Vandaag kreeg ik een uitgebreid ontbijt met yoghurt, vers geperst fruitsap, toast met kaas, hesp en chorizo, dadels, mandarijntje en banaan. Het heeft gesmaakt. Ik vertrek om half 10 pas want ik wil naar het archeologisch experimenteel centrum hier in Atapuerca, dat opent om 10 uur. Ik kan dit bekende archeologische oord toch niet zomaar passeren. Er komen net 2 schoolbussen aan en ik vraag of ik bij hun mag aansluiten omdat het museum in de winter enkel voor groepen opent. Het museum heeft tal van replica’s gemaakt die de vroegste geschiedenis van Europa tastbaar maken voor de kinderen (en volwassenen). De evolutie van de werktuigen ( bv om vuur te maken) staan op tafels opgesteld en kunnen allemaal getest worden. Ook leerbewerken, vlechten of een beeldje uitsnijden in hoorn kan je met primitieve werktuigen proberen. Er is ook een grote buiten opstelling, maar daar werp ik enkel een blik op, Burgos wacht. Bij mijn vertrek hoor ik schoten in de verte en ik bedenk me dat ik in Spanje nog geen wild zag. De wandeldag begint met een stenige klim. Mijn kar houdt niet zo van al die stenen en ik doe rustig aan. Dan zie ik bij wat roestige prikkeldraad een bordje staan wat een militair domein aangeeft. Vandaar die schoten dus. Aan de overkant in de wei zie ik een schaap dat net heeft gelamd. Ondanks dat ik dit tafereel al zo vaak zag kijk ik even toe. De lammetjes staan net recht en gaan op zoek naar de uier. Wanneer het eerste lam de tepel heeft gevonden ga ik weer verder, zig zag mijn weg zoekend tussen de stenen door. Een pelgrim komt haastig voorbij met alleen een Buen Camino. Boven op de Matagrande ( 1082 m) staat het Cruz de Madera. De wind speelt weer de hoofdrol. Ik zet mijn muts op want de zijwind blaast recht in mijn oor. Een tweede pelgrim komt voorbij, een Italiaan, hij blijft even staan voor een korte groet en gaat dan verder. Naar beneden is het gelukkig gedaan met de stenen. Bij een splitsing met een alternatief deel van de route beslis ik die te nemen, ze gaat door enkele dorpjes, misschien is er wel iets open. In Villalval is niets te bespeuren. Dan kom ik in Cardenuela de Riopico, ik hoor muziek vauit een bar komen. Het is open, ik ben wel maar alleen, ze serveren er soep, daar krijg je het warm van. De gastvrouw heeft de houtkachel net aangemaakt, gezellig, maar ik moet toch verder. Over de autostrade, bij een grote nieuwe wijk is er opnieuw een splitsing, ik besluit de historische route aan te houden, die gaat weliswaar door het industrieterrein, maar ook dat is geschiedenis. Ik zie hoe dorpjes werden opgeslokt door de grote stad. Van het eens roemrijke Gamonal ( een korte periode zelfs bisschopsstad) pronkt de prachtige kerk nog steeds tussen de vele bedrijven. Onder andere Bridgestone heeft er een gigantisch complex. Rechts van me drijft een donkere lucht voorbij, links blijft heet gelukkig klaar. De tocht door het enorme industrieterrein is niet zo onaangenaam als ze vertellen. Het voetpad is er breed, hier en daar staat een pelgrims beeld en er is toch ook van alles te zien. Van het industrieterrein gaat het smetteloos over naar grote winkelketens en vervolgens naar de voorstad. Een groot gebouw met het camino logo op de gevel slokt als het ware het oude dorp op. Na een paar kilometer kom ik over de Lesmes het oude stadsdeel in langs kerken en monumenten, oude statige huizen, winkels en cafés. Na een helling verschijnt de kathedraal in al haar glorie. Pierre staat er, op zoek naar de albergue en het office de tourisme. Dat laatste vinden we niet direct en plots gaan de hemel sluizen open. Ik haast me dicht langs de huizen naar de albergue. Flink nat meld ik me aan. Ik installeer me, hang mijn natte spullen te drogen, trek het wegwerplaken over de matras en doe voor het eerst mijn lange broek aan om vanavond te gaan eten in de stad. Morgen neem ik een hele dag om al het moois te bezoeken.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht