Eén jaar dakloos en een tweede afscheid van Bolivia.

Argentinië, Humahuaca

Van Tupiza gaat de reis verder naar Argentinië. Het begin van de rit is mooi, maar hoe dichter we de grens naderen hoe minder interessant het wordt. Zoals we gewend zijn verloopt de grensovergang weer lekker soepel en rijden we aan het begin van de middag Argentinië in. Klok weer een uurtje vooruit, zo gaat het toch nog snel met de tijd.
In eerste instantie verandert het landschap weinig, waardoor we de indruk krijgen weer terug te zijn in een saai deel van Argentinië. Maar als we een uurtje verder zijn rijden we tussen bergen met bijzondere vormen en geweldig mooie kleuren.
Er is ons door zoveel mensen verteld dat dit deel van Argentinië bijzonder mooi zou zijn en het begint erop te lijken.
We rijden door de vallei Quebrada de Humahuaco, die omgeven is door puntige bergen in kleuren die variëren van wit naar donker rood en dan weer groen. Fantastisch om te zien.
We overnachten in het gelijknamig dorp Humahuaca, aan de voet van de bergen, met zicht op de Cerro de 14 colores. (heuvel van de 14 kleuren). De volgende dag staan we op met helder, zonnig weer. Als we het ontbijt achter de kiezen hebben en alles weer hebben ingepakt doen we een poging de bergen in te rijden, om de kleuren van dichterbij te bekijken. Helaas is de weg zo slecht dat dit voor ons niet is weggelegd. We draaien ons weer om en gaan op weg naar Salta.
De vallei en de bergen blijven onveranderd mooi. Als we een klein halfuur op weg zijn zien we in de bergen voor ons een dorp liggen waar zich een wolk omheen heeft gedrapeerd en de zon mooi doorheen breekt. We genieten van de aanblik, tot we de wolk inrijden en er voorlopig ook niet meer uitkomen. De mist blijft op de helft van de bergen hangen, waardoor al het moois verbogen blijft en de temperatuur als snel zakt naar een graad of vier. Pas wanneer we de San Salvador de Jujuy passeren en de weg afbuigt richting Salta klaart het weer op.
Ook deze route is de moeite waard. De weg slingert zicht door de bergen, die dit keer niet kaal en gekleurd zijn, maar volledig groen, met dichte subtropische begroeiing.
Salta ligt in de Lerma vallei, ingeklemd tussen bergen op een hoogte van 1150 meter. Een stuk lager dan we de laatste tijd zijn geweest. We hebben wel zin in wat warmer weer en hebben een hotel geboekt voor drie nachten. Fout gegokt, het weer is veel minder lekker dan gehoopt en onze hotelkamer is kil. Net als in Bolivia wordt ook hier weinig tot geen gebruik gemaakt van verwarming en staat bij veel restaurants de deur gezellig open. Dat wordt helaas weer een paar avonden blauwbekken.
Onze eerste dag in Salta lopen we de stad in en bezoeken de Yamaha dealer. Het is tijd om de remblokken te vervangen en een nieuwe poging om de kleppen gesteld te krijgen.
De remblokken zijn op voorraad, geen originele, maar imitatie voldoet ook. Als we na vijven terug komen met de motor worden ze gratis vervangen. Het is nog vroeg, dus we hebben we eerst nog een paar uur de tijd om de stad te verkennen.
Aan het eind van de middag keren we terug naar het hotel om de motor op te halen en naar de Yamaha dealer te rijden. De remblokken worden buiten op de stoep vervangen en de manier waarop dit wordt gedaan doet Max besluiten niet verder te vragen naar het kleppen stellen.
Bij de kassa wacht ons een grote verrassing, dit keer geen leuke. Het was handig geweest als we vooraf even naar de prijs hadden geïnformeerd. De imitatie remblokken kosten twee keer zoveel als originele in Nederland. Maar….de montage is dan wel gratis.
’s Avonds gaan we eten bij een restaurant in de buurt van ons hotel. Een paar tafels van ons vandaan zit een grote groep waarvan één man een bekend gezicht heeft. Max gaat een praatje maken en het blijkt dat we deze man hebben ontmoet bij Touratech in Asunción Paraguay. Hij is op pad met motorclub La Infra, waarvan een sticker op onze koffer prijkt. Wat een toeval.
De tweede dag in Salta maken we opnieuw een stadswandeling en nemen de kabelbaan, El Teleférico, naar Cerro San Bernardo, het hoogste punt van Salta met uitzicht over de stad.
Vanmiddag om drie uur wordt de voetbalwedstrijd Argentinië – Nigeria gespeeld en in het centrum begint de voetbalkoorts duidelijk zichtbaar te worden. We lopen terug naar het hotel om daar in de buurt in een kroeg op te zoeken en daar de wedstrijd te bekijken. Tot onze verbazing is daar onder de Argentijnen weinig animo voor. We belanden in de lobby van het hotel, waar we samen met andere gasten de wedstrijd volgen. Gelukkig winnen we, maar ook dit lijdt niet tot grote feesten in de stad. Overal zie je blauw/witte versieringen en op elke hoek zijn vlaggen en shirtjes te koop, maar verder merken we niet veel het voetbalfeest.
Woensdag stappen we weer op, met als bestemming San Miquel de Tucuman. Een weinig bijzondere rit. Tommie weet het allemaal weer eens niet en stuurt ons via de grote doorgaande weg, langs dorpen, steden en veel industrie. Na Tucuman volgt Cafayate en vandaag krijgen we gelukkig weer veel moois te zien. We rijden door de meest noordelijke wijnstreek van Argentinië, wat tevens één van de hoogste wijnstreken ter wereld is. Tussen de bergen van een opvallend rode kleur aarde liggen grote bodega’s waar enkele van de beroemdste wijnen van Argentinië vandaan komen.
Onderweg komen we La Infra, de motorclub uit Paraguay nog tegen, compleet met volgbus voor de bagage.
De streek rondom Cafayate is door de mooie natuur, het fijne klimaat en de vele bodega’s een populaire toeristische bestemming. Het stadje heeft veel accommodaties en restaurants, maar doordat ons bezoek buiten het seizoen valt heerst er een rustige sfeer. We blijven een paar nachten zodat we een bodega kunnen bezoeken. De keuze valt op Bodega El Porvenir, één van de betere en ligt op loopafstand van ons hotel. Bij de eerste poging zit de deur op slot, waarschijnlijk zitten de rondleidingen vol. We vragen de receptioniste van het hotel voor ons te bellen en een rondleiding te reserveren voor de volgende dag. Er wordt aangegeven dat we ons gewoon kunnen melden bij de ingang. ’s Avonds gaan we een hapje eten bij één van de vele restaurants aan de Plaza, waar we John en Resi ontmoeten. Een gezellig stel uit Heijen, beiden werkzaam als zelfstandigen waarbij ze de werkzaamheden zo weten te regelen dat ze ieder jaar drie maanden vrijaf kunnen nemen om mooie reizen te maken. Onder het genot van een lokaal wijntje wisselen we reisverhalen uit tot de deur op de pin gaat. John en Resi zijn net begonnen hun reis in Zuid-Amerika en zijn van plan naar Bolivia en Peru te gaan. Wie weet komen we elkaar nog een keer tegen.
Op dag twee in Cafayate wordt om elf uur de wedstrijd Argentinië – Frankrijk gespeeld. We gaan ons eerst melden bij de bodega om een plekje te reserveren voor de middagtoer en daarna voetbal kijken in een café of restaurant aan het plein. Bij de bodega staan we opnieuw voor een dichte deur, vast en zeker gesloten in afwachting van de wedstrijd. En ook dit keer treffen we, buiten het personeel, geen Argentijnen aan in de horeca. We kijken de wedstrijd met de barman, twee obers én vier Franse toeristen, die ondanks dat ze winnen, erg stil blijven. Jammer dat de Argentijnen eruit vliegen. Na de wedstrijd zien we her en der wat teleurgestelde fans en een hond die wat beschaamd in een Messi shirt over de Plaza loopt. Als we ons na de lunchpauze voor de derde keer bij de Bodega melden is de deur nog steeds gesloten. Waarschijnlijk is de teleurstelling over het verlies erg groot, want de deur gaat niet meer open. Helaas, dan maar geen rondleiding. De wijn hebben we inmiddels wel geproefd en die is erg lekker.
De volgende dag hebben we een route gepland naar San Antonio de los Cobres. Van daaruit willen we door steken naar Chili naar de Atacama-woestijn. Het is een prachtige, maar pittige route. Het grootste deel is onverhard, waardoor onze gemiddelde snelheid behoorlijk laag ligt. Halverwege wordt duidelijk dat we onze eindbestemming niet voor het donker gaan halen. Voor deze plaats liggen geen andere dorpen waar we zouden kunnen overnachten en de weg is niet geschikt om in het donker te rijden. De enige andere optie is de route aan te passen en een kortere weg naar Salta te rijden. Deze gaat door het Parque Nacional los Cardones en blijft ook hier lange tijd onverhard, maar nog steeds bijzonder mooi. Het veranderen van de route blijkt een goede beslissing, want ook Salta bereiken we niet voor het donker. Gelukkig gaan de laatste 60 kilometer over goed asfalt en levert dit geen problemen op.
