Cultuur en avontuur

Tanzania,

Rond 7u30 gaat onze wekker en starten we met het inpakken van onze valiezen, waarna we ontbijten en om 9u vertrekkensklaar zijn. We rijden naar Mto Wa Mbu village (betekent letterlijk 'muggenrivier'), een stad waar verschillende stammen samenwonen en een soort passage stad om naar Lake Manyara, Serengiti, Ngorogoro … te gaan. Heel veel toeristische kraampjes langs de weg, maar ook zie je dat hun ganse leven buiten te doen is. Ze verkopen fruit en kledij en allerlei materiaal buiten, ze koken buiten, ze drogen bananenbladeren en rijstkorrels, ze drinken samen iets, … .

We rijden met de auto langs het Lake Manyara National Park, en kijken vanop een viewpoint naar het park, waar we morgen naartoe zullen gaan. We stoppen langs de weg bij een winkeltje waar ze kwaliteitsvolle voetbal T-shirts hebben. Matti koopt een blauw Tanzania broekje (om te matchen met zijn blauwe en witte Tanzania T-shirt die hij via de neefjes reeds gekregen heeft) en Dauwe koopt een mooie zwarte Tanzania T-shirt. Nadien bezoeken we een soort museum waar we zien hoe men de Tanzanite ontgint in de mijnen. Tanzanite is een van de zeldzaamste edelstenen, enkel in Tanzania te vinden. Men gaat hiervoor 1000 meter diep via mijnschachten om de Tanzanite (blauwe of violet van kleur) op te graven. Nadien hadden we een traditionele lokale lunch, tussen de bananenplantage. We kunnen proeven van allerlei lekkers uit verschillende potten, die men op houtvuur heeft bereid: soort maïspap Ugali (zoals griesmeel, maar dan met mais), bonen, koude salade, warme zoete aardappelen, warme bananen-stukjes, vlees, soort hartige pannenkoekjes, … . Zelfs Matti proeft van vele lokale smaken. Na de lunch gaan we op mountainbike toer, door het dorp. Met een lokale gids fietsen we eerst langs rijstvelden, waar we afstappen en veel uitleg krijgen. In de eerste fase planten ze veel zaadje dicht bij elkaar. Na enkele weken verplanten ze die dan op zo’n 15 cm van elkaar zodat de plant volop kan groeien. Via natuurlijke irrigatie kanalen, zorgen ze dat de rijst altijd in het water staat in het droge seizoen. In het regenseizoen hebben ze meestal voldoende met het regenwater. In totaal heeft de rijst zo’n 6 maanden nodig om te groeien, dus 2 oogsten per jaar. Tijdens het groeien van de plant moeten ze het beschermen tegen voornamelijk de vogels die het willen oppikken. Ze doen dit door gekleurde linten aan een draad te hangen als vogelverschrikker of met een katapult (we kochten later een exemplaar op de markt). Sommige vogels zoals de ibis of de witte reiger zijn net goed voor de rijstvelden omdat ze bepaalde insecten opeten. Na 6 maanden oogsten ze de rijst met een sikkel, ze laten die halmen dan drogen in de zon. Deze kloppen ze nadien uit zodat de rijstkorrels met hun omhulsel eruit vallen. Deze laten ze opnieuw drogen in de zon om ze dan uiteindelijk bij de molen te laten zwieren tot enkel de korrels overblijven. Als je vroeger een rijstveld wou, moest je het stamhoofd vragen om een stukje. Je kreeg een speciale steen en je mocht die zo ver mogelijk gooien. De afstand tussen jou en waar de steen landt, zo groot is het stukje land dat je krijgt.

Daarna fietsen we verder naar een dag-marktje, waar de mensen van het dorp dagelijks groenten en fruit en vlees en dergelijke kopen. We proeven van rode bananen (zeldzamer en zoeter) en het verschil met groene. Het vlees bij de slager hangt gewoon in de warmte te bengelen aan haken en wordt helemaal niet gekoeld. Bossuyt Shop Interiors zal daar nog heel veel werk hebben … . We fietsen ook naar een bananenplantage en leren alles over de cyclus van de bananen alsook dat er verschillende soorten bananen bestaan (30 in totaal, waarvan 15 soorten in deze streek reeds groeien, sommige zijn voor dessert of bier of maaltijden). Er is 1 grote bananentros per boom, het duurt bijna 9 maanden vooraleer deze volgroeid zijn. Ze werken ook met irrigatie-systemen, 1x om de 14 dagen laten ze water stromen door kanalen. Er groeien naast de bananenboom vaak ook kleinere, die ze dan verplanten (of transplanteren) naar een andere plaats en eentje behouden ze als nieuwe plant want elke plant kan maar 1 grote tros bananen voortbrengen. De bananen groeien uit de bloem van de plant en ze groeien omhoog. Enkele weken voordat ze volgroeid zijn, snijden ze bloem eraf zodat alle sappen en voedingstoffen naar de bananen gaan. De volledig plant wordt gekapt tot op 1 meter en die blijft staan tot ze uitgedroogd is en de plant ernaast als sapstromen opneemt.

We stoppen ook aan een relatief nieuwe stam die ze in Tanzania hebben verwelkomd vanuit Mozambique. Het waren vluchtelingen uit Mozambique die heel ervaren zijn in het maken van allerlei objecten uit hout (ebbenhout: zwart of mahoniehout: lichter). We zien hoe ze allerhande beeldjes, schalen, stokken, stoelen, … maken. Matti mag ook even proberen de nek van een giraf beeldje op te schuren. Als laatste stop op onze fietstocht mogen we bananenbier proeven. Ze gebruiken een soort mout die ze uit de plant kloppen, op water even laten opschieten en dan drogen en vermalen. De rijpe bananen worden gekookt en gezeefd en dan wordt er mout en water toegevoegd. Dit brouwsel wordt dan enkele dagen in tonnen bewaard tot de suiker wordt omgezet in alcohol, weliswaar maar 0,5% dus bijna een N/A’tje waardoor ook de kinderen mogen proeven. Je drinkt niet in glazen maar samen uit een grote kruik of maatbeker. Je blaast het schuim wat weg en neemt een grote slok voordat je het bier doorgeeft aan je buur. Het is een echt sociaal gebeuren. De meningen zijn sterk verdeeld over de smaak. In elk geval al beter dan de bananenwijn die ’s middags hebben geproefd. We rijden terug met de fiets door grote groepen lagere schoolkinderen want de school is net gedaan, allemaal in hun mooie blauwe uniformen. Edwin pikt ons op en we rijden door naar Isoitok Camp Manyara.

We worden daar hartelijk onthaald met een welkomstdrankje en krijgen uitleg over het Camp die is opgericht middenin een Masaï community. Alle opbrengsten vloeien naar projecten om de Masaï te helpen; regenwater opvang putten, filter systemen om drinkbaar water te maken, een lagere school op het Camp zodat ze dichtbij het dorp Swahili kunnen leren (anders is het risico te groot dat ze niet in de lagere school geraken), een stem geven aan de Masaï vrouwen en educatie en sensibilisering rond geboorteplanning. Na de uitleg worden we naar onze tent gebracht om daarna ondergedompeld te worden in de Masaï dans. Dauwe en Matti mogen met de krijgers mee dansen en zo hoog mogelijk proberen te springen. Sarah en Lola krijgen een soort kraag rond de hals en laten die samen met de andere meisje op springen door een rollende beweging met de schouders. Ze gebruiken enkel hun stem als gestamp om ritme aan te geven. Hoe hoger de krijgers kunnen springen, hoe begeerlijker ze aanzien worden door de dames. De Masai zijn onder de indruk van de sprongkracht van Dauwe en Matti. De meisje blijven Lola indringend aankijken.
Iets hogerop hebben ze een zithoekje gemaakt om naar de zonsondergang te kijken boven Lake Manyara (die we morgen gaan bezoeken) en The Rift Valley of Grote Slenk (een rift vallei is een langgerekt stelsel van slenken, dat loop van Libanon tot Mozambique over een totale lengte van 6400 km. De slenk varieert in breedte van 30 tot 100km en in diepte van enkele honderden tot zelfs duizenden meters. De valley is ontstaan uit een gebied waar 2 tektonische platen uit elkaar drijven en delen verzakken tot een slenk).

Het eten krijgen we geserveerd onder een mooi ingerichte tent met verlichte maskers. Op het menu een voorgerechte met opgevulde tomaat met vis, hoofdgerecht een chicken curry en als dessert een pudding met karamel (de afrikaanse versie van crème brulée maar niet gebruleerd 😊). Nadien genieten we nog wat na aan het kampvuur (waar Matti een traantje laat, hij mist Belgie een beetje alsook de mamies en papies). We kruipen voldaan onder de lakens in onze tent maar gewaarschuwd dat het ’s nachts wel goed kan waaien maar dat de tenten goed vast staan, dat we niet zonder schoenen buiten mogen owv de schorpioenen en dat het gehuil van hyena’s of jackal’s je kan wakker maken maar je geen schrik moet hebben, ze kunnen het camp niet binnen.



Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Heel veel indrukken voor Matti, we missen hem ook! Geef hem maar een dikke knuffel vanuit Beitem. Foto Sarah en Lola met opspringende kraag ontbreekt ? Allemaal heel mooi en vooral avontuurlijk, menu ziet er telkens ook lekker uit! XXX

Mia 2024-08-03 20:30:18
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.