Van vergane glorie tot kermisdrukte

Thailand, Chiang Mai

Alweer een aantal dagen geleden dat ik schreef, té veel leuke dingen gedaan en iedere avond vermoeid het bedje ingekropen. We reizen nog samen, aanstaande maandag zal Nina naar het Zuiden vliegen en ik vrijdag naar Hanoi in Vietnam om Laura daar te treffen.
Op de weg naar Chiang Mai was de eerste halte Ayatthuya, de oude hoofstad van Thailand met veel oude tempelccomplexen. De treintickets opgepikt, 21.06 zouden we bij de nachttrein van Ayatthuya kunnen bijstapppen.De nieuwe treintiickets kopen voor het eerste stuk ging verbazingwekkend makkelijk en met een goede kop koffie in de hand en de tassen op de rug voelde we ons ware wereldreizigers. Nog even naar het toilet, daar waar het hangen boven de pot ondanks een backpack op je rug verheven wordt tot een kunst.
De trein liet niet lang op zich wachten. We hadden geen aangewezen plekken dus plofte ergens neer, telkens ons afvragend of de Thai die langs liepen niet te bescheiden zouden zijn om te zeggen dat wij hun plek bezet houden. Na veel stoppen een lang stuk door een groene omgeving, een beeld dat mij veel terug doet denken aan het fietsen. In Ayatthuya kon je je bagage op het station stallen. De stad in, tuktukdrivers en tourguides van ons af houden en in het eerste de beste straatje.. Een fiets huren! Heerlijk, weer wind door je haren, kleinere straatjes door..
Er zijn minstens 50 bezienswaardigheden, dus dan wordt het de loneley planet volgen en 2 tempels op ons verlanglijstje. Eén van de twee was het verst weg dus we zouden onderweg genoeg gaan tegenkomen. Ayutthaya is een soort openluchtmuseum, overal waar je komt staan bordjes met aanduidingen voor bepaalde Wat's (tempels). Maar vooral veel ruines. "Ooit was dit heel mooi", "Vroeger was dit heel bijzonder". Zoiets. Al kun je je wel een voorstelling proberen te maken van de gigantische complexen die dit ooit waren. Er staan bizar veel Boedda's, allen zonder hoofd. De paar mét hoofd zijn de lijmrandjes nog zichtbaar van. Behalve in1 tempel, daar is een boeddha hoofd in de boom gegroeid. Het verhaal gaat dat toen de Burmese oorlog was en alle hoofden van de boedda's geslagen zijn de hoofden waren laten liggen en dat deze toen is 'opgenomen' door de boom. De torens die nog staan zijn mooi, doen denken aan de Khmer-architectuur die je ook in Angkor Wat kan zien. Met het grote verschil dat hier veel lijkt opgetrokken uit rode baksteen.
Het was bewolkt, maar wel warm. Op de fiets even afkoelen door de wind, maar in de Tempels is het een sauna en stroomt het zweet over je lijf. Dus stoffig en zweterig kwamen we aan bij het restaurant aan de overkant van het station. De trein zou 3 uur later vertrekken. Daar zagen we het donker worden. De geruststellende gedachte dat wij vanaf hier de omroeper van het station konden horen. Met 'horen' is het ook wel gezegd, want verstaan (ook het Engels) doen we niet.
Ruim op tijd op het station waar het een komen en gaan is van mensen. Toeristen, locals, veel personeel. Iets vertraging, maar de trein komt aanrijden. Alsof we een Agatha Christie verfilming inlopen of de trein naar Hogwarts ons komt ophalen. Luid getoeter, felle lichtten, drukke regelaars. In de trein blijken we een boven en een onderbed te hebben. Hett bovenbed is smal en zonder raam en het onderbed iets ruimer met een groott raam maar weinig uitzicht door het pikkedonker. Nina is bang om uitt te vallen en ik slaap graag in knusse ruimtes (zou het liefst een bedstee hebben!) Dus de verdeling is snel gemaakt. Je kan banden voor je bed binden dat je ook als de trein een onverwachte beweging maakt niet meteen beneden ligt.
Eenmaal geinstalleerd vonden we wel dat we een biertje in de restauratie hadden verdient. Eén hele wagon zitten mensen te eten, te kaarten en te roken. Het is er rustig. Bier is niet te verkrijgen dus na een tijdje uit het raam te hebben gehangen, taaien we af naar onze bedjes. Muziek op de oren en met de gelijmatige kadans van het treingehobbel word ik vanzelf in slaap gewiegd.
's Nachts moet ik er nog eenmaal uit om naar het toilet te gaan waar je het spoor onder je door ziet razen. In de wagon zijn alle gifgroene gordijntjes gesloten en liggen mensen rustig te ronken. Een paar uur later;"Good morning!!" roept een Thaise dame met een zeurderig stemmetje. Overigens klinkt het Thais sowieso een beetje zeurderig door haar lange hoge klanken. 'Kop Kun Ka/Krab' (dankjewel) klinkt altijd al alsof ze eigenlijk "en bedankt he." willen zeggen.
Rustig aan begint de trein te ontwaken. Als je wakker bent staat er meteen een lange Thaise vrouw (net zo lang als ik!) Naast je bed om er relaxte stoelen van te maken. Behendig tovert ze de ruimte om. De lengte werd al snel verklaard, een gemiddelde Thai zou de bedden op die hoogte nooit opgeklapt krijgen..
Het uitzicht is prachtig, we krronkelen door het landschap en naderen Chiang Mai. Het is een uur of 9 en we hebben nog geen hostel. Op zoek naar het centrum waar we neerploffen bij een Starbucks met wifii. We zijn duidelijk al wel in de stad; naast de Starbucks zit de Burger King, het Hardrock Cafe en de Night bazaar. We vinden een hostel in de oude stad. De oude stad is omheind door een letterlijk vierkant met grachtjes. Dat maakt het navigeren vrij makkelijk. Tegen de tijd dat we in het hostel zijn (prima kamer voor 5 Euro pppn!) zijn we alweer gesloopt. Het is duidelijk kouder in Chiang Mai (ca. 20-22 graden) en het miesert de hele avond op en af. Op de markt durf ik de spicy pork aan maar de lever die er doorheen zit sla ik over, dat is toch niet zo mijn ding. Het eten is hier wel zo lekker dat ik besluit een kookcursus te gaan doen de volgende dag.
Die avond laten we ons verleiden tot een massage door de vele reclame borden op straat, voor 4-5 euro per uur wordt je eens stevig onder handen genomen. En dat hebben we geweten. Bij binnenkomst kleedt je je om in een Thaise outfit om naar een donkere kamer te worden geleid waar tien mensen op een rijtje liggen. Er staat een kleine dame bovenop mijn buurman en het gekreun verderop voorspelt ook niet veel goeds. Mijn mevrouw begon hardhandig bij mijn voeten. Van teen tot top werd je uit elkaar getrokken en duwde zij haar ellebogen in mijn lijf. Een uur later liepen we soepeltjes maar volledig beurs de tent uit. Volgende keer blijft het bij een voetmassage.
Nina gaat naar de olifanten sanctuary. Daar lappen ze olifanten op die eerst in de toeristenndustrie zijn gebruikt. De Thai weten goed in te springen op de behoefte; een deel vande toeristen wilt aardiger zijn voor deze dieren en ander deel wilt gewooon een mooie instagram foto. En daarom bieden ze nu, naast het olifantrijden, tours aan waar je, voor een hele hoop geld, zielige olifantjes mag knuffelen en verzorgen. Nu zal het vast mijn eigen enigszins cynische aard zijn die dan denkt dat ze de, vertroetelde-niet-meer-zo-zielige olifantjes wellicht weer ruilen met de inmiddels afgereden olifantjes in het aanliggende park om aan de vraag van zowel de olifantbewuste als -onbewuste toerist te kunnen voldoen. Erg genoeg heb ik vaak genoeg meegedaan aan (vast en zeker de onverantwoorde) olifantenuitjes dus was ik blij om opgehaald te worden door de kookschool.
Net buiten het centrum kwamen we aan waar ruim 20 man uitgeladen werd. Super strak geregeld. Eerst een kopje koffie, naambordjes op, kiezen wat te gaan eten om vervolgens naar de markt te vertrekken. Samen met het oudere Canadeze stel waarmee ik werd opgehaald uit het hostel moesten we jammerlijk concluderen dat we anderhalf uur later op de markt naast ons hostel aan waren gekomen. Niet getreurd, we kregen uitleg over soorten groenten en kruiden die ze hier gebruiken. De enige vraag die ik had moeten stellen (wat "Curry" nu precies betekende) ben ik in de drukte vergeten -sorry Jon-. Terug in de kookschool kreeg iedereen een eigen kookstel en werden we op groepjes van de gekozen gerechten ingedeeld. Eerst de rijstsoorten uitleg en kookinstructies (Thai spreken de "C" niet uit, "Rai" heeft al voor meerdere misverstanden gezorgd..) en dan lekker.. wokken!
