een leuke ochtend, maar we hadden ons er wel iets meer van voorgesteld.
Dinsdag vertrekken we richting de hoofdstad Quito, waarbij we een tussenstop maken in Nueva Loja. Neuva Loja ligt nog aan de rand van de Amazone en van daaruit gaan we geleidelijk de jungle uit, de bergen in. Onze gastheer van afgelopen nacht heeft ons een aantal tips gegeven over watervallen die de moeite waard zijn om te gaan bekijken. We nemen ons voor dit te gaan doen, maar ergens halverwege de rit gooit een ongeval roet in het eten. Een vrachtwagen van Budweiser heeft een bocht niet goed ingeschat en is daarbij gekanteld. Gelukkig is de chauffeur ongedeerd, maar hij heeft er wel een aardige ravage van gemaakt, de weg is compleet geblokkeerd. Teruggaan is geen optie, er zit niets anders op dan te wachten tot de weg wordt vrijgegeven. De situatie levert best leuke taferelen op. Een deel van de lading is uit de trailer geschoven en in de berm geslingerd. Her en der verspreidt liggen kratjes en van velen is de inhoud nog heel, wat voor een deel van de toeschouwers aanleiding is om een pintje te pakken. Een groep mannen zit op omgekeerde kratjes, met de rug tegen een politieauto gezellig bier te drinken. Het is voor hen te hopen dat er geen spontane alcohol controle wordt opgezet. Een in de buurt gelegen vulkaan voegt nog wat extra’s toe door een flinke rookwolk uit te stoten. Na zo’n tweeënhalf uur te hebben gewacht wordt de weg weer vrijgegeven en mogen we als eerste, voorop in de file vertrekken. Inmiddels is er zoveel tijd verloren gegaan dat, als we voor het donker in Quito willen zijn, er geen tijd meer is om watervallen te gaan bekijken.
Quito ligt twintig kilometer ten zuiden van de evenaar en is gebouwd tegen de helling van de Pichincha, een actieve vulkaan. De stad ligt op een gemiddelde hoogte van 2850 meter en is hiermee de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld. Ze is slechts vier kilometer breed, maar bijzonder is de lengte van zeventig kilometer. Quito wordt omgeven door veertien vulkanen, waarvan een deel actief is. Door deze ligging wordt de stad met enige regelmaat getroffen door aardbevingen en asregens.
We vinden een hotel aan de rand van het historische centrum, een mooie uitvalsbasis om de stad te verkennen. We zijn er nog steeds niet helemaal gerust op wat er nu met het pakket van Held is gebeurd. Om wat meer te weten te komen over de werkwijze van de douane en invoerrechten gaan opzoek naar een motorzaak die Europese merken verkoopt. De eigenaar spreekt Engels en weet ons een en ander uit te leggen. Het toeval wil dat op dat moment Boris, een goede klant, de winkel binnen stapt. Hij runt een bedrijf dat bouwmaterialen importeert vanuit Europa en Amerika. Hij hoort van ons probleem en is direct bereid ons te helpen. Er wordt een werknemer gebeld die de opdracht krijgt uit te zoeken wat de status van de zending is. ’s Avonds krijgen we bericht dat het pakket de afgelopen dagen ter afhaal in Guayaquil heeft gelegen en nu klaar ligt voor verzending naar Duitsland. Hadden we Boris in Baños ontmoet en daar deze informatie gekregen, waren we terug naar Guayaquil gegaan en was ik de gelukkige eigenaar van een nieuw pak geweest. Nu maar hopen dat de zending goed aankomt in Duitsland en dat ze bij Held bereid zijn nog een tweede poging te wagen.
We blijven nog twee dagen in Quito en besteden de rest van de tijd aan een bezoek aan de imposante basiliek en met slenteren door de sfeervolle straten van de oude stad. Zondag gaan we verder naar Mindo, een dorp op anderhalf uur rijden van Quito. Onderweg passeren we Mitad del Mundo, de evenaar, waar we uiteraard stoppen voor een foto van het monument en een stempel in ons paspoort. Leuk detail is dat het monument niet exact op de evenaar staat, deze ligt 270 meter (7 seconden) noordelijker. In de 18e eeuw is tijdens een Franse expeditie de positie van de evenaar bepaald, maar met de huidige GPS technieken blijkt de positie niet helemaal te kloppen.
Halverwege de middag komen we aan in Mindo, een dorp dat aan alle kanten wordt omgeven door dicht beboste bergen. Op een rustige plek, net iets buiten het centrum vinden we een leuke bamboe cabaña, die we in eerste instantie boeken voor drie nachten. De plek bevalt echter zo goed, dat we uiteindelijk acht nachten blijven, vogels in de meest prachtige kleuren vliegen af en aan en prachtige bloemen en suikerwater lokken allerlei verschillende soorten kolibries. Als het rustig is scharrelen er agoeti’s , een Latijns-Amerikaans knaagdier, tussen de cabañas door. Helaas stikt het er ook van de zandvlooien die ons helemaal lek steken en waardoor we, ondanks het heerlijke weer, de korte broek in de tas laten.
In de buurt van Mindo ligt het beschermde Nambillo bos, waar je met de Tarabita, een kabelbaan, overheen kunt zweven. We krijgen van Sarah een Duitse vrijwilligster uitleg hoe we er moeten komen, ze schat zo’n twintig tot dertig minuten lopen over een redelijk vlakke weg. De beste tijd zou rond drie uur zijn, dan heb je de meeste kans om toekans te zien. Even na tweeën lopen we bij het hostel weg, buiten het dorp gaan we, volgens aanwijzing van Sarah, een brug over, maar nadat we ruim een half uur heuvel op hebben gelopen en er nog geen kabelbaan in het zicht is, twijfelen we er over of we wel goed zitten. We keren om, maar als we bij een hostel navraag doen wordt aangegeven dat we op de goede weg waren. Volgens de vrouw hadden we nog zo’n twintig minuten verder moeten lopen. De volgende dag doen we een nieuwe poging. We starten iets eerder en lopen, goed getimed, op het warmst van de dag naar boven. Uiteindelijk bereiken we na zes kilometer, een kleine anderhalf uur lopen, de kabelbaan, om daar de teleurstellende mededeling te krijgen dat, wegens onderhoud, de kabelbaan vandaag buiten werking is. Het is wel mogelijk een wandeling naar de watervallen te maken. Dat aanbod slaan we, niet zo heel vriendelijk, af en we draaien direct om en beginnen aan de wandeling naar beneden. Onderweg stoppen we voor een kop koffie bij een uitkijkpunt waar we ontelbaar veel kolibries kunnen aanschouwen. Zo leuk, dat we de volgende dag, samen met Hugo, nog een keer terug gaan. We maken een wandeling in het bos rondom het uitkijkpunt en hebben het geluk een paar toekans te zien, te ver weg voor de camera, maar we hebben ze gezien.