’s Avonds besluiten we af te zien van Chili en de Atacama-woestijn en kiezen ervoor om nog een aantal highlights te gaan bekijken in Bolivia. Voordeel hiervan is dat we de volgende dag een herkansing krijgen de route te zien de we de heenweg grotendeels in de mist hebben gereden. Wat we al dachten blijkt waar te zijn, we hebben echt veel moois gemist. Het is absoluut de moeite waard deze weg nog een keer te rijden. Ongeveer ter hoogte van waar we de vorige keer de mist in reden is een af weg naar de Paseo de los Colorados, een pas die richting Chili gaat. Het is mooi helder weer en de naam maakt ons nieuwsgierig, dus we gaan een kijkje nemen. Na een kilometer of vier komen we aan bij Purmamarca, een enorm toeristisch dorp, een aaneenschakeling van hotels, restaurants en souvenirshops. Maar het is er dan ook wel geweldig mooi. Het dorp ligt aan de voet van de zeven kleurige heuvel, met kleuren die variëren van dieprood naar geel, groen en paars, heel bijzonder. We rijden de pas nog een eind verder op en zijn echt onder de indruk van het fantastische landschap. Ongeveer halverwege draaien we weer om en rijden terug naar de hoofdroute. Daar gaan we opzoek naar een overnachtingsplek. Vrij snel komen we aan in Maimara, een klein dorp met keuze uit diverse hostels. Als we ’s avonds het dorp in lopen om naar een restaurant blijkt, de enige tip die we hebben gekregen van de hosteleigenaar, gesloten te zijn. Nadat we wat passanten hebben gevraagd komen we uiteindelijk toch nog bij een eetgelegenheid terecht. Het lijkt een soort verbouwde schuur, met een flink aantal tafels, waar wij de enige gasten zijn. De gastvrouw vliegt met twee mannen de keuken in en komt een kwartiertje later weer naar buiten met twee enorme borden met eten. Het is veel te veel om op te kunnen en nadat we flink ons best hebben gedaan blijft er nog gênant veel over. Om de vriendelijke vrouw niet voor het hoofd te stoten vragen we om een doggybag, wat overigens heel normaal is in Zuid-Amerika. Het afrekenen is bijna nog gênanter, voor deze gigantische maaltijd betalen we nog geen vijf euro. We bedanken de vrouw met een royale fooi en gaan daarna met de doggybag opzoek naar straathonden. Het is goed dat de vrouw het niet weet, maar de honden zijn ons wel erg dankbaar voor deze zeldzaam lekkere maaltijd.
Na Maimara gaat de reis weer verder naar Tupiza. Een bekende plek, maar blijven er toch twee nachten. Het is heerlijk weer en het hotel heeft een mooie tuin waar Max onderhoud aan de motor kan doen en ik wat schrijfwerk.
Donderdag gaan we weer door, met de bedoeling om via Oruro in de richting van La Paz te gaan. We zijn Tupiza amper uit of we missen een afslag en komen op een weg richting Potosi. Een mooie, voor ons nog onbekende weg met goed asfalt. We keren niet om maar passen de plannen aan. Vanuit Potosi kunnen we weer richting het koude Oruro, maar het wordt wel heel verleidelijk om via het warmere Sucre te gaan. De eindbestemming wordt gewijzigd in hostel Pachamama, kunnen we meteen even kijken hoe het met “onze” Appie gaat.
Als we aankomen worden we met open armen ontvangen door Ana. We krijgen de sleutel van onze oude kamer en ze gaat meteen opzoek naar de kat, die volgens Ana, ons erg heeft gemist. Dat blijkt best mee te vallen. Wanneer we op het balkon voor onze kamer zitten komt Appie een kijkje nemen en het eerste wat hij doet is kijken of er Whiskas is. Het is te zien dat Martin goed voor de kat heeft gezorgd, hij is wat aangekomen en ziet er goed uit en ondertussen is hij ook door Ana en de rest van de familie geaccepteerd.
Het is best leuk om even terug te zijn in Sucre, het wordt een weerzien van “oude” bekenden. Hapje eten bij Dirk, biertje doen bij Nico, waar we ook Paul weer tegenkomen. De tweede dag ontmoeten we bij Pachmama een gezin uit Nieuw-Zeeland, Helen, Gareth en hun kinderen Eartha en Horace, ofwel de familie 6-Wheels. Zij zijn drie maanden onderweg met twee Ural’s met zijspan en op het moment dat wij ze treffen zitten ze op een moeilijk punt van hun reis. Horace heeft gedragsproblemen en reizen met hem valt zwaarder dan verwacht. Vooral Gareth zit er flink doorheen en ze denken er over om de motoren te verkopen en terug te gaan naar Nieuw-Zeeland. Beiden kunnen ze wel een verzetje gebruiken, dus gaan we ’s middags met z’n allen voor een therapiesessie naar café Florín, de wedstrijd België – Brazilië kijken. In de kroeg is het druk met locals, maar er zijn ook Nederlanders, Belgen en Brazilianen en er hangt een gezellige sfeer. Om een uur of elf keren we weer terug naar Pachamama, na een gezellige middag/avond vol bier en hamburgers.
In de kroeg hebben we Frank en Roxanne, ook oude bekenden, ontmoet en zij hebben ons en Helen en fam. uitgenodigd voor een barbecue. Frank is een motorreiziger uit Duitsland, die in Sucre zijn vriendin Roxanne heeft ontmoet en hier inmiddels al weer vijf jaar woont.
Zaterdagochtend krijgt Max een berichtje van John en Resi, zij zijn heel toevallig ook in Sucre en gaan de volgende dag met de nachtbus naar La Paz. Plakken we er nog een nachtje bij aan, zodat we de volgende dag met hun kunnen gaan lunchen.
Helen en Gareth hebben besloten niet terug te gaan naar Nieuw-Zeeland maar gaan, na het horen van onze enthousiaste verhalen, met het hele gezin op Spaanse les. Ze hopen dat een week of twee een beetje meer uitdaging de kinderen goed zal doen. Max en ik gaan samen met Helen naar Fenix om te kijken of er plek voor ze is, hebben we meteen nog even een kort weerzien met Jimena en Pati. Voor we richting onze eetafspraak vertrekken gaan Helen en ik de markt op om wat boodschappen te doen voor bij de barbecue. Gewapend met salades, brood en wijn lopen we ’s middags met z’n zessen naar het huis van Roxanne. Een pittige wandeling, steil de berg op, met helaas een foute route beschrijving van Frank. Een half uur later dan afgesproken komen we aan bij de zwarte poort die Frank heeft omschreven. Achter de poort ligt een verrassend grote tuin met enorme bomen, een zwembad en een groot huis waar momenteel drastisch aan wordt verbouwd. Er komen onder andere gastenverblijven waar Frank in de toekomst (motor-)reizigers wil ontvangen. Naast reizigers zijn ook honden erg welkom. Frank en Roxanne trekken zich het leed van de zwerfhonden nogal aan, in de tuin lopen er maar liefs negen rond.
Voor de BBQ heeft Frank ook nog een viertal Duitse gasten uitgenodigd, die net als wij, verblijven bij Pachamama. Zij waren zo verstandig een taxi te nemen, wat wij de terugweg ook gaan doen. Het wordt opnieuw een gezellige middag en avond. Het eten is heerlijk en het is leuk allerlei (reis-)verhalen te horen van verschillende nationaliteiten.
De zondagmiddaglunch met John en Resi is gezellig en lang. We hebben om half twee afgesproken en het is ruim na vieren als we afscheid nemen, moeten ze nog opschieten om de bus te halen. Na Bolivia reizen ze verder naar Peru, dus wie weet komen we elkaar nog eens tegen.
Zondagavond gaan we, samen met de familie 6-Wheels, naar café Florín om voor de tweede en laatste keer afscheid te nemen van Nico, Dirk en Paul. Verwacht niet dat we ze hierna nog een keer terug gaan zien. Ons vriendje Appie heeft de afgelopen twee nachten als vanouds op onze kamer geslapen, maar deze laatste avond komt hij alleen even gedag zeggen en laat zich daarna niet meer zien. Hij is ondertussen ook dikke maatjes geworden met Eartha en het laatst dat we hebben gehoord is dat hij ’s nachts bij haar op bed logeert.
Maandag nemen we definitief afscheid van Sucre, Ana, die opnieuw erg emotioneel is, Martin en de familie 6-Wheels. Het was fijn om even terug te zijn in Sucre.
Van Sucre gaat het naar Cochabamba. Dit keer niet via de binnenlanden, maar we pakken de doorgaande weg, wat ook een bijzonder mooie route blijkt de zijn. Na Cochabamba volgt Coroico, het begin of einde van de Death road. Om in Coroico te komen moeten via de hoofdstad La Paz. De stad ligt prachtig in een kloof op een hoogte van 3600 meter aan de rivier La Paz. Helaas ligt er geen ringweg en moeten we dwars door het drukke chaotische centrum. Het lijkt of het hele centrum een grote markt is waar we on langzaam doorheen wurmen. Best even grappig om te zien, maar na een tijdje is de gein er wel van af en frustreert het oponthoud. Als we na anderhalf uur eindelijk La Paz achter ons laten komen we direct weer in een prachtige omgeving terecht. Imposante bergen, hier en daar wit van de sneeuw. De Yungas ruta, ofwel Death road, is al jaren niet meer de doorgaande weg naar Coroico. De vervanger is Ruta 3, een schitterend gelegen nieuwe weg, met geweldige vergezichten. Helaas komen we halverwege in dichte mist terecht, waardoor we weer veel moois missen. Het is ook zeker niet prettig rijden, Bolivianen zijn over het algemeen zeer slechte chauffeurs, die het presteren om in de mist zonder verlichting te rijden en op goed geluk gaan inhalen. Onderweg zien daar ook de gevolgen van. Door het oponthoud in La Paz en het mistige weer is het al een tijdje donker als we in Coroico aankomen. Dit blijkt één van de meest toeristische dorpen van Bolivia te zijn die we tot nu toe hebben gezien. Het ligt dan ook in een prachtige omgeving en velen willen Death road rijden of fietsen. Nadat we een hotel hebben gevonden gaan opzoek naar een restaurant waar we proosten en terugblikken op een jaar on the road. Het is vandaag 10 juli, vorig jaar hebben we ‘m om dinsdag 11 juli angetrapt. Het was het meest bijzondere jaar dat we tot nu toe hebben meegemaakt, zoveel moois gezien en zoveel bijzondere mensen ontmoet. We hebben nog geen seconde spijt van gehad van onze beslissing. Hopen dat we het er morgen, op de 1ste dag van het tweede jaar, goed afbrengen op Death road en er nog veel moois mag volgen.
Zoals gezegd wordt deze weg al lang niet meer gebruikt als doorgaande route, maar is het een toeristen ding geworden. Het vrachtverkeer en grote bussen zijn verdwenen en het enige dat je er nu nog tegenkomt zijn auto’s, microbussen en mountainbikers. De pas gaat van zo’n 4600 meter naar 1600 meter, over een lengte van nog geen 70 kilometer. Met de motor is het prettiger om van laag naar hoog te rijden, dus rijden we tegen de stroom in. Op de bergpas geldt de regel dat iedereen links rijdt, zodat degene die bergop gaan tegen de bergwand aan rijden. Opgaand verkeer heeft ook ten allen tijde voorrang op naar beneden razende fietsers en de rest van de weggebruikers. Hoewel er om de paar honderd meter bordjes staan is deze regel niet bij iedereen duidelijk. Veel mountainbikers en automobilisten dwingen ons buiten om te gaan. Echt gevaarlijk wordt het nergens, we hebben wegen gereden die veel spannender waren, maar met de fiets zal het best een uitdaging zijn, waar je je kop goed bij moet houden en in de tijden dat al het verkeer over deze pas moest zal het absoluut een route zijn geweest waar veel doden zijn gevallen. Mooi is het zeker, het gaat van de tropen van de Amazone naar het hooggebergte. De pas eindigt op Ruta 3, op een punt waar we de dag ervoor in de mist hebben gereden. Kunnen we nog een deel van het gemiste berglandschap aanschouwen. Hierna gaan we verder richting het Titicacameer, op de grens met Peru. De route voert weer via La Paz, maar volgens de man die vanochtend ons ontbijt serveerde kunnen we een groot deel van het centrum mijden. Helaas kent Tomtom en geen van onze navigatie-apps deze route en worstelen we ons opnieuw door het drukke centrum. Als we de stad bijna uit zijn is de tank zo goed als leeg en wordt het tijd voor een benzine stop. In tegenstelling tot vele andere hebben we tot op heden pas één keer problemen gehad met het kopen van benzine. Meestal betaal je twee tot drie keer zoveel als een Boliviaan, mar we kregen altijd wat. Vandaag komen wij echter ook aan de beurt. Bij het eerste tankstation kunnen ze zogenaamd onze gegevens niet in het systeem ingeven, Nederland komt niet voor in de lijst van landen. Dit is makkelijk te omzeilen, maar daar zijn ze niet toe genegen. Bij de tweede poging worden we volkomen genegeerd en als we na een tijdje wachten vragen wat er aan de hand is zijn ze ook hier te beroerd om ons verder te helpen. Niet goed voor ons humeur. De derde poging verloopt gelukkig beter, er wordt een NL kenteken ingegeven met de Colombiaanse nationaliteit. Zo kan het dus ook.
Na La Paz volgt opnieuw een mooie route, waar helaas een paar vervelende omleidingen inzitten. De doorgaande weg is afgesloten en de omleiding gaat door de landerijen, waar weinig tot geen pad is gebaand, af en toe onderbroken door een modderstroom. We rijden mee in een lange stroom auto’s en ondanks dat hangen de ongeduldige Bolivianen voortdurend op de claxon en proberen ook hier links en rechts in te halen. Hierdoor ontstaan af en toe gevaarlijke situaties, wat de sfeer er niet beter op maakt. Met al het oponthoud wordt het weer een lange dag en is het zo goed als donker als we koud en wat geïrriteerd inchecken bij een shabby hotel, waar we onze motor veilig in de lobby mogen parkeren. Zoals de plannen er nu uit zien wordt dit onze laatste nacht in Bolivia. Nadat we drie maanden hebben genoten van dit land geeft deze laatste dag een wat vervelende nasmaak, erg jammer.
De volgende dag rijden we langs het mooie Lago Titikaka via Copacabana richting Peru. Een mooie rit, waarbij we regelmatig moeten stoppen voor een fotomoment.
Na een kleine drie kwartier rijden komen we aan in San Pablo de Tiquina, waar we met een pontje de Straat van Tiquina moeten oversteken naar San Pedro de Tiquina. Hier gaan we echt ver terug in de tijd. Bij het zien van de boten verwachten we niet dat we de overkant gaan halen. Op de bodem van de boten liggen losse planken, wat een vloer moet voorstellen. Met één touringcar staat een bootje zo ongeveer vol, alleen wij passen er nog net bij op. Goed oppassen dat er geen wiel tussen de planken schiet, of dat we er aan de achterkant af lazeren. Aan de kant is het water erg ondiep, er is geen ruimte voor een motor. Met stokken wordt de boot van de kant geduwd en als we een meter of tien het meer op zijn kan de motor in het water worden gehangen en wordt er verder gevaren. Tegen onze verwachting in halen we zonder averij de overkant, waar het een uitdaging is om de motor weer op de kant te krijgen. De buschauffeur wil ook graag verder, dus gelukkig krijgen we hulp en wordt de motor ietwat lomp aan wal geduwd.
Een uurtje later komen we aan in Copacabana, een toeristische stad, waarvan de naam tropischer aandoet dan het er is. Met zijn ligging op 3800 meter is het overdag best lekker, maar zodra de zon onder gaat wordt het er erg koud. De stad lijkt ons wel wat dus besluiten we er een korte dag van te maken en gaan opzoek naar een hotel. We vinden er één aan de rand van het meer met uitzicht op strand, waar veel bedrijvigheid is. Op het strand zijn veel versierde auto’s en wanneer we een wandeling door het centrum maken blijkt dat bij de grote kerk een levendige markt is waar deze versieringen te koop zijn. Er staat een rij auto’s die vol worden gehangen met versiersels en daarna met een fles drank worden gezegend. Vandaag wordt dit door de mensen zelf gedaan, maar op zondag schijnt dit een heel spektakel te zijn, waarbij de priester de auto’s officieel zegent. Na de zegening rijden ze volgens traditie via het strand de stad weer uit. Waar veel toeristen zijn, zijn natuurlijk ook veel souvenirs te koop en die zijn in Bolivia echt wel leuk. Wij kunnen niets extra’s meenemen, maar met dat koude weer missen we een warme trui en die worden hier onbeperkt aangeboden. Voor het luttele bedrag van € 12,50 schaffen we ieder een heerlijke warme trui van Alpaca wol aan. Een leuk, maar vooral praktisch aandenken.
In Copacabana wordt duidelijk dat in Europa de zomervakanties zijn begonnen. Overal om ons heen horen we Duits, Frans en Nederlands spreken, lopen mensen in fantastische nieuwe outdoor outfits en dragen, net als wij, een Alpaca trui.
Zaterdag gaan we verder en verlaten we Bolivia, een fantastisch mooi en puur land, dat nog niet is ontdekt door het massa toerisme.



Geschreven door

Al 15 reacties bij dit reisverslag

Indrukwekkende reis. Geniet ervan en we volgen jullie op de voet. Goede reis. Cas en Rikie, Lochem

Cas en Rikie 2018-08-07 08:34:07

Wat een prachtige reis maken jullie toch! Geniet van het vervolg en wij lezen graag mee!!

Kim 2018-08-07 09:10:00

Weer zo 'n mooi verslag leuk om te lezen succes met de verdere trip

Frieda 2018-08-07 12:32:00

Fantastisch verslag om te lezen

Sabine 2018-08-07 13:48:07

Hallo Sabine en Max, Jouw moeder (Sabine) en mijn vader zijn neef en nicht en daardoor hoorde ik onlangs van jullie avontuur. Wát een bijzondere reis maken jullie! Ik lees graag mee en wens jullie nog heel veel plezier! Groeten uit Zevenaar

Barbera van Dulmen-van Dalen 2018-08-07 18:36:50

Dag Max en Sabine, Heerlijk om weer je verslag te lezen Sabine kijk er altijd weer naar uit zo mooi! En wat een prachtige foto,s. Veilige reis verder en geniet. Hartelijke groeten van ons.

Ans Overgoor 2018-08-07 19:24:43

Wat een geweldig verhaal weer blijven genieten in jullie tweede jaar dikke knuff jo 💋💋

Jo 2018-08-07 19:44:51

Wat een verhaal weer en de foto's liegen er niet om. Vooral die 14 kleurige bergen, Prachtig 💖 Geniet van jullie 2e jaar en ook ik kijk uit naar het volgende verslag . Goed Goan 🖕

Olga Drevers 2018-08-07 21:14:07

Weer geweldig om jullie verhaal te lezen en wens jullie net zo veel plezier in het tweede jaar als wat ik heb gelezen van het eerste jaar

Marion 2018-08-08 15:01:36

Hoi Sabine & Max, Wat een geweldig verhaal weer en dan die foto's die waarschijnlijk niet eens weergeven wat jullie hebben gezien. Fantastisch. Succes met het vervolg en doe voorzichtig.

Bennie Overgoor 2018-08-08 19:27:46

Wat en prachtig verhaal weer! Super mooie foto's! Goede reis nog!!!!! Veel plezier!!!

Nathalie 2018-08-08 19:42:57

Een fantastisch tweede jaar gewenst!

Henk Wim Potappel 2018-08-09 21:27:05

Jemig Sabine en Max alweer 1 jaar voorbij man man wat gaat de tijd snel zeg. Op naar een mooi 2de jaar met mooie verhalen en foto's. Vraagje die paarse bergen, enige idee hoe het komt dat die bergen paars van kleur zijn? Anders google ik wel ff :) De natuur foto's zijn prachtig. De steden immens en ik zou gillend weg rennen of rijden. Rij samen lekker verder en op naar jullie volgende verslag. Grt van ons

Ineke Mensink 2018-08-12 22:14:53

Geweldig

Henk Bolk 2018-08-14 11:17:55

jeetje, geweldig!! alweer een jaar, wat gaat het snel! Geniet verder, doen wij dat hier van jullie verhalen. Groetjes xx

Miriam 2018-08-28 21:01:41
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.