De groene curry in Bangkok was zó lekker dat ik die ook wel mee naar huis wou nemen. Tom Yam soep (met kokosmelk en groenten) en de Pad Thai (kleverige glasnoedels gewokt met groenten en kleine garnaaltjes met een sausje obv vissaus) kon natuurlijk niet ontbreken. Het eten is hier heel lekker en eigenlijk best wel overzichtelijk; er worden eigenlijk een paar gerechten overal op de kaart verkocht. Iedere straat heeft meerdere restaurantjes of foodstalls. Het eten is heel goedkoop, tussen de 40 en 80 baht per maaltijd (1-2 euro). De Thai zelf eten daar ook. Zij koken niet thuis maar eten zelf ook altijd buiten de deur. Als het in Nederland ook zo goedkoop was geweest had ik het ook wel geweten. Maar aangzien wij het 10 voudige voor de Thai op de hoek betalen toch wel fijn om het receptenboek mee te krijgen.
Op een cooking class komen veel verschillende mensen. Ik at samen met een meisje uit Singapore die nog nooit gekookt had en dat ook eigenlijk niet van plan was en een Zwiters koppel die alleen maar zaten te balen van het weer, en uit pure wanhoop dan maar waren gaan koken. Echte liefhebbers.
Eenmaal terug in het hostel was Nina aan het opwarmen van het koude olifantenuitje. De stad in, voor een wandeling langs de tempels in de oude stad. Veel goud en rood en overal Boeddha's. De eerste tempel had ons bijna tuk met meerdere mediterende mannen die ongeloofwaardig stil konden zitten. Dat kostte 3 keer extra goed kijken om het als wassen beelden te herkennen. Na 1 tempel moest Nina er toch ook wel aan toegeven dat je er na een paar te hebben gezien, het wel gezien hebt. Hoe dat kan weet ik niet precies; in Rome vind ik niets leuker dan de een na de andere kerk inlopen. Terwijl ik hier na 1 of 2 tempels niet zo'n behoefte heb aan nr 3. Misschien omdat ik er minder aan gewend ben, misschien omdat ik van dit geloof nóg minder weet, of wellicht omdat ik de kermisstijl gewoon niet zo heel mooi vind.
Dan meer richting nog meer kermis, de night market! Net een hip foodstall festival die je bij ons kan vinden. Het is ook wel goed op toeristen ingesteld; relatief hoge prijzen en eten vanuit de hele wereld. Om het kermisgevoel af te maken nog even plastic bolletjes schieten met een nepgeweer. Daar ben ik niet zo goed in. Maar niemand geraakt. Dus dat is mooi.
Die avond aten we bij een reisgidsjes-restaurant, Riverside bar & restaurant. Het woord verrraad al iets, het ligt prachtig aan het water, omringd door bomen en ze hadden nog nét een plekje over. Heerlijk gegeten; Kow Soy, een typisch Noord-Thais gerecht met een kokosmelk curry, noodles (crispy en zacht) groenten en in dit geval een kippenpoot. Dat blijkt ook nog een uitdaging; om met stokjes te eten zonder belachelijk veel te knoeien omdat de poot steeds tussen de stokjes uitglijdt. De energie leek op, maar we wisten ons te herpakken op weg naar de Anasurn Night Market.
Op zoek naar het Chiang Mai Cabaret! Prachtige dames dansend en sjansend door het publiek. Een ding was bijzonder; al deze mooie vrouwen waren als jongen geboren! Dit waren ladyboys; van volledig omgebouwde vrouwen tot jongenslichamen met mooie jurken aan. De nodige grapjes met het publiek waarbij er uitgebreide lapdances plaats vonden, karaoke met zoveel overgave dat ik ooit heb mogen meemaken, en de serveesters die vals mee aan het zingen waren in hun nietsverhullende (of toch juist wel!) jurkjes. Van "all by myself" tot "barbie girl", geen van de klassieke foute meezingers lieten ze heel. Ik betrapte mijzelf er al snel op dat ik vrolijk mee aan het klappen en zingen was. Wat een energie! Een goede afsluiter voor onze laatste avond in Chiang Mai.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.