Als we Sarah nog een keer spreken blijkt dat we elkaar niet helemaal goed hebben begrepen. Er blijken twee kabelbanen te zijn, een stoeltjeslift die je de berg op brengt tot vlak bij de gondel over het woud. Wij geven het op en ondernemen geen derde poging. In plaats daarvan brengen we een bezoek aan Mariposa, een vlindertuin waar je de complete cyclus van rups tot vlinder kunt bekijken, tussen honderden rond fladderende vlinders. En bij Yumbo chocolate bekijken we het proces van cacaoboon tot handgemaakte chocolade. Een arbeidsintensief proces, waarbij alleen gebruik wordt gemaakt van de beste kwaliteit Ecuadoraanse cacaobonen. De producten die worden gemaakt zijn aardig aan de prijs maar bij het zien van de werkzaamheden en door de uitleg die wordt gegeven wordt duidelijk waarom dit zo is. Gelukkig bestaat de rondleiding niet alleen uit kijken, maar mag er ook worden geproefd. We krijgen een stuk of zeven verschillende chocolade soorten en een stukje brownie en wat ze maken is echt heerlijk. Ter afsluiting drinken we een niet alledaags, maar lekker donkerbruin chocolade biertje.
Maandag wordt het tijd om weer eens verder te gaan. We keren terug naar de kust in de hoop dat het lekker weer is en we een duik in de oceaan kunnen nemen. Na een mooie maar niet heel bijzonder rit eindigen we de dag in Mompiche, een vissersdorp in de noordelijke provincie Esmeraldas, dat ook erg populair is onder de surfers. We nemen intrek in een sfeervolle bamboe cabaña, waar de hagedisjes gezellig naar binnen kruipen en slapen onder een klamboe noodzaak is. De badkamer is gedeeltelijk overkapt, waardoor je staat te douchen onder de sterrenhemel. Niet heel lang, want er wordt gedoucht met grondwater. ’s Ochtends schrik ik met te pletter als ik na het plassen de wc wil doorspoelen en er een kikkertje op de rand van de bril springt. Dat kan voor het beestje ook geen pretje zijn geweest, eerst een complete zonsverduistering, waarna die een flinke plens ochtendurine over zich heen krijgt en vervolgens verdrinkt die bijna wanneer het toilet wordt doorgespoeld. Voor beiden een bijzonder begin van de dag.
Helaas werkt het weer aan de kust niet echt mee, het is bewolkt en af en toe miezert het, niet echt lekker zwem weer. We wachten niet op beter en gaan na twee dagen terug het binnenland in, waar we onze laatste stop maken voor de grens met Colombia. Deze stop willen we gaan maken in Ibarra, bij Finka Sommerwind een populaire bestemming onder overlanders uit Europa. Finka Sommerwind bestaat uit een camping met een aantal huisjes en een biergarten waar je curryworst en leberkäse kunt eten en wordt gerund door Hans een vriendelijke en behulpzame vent uit Duisland. De plek is fantastisch, een paar kilometer van de stad Ibarra, met uitzicht over het Yahuarcocha meer.
We hebben niet veel trek in kamperen en boek je voor een week een huisje compleet met keuken, is de prijs heel gunstig. De huisjes zijn tegen een heuvel gebouwd en als we naar boven lopen om te kijken of het wat is komen we een paar oude bekenden tegen, Christoph en Nina uit Zwitserland. Een leuk stel dat we hebben getroffen in Cusco Peru. De komende dagen worden we buren en om dat dat te vieren worden we ’s avond uitgenodigd voor het eten. Christoph is in het dagelijks leven kok en hij weet met beperkte middelen een echte luxe maaltijd op tafel te toveren. Van zo’n kwaliteit dat ik het niet aandurf hun terug te nodigen. Christoph en Nina hebben de afgelopen tien maanden door Zuid-Amerika gereisd met een stationwagon die ze hebben gekocht in Santiago en inmiddels weer hebben verkocht. Volgende week donderdag eindigt hun reis en vliegen ze terug naar Zwitserland. Ze zijn dus niet echt mobiel meer en als tegenprestatie voor het heerlijke eten brengen wij boodschappen voor ze mee. We genieten van een aantal gezellige en relaxte dagen waarin we niet veel uitspoken. Maandag vertrekken onze buurtjes naar Quito om nog een paar dagen de stad te bekijken voor ze gaan vliegen. Vanaf die dag zitten we met z’n tweetjes, wat eenzaam op de berg, we missen hun aanwezigheid, maar heb blijft een heerlijke plek om te vertoeven. We maken hier en daar een praatje met andere reizigers en gaan een avond de stad is voor een pizza samen met Martin en Christine een Duits stel, woonachtig in Kaapstad en al jaren op reis. Wonderlijk hoeveel bijzondere mensen, met bijzondere verhalen we tegen blijven komen. Op woensdag boeken we nog twee nachten bij, omdat het blog nog niet af is…. druk, druk, druk. Helaas ligt op donderdag de hele dag de stroom eruit, waardoor het nog steeds niet af is als we vrijdag vertrekken.
De afgelopen weken hebben we genoten van Ecuador. Het is een prachtig, kleurrijk land, verrassend goed ontwikkeld, met prima asfalt, lekker eten, vriendelijke mensen en heerlijke plekken om te overnachten. Benieuwd wat Colombia ons gaat brengen, na zoveel enthousiaste verhalen van andere reizigers, zijn we erg nieuwsgierig zijn geworden.


Geschreven door

Al 14 reacties bij dit reisverslag

Wat een prachtig verhaal weer en die fotos prachtig lekker blijven genieten dikke knuff jo 😘😘

Jo 2018-11-05 19:10:19

Geweldig mooi land. Lekker genieten . Jammer van de vrachtwagen. :) Groetjes uit Gendringen.

Chantal &Dennis 2018-11-05 20:00:12

Wow wat een prachtig mooie foto's Prettige voortzetting !

Nathalie 2018-11-05 20:42:16

Heerlijk verhaal weer! Lieve groetjes xx

Francis 2018-11-06 08:45:39

Wat heb ik weer genoten van de prachtige verhalen en schitterende foto,s Veilige reis verder en de hartelijke groeten van ons.

Ans Overgoor 2018-11-06 12:55:47

Sabine

Prachtig mooi verhaal, 😎 en de foto's gewellig mooi 2018-11-06 14:04:35

Zit lekker in de pauze te genieten van jullie mooie verhalen. Echt heel mooi verwoord. Heel leuk om te lezen. Veel geluk en plezier jullie te twee. Gr Marion

Marion 2018-11-06 14:56:57

Wederom weer een prachtig verhaal! En ook supermooie foto's!!

Sandra 2018-11-06 14:59:40

Weer een mooi verhaal van jullie avontuur en super mooie foto's! Heb weer genoten.

Carla 2018-11-06 16:59:32

Ik blijf jullie avonturen héél graag volgen, prachtige verhalen en foto's weer.😊

Esth 2018-11-06 19:43:47

Ja inderdaad weer heerlijk verhaal om te lezen. Wat een ervaring. Ben benieuwd naar het vervolg van je motorpak. En de foto's fantastisch die bloemen en dieren. Veel plezier maar weer in Colombia. Goed Goan 🖕

Olga Drevers 2018-11-06 22:31:56

Het was leuk om jullie te ontmoeten in Mindo! 💚 Fijne reis verder!

Linda Ubels 2018-11-06 22:41:43

Erg leuk om jullie belevenissen te lezen. Daarbij verbleken mijn motor uitstapjes naar de Baltische Staten, Rusland en Roemenie. Goede reis en succes met het motorpak. Groeten uit Odoorn (bij Emmen).

Jan Jeuring 2018-11-09 19:37:32

Wat een mooie verhalen, er komt toch dadelijk wel een boek uit Sabine??

Melanie 2018-11-20 19:42:09
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.