Om 20 na vier wordt ik wakker. De twee Koreanen zijn hun boeltje aan het klaarmaken. Dat duurt en duurt , geritsel van plastiek zakjes, een ritssluiting die open gaat, lampje aan lampje uit, geschuifel, deur open weer geschuifel, eindelijk om 6 uur zijn ze buiten. Ik kan de slaap niet meer vatten, om half 7 sta ik dan ook maar op, neem mijn toiletgerief en kleren en ga naar de badzaal. In de keuken hoor ik Pierre, ik ga kijken maar veel is hier niet te vinden, enkel melk en druiven. Een dame komt de trap op met een muziek boxje waaruit luide doedelzakmuziek weerklinkt. Ze gaat van de ene naar de andere slaapzaal, trekt de wegwerp lakens af en gooit de ramen open. Het is duidelijk wat dat betekende. Ik neem mijn spullen snel bij elkaar en ga naar beneden waar de schoenen allemaal staan. Roza en Jean trekken net hun schoenen aan, ik haast me en samen gaan we naar buiten. Roza weet waar we ontbijt kunnen vinden, dus ik ga mee. Ze hebben er lekkere broodjes met spek en ei, dat smaakt met een koffietje. Als eerste stap ik op, neem de weg terug naar de Valle Mayor om weer op de route aan te sluiten. Pierre zit op het plein, ik zeg hem dat ik er van door ben. Net buiten de stad ligt de fameuze brug die door Santo Domingo gebouwd werd ( wel al tal van keren aangepast). De Rio Oja staat droog nu. Over de brug ben je onmiddellijk buiten het centrum in de velden. Ik kom voorbij het Cruz de los Valientes ( plaats van historische eigendoms disputen). De velden liggen er grauw bij tegen een achtergrond van donkere bergen en een dreigende hemel. Even begint het te regenen. Plots wordt ik gewaar dat mijn hartslag hoger is dan anders en ik vertraag. Enorme stapels stro liggen opgeslagen in het open veld. In de berm steken kaardebollen mooi af tegen de hemel. Dan is het pad afgesloten en gaat het naar een nieuwe brug. Hier loopt het traject van een autostrade in aanleg naar Burgos. Bij Grañon ga ik op de bank zitten. Roza en Jean komen er ook aan, zij blijven vandaag hier overnachten. Langzaam ga ik verder tot bij de kerk, Chris en Johanne steken me voorbij en Pierre komt er aan. Er komt een FaceTime binnen, het is Liesbeth en Annemie is er op bezoek, ik neem de tijd om te babbelen en krijg een update van wat er thuis zoal is gebeurd. Dat deed even deugd. Ik ga de kerk binnen, ze ligt er wat verwaarloosd en smoezelig bij. Boven bemerk ik een modern glasraam, het is van 2008. Pierre zit nog steeds te tekenen en ik zeg hem dat ik nu weer verder ga, als mijn hartslag weer zo stijgt kom ik terug, anders ga ik verder. Buiten het dorp slingert de weg door het landschap en je kan hem heel ver met het oog volgen. Ik verbeeld me hoe deze in Jaak zijn verhaal een slinger van pelgrims vormde. Nu is er geen levende ziel te bekennen. Op de grens met Castilla y Leon staat een groot infobord met het verloop van de etappes in deze grote provincie. Met mijn hartslag is intussen alles weer normaal. Het volgende dorp dankt zijn bestaan volledig aan de camino. Het heet dan ook Redecilla de Camino. Er werd een nieuw monument geplaatst van twee pelgrims. De kerk is er dicht, op het plein waait een leeg blikje kletterend voorbij. Ikk trek verder naar Castildelgado dat niet ver ligt. Hier in Castilla y Leon staat bij de ingang van elk dorp zo een bord, zo zie je meteen hoe klein het is. Vanaf hier kom je letterlijk over de werf van de aanleg van de nieuwe autostrade. De camino is afgesloten en heeft een nieuw tracé. Een electriciteitspaal staat nog op een piepklein eiland en laat het oorspronkelijke niveau nog zien. De wind heeft intussen de donkere wolken weg geblazen en het is opgeklaard. Dan kom ik in Viloria de Rioja, de geboorteplaats van Santo Domingo. Ook hier is het mooie kerkje gesloten, net zoals in het iets verderop gelegen En nog kleinere Villamayor del Rio. De wind blaast stevig, het gaat nu in rechte lijn langs de N120 naar Belorado. Van het drukke verkeer hoor ik bijna niets, zo hard waait de tegenwind. Bij het binnenkomen in Belorado wapperen vrolijk uitnodigende vlaggen, maar de refugio is dicht. In de stad lijkt het wel een wedstrijd om de mooiste gevel om zo de pelgrims te lokken. Alleen is er nu geen enkele van open. Zelfs de Plaza Mayor is leeg. Ik zie Johanne en Chris terug. Zij hebben in een klein hostel geboekt en ik ga met hen mee. Er is een avondmaal te verkrijgen en ik laat de gastheer de keuze maken. Eerst krijg ik een dikke soep met tomaten, bonen en aardappelen. Daarna varkenswangetjes met gestoofde tomaten. Super lekker. Tot slot kunnen we nog een dessertje kiezen. Behalve Johanne en Chris is er ook nog een jong koppel Italiaanse bicygrino’s. Pierre laat intussen weten dat hij heeft ingecheckt in de municipale. Vandaag kruip ik vroeg onder de wol. Ik verzorg mijn voet die ‘s avonds toch nog altijd pijnlijk aanvoelt, maar ach dat heb ik thuis ook.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht