Woensdag nemen we na het ontbijt afscheid van Aike en gaan op weg naar Argentinië. Chile Chico ligt hier acht kilometer vandaan dus binnen een uur zijn we de grens over en rijden in Argentinië.
De eerste 60 kilometer gaan oostwaarts, tot de plaats Perito Moreno, daarna pakken we route 40 naar het zuiden. Op het moment dat we van richting veranderen worden we gegrepen door de stevige wind, iets waar het zuidelijke deel van Argentinië bekend om staat. Windsnelheden waar in Nederland minimaal code oranje voor wordt afgegeven zijn hier dagelijkse kost, snelheden tussen de 120 en 160 km/p. uur zijn niet uitzonderlijk.
Het landschap is fascinerend en van een heel andere schoonheid dan het groene Chili. De bossen en meren zijn verruild voor honderden kilometers goudgele pampa, omlijst door kale bergen, met daarboven de meest fantastische wolkenluchten. De wolken hebben zulke prachtige vormen, het lijkt soms alsof ze er met een penseel in zijn gezet. Gerrit Hiemstra zou hier de tijd van zijn leven hebben.
Een ander verschil met Chili zijn de vele dieren die we zien. De Guanaco, een wilde lama soort is hier goed vertegenwoordigd en ook de Nandoe zien we veel voorbij rennen. De Nandoe is een Zuid-Amerikaanse loopvogel, die lijkt op een kleine struisvogel. Deze vogel vermijd contact met vijanden door hard weg te rennen, het is dan ook erg lastig ze goed op de foto te krijgen. Verder zien we Patagonische vosjes, Zorro genaamd en de machtige Condor, de grootste vliegende vogel op aarde.
De Andescondor is een giersoort met een spanwijdte tussen de 2,70 – 3,20 meter. Deze indrukwekkende vogel hebben we in Chili ook gezien, maar des te verder we naar het zuiden afzakken des te minder zeldzaam wordt die. We zien ze dagelijks, soms wel een stuk of vijf bij elkaar. Ondanks dat blijft het bijzonder om ze te zien.
Route 40 is een doorgaande weg maar wordt veel minder druk bereden dan de Caretera Austral. We passeren maar af en toe een auto en nog veel minder vaak een dorp met de mogelijkheid tot tanken, eten en overnachten. Nadat we bij Perito Moreno zijn afgeslagen, is Gobernador Gregores de eerst volgende plaats waar dit mogelijk is. Vanaf Chili Chico is dit een redelijk lange rit van ruim 400 kilometer. We zijn ’s ochtends met een volle tank vertrokken en 400 kilometer is normaal gesproken geen probleem, maar door de harde wind is het verbruik veel hoger en gaan we de 400 niet halen. Voor dit soort gevallen hebben we onze 4,5 liter reserve voorraad, maar de jerrycans zijn vandaag helaas leeg. Max had op het internet gelezen dat het niet is toegestaan jerrycans met benzine mee over de grens te nemen. We hebben dan ook maar geen risico genomen, wat we misschien toch hadden moeten doen, of er na de grens even aan moeten denken ze alsnog vol te gooien.
Zo’n veertig kilometer voor Gobernador Gregores is de tank compleet leeg en komen we in de middle of nowhere stil te staan. Lopen is geen optie, dus één van ons zal moeten gaan liften.
De wind is zo sterk dat deze de motor omver dreigt te blazen. Mocht dit gebeuren, ben ik niet sterk genoeg om de motor van de straat te rapen, daarom is het handiger dat Max bij de motor blijft en ik ga liften. We hebben het geluk dat er vrijwel meteen een auto voorbij komt die me meeneemt naar het tankstation. Daar weer weg komen is wat lastiger. Nadat ik verschillende mensen bij het tankstation om een lift heb gevraagd en een tijdje met de duim omhoog heb gestaan geef ik de moed op en vraag het meisje in de tankshop een taxi voor me te bellen. Een prijzig ritje, de chauffeur hoeft niet te rekenen op klandizie voor de terugreis, dus die wordt aan mij doorberekend. Dure benzine, maar een wijze les, denk niet dat wij nog gaan rijden met lege jerrycans.
Door dit oponthoud is het al behoorlijk laat geworden en gaan we, nadat we de tank en de jerrycans hebben volgegooid, opzoek naar een slaapplek.
De volgende ochtend vervolgen we onze route en gaan we op weg naar El Chaltén. Route 40 mag dan een doorgaande weg zijn, maar dat is geen garantie voor een goed wegdek. We zijn het dorp nog maar net uit als het asfalt op is en over gaat in een onverharde weg met een dikke laag keien, een ramp om op te rijden. Dit wordt nog eens extra bemoeilijkt door de harde wind die het voorwiel onder ons uit probeert te blazen. Helaas gaat het toch een keertje mis, op het moment dat we willen stoppen om een bakkie koffie te maken verliezen we grip en vallen om. Gelukkig niks kapot en kunnen we, na een korte fotosessie, de motor zonder problemen weer overeind zetten.
De plaats El Chaltén is een echte toeristentrekker. In de buurt van het bergdorp ligt de 3375 meter hoge Cerro Fitzroy, ook wel Cerro Chaltén genoemd. Chaltén betekend rokende berg, wat verwijst naar de wolken die meestal rond de top van de berg blijven hangen.
De Fitzroy ligt op de grens van twee nationale parken, een prachtige omgeving waar we best wat langer hadden willen blijven, maar wanneer we in het dorp aankomen wordt het weer slechter en de voorspellingen voor de komende dagen zijn niet geweldig. We wachten niet op beter weer en gaan de volgende dag verder naar El Calafate. Als we onderweg stilstaan om een foto te maken stopt er een groep met tien motoren en een auto van Moto Aventura Chili, het bedrijf dat ons heeft geholpen aan een nieuwe achterband. We maken een praatje en het blijkt dat de groep bestaat uit 18 personen afkomstig uit verschillende landen, waaronder twee mannen uit Nederland. De groep is een week geleden vanuit Osorno gestart en hebben door de slechte wegen inmiddels drie uitvallers. Twee van hen hebben, na een bezoek aan de dokter, de reis voort kunnen zetten in de volgauto, één is er slechter aan toe en ligt nog in het ziekenhuis. Ondanks deze tegenslag hebben ze het goed naar de zin en zijn ze van plan de reis vol te maken tot Ushuaia. Vandaag gaan ze, net als wij, naar El Calafate.
Het stadje ligt aan het Argentinomeer, het grootste meer van Argentinië en is een uitvalsbasis voor uitstappen naar de gletsjers in het nationaalpark Los Glacieres. Dit park bestaat voor 30% uit een ijsvlakte met zo’n 200 kleine gletsjers en 47 grote gletsjers, waarvan de Perito Moreno de bekenste is. Deze gletsjer eindigt in een fjord waar het ijs 70 meter dik en 5 kilometer breed is. We hebben al veel gehoord over de Perito Moreno, deze moeten we gaan zien.
Ondanks dat dit weekend het vakantieseizoen in Zuid-Amerika eindigt is het in El Calefate nog niet rustig. Na een aantal mislukte pogingen vinden we een kamer bij een hosteria van echtpaar op leeftijd.
We boeken twee nachten zodat we de volgende dag voldoende tijd hebben om de gletsjer te bekijken. Het echtpaar is vriendelijk, maar niet erg relaxed. Ze doen hun best, maar zitten ons zo in de nek dat we er ’s avonds al spijt van hebben dat we twee nachten hebben geboekt.
Zaterdagmorgen ziet het weer er niet geweldig uit. We rijden naar het park en wanneer we bij de ingang aankomen besluiten we ons weer om te draaien. De lucht is compleet dicht getrokken en er valt wat regen, niet het perfecte weer om naar de gletsjer te gaan. Betekend wel dat we ons verblijf moeten verlengen, maar niet bij Hosteria Maria Bonita. We vinden op het internet een ander hostel dat tot onze verbazing aan de overkant van de weg zit. We reserveren meteen een kamer en zondag verkassen we naar de andere kant van de straat. Maandag is het weer zover opgeklaard dat we de gletsjer kunnen gaan bezichtigen.
Het wachten was zeker de moeite waard, wat een onvoorstelbaar grote ijsmassa, echt een imposant gezicht. De Perito Moreno is de enige nog groeiende gletsjer, per dag schuift het ijs 1 tot 2 meter verder. Dit is waar te nemen door het gekraak en geknal van over elkaar schuivende ijsbrokken en om de zoveel tijd breken grote brokken af die met veel lawaai in het meer vallen.
Op dit moment heeft de ijsmassa het vaste land bereikt waardoor de zuidelijke arm van het meer af wordt gesloten en het waterniveau 30 meter is gestegen, wat zoveel druk op de afdamming geeft dat deze uiteindelijk zal breken. Dit verschijnsel doet zich iedere 2 tot 4 jaar voor en kan nu elk moment weer gebeuren. Het zou wel heel bijzonder zijn hierbij aanwezig te zijn, maar dan hadden we nog wat langer moeten blijven, 6 dagen later, op zondag breekt de dam.
Om de gletsjer goed te kunnen bekijken zijn op verschillende hoogtes plateaus aangelegd die met elkaar zijn verbonden met trappen en loopbruggen. We lopen een paar uur rond en zitten op bankjes te genieten van het uitzicht. We hebben het geluk condors boven de gletsjer te zien zweven en er zelfs één redelijk goed op een foto vast te leggen.
Vanuit El Calafate keren we weer even terug naar Chili, het is de enige manier om naar Ushuaia te komen en we willen het nationaal park Torres del Paine bezoeken.
We slapen twee nachten in een hostel in Puerto Natales en rijden van daaruit naar het park.
Opnieuw een toeristentrekker, waarvoor je flink in de buidel moet tasten om er rond te mogen rijden. Het is een geweldig mooi park met imposante bergen van het Painemassief, gletsjers, meren en rivieren. De “Torres” zijn een verwijzing naar de drie torens in het berglandschap die in de wijde omtrek te zien zijn.
Van Puerto Natales rijden we verder naar Punta Arenas, de meest zuidelijke stad van Chili en van het vaste land van Zuid-Amerika, waar we één nacht verblijven.
Vrijdag vervolgen we onze rit naar el fin del mundo (het eind van de wereld) door de veerboot te nemen naar Tierre del Fuego, ofwel Vuurland. Daarna gaan we de grens weer over en rijden door tot Rio Grande, de tweede stad van de provincie Tierra de Fuego. Van daaruit rijden we de volgende dag naar Ushuaia, de zuidelijkste stad ter wereld. De weg er naar toe is prachtig, maar omdat er redelijk wat verkeer is en Ushuaia een stad is met ruim 60.000 inwoners hebben we niet het idee dat we naar het einde van de wereld rijden, maar bijzonder is het wel.
Ushuaia is begin vorige eeuw opgebouwd rond een gevangenis voor zware criminelen, het Alcatraz van Argentinië. De gevangen zijn uiteindelijk degenen die de stad hebben gebouwd. De gevangenis is niet meer, maar de stad is nu in trek bij toeristen, als bestemming en als vertrekpunt voor de boot naar Antartica.
Na een paar weken te hebben gebivakkeerd in lawaaiige hostels met piepkleine kamers hebben wij hier een paar dagen een appartementje geboekt. Dinsdag gaat de reis verder en maken we een begin aan de Ruta Nacional 3, de meer dan 3000 kilometer lange weg naar Buenos Aires.
Geschreven door Max.en.Sabine.trappen.um.an