Vanochtend vertrok ik weer op de fiets. Na een uitgebreid ontbijt met hoop op beter weer besloot ik dam toch maar door de regen te vertrekken. Knalgele poncho aan en gaan. Een korte tocht van maar 25km maar prima asfalt, weinig verkeer en weer vrolijk toelachende Cambodjanen. Kep is een stadje aan zee met opnieuw duidelijk zichtbare invloeden van de franse bezetting. Brede boulevards, franse huisjes. De guesthouses in de beschrijving waren wat aan de prijzige kant en de betaalbare kon ik niet vinden dus op eigen houtje beetje rondshoppend vond ik een lief klein guesthouse met vriendelijke mensen. De fiets mag binnen staan voor de nacht.
Ik was inmiddels doorweekt maar dacht dat een douche en droge kleren nu nog weinig uit zouden halen aangezien ik even rond wou kijken.
Ik fietste terug naar de crab market. Daar worden krabben uit de zee gevist en ter plekke verkocht. Overal liggen rieten mandjes in de zee waar dan mensen naar toe waden om de gevangen krabben op te halen. Volledig gekleed inclusief poncho tot okselhoogte het water in, het nut van de poncho was mij niet helemaal duidelijk.
Verse squid van de bbq gehaald, met een lekker sausje in de regen op de boulrvard op zitten smikkelen. Op de markt overal kleine souvenirtjes. Eindelijk eens een sleutelhanger geregeld, het is een wonder dat ik t losse sleuteltje nog in mijn bezit heb na ruim 4 weken!
Op de crab market kwam ik eem Cambodjaanse jongen tegen die nu in de states woont. Samen met zijn ouders en zusje kwam hij nu op vakantie weer terug naar Cambodja. Zijn moeder was krabben aan het kopen. Er ging duidelijk veel geld over de toonbank (zie rieten mand). Hij vertelde mij dat zijn moeder zegt dat je drie soorten krabben hebt; mannetjes, vrouwtjes en "gay crabs". De laatste zouden het lekkerst zijn. Ik was toch wel heel benieuwd hoe ze die dan herkende, en gelukkig deelde deze jongen mijn nieuwsgierigheid dus vroeg zijn moeder om uitleg. "Gay crabs" hebben blijkbaar een geslachtsdeel wat een beetje op beiden lijkt en zijn dikker. Ik zag het verschil niet echt, maar ik moet zeggen dat ik ook meer aan het opletten was of ze me niet pakte met hun scharen toen ik ze vasthield.
Op een terrasje aan de hevig klotsende zee bestelde ik een cola. Het bleef gewoon regenen. Naast mij kwam een belgische familie zitten. "Ziet ge dat arme meiske alleen zitten, alleen op reis dan moet ge zich vaak eenzaam voelen". Het mooiste was eigenlijk het moment: ik was juist weer in en in aan het genieten van de vrijheid van het alleen reizen. Het was leuk om samen dingen te doen, ik heb er ook zeker een vriendin aan over gehouden, maar alleen is ook wel heel lekker. Wederom, geen rekening houden met een ander en je eigen pad volgen. Toen ik naar buiten liep vroeg de man mij over mijn fiets, ik antwoordde in het Nederlands waarbij in de Vlaamse dame mij even met het schaamrood op de kaken aankeek. Vrolijk vertelde ik haar dat ik me eigenlijk nog geen moment eenzaam heb gevoeld.
Op weg naar de gewone markt bleef het plensen. Gelukkig kwam ik aan op het moment dat het echt los ging. Weer een typisch Cambodjaanse overdekte markt. Kleding, groente, vlees. Het was donker binnen em het stonk enorm. Overal lagen mensen te slapen en de helft van de stalletjes leek gesloten. Toen het iets minder begom te regenen en ook de locals weer op hun motor stapte reed ik terug.
Daar ontmoette ik de eigenaar van het guesthouse. Een Cambodjaanse man die voor 10 jaar in nieuw Zeeland had gewoond en gewerkt als taxichauffeur. Een van zijn kinderen was daar blijven wonen, de rest was mee terug gekomen. De man was blij om terug te zijn maar de zaken gaan niet goed. Het toerisme in Kep komt niet echt op gang. De dichtsbijzijnde ATM is in Kampot, en er is geen running water. Hij wijst naar de losliggende tegels; het water komt uit de well voor het hotel. Het is een mooi stadje aan zee, maar de indeling is inderdaad misschien niet heel geschikt. Er is geen town centre, alles ligt verspreidt over 5km langs het strand. Je loopt dus niet zomaar even de stad in 's avonds, want die is er simpelweg niet. Tijdens ons gesprek werd hij naar binnen geroepen voor een emergency. Ik was wel toe aan een warme douche, maar het uitvallen van de stroom bleek een onderdeel van de emergency. Al snel begon er een aggregaat oorverdovend te loeien maar de lichten sprongen weer aan.
Na een douchje, een dutje en een klein wandelingetje door het stukje dorp dichtbij, vroeg ik aan de hotelstaff of zij wisten waar ik lekker krab kon eten. Zij kenden wel een plek, maar wouden wel voor me halen. De kans was dat ik een stuk meer moest betalen. Ik geloofde de vriendelijke jongen en meisje wel en gaf ze mijn geld mee. Niet lang daarna stond er een heerlijke krab voor mij klaar voor het hotel. Ik denk dat ik misschien wel nog nooit zoiets lekkers gegeten heb. Verse krab met verse groene pepersaus (dat zijn gewoon de zachte, jonge pepers die nog aan de trosjes zitten die je zo opeet)ik heb welgeteld 1,5uur zitten smikkelen. Tot grote hilariteit van de hotelstaff had ik nog nooit krab gegeten en bleek mijn geworstel met het beest op de lachspieren te werken. Ze legden me uit hoe het moest, en aten zelf ook aan tafel mee. Heel gezellig eigenlijk. Het meisje was 22, werkte overdag in het guesthouse. Ze verdient 100 dollar per maand (en dan net te bedenken dat ik haar zonder blikken of blozen 13 dollar meegaf voor mijn eten) om haar familie te kunnen onderhouden. Ze had 3 jaar in Maleisie gewerkt, daar verdiende ze beter en had ze beter engels leren spreken. Maar haar ouders worden oud (60) en hebben geen inkomen. Haar enige zuster is getrouwd en heeft zelf een gezin aan de andere kant van het land. Daarom zorgt zij nu voor haar ouders en broertjes. Van het geld dat ze in Maleisie heeft verdient heeft zij een motor gekocht, vertelt ze trots. Op de oprit staat inderdaad een motor te fonkelen. Toen ik haar vroeg wat haar droom was, wat ze ooit nog zou willen bereiken wist ze niet goed te antwoorden. Na wat getwijfel vertelde ze dat ze graag dingen zou willen maken en een eigen winkeltje daar mee zou willen opstarten. Maar daar heeft ze eerst geld voor nodig. Het besef hoeveel mazzel je hebt om in Nederland geboren te zijn komt soms hard binnen. Het meisje verliet na het eten in het donker door de regen op haar motor om 20 minuten terug naar haar huis te rijden. Leek mij niet de meest ongevaarlijke onderneming.
De jongen van het hotel had me al meerdere watertjes gevoerd, maar vroeg of ik een biertje wou. Dat leek me wel lekker na zon dag, en ondertussen had ook een vriend van hem aangeschoven. Ze sprongen op de motor en binnen 1 minuut waren ze terug met een plastic zak met koud bier. Angkor bier, echt Cambodjaans bier. Ik vind het wel lekker, het heeft alleen weinig smaak. Voor meer smaak moet je bij de Klang zijn, die is iets sterker en heeft meer smaak. Onder het lipje van Angķor bier staat een afbeelding, en daarmee kun je prijzen winnen. De meest voorkomende; een nieuw gratis biertje. Ik had mazzel vanavond en trok een winnend lipje er vanaf.
De jongen sprak weinig engels, maar genoeg om elkaar te begrijpen. Hij was groot voetbalfan, en ja daar kunnen we nu tenminste over meepraten. Zijn vriend sprak helemaal geen engels en lachte me alleen maar vriendelijk toe. Als hapje erbij hadden we mango met zuur/rode peper saus. De mangos worden hier niet sappig en zacht gegeten maar nog knoerthard. In stukken gesneden dippen in de pittige saus. Ook weer erg lekker. Elke slok werd er wel weer geproost; Tsjol Moi. Na een biertje excuseerde ik mij om te gaan slapen. Ik wou mee betalen, maar de jongens stonden er op dat zij getrakteerd hadden. Nadat ik nu weet hoeveel ze verdienen had ik daar toch wel moeite mee. Maar gelukkig had ik een winnend angkor lipje voor ze. Het was een leuke avond om echt Cambodja af te sluiten. Ik heb hier zoveel mensen leren kennen, een cultuur leren kennen en er van gaan houden. Ik ga het hier nog echt missen.
Morgen ga ik over de grens naar Vietnam! Volgende stop; Ha Tien.
Geschreven door Lotjejolijt