Na bijna vier weken rond te hebben gereden in Iran zijn we inmiddels aangeland in de Verenigde Emiraten. We hebben aantekeningen gemaakt van onze belevenissen en kunnen nu ons blog weer updaten. Hierbij het eerste deel vanaf Azerbeidzjan naar Rasht.
Vrijdagochtend vertrekken we op tijd uit Lankaran. We hebben het een en ander gehoord en gelezen over de grensovergang naar Iran, dit kan lastig zijn en zomaar een paar uur duren.
Het is ook best een beetje spannend. Bij het aanvragen van de autorisatie code moet je beslist niet vermelden dat je met eigen vervoer komt, dan zou je een tour moeten boeken. Daarom hebben we bij de aanvraag aangegeven dat we met het openbaar vervoer reizen. We zijn dan ook best benieuwd wat de reactie zal zijn wanneer we op de motor bij de grens aankomen.
Het is nog ongeveer 60 km. naar de grens, met een klein uurtje zijn we daar.
Azerbeidzjan uitkomen is geen probleem. Er is veel interesse in de motor, vooral wat zo’n ding wel niet kost, en weer een hoop geklets over voetbal, verder geen bijzonderheden.
Aan de Iraanse kant worden we met groot enthousiasme ontvangen. We worden welkom geheten en mogen de rij met vrachtwagens voorbij om vooraan aan te sluiten, waar een aantal bijzonder vriendelijke mannen staan te wachten. Drie van hen beginnen direct van alles voor ons te regelen.
Ze gaan op stap met de paspoorten en het Carnet de Passage (invoer document voor de motor) en vertellen precies wat we moeten doen en waar we heen moeten.
Dit loopt super gesmeerd, binnen een half uur is alles geregeld en staan we bij de slagboom om het land in te gaan. Er is geen enkele opmerking gekomen over het feit dat we met de motor zijn, dit vinden ze alleen maar erg interessant.
Nog even wat geld wisselen met de mannen en uiteraard afrekenen. Het wisselen gaat prima, maar 60 dollar voor het fiksen is wat te gortig. De snelle service is best wat geld waard, maar dat hadden ze wat ons betreft niet met z’n drieën hoeven doen. Max geeft aan dat hij niet meer dan 30 dollar wil betalen en uiteindelijk gaan ze hiermee akkoord. Helaas kunnen we niet afpassen. Wanneer we later aan het tellen zijn blijkt dat ze ons met de grote wisseltruc toch nog een klein oor hebben aangenaaid.
Het is ook wel een heel gereken, waren we in Oezbekistan al miljonair, hier gaat het nog sneller. Voor 100 dollar krijgen we 4 miljoen Rial. Gelukkig hebben ze biljetten van 100.000 en 500.000.
Wanneer we Iran binnen rijden worden we van alle kanten welkom geheten. We waren er de afgelopen weken al aan gewend geraakt als een soort Willem en Maxima al zwaaiend door dorpen te rijden, maar dit slaat alles.
Mensen toeteren, zwaaien, autoramen worden open gedraaid en men roep “shalaam” of “welcome in Iran”. Als we even stilstaan wordt er gestopt om ons welkom te heten en foto’s te maken. Je voelt je net een bezienswaardigheid. Ik krijg ook geen kans om de helm te verruilen voor de hoofddoek en blijf dan maar met de helm op staan. Moet er nog even inkomen.
Na de grensplaats Astana blijft het behoorlijk druk, we rijden van dorp naar dorp. In het begin hebben we aan onze rechterzijde rijstvelden en kiwiplantages met op de achtergrond bergen, wat er veel belovend uitziet. Jammer is het vele afval in de bermen. Na Kroatië is dit overal vrij normaal, maar hier is het extreem veel, wat een bende. In Iran zou veel langs de kant van de weg worden gepicknickt, dat is goed te zien aan alle rotzooi die wordt achtergelaten.
Ook het verkeer is een bende. Het is alsof bij elk volgend land men steeds slechter gaar rijden.
Grappig zijn de vele bromfietsen en lichte motoren, nooit geweten dat daar een heel gezin op past.
Helmplicht kennen ze hier niet en van beschermende kleding hebben ze waarschijnlijk ook nog nooit gehoord. Opvoeren kennen ze wel, de brommers scheuren links en rechts om ons heen.
Wat verder opvalt zijn de vrachtwagens, het gros is ontzettend oud, daar werd in Nederland 50 jaar geleden mee gereden. Veel van deze modellen had Max als kind in zijn Siku verzameling.
De eerste dag rijden we tot Rasht, een levendige stad met zo’n 650.000 inwoners.
Er is ons verteld dat in Iran hotels over het algemeen redelijk aan de prijs zijn en de kwaliteit niet geweldig is. Dit wordt bevestigd bij ons eerste hotel, is zeker geen topper, maar wel een goede parkeerplaats en een prima ligging. Wanneer we de deur uitlopen komen we uit op een groot plein met daar omheen voetgangersgebied met de bazaar en ontzettend veel winkels.
Het is vandaag vrijdag, de zondag in Iran, maar daar is niets van te merken. Het plein ziet zwart van de mensen en de bazaar en alle winkels zijn tot laat in de avond geopend.
Nadat we een rondje over de bazaar hebben gemaakt gaan we op het plein zitten mensen kijken, hoewel dat hier eerder andersom is. We vallen blijkbaar behoorlijk op, want we worden van alle kanten bekeken en veel mensen zeggen gedag en wanneer ze Engels spreken maken ze een praatje en bieden hulp aan.
Na een tijdje komt er een man naast ons zitten die vraagt of wij zin hebben een praatje met hem te maken. Zijn naam is Saeed, hij is leraar Engels en vind het erg leuk om met buitenlandse toeristen te praten. Het is een aardige man, gezellig om wat mee te kletsen. Hij verteld over zijn werk en vraagt of we de volgende avond met hem mee willen gaan naar de school waar hij les geeft. Daar hebben eigenlijk niet zoveel trek in, dus houden we de boot af.
We moeten nog eten en vragen of Saeed ons een restaurant in buurt kan aanbevelen. Dat kan hij zeker en vindt het ook geen probleem om ons daar naar toe te brengen. De eigenaar is een goede vriend van hem die geen Engels spreekt, dus Saeed helpt ons met het bestellen en blijft er gezellig bij zitten. We drinken samen een citroen biertje, uiteraard alcoholvrij, want het drinken en in bezit hebben van alcohol is streng verboden. Hoewel volgens Saeed iedereen stiekem drinkt, meestal iets dat ze zelf hebben gebrouwen.
Na het eten drinken we bij een andere bekende van Saeed een kopje thee en lopen met z’n drieën terug naar ons hotel. Wanneer we afscheid nemen vraagt Saeed of we de volgende dag echt niet naar zijn school willen komen, de leerlingen zouden dit erg op prijs stellen. De man is zo aardig en enthousiast, dat we hem niet willen teleurstellen. We spreken af dat we de volgende dag om vijf uur bij de school zullen zijn.
Voor we terug gaan naar het hotel gaan we nog even op het plein zitten en het duurt niet lang of de volgende gesprekspartner dient zich aan. Mohammed, een man van midden dertig die ’s avonds opzoek gaat naar toeristen om Engels of Spaans mee te oefenen en eventueel hulp aan te bieden. Hij blijkt een goede vriend van Saeed te zijn.
We vragen Mohammed of het in Iran mogelijk is om als toerist een simkaart te kopen en hij biedt meteen aan dit de volgende ochtend samen te regelen.
Terug bij het hotel meteen nog maar een nachtje bijgeboekt, hebben we ook nog tijd om een extra shirt voor mij gaan kopen.
We hebben zaterdag om twaalf uur met Mohammed afgesproken, zodat we eerst nog wat kunnen winkelen. Als we nog maar net in de stad zijn lopen we Saeed tegen het lijf. We vertellen hem van onze ontmoeting met zijn vriend Mohammed en dat we met hem telefoonkaartjes gaan regelen.
Saeed biedt aan dit maar meteen te gaan doen en belt Mohammed om door te geven waar we zijn.
Toch handig dat er iemand met ons mee gaat, de werkwijze is hier anders dan we gewent zijn.
Eerst opzoek naar een telefoonwinkel die het goedkoopste simkaartje aanbiedt, vervolgens naar een winkel van Irancell, de provider, waar we ons moeten registreren en een internetbundel kunnen kopen. Bij de registratie moet een contactpersoon uit Iran worden vermeld, dat wordt dus Saeed.
Ondertussen is Mohammed ook gearriveerd en wanneer alles is geregeld worden we meegenomen naar een traditioneel theehuis. Het is een provisorisch keukentje met een paar zitjes onder een afdak van zeil, dat wordt gerund door Mohamad, een professioneel worstelaar die ook gek is op koken.
Het is een gezellige drukte in het “theehuis”. In Iran is de werkloosheid erg hoog. Veel werkloze mannen komen een groot deel van de dag door met op straat thee te gaan drinken.
We krijgen van alle kanten tips over wat we beslist moeten gaan zien en komen wat meer te weten over het leven in Iran. Mohamad maakt ondertussen wat te eten klaar, yoghurt met olijven, tonijn en allerlei kruiden wat wordt gegeten met naanbrood. Erg lekker.
We zitten een paar uur thee te drinken en wanneer we afscheid nemen en willen betalen wil Mohamad daar niets van weten. Dat was niet onze bedoeling, maar met een worstelaar durf je niet in discussie te gaan. Saeed heeft de groep inmiddels al verlaten, hij wilde zich klaar maken om te gaan werken.
Wij gaan met Mohammed naar een geldwisselkantoor om wat dollars te wisselen daarna nog even naar het hotel en lopen vervolgens naar de school waar Saeed werkt.
Daar worden we ontvangen door de directeur, een vriendelijke man, waar we eerst een kop thee mee drinken.
Al snel komt Saeed ons halen en neemt ons mee naar de eerste klas, een kleine groep van 4 leerlingen en een spontane lerares. Wij stellen ons voor en daarna mogen de leerlingen vragen aan ons stellen. Ze willen van alles weten over Nederland, hoe wij leven en wat we van Iran vinden.
Na een minuut of 20 worden weer opgehaald om ons bij de volgende klas te melden. In totaal maken we kennis met vier klassen met studenten variërend in een leeftijd van ± 13 tot 50 jaar.
Ondanks dat we er eigenlijk niet veel zin in hadden is het een hele leuke avond geworden, soms best een beetje ongemakkelijk, maar de studenten en leerkrachten waren erg enthousiast wat het wel weer grappig maakte. We nemen afscheid van Saeed en bedanken hem voor zijn hulp.
Pas twee dagen in Iran en al een heleboel meegemaakt.
Deze eerste kennismaking was bijzonder leuk, we zijn benieuwd wat Iran nog meer voor ons in petto heeft.
Geschreven door Max.en.Sabine.trappen.um.an