Het nog steeds verrassende Colombia

Colombia, Guatapé

Na een paar dagen te hebben verbleven het drukke Medellín zijn we blij dat we de stad achter ons kunnen laten. Vooral Hugo is in zijn sas, na zijn logeerpartij bij Yamaha gaat hij weer als een nieuwe.
We hebben ruim een uur nodig om de stad uit te komen, maar daarna worden we beloond met een mooie route. De eindbestemming van vandaag is Guatapé, een dorp in een prachtig meren gebied. Dit waterrijke gebied is een reservoir, dat is gecreëerd door de bouw van een waterkrachtdam. Het is een recreatiegebied voor de inwoners van Medellín en een toeristische bestemming voor buitenlandse reizigers. Het hoogseizoen is begonnen en dat is goed zichtbaar als we door het dorp rijden. We rijden de brug over, het dorp uit en vinden daar een hostel. Een prima plek, heerlijk rustig, op loopafstand van het dorp. Gautapé heeft een sfeervol centrum, met vrolijk gekleurde gevels, waarvan het onderste deel is voorzien van tegels met afbeeldingen die veelal verwijzen naar de producten of diensten die er worden verkocht.
Zaterdag wordt dia del Sol gevierd, door deze feestdag is het extra druk in de omgeving. We pakken ’s ochtends de motor om naar La piedra del Peñol te rijden en velen hadden hetzelfde idee.
La piedra del Peñol is een rotsformatie die 70 miljoen jaar geleden is gevormd door het botsen van tektonische platen. Twee derde van de rots bevindt zich onderwater en 200 meter steekt boven het water uit en is vanuit de weide omtrek te zien. Aan een kant van de rots zijn trappen gemonteerd en als je de 649 treden beklimt kun je op de vlakke bovenzijde genieten van een prachtig uitzicht. Terwijl ik de trip naar boven maak houdt Max de wacht bij Hugo. Het is een stevige klim, maar absoluut de moeite waard.
’s Avonds lopen we het dorp in om wat te eten en om de kleurrijke kerstversieringen te bewonderen, die tijdens dia del Sol extra feestelijk is, omdat straten en vensters vol worden gezet met brandende kaarsen en lampionnen. Alle terrassen zitten vol met mensen die deze feestdag vieren met heel veel alcohol. Aguardiente, de nationale drank van Colombia, wordt gaat niet per glas, maar wordt per fles geserveerd. Het lijkt een belangrijke feestdag te zijn, want op zondag wordt alles nog eens dunnetjes over gedaan.
We hebben het goed naar de zin bij ons hostel. Het echtpaar dat de accommodatie runt is erg gastvrij en aardig en Libia, de gastvrouw, verwent ons met een heerlijk ontbijt dat elke dag uitgebreider wordt. Ze is erg blij met haar buitenlandse gasten en voert allerlei redenen aan waarom we zouden moeten blijven, haar dochter die komend weekend overkomt uit Amerika, Kerst vieren met de familie, een maandje Spaans leren enz. Goed bedoeld, maar naar vier dagen gaan we toch echt weer verder. We rijden een geweldig mooie route naar Doradal, het begint met meren, waarna rivieren, bergen, watervallen en regenwoud volgen. De eerste helft gaat over goed asfalt, maar halverwege gaat verandert dit in een zeer slecht onverhard pad, met grote keien en diepe geulen. Lastig, maar de mooie uitzichten verzachten het leed. De laatste kilometers gaan over een drukke snelweg en aan deze weg ligt het hotel dat we hebben uitgezocht. Gelukkig ligt het niet strak langs de weg en aan de achterzijde ligt een grote tuin met een schitterende view over het dal én een zwembad. Heerlijk afkoelen na een warme intensieve dag. In de tuin van het hotel wonen twee papagaaien, die de gasten goed weten te vermaken. Vragen Nederlandstalige papagaaien altijd om een kopje koffie, de Spaanstalige versie roept de hele dag “quiere cacao”.
Vanaf vrijdag kunnen we terecht bij het hostel dat we voor twee weken hebben geboekt in de buurt van Pereira, in afwachting van de komst van Jorge en waar we de kerstdagen door gaan brengen. Betekend dat we nog wel een dagje speling hebben om te genieten van het heerlijke weer en het zwembad.
Het ontbijt wordt buiten op het terras geserveerd en de tweede ochtend wordt dit opgeleukt door een familie Toekans, die dit keer zo laag in de boom gaan zitten dat ik ze wel kan vastleggen op een foto.
Wanneer we de motor op willen gaan pakken hebben de papagaaien kennis gemaakt met Hugo en doen ze hun uiterste best zijn remleiding en abs-kabel door te knagen. Ze laten zich niet een, twee, drie weg jagen, maar zodra ze een andere motor in het vizier krijgen stappen ze toch op.
Vanuit Doradal is het nog twee dagen rijden naar Filandia en maken we nog een tussenstop in Ibagué. Beide rijdagen zijn mooi, maar helaas ook erg druk en de tweede helft van de vrijdag komt de regen met bakken uit de hemel. Rond drie uur arriveren we bij Steel Horse Finca Filandia en worden welkom geheten door Paul en Yvette een Engels stel van begin dertig. Zij zijn na anderhalf jaar toeren door Zuid-Amerika blijven hangen in Colombia en hebben van hun spaarcenten de oude Finca gekocht. Inmiddels hebben ze drie honden, drie paarden, een tiental kippen en zijn volledig ingeburgerd in Colombia, heel wat anders dan een leven in Londen. Het hostel is een echte ontmoetingsplek voor overlanders geworden, je zult hier geen Colombiaanse toeristen tegen komen. Het lijkt ons een uitstekende plek om de kerstdagen door te brengen.
Paul en Yvette zijn leuke lui en beschikken, zoals redelijk standaard in Engeland, over een goed gevoed voor humor. Daarnaast kunnen ze heerlijk koken, zo lekker dat we de komende twee weken alleen maar bij de finca eten, homemade family style diner.
Naast hun motoren hebben Paul en Yvette ook nog geïnvesteerd in een veertig jaar oude Nissan Patrol. Een pracht auto, maar zeer slecht lopend. Aangezien we toch tijd zat hebben kan Max mooi helpen met sleutelen.
Dinsdag de 18e komt Jorge aan op het vliegveld in Pereira. In eerste instantie zou hij aankomen in Bogota, waar Max hem op zou gaan halen, maar een binnenlandse vlucht bleek toch handiger. Hij heeft nog wel vervoer nodig om wat persoonlijke zaken te regelen in Cali. Jorge is veruit de beste motorrijder die we kennen en bij hoge uitzondering mag hij Hugo een paar dagen lenen.
Woensdag aan het eind van de ochtend rijdt Max naar de ouders van Jorge, die hem als een oude vriend ontvangen. Hij maakt kennis met de rest van de familie en wordt uitgenodigd voor een vegetarische lunch, wat voor Zuid-Amerikanen best bijzonder is. Na de lunch rijdt hij met Jorge achterop terug naar Filandia. Het is erg leuk om hem na elf maanden weer te ontmoeten en voor hem heel bijzonder om na meer dan drie jaar zijn land weer terug te zien. Hij geniet met volle teugen, het is zo groen en ruikt zo lekker, heel wat anders dan de droge woestijn rond Dubai. Net voor het donker wordt vertrekt Jorge met Hugo richting Pereira en zitten wij tot zaterdag ochtend zonder motor op de finca. Deze ligt zo’n drie kilometer van het dorp, een prima loopafstand, maar helaas gaat zeker twee kilometer behoorlijk steil omhoog. Ik vind een beetje actie wel lekker, maar Max, met z’n versleten knie, houdt het na één keer voor gezien. Gelukkig kunnen we nog wel eens mee liften met Paul en Yvette.
Donderdag brengen we een bezoek aan Salento, het Valkenburg van Colombia. Het kleurrijke stadje is bekend door haar ligging dichtbij Cocora Valley. Een groene vallei waar ’s werelds hoogste palmen groeien. Deze waspalmen zijn enorme slanke bomen die een hoogte kunnen bereiken tussen de 45 en 60 meter. In dit natuurgebied zijn verschillende wandelroutes uitgezet.
Vanuit Filandia kun je voor anderhalve euro de man met een Willy naar Salento. Willy’s zijn jeeps van veertig jaar oud of zelfs meer, die worden gebruikt als taxi. In de achterbak gaan 6 tot 8 personen en twee naast de chauffeur is ook nog plek voor twee. Als we aankomen in Salento nemen we een volgende Willy naar de vallei acht kilometer verderop. Deze rit gaat over rustige binnen wegen en op dit soort wegen wordt ook de treeplank aan de achterzijde gebruikt, zo kan er nog een man of vier extra mee. Je kunt je toch niet voorstellen dat dit in Nederland zou gebeuren. Doordat we in Filandia meer dan een uur hebben moeten wachten op de Willy komen we veel te laat aan in de vallei. Een wandeling van minimaal anderhalf uur zit er niet meer in, er is alleen nog tijd om langs de hellingen op te lopen en zo de palmen te bewonderen. Het zal in rustige tijden vast de moeite waard zijn, maar de week voor kerst, midden in de zomervakantie is niet de meest gunstige periode. Er zijn veel toeristen, te voet of te paard en de hele route ligt vol met stinkende paardenpoep.
Terug in Salento is de Willy van vier uur volgeboekt en zit er niks anders op dan te wachten op de laatste rit die om zes uur vertrekt. We doden de tijd met een kop koffie op het terras en een wandeling langs de tientallen souvenirshops.
Het is inmiddels donker en het regent stevig als we weg rijden uit Salento. Aangekomen in Filandia is het droog en naar ons idee prima weer om terug te lopen naar de finca. In het donker zijn regenwolken niet zo goed zichtbaar en we zijn nog niet halverwege als er weer een bui los barst. Nat tot op het ondergoed komen we aan bij de Steel Horse. Gelukkig is er met het eten op ons gerekend en kunnen we wanneer weer schoon en droog zijn aanschuiven aan de family dish.
