In de pelgrims onderkomens mag je meestal maar één nacht blijven, hier staat het zelfs uitdrukkelijk op het infoblad. Ik zeg tegen Pierre dat ik toch ga vragen om een tweede nacht te mogen blijven. Er zijn hier 10 slaapplaatsen, zoveel volk gaat er zeker niet komen. Pierre wil eventueel ook blijven als het mag. Anne-Marie vertrekt na het ontbijt. Ik smeer mijn voet in, neem mijn tabletten die ik bij de apotheker heb gehaald en leg mijn voet nog even omhoog. Philippe, de hospitalier die aan de overkant woont komt binnen. Ik vertel hem dat ik een rustdag nodig heb voor mijn voet en of we allebei een nacht extra mogen blijven. Hij is ook pelgrim geweest en begrijpt de situatie, dus we mogen blijven. We moeten ons wel gaan aanmelden bij het office de tourisme. Buiten zie ik eindelijk hoe het klooster van de Jacobijnen er uit ziet. In een deel is een museum ondergebracht, de binnenkoer en ruimtes rondom worden voor diverse activiteiten in de stad gebruikt. Aan de andere kant is de kapel, die enkel onder begeleiding bezocht kan worden. Pierre trekt de stad in om te tekenen. Zelf blijf ik tot de middag rusten. Mijn blog loopt weer al eens vast, geen enkele foto wil doorgaan. Philippe wipt nog eens binnen, hij weet waar het goed eten is en geeft me info over de bus naar Hagetmau, voor het geval dat, maar dat is nog niet aan de orde. Het stadje is niet groot en ik ben zo bij de bistro. Onderweg kom ik Pierre al tegen, maar die eet wat in de refuge. Ik installeer me op het terras tussen zon en schaduw. Er zit veel volk, een deel wegenwerkers en een familie met kinderen ( hier hebben ze 2 weken verlof). Schuin tegenover het terras ligt de abdijkerk van de Benedictijnen. Ze is bekend voor haar bijzondere kapitelen. Achter aan de zijkant staat een volledig verguld altaar (we gaan richting Spanje). Vanuit de kerk kan je naar de binnenkoer van het klooster. Achter de gallerijen zijn de kantoren van het gemeentehuis. Wanneer ik langs de andere kant buiten kom ben ik bij het office de tourisme, het gaat pas om 14.00 u open dus ik kuier nog even door het stadje, met nog geen 5000 inwoners toch merkwaardig dat er 2 kloosters waren. Bij de boekhandel ga ik binnen, ze hebben er mooie kaarten en ik zoek er nog een. Het is een super gezellig winkeltje met een hoekje om koffie te drinken. Er komt ook redelijk wat volk. Iemand zit in de zetel met een boek en een kind nestelt zich in een hoekje op de grond. Ik bestel een café crème en sla de bedrijvigheid gade. Intussen is het office de tourisme open en ik ga me aanmelden. Daar hebben ze wel wifi en eindelijk kan mijn blog weg. Ik kom langs de apotheker en koop gel inlegzolen, zien of dat helpt voor mijn voet. Op het ogenblik gaat het goed. Op de app van geocaching zie ik dat er een cache verborgen ligt bij het klooster, na even zoeken vind ik die en log ik hem. ( geocaching is een spel waarbij je overal ter wereld op schattenjacht kan gaan, er zit telkens een logboek in waar je dan je naam in zet, het geeft vaak een doel aan een wandeling) Iets verder ligt er nog een, ik zoek hem en ontdek een buurt waar veel antiquairs zijn waarvan één een grote trompe d’œuil op zijn gevel heeft geschilderd. Ik wandel weer langzaam terug, schrijf mijn kaartjes (Linde is bijna jarig) en doe ze op de post. Pierre heeft boodschappen gedaan en vanavond eten we spek met eitjes. Verwonderd zie ik op mijn Polar dat ik toch 5 km heb gewandeld ( eerder gekuierd) vandaag. Ik voel geen pijn meer, dat is dus hoopvol.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht