Om 7.45 uur vertrekken we van huis. Eigenlijk hadden we een uur eerder weg gewild, maar gisteravond ontbrak ons de moed om de wekker op zes uur te zetten. Misschien maar goed ook, want zelfs nu is het aan het koude kant. Na een hele week van temperaturen ver boven de 30 graden geeft de thermometer nu amper 20 graden aan en is het mistig, bewolkt en klam. We parkeren bij het station van Hardenberg, nog geen half uur rijden bij ons vandaan. Het gaat steeds meer voelen als een thuiswedstrijd! In de trein naar Coevorden zien we af en toe een glimp van de zon, die worstelt om achter het dikke wolkendek uit te komen. Ook spotten we al een leuk terras in Gramsbergen: een mooie belofte voor als we straks ruim over de helft van onze 19 kilometers van vandaag zijn. In Coevorden lopen we met ferme pas het stadje uit en volgen dan een smal graspad langs een beek. We komen al snel een vriendelijke oude meneer tegen, die ons op het hart drukt dat we straks niet rechtdoor het bos in moeten lopen, maar het pad naar boven moeten nemen. De paden lopen vrijwel parallel, maar het uitzicht vanaf boven is inderdaad mooier. We ontmoeten vandaag meer mensen die vriendelijk groeten en even een praatje aanknopen. Ook komen we vaak schapen tegen. We hebben nog lol om een heel stel van die wollige dames die druk aan het keuvelen zijn in een weiland. De een mekkert hoog en aanhoudend; de andere laag en kort. Als je er op let is het een komische conversatie! Al snel passeren we de “Drentse Poort”, een kunstwerk van zwerfkeien. Onze weg voert daarna een hele poos door de velden en langs het water. Ondanks dat de zon er niet echt door komt, hebben we het toch warm: 25 graden en een lichtgrijze lucht vormen een broeierige atmosfeer. Na een aantal kilometer ontwaren aan de overzijde van de water twee forse zwanen en we aarzelen even of we durven doorlopen. Maar ze hebben geen jongen, dus we besluiten het erop te wagen. Ze keuren ons inderdaad geen blik waardig (en zelf ontwijk ik ook oogcontact; struisvogelpolitiek lijkt me nu de beste optie!), maar ik haal pas opgelucht adem als we ze ruim achter ons gelaten hebben. We zien ook nog een paar meerkoetfamilies, daar kijk je toch heel anders naar! Als we verderop weer op een asfaltweg lopen, fietst een ouder echtpaar ons tegemoet. “En? Is het gelukt met omhoog lopen?” roept de mannelijke helft ons toe. Wat een toeval: die kwamen we een uur geleden te voet tegen! Ongemerkt lopen we Overijssel in en rond half elf komt Gramsbergen in zicht. Via de voetbalvelden, waar de jongere jeugd al volop in wedstrijden verwikkeld is, belanden we op het terras dat we vanuit de trein al gezien hadden. Door een poort lopen we er de tuin binnen (eerst handen ontsmetten en naam/telefoonnummer noteren!) en kiezen we een tafeltje aan het water. De koffie en thee met huisgemaakte appeltaart smaakt ons prima en we kijken ondertussen even lekker lui naar een passerende skiff, boot, prachtige oldtimer en een hele stoet cabrio’s. Na een half uur vervolgen we onze weg en doorkruisen we het knusse centrum van Gramsbergen, met o.a. een metalen meiboom op een pleintje. We lopen het dorp uit over de Oldenhof, een mooi bochtig weggetje met oude huizen, waar de oorsprong van deze gemeenschap ligt. Het is prachtig om overal fruitbomen te zien waaraan de appels en peren al uitnodigend lonken. Ook liggen er op diverse plekken al heel wat eikels op de grond, nog heel groen weliswaar, maar misschien dat ze door de droogte vroegtijdig loslaten? Ook in het buurtschap Ane kronkelt de route leuk en een hele tijd volgen we een oude klinkerweg, die ons eerst richting de N34 leidt, maar dan het Engelandsebos in duikt. Daar blijken onze zweterige lijven woest aantrekkelijk te zijn voor de volop aanwezige muggen, dus houden we even stil voor een extra smeerbeurt. Als we de bomen achter ons laten, doemt Hardenberg in de verte al op en via een fietsbrug lopen we even later zo het centrum in. Karel ontwaart al snel een viskraam en bij de naastgelegen Bakker Bart is er genoeg zoete keus voor mij. Met allebei een lekkere hap en wat te drinken zitten we even aan een tafeltje met weliswaar enigszins treurig uitzicht op een parkeergarage, maar het eten smaakt best na zo’n wandeling! Na de lunch is het nog maar tien minuten lopen naar de auto (een extra kilometer dus, want de route eindigt officieel in het centrum). Daar aangekomen verwisselen we snel onze wandelschoenen voor onze slippers (pas dan ontdek ik een blaar op een kleine teen, gelukkig weinig hinder van gehad!) en rijden we met lekker afkoelende voetjes weer naar huis.
Geschreven door Karel-en-RiannevG.op.reis