Zaterdag aan het eind van de ochtend komt Jorge Hugo weer terug brengen. Als bedankje heeft hij hem een goede wasbeurt gegeven, hij staat te stralen in de zon. Minpuntje is dat hij nog maar op één cilinder loopt, hopelijk is het niets ernstigs. Jorge begeleidt de eerste week van het nieuwe jaar een groep van 10 motorrijders uit Maleisië. Hij heeft een rit uitgezet van Cartagena naar Lima. Direct na kerst komen de motoren aan in Cartagena. Jorge vliegt de 27ste naar Cartagena om voorbereidingen te treffen en de motoren door het douaneproces te loodsen. We nemen afscheid van hem en hopen Jorge met zijn gevolg ergens tussen Cartagena en Filandia te treffen.
Later die zaterdag begint de tent vol te stromen met nieuwe gasten. Eerder in de week is Gretta aangekomen, een 49-jarige vrouw uit Australië, die via het vrijwilligers platform Workaway Paul en Yvette komt assisteren tijdens de feestdagen. Vandaag arriveren er vijf motorrijders, Ian en Chrissie uit Engeland, Graham en Char uit Canada, Karel uit België en backpacker Pauline uit Frankrijk. Met dit gezelschap en de honden Harry, Benji en Lexi, waarmee we inmiddels dikke vrienden zijn geworden, gaan we kerst vieren.
Zondagmiddag stappen we met z’n allen in een Willy en bezoeken een koffie finca. Deze begint met een mooie wandeling door de jungle tot we uitkomen bij een prachtige dubbele waterval. De terugweg lopen we door de koffieplantage waar we uitleg krijgen over de planten en het proces tot het moment dat de bonen naar de branderij gaan. Na afloop krijgen we een lekkere bak pittige koffie. Toch bijzonder dat in een land waar de beste bonen worden verbouwd het zoeken is naar een kop echte goede koffie. De tinto die de Colombianen zelf drinken is meestal slap en vaak al voorzien van suiker. Het schijnt dat de kwaliteitsbonen worden geëxporteerd en wat overblijft wordt door het land zelf gebruikt.
Kerstavond is voor de andere nationaliteiten minder belangrijk dan (eerste) kerstdag. Deze avond dan ook geen speciale kookkunsten, maar een lekker bord pasta met salade. We tafelen lang na, waarbij de bijzondere kerstgewoontes per land worden besproken. Iedereen wordt toch wel enthousiast van de Nederlandse gourmettraditie, lijkt ze erg gezellig.
Eerste kerstdag slaapt iedereen uit en is er verder niet veel actie. Max ontfermt zich over Hugo maar krijgt hem niet goed aan het lopen. Het zou kunnen zijn dat er tijdens de intensieve wasbeurt water in de tank is gekomen. Graham heeft een busje Motul injector reiniger. Deze vloeistof gooi je in de tank en reinigt vervolgens het brandstofsysteem. Baat het niet schaad het niet. En het werkt, na een paar minuten begint de motor beter te lopen en na een kort ritje lijkt het probleem te zijn verholpen.
Terwijl de gasten allemaal een beetje rondhangen sloven Paul, Yvette en Gretta zich uit. Om vijf uur staat er een heerlijk kerstdiner voor ons klaar, met kip, kalkoen, jacket potatoes, verschillende warme groenten en salades en als toetje een geflambeerde Engelse pudding. Bij ieder bord ligt een klein cadeautje bestaand uit wat zoetigheid en een aandenken aan Colombia in de vorm van een sleutelhanger met hoedje. Het wordt wederom een gezellige avond.
Niet alle landen vieren tweede kerstdag. Engeland en Canada hebben wel een vrije dag, maar deze wordt Boxing day genoemd. De term komt van de traditie om werknemers op de dag na Kerstmis een “Christmas-box” te geven, een geschenk of geldbedrag voor bewezen diensten in het afgelopen jaar. Het is vooral een winkeldag vergelijkbaar met Black Friday in Amerika en eigenlijk niet veel anders dan in Nederland.
Ook Colombia kent maar één kerstdag, de dag erna wordt er weer gewoon gewerkt. Twee maanden leven ze intens naar deze ene dag toe. Het is een echt familiefeest, dat wordt gevierd bij de ouders, of men trekt met de complete familie de stad uit, naar een dorp en de bergen of naar de kust. Daar wordt een finca afgehuurd waar de bbq wordt aangestoken, de geluidsinstallatie voluit wordt gezet en veel wordt gedronken.
Graham en Char zijn de eerste die vertrekken, de dagen daarna loopt de finca weer langzaam leeg. Op donderdag melden zich weer nieuw gasten voor de nieuwjaarsparty, wij vertrekken de dag erna.
We hebben twee hele gezellige weken gehad, maar vinden het heerlijk weer op pad te zijn. Van Filandia richting het noorden is alleen mogelijk via Pereira. Dit schiet voor geen meter op, maar als we eenmaal de stad uit zijn volgt er een prachtige weg met, volgens Jorge, 1170 bochten over een afstand van 70 kilometer. We hebben ze niet geteld, maar het zijn er echt heel veel, zoveel dat het bijna fijn is om weer over een recht stuk straat te rijden. De uitzichten zijn prachtig, met veel hoogte en temperatuur verschillen. We beginnen de dag met 31 graden, in de bergen zakt het naar 13 en aan het eind van de rit eindigen we in Doradal met 38 graden. Het is even zoeken naar een geschikte plek om te overnachten, wat met die hoge temperaturen en een motorpak niet echt een pretje is. Daarom nemen we, na een paar missers, genoegen met een hotel dat eigenlijk iets boven budget ligt, maar met zwembad. Onze volgende stop wordt Barbosa. We beginnen de dag met 200 kilometer saaie rechte snelweg, vol met vakantie verkeer. Pas als we deze kunnen verlaten en binnendoor gaan rijden wordt het interessant. Weinig tot geen verkeer, mooie natuur afgewisseld met pittoreske dorpjes. Weer een goede tip van Jorge. Bij toeval vinden we een hotel dat een week of drie geleden haar deuren heeft geopend. Naar goed Colombiaans gebruik is het erg lawaaiig, maar de kamers is netjes, smetteloos schoon en de enthousiaste familie maakt veel goed. De kamer is goedkoop en voor het luttele bedrag van 7000 pesos, nog geen twee euro, krijgen we, aan de rand van de parkeergarage, een heel uitgebreid ontbijt voor geschoteld. Het bestaat uit eieren, fruit, brood, koffie, chocolademelk en heel verrassend als starter een grote kom tuinkruidenbouillon, goed gevuld met stukken aardappel. Heerlijk, maar had wat ons betreft nog beter gesmaakt als lunch gerecht. De familie is trots op hun eerste buitenlandse gasten. Voor we vertrekken moet dit nog wel vast worden gelegd voor de website, waar we met plezier aan meewerken.
Na Barbosa volgt de rest van de tip van Jorge, wat wederom een mooie rit oplevert. De route gaat richting Bucaramanga, waar we oud en nieuw door gaan brengen. Omdat we niet te lang in de stad willen zijn hebben we de rit in twee-en gesplitst. Vroeg in de middag komen we aan in San Gil, een leuk toeristisch stadje. In deze omgeving liggen veel meer mooie plaatsen en het was leuk geweest op één van deze plekken oud en nieuw te vieren, maar de meeste hostels en hotels zijn volgeboekt en de prijzen zijn belachelijk hoog.
Het hostel dat we in San Gil hebben geboekt is een forse tegenvaller, slechte locatie, nog slechter bed en een meer dan slecht ontbijt. Goed dat het niet mogelijk was deze voor twee nachten te boeken.
Oudejaarsdag plannen we een route via binnenwegen naar Bucaramanga. Van de vier navigatie-apps die we gebruiken, kent alleen maps.me deze route. Succes verzekerd dat dit geen snelweg gaat worden. Dat is het ook zeker niet, het gaat wel heel erg binnendoor. De natuur is prachtig, maar als na vijftig kilometer zelfs maps.me het spoor bijster is wordt het tijd om om te draaien.
We zijn ’s ochtends om negen uur in San Gil gestart en zijn om twaalf uur weer terug bij af. Geen probleem, we hebben tijd genoeg. De doorgaande weg naar Bucaramanga is, ondanks de drukte, super mooi, was jammer geweest wanneer we deze hadden gemist. Het gaat hoog door de bergen, met prachtige uitzichten over kale valleien in bijzondere kleuren.
Het hotel dat we voor oudejaarsavond hebben geboekt is iets luxer dan we gewent zijn en wederom met zwembad. Als we na een verfrissende duik terug komen op onze hotelkamer is in Nederland 2019 inmiddels begonnen. Na wat telefoontjes en appjes met familie en vrienden lopen we de stad in om wat te gaan eten. We zijn aan de late kant wat niet erg handig blijkt op deze niet geheel standaard avond. Alle restaurants hebben de deuren vroeg gesloten en na een half uur zoeken lopen we met een lege maag terug naar het hotel, waar gelukkig het restaurant nog wel open is. Na het eten lezen we wat op onze kamer en om twaalf uur verplaatsen we ons, met een biertje in de hand vol verwachting op het balkon. Van een spectaculair vuurwerk is echter geen sprake, het vuurwerk dat wordt afgestoken in een dorp als Ulft is hierbij vergeleken een echte show. Om half één liggen we in bed, we kunnen ons geen oud en nieuw meer heugen wanneer dit voor het laatst is voorgekomen.
