We worden om 6u30 gewekt met een kop koffie, theetje of glaasje fruitsap op het ‘terrasje’ voor onze tent. Tegen 7u gaan we naar de ingang van Isoitok camp, waar we opgewacht worden door een Masai krijger. Hij neemt ons mee naar zijn boma (Boma is de naam voor het dorp, alle hutten samen, omringd door doornstruiken om zich te beschermen tegen wilde dieren), waar we ook de omheining van Isoitok camp zien met oa doorstruiken en wait-a-bit-struiken. Vanaf 8u30 vertrekken de Masai krijgers op pad met de koeien om ze te laten grazen, dus vandaar dat hij ons ervoor rondleidt in zijn dorp. Rond het Isoitok camp woont er een Masai gemeenschap van 450 mensen, verspreid over verschillende boma’s (dus hutten van 1 familie die samen staan en omheind zijn met doornstruiken). We krijgen eerst de boma van de koeien en stieren te zien, die in de grote boma zit (zodat ze ook hun vee kunnen beschermen tegen wilde dieren). Ze eten zelden het koeienvlees op, tenzij bij speciale ceremonies. Wel drinken ze soms koeienbloed, via het snijden van ader in de hals en opvangen van het bloed in een kalabas, waarna ze dit terug dicht maken met een soort mengsel van de mest (en dus geen koeien doden hiermee). Hun traditioneel dieet bestaat dus uit melk, geitenvlees en bloed. Daarom is het voor Alle koeien worden gemarkeerd, soort littekens die op hun huid worden gebrand, zodat ze herkennen welke van hun kudde is. Ze hebben ook heel sterke stier vanuit Kenia, die dan een goed ras van kalfjes kweekt. De kalfjes worden apart gezet in een kleine boma alsook de geitjes, waarmee de kinderen rond gaan grazen. Terwijl de Masai krijgers (in rode gewaden) met het vee gaan grazen, gaan de vrouwen naar marktjes om hun eieren en kippen te verkopen (want die eten ze zelf niet) en zo kralen te kopen om juwelen te maken en inkomsten te generen (we kopen enkele mooie armbanden) . We krijgen ook de kans om een Masai hutje van binnen te zien, van 1 masai koppels met 1 babytje. Heel klein, gemaakt van klei en koeiemest en takken, met binnenin 1 bed waar het koppel slaapt met koeienhuid erop. Binnenin wordt er ook gekookt op vuur en er 1 klein lampje dat werkt op zonne-energie (dat had men vroeger niet). Er is 1 Masai krijger die meerdere vrouwen heeft, met verschillende kinderen. Die wonen allemaal samen in een boma. De vrouwen worden ‘uitgehuwelijkt’ aan mannen van andere families/boma’s, en de familie van de man geeft dan vb 10 koeien aan de familie van het meisje. In een Masai gemeenschap is er ook een medicijnman, waar ze naartoe gaan wanneer ze ziek zijn. Indien dit onvoldoende is gaan ze naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. We zien ook het schooltje, dat met hulp van Isoitok camp is opgestart, en waar de kinderen hun lagere school kunnen volgen. De twaalfde verjaardag is voor de Masai jongens heel belangrijk. Het is de dag waarop ze hun kindertijd achter zich laten en volwassen worden. Om die overgang te vieren, mogen ze geen krimp geven tijdens de besnijdenis. Door moedig te zijn en geen angst te tonen, laten ze aan de stam zien dat ze een waardige krijger kunnen zijn. Na de besnijdenis moeten ze nog meer trainingen ondergaan buiten het dorp. Zo moeten ze bewijzen dat ze hun volk en het vee kunnen beschermen. De hele periode van volwassen worden duurt 10 jaar. Aan het einde van die periode wordt er van de krijgers verwacht dat ze met een speer een groot dier kunnen doden (voorheen een leeuw, doch nu is dit illegaal dus volstaat het doden van vb een buffel). Zo zijn ze geëvolueerd van kleine jongen naar echte krijgers. We leren via onze Masai gids meerdere woorden in het Masai zoals Sopai (goeiedag) en Epa (zeg je terug als goeiedag), maar Swahili, of Kiswahili zoals de bevolking het zelf noemt, is de nationale taal van Tanzania. Dus een groot voordeel is dat iedereen elkaar begrijpt. Veel stammen kennen daarnaast dus hun eigen stamtaal. Zowel in Kenia, Uganda, Rwanda, Burundi, Congo, sommige delen van Zambia en Malawi en Mozambique en South-Africa (krijgen les in Swahili) spreken en leren ze Swahili. Na deze superinteressante kijk op hun levenswijze is iedereen wat onder de indruk en bespreken we alles nog wat na tijdens een lekker ontbijt. Iets na 9u gaan we dan terug op pad, na uitvoerig afscheid te hebben genomen van alle supervriendelijke mensen in de kampplaats. Dit is echt wel 1 van de mooiste en uniekste locaties om te logeren en het echte leven van de Masai in Tanzania te leren kennen en apprecieren.
We rijden naar Lake Manyara. Het is een klein park, het beslaat slechts 330km2 en tweederde daarvan bestaat uit water: zoutwater door de vele mineralen die de Rift Valley bevat. De rest is een smalle landstrook die tussen het meer en de rotswand in geklemd ligt, met enkele zeer slechte wegen. Onze gids vertelt echter dat het in het regenseizoen teveel heeft geregend, waardoor het nog slechter bereikbaar is momenteel alsook zijn er geen flamingo’s meer omdat er teveel slib is meegestroomd alsook het regenwater het meer ontzout heeft. Het park en het meer danken hun naam aan de manyara (Euphorbia tirucalli), een grote struik die de Masai als omheining voor hun kralen gebruiken. Het Masaiwoord Emanyara betekent zelfs ‘kraal’. We spotten vanuit onze Safari-auto vele apen (massaal grote kuddes babboons en vervet monkeys), ook vele kuddes olifanten en we hoorden ook een schreeuwende baviaan in een boom waaronder anderen een leeuw gespot hadden die een aap gedood had (wijzelf hebben de leeuw niet gezien, maar wel zijn gebrul gehoord alsook het enorm geschreeuw van de aap die in de boom anderen wou waarschuwen. In het meer, een zoutmeer, zagen we 2 nijlpaarden. Het is echt zalig om met de verrekijker de dieren van zo dichtbij te zien, hun gedrag te bekijken, … , alsook is het zo rustgevend om daar in de natuur te zijn met niets anders dan de geluiden van het park rondom je. ’s Middags hebben we een heerlijke picknick box (meegekregen vanuit Isoitok camp), met stukje quiche en pizza alsook koude pasta en nog veel lekkers (volgens Lola de lekkerste picknick tot nu toe!). In de latere namiddag rijden we verder naar Rothia Valley Tented Lodge, op de Karatu Highlands. We krijgen een mooie tent, met een prachtig zicht op de mountains. De boys springen nog even in het ijskoude water van het zwembad, Lola en ikzelf vinden het buiten echter te fris om nog te zwemmen. We nemen een douche en maken ons klaar om nog iets te drinken op het terras, een spelletje te spelen en nadien krijgen we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld met voorgerecht en hoofdgerecht en dessert (dat we alle drie zelf mochten kiezen). Voldaan kruipen we rond 21u30 in bed.
Geschreven door DeBosjes