Voor het ontbijt ga ik opnieuw naar de bar van gisteren. Mijn bagage laat ik nog staan want mijn kamer is nog tot 12 u beschikbaar. Pierre laat weten dat hij nog een dag in Burgos blijft. Ondanks dat er hier nog veel te ontdekken valt ga ik toch verder vandaag. Wel ga ik eerst nog terug naar de kamer om mijn blog te schrijven. Ik profiteer nog even van mijn verblijf en de warmte, want het is koud vandaag en een goede wifi om mijn schrijfsels de wereld in te sturen. Tegen de middag, net na mijn vertrek komt de zon piepen. Bij de kathedraal blijf ik even staan bij de deur die nergens naar toe leidt, volgens mij is dit de deur van de kapel met de dubbele trap met een poort naar de hemel misschien. Ik maak nog een selfie met het laatste zicht op de kathedraal. Bij de Arco de Fernán Gonzalez merk ik een verlaten ooievaarsnest op. De stad uit gaat door de Arco de San Martin, her en der wijzen de pelgrims beelden de weg. Burgos gaat geruisloos over in San Pedro de la Fuente. Op het kruispunt is een supermarkt waar ik wat inkopen ga doen. Er tegenover op een terras in het zonnetje bestel ik een koffie met een pincho. Gekke gewoonten hebben die spanjaarden, ze parkeren gewoon midden op het kruispunt om even boodschappen te doen. Het verkeer moet er maar omheen laveren. Tijd om op te stappen. Langs het melkmeisje gaat het via de Puente Malatos over de Arlanzón over een brede laan langs het park del Parral tot aan de universiteit. De beschilderde pelgrimsbeelden wijzen de weg. Santo Domingo heeft er een beeld als ingenieur van de Camino. Het klaterende water van een brede fontein verdoezeld de geluiden van het verkeer. Twee al oudere gedenkstenen voor overleden pelgrims trekken mijn aandacht en doet me denken aan Lander, de jonge kerel die deze zomer op zijn Camino het leven liet. Om de hoek ligt het Hospital del Rey, gesticht in de XII eeuw door Alfonso VIII en doña Leonor de Ingleterra, waar nu het rectoraat en de rechtenfaculteit van de universiteit gevestigd is. De gebouwen werden recent gerestaureerd. Aan de rechterkant door een poort kom ik op een ommuurde tuin met daarin de Hermita de Ammaro. De deur is open, door het traliewerk kan je binnen kijken in de sobere kapel. Ik vind het wel onaangenaam om over de grafstenen te lopen waar ze de banken op hebben gezet. Bij Puerta Romeros staat nog een mooi pelgrims beeld, daarna kom ik daar de oudere woonwijk Recidencial del Pilar. Er staat een rood geschilderde kerk waarvan het portaal open is, met een eenvoudig interieur. Opeens komen er een paar katten de straat op gevolgd door wat kittens en nog wat katten, zwarte, rosse, tijgers en witte wel 20 in totaal. Wanneer ze merken dat er bij mij niets te rapen valt verdwijnen ze weer even snel. Ik ben terug in het open veld met een breed wandelpad. Bij een paal met nog 501 km te gaan vraag ik me af of er over een kilometer nog één staat. Neen, niks te zien, raar toch die spanjaarden. Zoals gewoonlijk bij het verlaten van grote steden moet je ook hier autostrades en spoorwegen voorbij. Deze keer ben ik blij want bij de spoorwegtunnel schuil ik voor een bui. Nog één keer gaat het over de Arlanzón en ik zie een ooievaar in het water staan. Hij vliegt op en ik zie hem terug landen in het veld. Ik nader Tardajos, aangekondigd met een stenen landkaart met de Camino waarbij een paar naamkaartjes al gebroken zijn. Iets verder herinnert een steen aan de hier geboren uitvinder van de projector, Mariano Diez Tobar. Op de hoek staat La Casa de Beli dat met een caminovlag laat zien dat er accomodatie is. Het iis al half vijf voorbij, dus ik stap binnen. Er is ook een restaurant dat is gemakkelijk. De kamer deel ik deze keer met de Taiwanese Cary en drie Italianen.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht