Het was een korte rit van Temecula naar San Diego (60 mijl). Alleen door het drukke verkeer (paasvankantie) duurde het langer. Om 10.30 uur arriveerden we in La Jolla Cove dat aan de kust ligt. De wateren rond de Cove maken deel uit van het 6.000 hectare grote La Jolla Underwater Park, met een ecologisch reservaat. Dit betekent dat er veel dieren in het wild leven, zoals zeehonden, barracuda, opaleye, gigantische zeebaars, aasvis en oranje garibaldi. Het was een lust voor het oog. Op de kliffen lagen zeehonden lekker te zonnen. Er waren vele duikers die de natuur onder water bekeken. De weg langs de kust is lang met vele mooie uitzichten. Na 3 uur wandelen zijn we richting motel (Kings Inn) gereden dat op 20 min. afstand lag. Het is een mooi complex met vele appartementen waarbij je vlakbij kunt parkeren.

Na alles te hebben geïnstalleerd gingen we op weg naar het Cabrillo National Monument dat gelegen is in een National Park. Het monument werd opgericht om de landing van de Portugese ontdekkingsreiziger Juan Rodríguez Cabrillo op 28 september 1542 in de Baai van San Diego te herdenken. Dat was de eerste keer dat een Europeaan de huidige westkust van de Verenigde Staten betrad. Het hoogste punt in het park is het Old Point Loma Lighthouse. Het New Point Loma Lighthouse, dat verder zuidwaarts en dichter bij het water werd gebouwd, ligt in feite niet binnen het park.

Vanop het schiereiland heeft men een panoramisch zicht over de haven en skyline van San Diego, alsook van Coronado en Naval Air Station North Island. Op heldere dagen kan men ook Tijuana en de Mexicaanse Coronado-eilanden zien. Het was file rijden maar eenmaal in het park dat uitgestrekt is was het niet te merken. De uitzichten waren prachtig. Om 16.30 uur gingen we naar het motel waar we 's-avonds in een wederom Mexicaanse restaurant heerlijk hebben gegeten. Met een volle maag gingen we naar bed.

Geschreven door Jan.en.jeannet.op.reis