Twee januari kunnen we dan ook weer zo fris als een hoentje onze weg vervolgen. De dag begint rustig, maar rond het middaguur komt de verkeersdrukte weer opgang. Het is een Colombiaanse traditie om de eerste dag van het nieuwejaar je kater te verdrinken met een duik in een rivier. Hele families zijn onderweg met grote pannen soep, barbecues en veel drank. Men neemt het hier niet zo nauw met BOB spelen, wat betekend dat we vandaag nog beter uit moeten kijken dan anders. De eerste helft van de dag slingert de route zich door de bergen, de tweede helft gaat over een rechte vlakke weg, maar de omgeving blijft mooi. Aan het eind van de middag komen we aan in Aguachica. Een redelijk grote plaats, met best een uitgebreide keuze aan restaurants, die helaas vandaag allemaal de deuren hebben gesloten. Na lang zoeken vinden we er één, waar de wachttijd flink oploopt omdat iedereen die opzoek was naar een restaurant daar terecht komt.
De volgende dag rijden we naar Valledupar, de stad ligt niet helemaal op route, maar het is de woonplaats van onze trouwe facebook volger Juan Carlos. Vanaf het moment dat Jorge bijna een jaar geleden een filmpje over ons heeft gepost volgt hij ons. Hij plaatst regelmatig een opmerking en hoe dichter we in de buurt komen hoe vaker hij vraagt wanneer we zijn stad gaan bezoeken. Als we bij ons hotel aankomen stuur ik hem een berichtje en een kwartier later staat hij voor de poort, waar we op het terras gezellig samen een biertje drinken.
Valledupar is de bakermat van de vallenato muziek, populaire volksmuziek van Colombia. Jaarlijks organiseert de stad het Vallenato Legend Festival, een van de belangrijkst muziekfestivals van Colombia, maar verder is er ook niks loos. Toch blijven we er twee dagen, omdat mijn telefoon de geest begint te geven en we wat lijntjes uit willen zetten voor het verschepen van de motor naar Mexico, wat onze volgende bestemming gaat worden. IT-er als ik ben, ben ik al bijna een halve dag kwijt om de nieuwe telefoon ingericht te krijgen zoals ik gewend was. Ondertussen struint Max het internet af naar mogelijkheden om in Mexico te komen en plaatsen we een oproep op containerbuddies een website die speciaal is ontwikkeld om reizigers te matchen die een voertuig willen verschepen en mogelijk een container zouden kunnen delen. Vrijwel direct komen er drie berichten binnen die interessant kunnen zijn. We sturen ze alle drie een e-mail en kunnen op dit moment niet meer doen dan hun reactie afwachten.
We verblijven in een prima hotel, dat helaas geen ontbijtservice biedt. Een buurvrouw twee huizen verderop heeft een catering bedrijf en is hier handig op in gesprongen. Bij haar kun je een ontbijt bestellen dat wordt bezorg of kan worden gegeten bij haar thuis op het terras. Wij kiezen voor de tweede optie en maken kennis met haar dochter Cilia, een lieve meid van een jaar of twaalf die op school Engelse les volgt en het geweldig vindt om met ons te oefenen. De eerste ochtend zitten we dan ook meer dan een uur aan de ontbijttafel. De tweede ochtend is het meisje bij haar oma, maar dat is geen probleem, moeders belt haar op en zo kan ze toch nog een dikke twintig minuten met ons kletsen en afscheid nemen.
Van Valledupar gaan we verder naar Barranquilla, een industriestad aan de rivier de Magdalena, op een afstand van 13 kilometer van de Caribische zee. Barranquilla is met anderhalf miljoen inwoners de vierde grootste stad en de grootste haven van Colombia aan de Caraïben. Beslist geen leuke stad, het is er smerig en grauw en overal liggen bergen afval. Omdat het weekend is en we verder willen met onze planning en de reacties van containerbuddies hebben twee nachten een hotel geboekt, dat volgens Booking op een prima locatie ligt. Dat ervaren wij anders. Wanneer we ’s avonds tegen zessen de stad in lopen om wat te gaan eten, is alles gesloten. Winkels, restaurant, echt alles heeft de rolluiken naar beneden gedaan. Normaal gebeurt dat niet voor tien uur. Het ziet er grimmig uit en de mensen die rondhangen op de straat en in de portieken zijn niet van het soort waar we overdag een praatje mee zouden willen maken. Het voelt niet veilig en na een klein blokje om lopen we terug naar het hotel, waar gelukkig ook een restaurant is. Zaterdag lopen we opnieuw de stad in, maar ook dit keer voelen we ons niet op ons gemak. Het is enorm druk en lawaaiig en je loopt continu met de handen in de zakken om de portemonnee, telefoon en de kleine camera vast te houden. Niet heel erg ontspannen. Na anderhalf uur houden we het voor gezien en gaan terug naar het hotel, waar we de volgende dag pas weer uitkomen als we de stad verlaten.
In het noorden van Colombia liggen aan de Caribische kust veel populaire badplaatsen. We laten het grote en druk bezochte Santa Marta voor wat het is en gokken op een paar lekkere dagen aan zee in het dorp Taganga. De rit er naar toe is niet heel bijzonder en vreselijk druk, de laatste kilometers zijn één grote file, waar we zeker een uur over doen. Er was niet veel keuze in redelijk geprijsde hostels en degene die wij hebben geboekt is geen topper. De gedeelde badkamer heeft de afgelopen maanden geen poetslap gezien, de minuscule kamer heeft een slecht bed en wanden van karton. Ook het dorp kan ons niet bekoren, dus houden we het na één nacht voor gezien. We blijven de kustweg verder volgen en rijden naar La Punta de los Remedos, een klein dorp zo’n 130 kilometer verderop. De eerste tijd blijft het nog druk op de weg, maar hoe verder we van de populaire badplaatsen wegrijden, hoe mooier en rustiger het wordt. Rechts de bergen en links af en toe een glimp van een helder blauwe zee. Het hostel dat we op het oog hebben ligt op een idyllische plek, ver van de bewoonde wereld, op drie minuten lopen van de zee. Het strand lijkt wel een privéstrand en het plaatje was helemaal compleet geweest als het water helder blauw was geweest. Het heeft de kleur van de Noordzee, maar wel een heerlijke Caribische temperatuur.
Onderweg zijn we een stel fietser voorbij gegaan, die later op de dag intrek nemen in de kamer naast ons. Het zijn de Nederlands Kees en Daniella die drie maanden door Zuid-Amerika gaan fietsen. Leuk om na lange tijd weer eens een avond met Nederlanders door te brengen.
Het hostel is eigendom van een jong gezin. Vader is een Canadees, die zich niet met het reilen en zeilen van het hostel bemoeid. De dagelijkse gang van zaken is in de handen van de Colombiaanse moeder, die daarnaast de zorg heeft over twee dochters, één van vier en één van anderhalf jaar oud en een moeder hond met haar twee kleintjes. Het jongste meisje is echt een schat van een kind. Ze krummelt de hele dag een beetje rond en komt vaak gezellig bij ons zitten. Eindelijk iemand met wie we een goed woordje Spaans kunnen spreken. Ze is zo gecharmeerd van Max dat hij ’s ochtends bij het ontbijt welkom wordt geheten met een dikke knuffel. Ook met de honden worden snel vrienden, als we buiten zitten te lezen komen ze bij ons liggen en wanneer we het terrein aflopen om naar het strand te gaan, of een wandeling maken rennen de twee jonkies vrolijk met ons mee.
We blijven drie nachten op deze heerlijke plek en trekken dan weer verder naar Cartagena. Om niet opnieuw de drukke kustweg te hoeven rijden nemen we de route door het hete binnenland en doen voor de tweede keer Valledupar aan. Het is aardige en vooral rustige route. We zijn inmiddels gewent aan het fenomeen dat wanneer iemand het initiatief neemt een bedrijfje te beginnen er in een mum van tijd een aantal vrijwel identieke volgen. Zo ook met tankstations, kilometers lang geen tankstation te vinden en dan duikt er een dorpje op met minimaal drie aan het begin en drie aan het eind van het dorp. In de dorpen die we vandaag passeren doen ze er nog een schepje bovenop en biedt een groot deel van de bevolking brandstof aan. Overal zie je kraampjes met jerrycans benzine, waarbij een of meerdere personen, vaak slapend, de wacht houden. Heel bijzonder, het aanbod is enorm en het is dan ook niet aannemelijk dat hier iemand een boterham mee kan verdienen.
In Valledupar kiezen we weer voor hetzelfde hotel, tot grote vreugde van de buurvrouw. Wanneer ze ’s avonds de tuin in loopt om een bestelling op te nemen en ons ziet zitten, worden we enthousiast en met een dikke knuffel begroet.
Vrijdag rijden we naar San Juan Nepomuceno, onze laatste tussenstop voor Cartagena. Het is vandaag 11 januari, de dag dat we op de kop af anderhalf jaar op reis zijn en precies die dag bereikt Hugo zijn mijlpaal, zijn teller tikt de 100.000 aan. We zijn trots op hem zoveel kilometers, waarvan meer dan de helft te zwaar beladen en over lastige wegen en dat zonder problemen. Daar proosten we ’s avonds op.
Het wil ondertussen niet echt vlotten met het verschepen van de motor. We hebben twee of drie motorrijders gevonden, waar we mogelijk een container mee zouden kunnen delen, maar de prijs valt ons tegen en er wordt maar geen datum geprikt. Voor ons begint de tijd te dringen, wij moeten uiterlijk de 29ste het land uit zijn en willen graag duidelijkheid.
Zondag in de namiddag komen we aan in Cartagena. Om zeker te zijn van een slaapplek en een veilige parkeerplaats voor de motor hebben we vooraf voor drie nachten een hotel geboekt. Bij aankomst blijkt de veilige parkeerplaats op de openbare weg te zijn, met camera bewaking. In onze optiek niet veilig, maar het personeel denkt hier anders over. Na een felle discussie zien we geen andere oplossing dan de reservering te annuleren en een ander hotel te gaan zoeken. De receptioniste van het hotel verleent geen enkele medewerking en de manager of eigenaar is niet bereid om met ons te komen praten, het enige dat men doet is onze creditcard belasten, weg is het geld voor drie overnachtingen. Ook Booking zegt niets voor ons te kunnen betekenen, het is aan het hotel of zij bereid zijn ons tegemoet te komen. Dat wordt dus zoveel mogelijk Airbnb in de toekomst.
Gelukkig hebben we vrij snel een ander onderkomen gevonden, op een prima plek in het stadsdeel Manga. Het ligt in een veilige wijk op loopafstand van de haven en van de historische oude stad. Het hostel wordt gerund door Juan en Claudia een vriendelijk en zeer behulpzaam echtpaar. Het toeval wil dat ze vrienden zijn van Ana Roderiguez, de agent waarmee onze mogelijke containerbuddie Mauricio aan het onderhandelen is. Zij bieden aan contact op te nemen met Ana en met hun als tolk uit te zoeken wat de verschillende mogelijkheden zijn. Als we maandagochtend aan het ontbijt zitten heeft Claudia al een afspraak gemaakt en komt Ana die middag op half drie naar het hostel.
Ondertussen blijven we op internet zoeken naar andere opties. Er bestaat een mogelijkheid om met de Stahlratte, een zeilboot van een Duitse organisatie, van Cartagena naar Panama te varen. Dit is erg duur en we hebben er niet zoveel zin in om vijf dagen met een groep op een boot door te brengen. Wanneer we toch de website even raadplegen blijkt dat ze momenteel niet naar Panama varen, maar over twee dagen vertrekken voor hun jaarlijkse reis naar Mexico, waarbij ze Jamaica en Cuba aandoen. Interessant, Cuba stond ook op ons wensenlijstje, maar we hebben tot op heden geen mogelijkheid kunnen vinden om daar met je eigen motor naar toe te reizen. Tot nu, als de boot nog niet is volgeboekt, zou dit een unieke kans zijn. We wagen het erop en sturen een mail. Op het moment dat we met Ana om tafel zitten ontvangen we een reactie van de Stahlratte. De boot is tot Cuba volgeboekt, maar er is nog wel plaats voor de motor. Wij zouden naar Cuba kunnen vliegen, daar de 30ste in Santiago de motor oppikken, vervolgens drie weken over het eiland toeren en 26 februari met z’n drieën de boot op naar Mexico. Moeten we wel direct beslissen, vandaag documenten aanleveren en morgen de motor. Na een snelle check naar ticketprijzen hakken we de knoop door en gaan voor de Stahlratte. Beetje lullig voor Ana en Mauricio, maar beiden pakken het gelukkig sportief op. Nog diezelfde middag mailen we de benodigde documenten naar kapitein Ludwig en spreken af dat we de volgende dag om twaalf uur de motor aanleveren in de haven. We krijgen de coördinaten door en het blijkt dat deze plek op een afstand van 500 meter van ons hotel ligt, zo dichtbij dat we er even heen lopen om te kijken waar het precies is. Op de website van de Stahlratte hebben we foto’s bekeken van vorige reizen en onder het lopen herkennen we in een voorbijganger de kapitein. We klampen hem aan en maken een praatje, erg handig, zo kunnen we nog even een paar dingen aan hem vragen.
Dinsdag ochtend zoeken we uit wat er allemaal met Hugo mee kan op de boot en wij nog nodig hebben en mee gaat met het vliegtuig. Om twaalf uur staan we op de afgesproken plek in de haven, waar Ludwig al aanwezig is. De zeilboot is al compleet geladen in het dok en het is te kostbaar om voor één motor nog een keer een afspraak te maken. De plek waar we nu staan is te ondiep voor de zeilboot, dus Hugo gaat eerst op een kleinere boot, deze vaart naar de zeilboot, waar ze met een kraan de motor aan boort zullen hijsen. Wanneer we staan te kletsen ziet Ludwig de boot aankomen en wijst naar een niet al te grote soort Zodiac. Wij lachen om de grap, maar dit blijkt serieus te zijn bedoeld. Hij verzekert ons dat het bootje 800 kg. kan dragen en ze dit echt vaker hebben gedaan. Wij zijn sceptisch, maar hebben geen keus. Er wordt een plank tussen de boot en de wal gelegd en met vier man sterk wordt Hugo aan boord geduwd en getild. Het komt allemaal niet heel erg professioneel over, maar het gaat goed en we zien Hugo over het water verdwijnen, op weg naar zijn cruise. Wij blijven motorloos achter en hebben nog tien dagen om Cartagena te ontdekken. Op zaterdag 26 januari vliegen we naar Cuba, waar we hopelijk de 30ste weer met Hugo worden herenigd.



Geschreven door

Al 12 reacties bij dit reisverslag

Vroeg in de morgen weer genoten van jullie belevenissen, goeie reis na Cuba😘

Chantal 2019-01-25 08:05:09

Geweldig verhaal weer! Schijnbaar genieten jullie nog steeds van dit omzwerven in vrijheid. Nog een fijn, veilig en gezond 2019 gewenst!

Henk Wim Potappel 2019-01-25 11:22:20

Echt genieten van jullie reisverslagen. Kijken al weer uit naar de volgende. Groetjes en veel plezier!!!!

Cocky en Jan van Loo 2019-01-25 12:29:56

Geweldig verhaal en belevenis weer groetjes van ons

sonja 2019-01-26 13:05:58

Prachtig verhaal weer, genoten! Veel plezier in Cuba, ben nu al benieuwd naar jullie verhaal en foto"s!

Carla 2019-01-26 14:56:16

Heerlijk om zo met jullie mee te reizen/ lezen naar alle mooie bestemmingen. Alle liefs uit Den Haag.

Kim 2019-01-26 15:41:50

Volop genoten van dit prachtige verslag en de mooie foto,s!! Veilige reis en kijk alweer uit naar het volgende reisverslag.

Ans Overgoor. 2019-01-26 16:05:00

Weer echt geweldig om te lezen, zijn er benieuwd naar hoe het is in cuba want daar willen we ook nog een keer naar toe. Nou heel veel plezier en geluk. Dikke knuffel Marion

Marion 2019-01-26 18:56:31

Geniet van Cuba! Prachtig mooi!

Nathalie 2019-01-26 20:26:34

Wat blijft het een genot om je reisverhalen te lezen Sabine. De kerst zijn jullie ook heel goed doorgekomen en maken een fantastische start van het nieuwe jaar! Heel veel reis plezier en Cuba wouwwwwwwwww mocht je nog mooie oldtimers zien vooral Chevrolets dan graag wat foto's. Hans lees ook mee dus die zou je ook blij maken met mooie foto;s. grt van mij/ons

Ineke Mensink 2019-01-27 13:58:46

Het is zondagavond heerlijk genoten van jullie mooie verhalen en de mooie foto's. Veel reis plezier in cuba 😚

Sabine 2019-01-27 20:20:33

Wat een prachtig verhaal en wat een prachtige natuur nog veel reisplezier.

Annie van Dillen 2019-01-29 21:07:30
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.