Vandaag ben ik de dag à l’aise begonnen. In de mooie roze/rode badkamer heb ik nog een douchke genomen. Dan op het gemakske ontbeten samen met Rita en Jaak. De blog verstuurd en nog een lunchpakketje gemaakt. Na het bekijken van de route besluit ik dat ik net zo goed van hier uit te voet kan gaan, het is een 10 tal km denk ik van de route, maar ik kom dan ook wat verderop er terug op. Rita en Jaak willen Troyes bezoeken, zodoende hoeven ze dan niet eerst terug te rijden. De kar wordt geladen en we nemen afscheid. Ze wuiven me na tot ik bijna buiten het gezichtsveld val. De weg is niet moeilijk, altijd rechtdoor tot voorbij de windmolens en dan rechtsaf. Ik ben nog niet ver als plots een ree, opgejaagd door een tractor, de weg over steekt en door de velden weg rent. Ik ben de tractor net voorbij wanneer die bij de weg komt. Plots hoor ik achter me roepen ‘ vous me dites pas au revoir?’ Het is de patron van Le Chateau de mon père, ik had niet gekeken naar wie op die tractor zat natuurlijk, ook al omdat ik het ree in de gaten hield. De man was een veld van 34 ha zaaiklaar aan ‘t maken. Ik neem afscheid en hij springt terug op zijn tractor. De wegen tussen de windmolens zijn breed en goed onderhouden. Plots voel ik een oud zeer ( reuma in mijn bekken) , ik vertraag, doe ook mijn heuptas af ( toch zeker 3 kg) en maak ze op mijn kar. Door de zakken naar achteren te duwen verminderd het gewicht op het handvat, dan moet ik de kar wel in de hand houden, maar haal dan wel alle last weg van mijn middel. Bij de windmolens zie een gewas staan dat ik niet onmiddellijk herken, het is hennep, het is voor het eerst dat ik dat zie. Verderop is de weg minder goed en stopt plots tegen een haverveld. Ik baan me een weg door de haver en kan even verderop op de baan komen. Tegen 14.00u kom ik terug op de route. Wanneer ik langs de Aube kom zie ik veel vis in het heldere water. Langzaam begint mijn heup meer op te spelen en ik begin te manken. Gelukkig ben ik bijna in Bagneux waar ik bij André en Agnes logeer. Om de hoek kijk ik waar ik moet zijn, ik zie de schelp en André heeft me al gezien, zoek maar niet , het is hier. Ik wordt hartelijk onthaald. Ze vertellen honderd uit, over de pelgrims die ze opvangen, ook over Conny, die op 2 mei bij hun heeft overnacht. Ik vertel hun dat zij zo een fantastische Camino had waar ze zelfs de liefde tegenkwam. Ze vinden het geweldig en ik moet haar zeker de groeten doen. Bij deze dus Conny. Agnes heeft een heerlijke ovenschotel gemaakt met veel groenten uit haar tuin. Ik geniet, maak het niet te laat en lig op pelgrims tijd onder zeil.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht