Vannacht heb ik veel gedroomd, over notaris Roels en antiek, wat het met elkaar te maken heeft weet ik niet, maar telkens ik weer insliep droomde ik het vervolg. Het gebeurt bijna nooit dat ik nog weet wat ik droomde. Om half 7 ben ik wakker en ik hoor Pierre naar beneden gaan. Ik kleed me aan en smeer eerst mijn voet in. Op dit ogenblik voel ik geen pijn, ook niet als ik er op steun, dat is al een goed teken. Om 8 u zijn we klaar, het is nog donker, een kwartiertje later vertrekken we als het licht begint te worden. Saint-Sever is maar een klein stadje en je bent zo op de buiten. Langzaam verandert het vlakke terrein, de eerste hellingen en afdaling kondigen zich aan. Even gaat het langs Le Gabas, een beek eigenlijk, met statige bomen op de oevers. Tegen de middag bereiken we Audignon. Ik spring het gemeentehuis binnen om te vragen of ik naar het toilet mag. Terwijl ik wacht (er zijn mensen voor me) zie ik de half ronde refter zeker dubbel zo groot als het enige kantoor wat het gemeentehuis is, voor de rest is er alleen nog de feestzaal inclusief podium en achteraan het toilet. Er werken 2 mensen en het is zoals op veel plaatsen 3 dagen in de week open. Pierre is intussen naar de kerk gegaan, we laten onze kar en rugzak bij de picknick tafel staan. De kerk heeft een heel oud retabel met kleine fresco’s die een houten Lieve-Vrouwbeeld omkaderen. Pierre begint weer te tekenen, ik brand een kaars en ga naar buiten. Ik begin aan de picknick, aan een heuse tafelbop de place de Compostelle. Er is nog een croissant en voor elk een hard gekookt ei. Pierre komt er ook aan, hij heeft nog wat geitenkaas en rauwe hesp. We laten het smaken. We horen een vlucht kraanvogels overkomen, het zijn de eerste trekvogels die we zien. Is het de aankondiging van slechter weer? Nu is het nog warm, 30 graden, ik ben blij dat het flink bewolkt is met wat wind, anders zou het voor mij al veel te warm zijn. We vervolgen onze weg over landelijke wegen, onder de niet gebruikte spoorweg door naar Horsarrieu. We komen langs de Fontaine Sainte-Blaise. Tot de jaren 50 gingen de boeren op 3 februari met een aantal dieren naar de kerk om ze te laten zegenen door de pastoor. Sainte-Blaise is de patroonheilige van de wolwevers en beschermt de kuddes. Hier in Frankrijk ben ik wel al een deel heiligen tegengekomen waar ik nog nooit van gehoord heb. De bron zelf stelt niet veel meer voor, ze is tijdens de wegenwerken beschadigd en nooit hersteld. We komen in Horsarrieu, ook hier gaan we traditiegetrouw de kerk binnen. Het kleine dorp telt maar 4 straten, maar het is heel verzorgd en charmant. We zijn niet ver meer van Hagetmau. Langs de weg staat een typische calvarie. Ik heb al een paar keer mimosa zien staan en merk ook een bloeiende seringenboom op. Even voel ik op een helling mijn voet weer, maar dan wordt het weer vlak en is het over. In Hagetmau zoeken we eerst de bekende crypte van St-Giron. Zo als zoveel is ook deze enkel te bezoeken in juli en augustus. Om de hoek is de refuge van de gemeente. Ze ligt op een binnenkoer van de brandweer, we moeten helemaal aan de andere kant van de stad om de code van de deur te halen. Ik laat mijn kar al achter. Terwijl we naar het centrum gaan komen we een andere pelgrim tegen. Het is Eric uit Australië (Melbourne) en we zijn de eerste pelgrims die hij tegenkomt. Hij is al op weg naar de refuge, we zien hem straks wel weer. Achter de arena, bij het zwembad krijgen we de code van de refuge, een set wegwerplakens en natuurlijk een stempel in de credential. Het is een goedkope overnachting, 8,40 €. In de gîte is wel niet veel te vinden dus eten we in de stad. Dat is sneller gezegd dan gedaan, na veel zoeken vind ik een taco restaurantje. Ach het heeft gesmaakt. Even voor 9 u zijn we terug, Eric is al slapen, zonder al te veel lawaai te maken gaan we dan ook maar naar boven. Mijn voet heeft goed stand gehouden met 18 km op de teller. Ik smeer hem weer goed in voor het slapengaan.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht