Gisteravond komen wij na een vertraging van twintig minuten aan op het vliegveld van Krakau. Bijna met het totale gezin zijn wij hier vertegenwoordigd. Anton is met de twee kleine meiden thuis gebleven. Onze reis hebben wij in handen gelegd van Polenreizen, zij hebben alles geregeld.
Op de aankomsthal staat dan ook keurig een klein Pools taxichauffeurtje met een bord van Polenreizen op ons te wachten.
Rond 12 uur komen wij aan in ons hotel en zoeken dan ook meteen onze bedden op.
Voor velen is de geschiedenis van Krakau nauw verbonden met de Tweede Wereldoorlog en het concentratiekamp Auschwitz. Een belangrijk stuk geschiedenis wat natuurlijk niet vergeten dient te worden. Naast deze inktzwarte bladzijdes uit de geschiedenis zijn echter ook mooie verhalen te vinden in Krakau. Krakau werd gesticht op een kruispunt van wegen gelegen op een heuvel. Deze heuvel, de Wawel, was eeuwenlang het machtscentrum van de regio. Volgens de overleveringen leefde onderaan de grot een draak die iedere dag gevoerd moest worden met varkens en koeien. De koning loofde de hand van zijn dochter uit aan de man die de draak kon verslaan. Een slimme schoenmaker stopte een kadaver vol buskruit en voerde het kadaver aan de draak. Deze barstte natuurlijk bij het vuurspuwen in kleine stukjes uiteen en heel Krakau leefde nog lang en gelukkig.
Krakau is momenteel met 774.839 inwoners na Warschau de grootste stad van Polen. De stad is de hoofdstad van het woiwodschap Klein-Polen (Małopolska). Krakau was een Hanzestad en tot 1609 was het de hoofdstad van Polen.
Krakau is een van de belangrijkste cultuursteden van Midden-Europa. Het wordt daarom wel het "Florence van Polen" genoemd, en is volgens velen een van de mooiste steden van Europa. De stad kwam als een van de weinige steden in Polen bovendien vrij ongeschonden de Tweede Wereldoorlog door, alleen de Joodse wijk Kazimierz wel in hoge mate verwoest was tijdens de Duitse bezetting.
Het stadscentrum staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Deze dag bezoeken wij de Wieliczka zoutmijnen.
Net buiten Krakau, verstopt diep onder de grond, ligt een bezienswaardigheid: een van de grootste zoutmijnen ter wereld. De mijngangen onder het plaatsje Wielickza zijn in totaal ruim 300 kilometer lang en gaan zo’n 350 meter de grond in. Tegenwoordig wordt er nauwelijks zout meer gewonnen en is de zoutmijn vooral een mooie plek waar bezoekers uit de hele wereld naar toe komen.
De geschiedenis van de zoutmijn bij Krakau gaat terug tot ver in de Middeleeuwen. Toen was zout van grote waarde, zeker op plekken ver weg van de zee. Vooral Krakau profiteerde in de eeuwen daarna van ‘het witte goud’ dat in Wieliczka uit de zoutmijn kwam. Het zout verschafte de stad zijn rijkdom. De indrukwekkende ruimtes die onder de grond vrijkwamen zorgden ook voor één van de eerste vormen van toerisme. Al in de 15e eeuw kwamen rijken en hooggeplaatsten van ver naar Krakau toe om de wonderlijke ondergrondse wereld met eigen ogen te zien.
De zoutmijn bij Krakau staat tegenwoordig op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Meer dan 300 kilometer aan tunnels zijn verspreid over negen verdiepingen, waarvan de diepste 327 meter onder de grond ligt. 22 van deze kamers (tot een diepte van 135 meter) zijn opengesteld voor het publiek via een rondleiding.
Wij krijgen een Engelstalige gids die met een weinig enthousiaste monotone toon ons wegwijs maakt.
Als bezoeker krijg je uitleg over het werken in de mijn door de eeuwen heen. Het meest opvallende is een complete ondergrondse kathedraal, waarin alles is opgetrokken uit zout. De kathedraal en andere ruimtes zijn zo nu en dan nog in gebruik voor feesten en speciale missen.
De rondleiding is leuk, maar wij hadden er toch meer van verwacht.
Hierna worden wij op verzoek naar de Joodse wijk van Krakau: Kazimierz gebracht. Je hoeft niet in Krakau geweest te zijn om deze buurt te kennen. De film Schindler’s List toonde de getto’s van Krakau aan de wereld. Nog steeds is de wijk een beetje bedeesd en beduimeld, de huizen zijn hier minder vlijtig afgestoft dan die in het middeleeuwse centrum. Je komt veel Joodse toeristen tegen, op zoek naar de fabriek van Oskar Schindler (ver buiten de stad) of naar de synagogen rond het Ul Szeroka plein.
Hier eten wij in een hip tentje en lopen nog wat rond. Hierna vervolgen wij onze weg richting het Wawel kasteel. Onderweg genieten wij van een zoete Poolse specialiteit.
De Wawel is een heuvel in Krakau in Polen. De heuvel heeft een hoogte van 228 meter en ligt op de oever van de Wisła. Op die heuvel bevinden zich talrijke gebouwen. De belangrijkste zijn de kathedraal en het koninklijk paleis. Onder de heuvel bevindt zich de Drakengrot.
Toen de draak verslagen was door een schoenmakerszoon, kon de heuvel bewoond worden. Al in de 11e eeuw stond er een landhuis, in de eeuwen daarna groeide dat huis uit tot een koninklijk kasteel van enorme omvang. Tot aan de 17e eeuw was het Wawel kasteel de woning van Poolse koningen, daarna verhuisde de Koninklijke familie naar de nieuwe hoofdstad Warschau en namen verschillende buitenlandse overheersers het bouwwerk in. Uiteindelijk werd het vervallen kasteel in 1930 volledig gerestaureerd en als museum in gebruik genomen.
Inmiddels vier uur en het word al aardig donker en het begint te miezerig. Tijd om richting het hotel te gaan en ons klaar te maken voor het diner.
Geschreven door FamdBopreis